GESCHIEDENIS DE8 HEMI. HERE TE BESOIIEN tma is die iuuXMe Avo^dftgn Zaterdag 12 Februari 1938 No. 13. De Echo van het Zuiden Tweede Blad De man die niet wist hoeveel geldhij had. 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. LXXII. De nieuwe schoolmeester Teunis de Jong trad op Dinsdag 1 Mei 1792 in functie. Dat geschiedde nog in de ou de school, die toen, benevens het schoolhuis, achter de kerk of ten Zui den daarvan stonden, dus op de plaats, waar thans het sedert 1906 af gedankte en verlaten kerkhof ligt. Daar had de schoolmeester ook zijnen tuin, grenzende aan den pastorietuin. Die oude schoolgebouwen verkeerden toen in zeer desolaten toestand en waren bovendien in een vergeten hoek van het dorp, buiten het gezicht van de huizen en van den straatweg, als weggeborgen. Het werd hoog tijd aan het stichten eener nieuwe dorpsschool ernstig te gaan denken. Den stoot daartoe gaf vooral de vooruitstreven de predikant Ds. Mörser, die reeds meermalen had beloofd, tegen een ma tige rente, gaarne eene aanzienlijke som gelds aan de gemeente tot dat doel te willen leenen. De plannen toch stichting eener nieuwe school namen vasteren vorm aan, toen de dorpsregeering den 22 Februari 1792, tegelijk met het voor nemen om den ouden schoolmeester CoUhoff te pensionneeren, besloot een geschikte plek daartoe uit te kiezen. De keuze viel op een terrein ten Noor den der dorpsstraat, waarop het oude huis, den hof en het erf van Laurens Boom stond en waren gelegen, dezelf de plaats waar thans de Christelijke school en het dc*or Duquesnoij be woonde schoolhuis staan. Dat terrein, hetwelk tegenwoordig zeker het vier voudige zou opbrengen, werd door de burgemeesters Johannes Dekkers en Peter Dolk voor rekening van het dorp aangekocht voor 350 gulden. Om die voorloopige onkosten te dekken werd van de gebroeders Francis en Adriaan Vissers een kapitaaltje van 400 gulden tegen 3£ procent geleend. Kort daarna sloot het dorp een tweede leening van 2000 gulden met Ds. Mörser. Den 4 Juni 1792 gaven schout en schepenen van Besoijen authorisatie aan den burgemeester Johannes Dek kers, om op den 18 Juni de aanbeste ding van het nieuw te bouwen school huis niet bijbehoorende school te doen. De laagste inschrijver was Wil- lem de Weert, meester metselaar te Kaatsheuvel, met eene som van 2690 gulden, waarvan hij 14 gulden trek geld genoot. Bij ophangen en opmij- nen, op de manier gelijk ik vroeger al heb medegedeeld, was hij ook aan nemer voor dat bedrag. Aan schout en schepenen verklaarde de aanne mer, dat zijn mede-aannemer was de Waalwijkscke timmerman Gerardus van Lieshout. Borgen voor de aan nemers waren Hendrik Godefridus Vissers te Kaatsheuvel en Jan van den Besselaar te Besoijen. Volgens het bestek moest 't school huis gebouwd worden op de plek, waar het huis van Laurens Boom stond, met een voorkamer aan de Westzijde en een opkamer aan de Oostzijde. On der de opkamer moest een kelder ko men en achter die kamer een keuken. Later werd die keuken tot woon- of huiskamer veranderd en werd de keuken in het westelijk deel van het huis aangebracht. Nog later werd aan de Westzijde van het schoolhuis ook een woning voor den gemeente-veld wachter ingericht. De school, die ach teraan het schoolhuis moest vallen en daarop rechthoekig moest komen te staan, moest zóó gebouwd worden, dat de hoogste schoolklasse achterin het schoolhuis kwam te vallen. Ik zelf heb nog een paar jaren, n.l. in 1868 en 1869, als een zes- tot achtjarige knaap het schoolonderwijs in die o.ude school mogen ontvangen van den toen- maligen talentvollen hoofdonderwijzer WUlem van der Sluijs, die in 1838, dus 100 jaar geleden, als zoodanig te Be soijen was gekomen, en ik kan mij dus nog tamelijk goed voorstellen, hoe die school eruit zag. Zij bevatte slechts één groot lokaal zonder eenige afschei ding der verschillende klassen. Bij gaande ruwe teekening geeft een vrij wel gelijkend beeld dier oude school. Ten Zuiden en Oosten der school was een zeer ruime speelplaats, die Oost- waarts grensde aan de broodbakkerij van Gerardus Laurentius