Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen: Derde Blad. NUMMER 15. ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938. 61e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiên moeten Woensdag et Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiên: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Openbare vergadering, te houden op Vrijdag 25 Februari 1938 om 19 uur, ten gemeentehuize. Aan de orde: 1. Ingekomen stukken. a. Van de Gedeputeerde Staten. 1. Ontvangstbericht der bij raadsbesluit van 26 Novem ber 1937 vastgestelde veror dening tot wijziging der po litieverordening. 2. Goedgekeurd raadsbesluit van 28 Jan. 1938 tot wijzi ging der begrooting 1937. b. Van het Centraal Bureau voor Verificatie en Financieele Ad viezen der Vereeniging van Ne- derlandsche Gemeenten. 's-Gra- venhage. Proces-verbaal van kasopne- ming bij den ontvanger, gehou den 21 Januari 1938. c. Van den Directeur der R.K. Hoogere Burgerschool A alhier. Verslag over 1937. d. Van den Directeur van den R.K. Middelbaren Handelsavondcur sus alhier. Verslag over 1937. e. Van de Commissie van Toezicht op het Nijverheidsonderwijs al hier. Verslag van haar bezoek aan de gemeentel. avondteekenschool. f. Van A. de Graaff alhier. Mededeeling aanneming zijner benoeming tot lid van het Bur gerlijk Armbestuur van Waal wijk. 2. Benoeming wegens periodieke aftreding van de leden der com missie tot wering van school verzuim. 3. Voorstel tot vaststelling eener nieuwe verordening op de hef fing van schoolgeld voor lager nijverheidsonderwijs (teeken- onderwijs). 4. Voorstel tot vaststelling van re gelen voor het in houwexploi- tatie brengen van gronden door particulieren. 5. Voorstel tot het verleenen eener garantie van 250,aan het schuttersgilde „Sint Crispijn en Crispinianus" voor het te hou den schuttersfeest ter herden king van het 100-jarig bestaan van het gilde. 6. Voorstel tot omzetting eener geldleening. 7. Voorstel tot wijziging der be grooting 1937. 8. Behandeling bezwaarschriften schoolgeld. SCHOOLGELD TEEKEN- ONDERWIJS. Prae-advies punt 3. Aangezien de rijksbelastingsdienst geen gegevens betreffende de belast bare inkomens der aangeslagen in de rijksinkomsten belasting meer mag verstrekken, zullen andere maatsta ven voor de berekening van het school geld moeten worden aangelegd. Wij geven u daarom in overweging als heffings grondslag voor 't school geld te nemen de gemengde hoofdsom bedoeld in art. 63, vierde lid der l.o.- wet. Bij gebreke van, of een te lage ge mengde hoofdsom, het schoolgeld te berekenen naar de belastbare huur waarde, waarnaar de schoolplichtige in de personeele belasting is aange slagen. Het schoolgeld mag evenwel niet meer bedragen dan het gemiddelde bedrag van de kosten der school per leerling. Te dezen aanzien zij vermeld, dat de netto-kosten van het onderwijs ge deeld door het gemiddeld leerlingen aantal, bedroegen: in 1935: 51.63 in 1936: 52.47 en in 1937: 49.82. In verband met bovenstaande stel len wij u voor de bijgaande ontwerp verordening welke voor het eerst van toepassing zal zijn voor den cursus 1938/'39 vast te stellen. Burg. en Weth. van Waalwijk. HET IN BOUW-EXPLOITATIE BRENGEN VAN GRONDEN DOOR PARTICULIEREN. Prae-advies punt 4. De toenmalige Ministers van Sociale Zaken hebben achtereenvolgens onder dagteekening van 16 Mei 1935, nr. 39ó4 M/P.B.R. afdeeling Volksgezond heid en van 14 Augustus 1935, nr. 3984 I M.P.B.R., afdeeling Volksge zondheid aan de Gedeputeerde Staten van de onderscheidene provinciën een schrijven gericht, waarin zij de wen- schelijkheid betoogden van de vaststel ling in de daarvoor in aanmerking ko mende gemeenten van „Regelen voor het in bouwexploitatie brengen van gronden door particulieren". Thans berichten Gedeputeerde Sta ten ons bij schrijven van 5 Januari 1938 G. nr. 719, dat de Minister van Binnen- landsche Zaken het van belang acht, dat in gemeenten, waar geregeld ge bouwd wordt, de bouwers althans bij benadering weten waar zij aan toe zijn, met name ook wat betreft de productiekosten van bouwterreinen en verzoekèn zij ons in verband daarmede te willen bevorderen, dat, indien