de Leijer en Zuidwaarts aan de dorpsstraat. Hoe vaak hebben wij, schoolkinderen, met begeerige blikken getuurd door de rui ten dier bakkerij, vooral wanneer de Leijer bezig was met het bakken van „speculatie-mannekes" en hij ons somwijlen een stukje van het daar voor bestemde zoete deeg toereikte! Aan de straatzijde der schoolgebouwen stonden gedurende lange jaren eenige zeer oude dikke lindebooraen, die la ter verdwenen. Krachtens het bestek moest de aan nemer binnen acht dagen na den dag der aanbesteding het oude schoolhuis achter de kerk hebben afgebroken en ook het oude huis van Laurens Boom, waar de nieuwe school moest komen te staan. Vermoedelijk zullen de schoolkinderen toen een vrij lange va- cantie gehad hebben, vermoedelijk van Juli tot November, want de nieuwe school moest den 1 September onder de kap zijn en den 1 November of ui terlijk 1 December kant en klaar af geleverd worden. Of de schoolkinde ren in dien tusschentijd ergens anders onderricht ontvingen, is mij geheel onbekend. Omstreeks 1 Januari 1793 werd de nieuwe school in gebruik ge nomen. Ik moet hier nog bijvoegen, dat in den voorgevel van het school- kerk achteruit gezet, zoodat de plaats vóór de kerk tot aan de straat een ge heel open terrein werd. Op de plaats, waar het oude schoolhuis en de oude school hadden gestaan en de school- meesterstuin had gelegen, werd een nieuwe begraafplaats aangelegd, die tegen den Zuidelijken kerkmuur grensde en tot 1905, dus ruim 110 ja ren, heeft bestaan, en thans (1938) nog ongebruikt ligt. Tot nog toe werden door de predi kanten en de pastoors slechts „enkele' doop- en trouwboeken aangelegd, zon der daarbij te behoeven te vermelden, wanneer de gedoopte kinderen waren geboren. Om groote leemten in zulke gewichtige zaken aan te vullen en het verloren gaan dier bescheiden te voor komen, hadden de Staten van Holland en West-Friesland den 16 Juni 1792 het volgende besluit genomen: Dat voortaan dubbelde trouw- en doop- ffl huis een arduinsteen werd gemetseld, waarop het jaartal 1792 prijkte, en in den achtergevel een grootere arduin steen met het opschrift: Dorpskost- schoolhuis 1792. Deze school is 78 ja ren als zoodanig in gebruik geweest, want in 1870 werd zij afgebroken en door een nieuwe vervangen, terwijl 't schoolhuis of de onderwijzerswoning pas in 1905, bij den bouw der tegen woordige school, werd gesloopt. Ook het terrein rondom de kerk onderging een groote verandering. Vóór 1793 stond op de plaats, waar thans het ijzeren hek voor de kerk en de pastorie staat, een tamelijk hooge muur en tusschen dien muur en de kerk was het kleine dorpskerkhof ge legen. Dat kerkhof verviel in 1793: de muur aan de straatzijde werd afge broken en de houten poort aan de Oostzijde, waardoor de ingang der kerkgangers was, werd tot aan de boeken, niet alleen door de Hervorm de kerkeraden, maar algemeen door alle gezindheden moeten worden ge houden, buiten kosten van de ingeze tenen en op onderscheidene plaatsen; dat in de doopboeken ook moet wor den aangeteekend, den dag en de plaats van de geboorte der kinderen wanneer dezelve door de ouders of ge tuigen worden opgegeven, en als dan daarbij gevoegd „volgens opgave der ouders of getuigen geboren den Bij aanschrijving van Gecommitteer de Raden van 25 J,uli 1792 werd die resolutie aan schout en schepenen van Besoijen medegedeeld, en daarop werd de kerkeraad aldaar den 10 Septem ber door de dorpsregeering verzocht en desnoods gelast zich stiptelijk aan die resolutie te houden en voortaan dubbele doop- en trouwboeken aan te leggen of te doen aanleggen. Dat aan leggen van een tweede doop- en trouw boek werd door den kerkeraad opge dragen aan den schoolmeester, die nu niet alleen moest zorgen voor het bij houden van het begraafregister (wat hij altijd al had gedaan!), maar ook een tweede doop- en trouwboek moest bijhouden en bewaren. Dat was, op zich zelve beschouwd, een goede ver betering, al valt het niet te ontkennen, dat de schoolmeester toen nog voor alles werd gebruikt Wat nu 't zuiver kerkelijke betreft, moet ik thans vermelden, dat Ds. Mör ser, die een der voorirefielijkste pre dikanten is geweest, die Besoijen heelt gehad en daar ook zeer bemind was, in November 1793 een beroep ontving naar Puttershoek, hetwelk hy in de godsdienstoefening van 17 November van den kansel aan de gemeente mede deelde. Tot blijdschap der gemeente bedankte hy evenwel voor dat beroep, maar een jaar later ontving hij weder een beroep en wel naar Rgsoord, ge meente Ridderkerk, dat op het einde van 1794 door hem werd aangenomen. De laatste kerkeraadsvergadering werd door hem gehouden den 29 Au gustus 1794, en den 2 Januari 1795 werd hem door den Besoijenschen kerkeraad acte van demissie verleend. De kerkeraadsleden waren toen Jo hannes van Heijst en Hendrik Hagen, ouderlingen, en Johannes Dekkers en Hendrik de Graaff, diakenen, terwijl de consulenten waren Ds. Theodorus Hegmans en Ds. Struik. Ds. Mörser is van begin 1795 tot October 1797, dus ruim 2£ jaar, pre dikant te Rijsoord geweest. Den 15 Augustus 1797 werd hij beroepen te Maasland, eene gemeente ten Noorden van Maassluis gelegen, welk beroep hij aannam. Den 22 October 1797 werd hij aldaar bevestigd. Slechts één jaar mocht hij te Maasland het Evan gelie verkondigen, want hij overleed aldaar den 6 November 1798 en werd den 12 November in de kerk in het doophekje begraven, beweend door de gansche gemeente. Zijne weduwe (zijn tweede vrouw), wier naam ik nergens heb aangetroffen, zorgde er voor, dat den 25 Maart 1800 een grafzerk, ge maakt en geleverd door den Delft- schen steenhouwer H. van Zwol voor ruim 105 gulden, op zijn graf werd gelegd, bevattende het volgende op schrift: Jezus Christus is de Openbaring en het Leven. Ferdinand Wilhelm Mprser, Evangelie-Dienaar te Maasland. Overleden den 6 No- door IET HOOGERS. Lang geleden, ongeveer in het mid den van de 18de eeuw, woonde er in Berlijn een heel bekwaam dokter, bij wien zelfs uit het buitenland mensen kwamen om genezen te worden, en die allerlei hooggeplaatste personen onder zijn patiënten telde. Maar voor dokter Stahl waren alle mensen ge lijk, hij deed voor de zieken wat hij kon en of ze er veel of weinig voor betaalden, daar bekommerde hij zich niet om. Sommigen vertelden zelfs wel, dat hij vaak niet eens wist of ze betaald hadden of niet. Eens kwam een rijke Russische vorst bij hem, die expres naar Berlijn was gekomen om hem te raadplegen. Na enige tijd onder zijn behandeling te zijn geweest, ging de vorst Bogda- noff weer geheel hersteld naar huis en hij was daarvoor zo dankbaar, dat hij den dokter een geweldige som geld liet brengen door een van zijn diena. ren. Maar hij wachtte tevergeefs op een berichtje van dokter Stahl, dat deze het geld had ontvangen, geen be dankje, niets kwam er. Eindelijk be gon vorst Bogdanoff bang te worden, dat de dienaar het geld helemaal niet had overgebracht, maar het zelf had gehouden en hij schreef een brief aan een vriend van hem in Berlijn, gene raal Grumbkow, met hel verzoek om den dokter eens voorzichtig uit te horen of hij werkelijk dat geld had gekregen. De generaal vond het niet nodig om dat zo voorzichtig te doen hij kende dokter Stahl goed en op een morgen kwam hij de spreekkamer binnen en begon onmiddellijk: „Zeg, Stahl, ik moet je vragen van dien Russischen meneer, die jij hebt beter gemaakt, of je dat geld ook hebt gekregen, dat hij heeft gestuurd. Jij laat ook nooit van je horen en kijkt niet eens naar het geld om, geloof ik. Heb je dat nu ge kregen of is die knecht er mee van door?" „Dat kan wel", antwoordde doktei Stahl verstrooid. „Vraag het maar even aan Christiaan mijn knecht". Christiaan verscheen. „Weet jij ook", vroeg de generaal, „of vorst Bogdanoff geld heeft ge stuurd, na zijn behandeling?" „Zeker, excellentie, een dienaar heeft het ge bracht." „Mooi, en waar is het geble ven?" „Dokter heeft het zelf aangeno men en in zijn zak gestoken." „Haal die zak dan eens!" Nu kwam Christiaan met een oude sjofele overjas aan en toen ze samen de zakken begonnen te doorzoeken, kwam er niet alleen het geld van den Rus uit, maar nog veel meer. Onge opende bundeltjes bankbiljetten, gou den en zilveren munten, de jas was er zwaar van. Generaal Grumbkow was stomverbaasd, dat iemand zo maar met al dat geld in zijn zak bleef lopen, maar de dokter verzekerde hem, dat hij het zelf niet had geweten. Toen de zakken geleegd waren, werd het geld bij elkaar geteld en het bleek een flinke som te zijn. „Weet je dan niet eens, hoeveel of je bezit?" vroeg de generaal. „Nee, ik heb wel wat anders te doen, dan geld te tel len", antwoordde dokter Stahl la chend. „Vertel eens Christiaan", vroeg Grumbkow nu aan de knecht. „Steekt de dokter alles in zijn zak of bergt hij zijn geld ook nog wel ergens anders °P - Christiaan knikte en duidde met een gebaar van zijn hand de hele ka mer aan. Toen begon generaal Grumb kow alles eens goed na te zoeken en daar kwam het te voorschijn, uit alle laden en kastjes, uit asbakken, bloem vazen, uit de tabakspot, uit de zakken van alle mogelijke kledingstukken en zelfs uit de voetenzak in het dokters koetsje kwamen grote en kleine som men geld. De eigenaar van al dat geld zelf zat heel verwonderd toe te kijken, hoe al les voor hem op de schrijftafel werd uitgestald en opgeteld, alles met el kaar liep het in de duizenden guldens. „Nu", zei de dokter eindelijk, „daar zie je tenminste weer eens wat een goede vriend waard is. Als ik jou niet had, was ik altijd even arm gebleven, en nu weet ik opeens, dat ik rijk ben". Tegelijk ging hij verder met 't stuk over een ernstige zieke, dat hij aan het schrijven was en zonder na te denken schoof hij een deel van het geld van de tafel af, omdat het voor de inktpot stond en een ander deel stak hij in zijn zak, omdat het geld op zijn papier lag. EEN EIGENGEMAAKTE BAROMETER. Met weinig moeite kun je zelf een barometer maken, die heus het weer kan voorspellen, al kun je er mis schien niet zóveel op lezen als op de echte barometer. Je vult een inmaak- fles gedeeltelijk met water en daar boven op zet je een omgekeerde fles met een lange hals, zoals je op het plaatje kunt zien. De hals moet onge veer twee en een halve centimeter on der water steken. Ter hoogte van het wateroppervlak zet je een streepje op de hals van de fles. Als het nu mooi weer gaat worden, dan zal het water in de fles een beetje stijgen. Als je nu telkens, wanneer het water weer iets lager of hoger is gekomen, een teken tje maakt op de hals van de fles, dan kun je dus aan de stand van het wa ter zien, wat voor weer je eigen baro meter voorspelt. GOOCHELEN MET DOBBELSTENEN. Je neemt het werpbekertje zo in je rechterhand dat de opening naar bo ven is, tusschen de duimen w ijsvin- ger van die rechterhand neem je een van de beide dobbelstenen en zet daar de andere los bovenop. Nu moet je door een ruk de bovenste dobbelsteen in de beker zien te krijgen. Als je het een paar maal hebt geprobeerd zal het wel lukken. Heel wat moeilijker is het om na de eerste ook de tweede steen in de beker te gooien, want meestal zal dan de eerste, die al in de beker ligt, er weer uitspringen, door de snel le beweging. Nu kun je het ook zo doen, dat je niet de tweede steen om- hóögwerpt om hem in de beker te krijgen, maar dat je hem laat vallen en dan heel vlug met de beker om laag gaan om hem op te vangen. Dat is gemakkelijker en zal na enige oefe ning wel gaan. Vraag dus maar eens aan je vriendjes of ze de twee dobbel stenen achter elkaar in de beker kun nen gooien en als ze het niet kunnen, doe je het ze op deze manier voor. EEN REUS ONDER •DE REUZEN. Het grootste skelet ter wereld. Het natuurkundige museum in Berlijn heeft onlangs een zeer bijzon dere aanwinst gekregen, n.l. het skelet van het allergrootste landdier, dat ooit heeft geleefd, de voorwereldlijke „brachiosaurus". Het prepareren en reconstrueren alleen van dit geraam te heeft al zeven jaar geduurd. 25 jaar geleden werden de beenderen van het dier gevonden. De brachiosuarus was een land- hagedis, die 100 millioen jaren gele- (W ,ts n... ■<r<< 12 cochefs 50 ct. Proefdoosje 2 cachets 10 ct. BijApoth.enDrog.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5