zoo danige regelen hier nog niet bestaan, deze alsnog worden vastgesteld. Blijkens boven aangehaalde circulai res is het de bedoeling, dat regelen worden vastgesteld, waarin, o.a. met het oog op het bepaalde bij artikel 92a der Onteigeningswet, tot uitdrukking wordt gebracht het beginsel, dat de pro ductiekosten van in bouwexploitatie te brengen gronden komen ten laste van den eigenaar. Artikel 92a der Onteige ningswet schrijft n.l. imperatief voor, dat ingeval van onteigening, bij de be paling van de waarde van grond als bouwgrond, rekening wordt gehouden met de in de gemeente geldende rege len betreffende afstand van grond voor openbare verkeerswegen, alsmede be treffende kosten van hetgeen noodig is om grond voor bebouwing naar de plaatselijke voorschriften gereed te ma ken. De Minister wenscht, dat uit de vast te stellen regelen blijkt, of dat daaruit zal zijn af te leiden: a. in hoeverre kostelooze afstand van grond voor openbare ver keerswegen wordt vereischt; b. van welke werken de kosten worden verhaald; c. naar welke grondslagen het aan deel van iederen exploitant in de kosten eventueel wordt bere kend; d. het juiste bedrag der kosten. In verband daarmede hebben wij een ontwerp van de „Regelen" als door den Minister bedoeld, samengesteld, die wij U hiernevens ter vaststelling aanbieden. Ter toelichting van de bepalingen dezer „Regelen" zij nog het volgende opgemerkt: Art. 1. Krachtens dit artikel kun nen in een plan van uitbreiding begre pen gronden door particulieren alleen in exploitatie worden genomen met me dewerking van de gemeente. Voor elk in exploitatie te nemen complex gron den wordt een afzonderlijke regeling, opgetrokken op basis van de „regelen", van den Gemeenteraad vereischt. Deze kan natuurlijk voor elk complex ver schillend zijn, doch daaraan moet steeds als basis ten grondslag liggen, de in houd van de artikelen dezer regelen. Art. 4. Dit artikel bepaalt, welke gronden voor openbare doeleinden aan de gemeente moeten worden overge dragen. Art. 5 zegt dat die overdracht om niet, dus kosteloos, moet geschieden. Hier wordt kostelooze overdracht voor geschreven, omdat grond eerst waar de als bouwgrond krijgt, als daarop ge bouwd kan en mag worden en dit laat ste slechts kan geschieden als er stra ten enz. zijn of worden aangelegd. Het zou in strijd met de billijkheid en recht vaardigheid zijn, als de gemeente de kosten van den grond, benoodigd voor den aanleg dier werken, zou moeten dragen en de andere, dit is in deze de bouwexploitant, de finantieele voor deden, n.l. de waardestijging van zijn grond als bouwgrond tengevolge van dien aanleg, zou genieten. Hem moet daarvoor, zooals de Minister bij de be handeling van artikel 92a der Onteige ningswet in de Tweede Kamer opmerk te, als hij de waarde „als bouwgrond" krijgt, in mindering worden gebracht datgene wat hij zou moeten uitgeven om den grond in exploitatie te brengen. Al wat behoort tot de productiekosten van den bouwrijpen grond, moet den eigenaar in mindering worden gebracht op de waarde van den grond als bouw grond. Het betoog van den Minister komt dus hierop neer, dat de bouw-ex- ploitant zal hebben te betalen datgene wat moet worden uitgegeven om zijn grond z.g. bouwrijp te maken, dus in exploitatie te brengen. De hier voorge schreven kostelooze overdracht van grond is daarmede geheel in overeen stemming. In dit artikel is verder het beginsel uitgewerkt, dat de voor de in artikel 4 bedoelde doeleinden aan de gemeen te kosteloos over te dragen gronden verhoudingsgewijze gelijkelijk over alle eigenaren van de in het betrokken com plex gelegen gronden, worden ver deeld. Dit is de meest billijke verdeeling van lasten. Alle eigenaars profiteeren van den aanleg van straten enz. en het is daarom billijk, dat de daaraan ver bonden kosten, naar verhouding van hun in het betrokken complex gelegen gronden, over alle eigenaren worden omgeslagen. De een wordt verhou dingsgewijze dan niet zwaarder belast dan de andere. Art. 6. In dit artikel wordt vastge legd, dat de aanleg enz. van de hier be doelde werken en de wijze waarop de ze zullen worden uitgevoerd, geschiedt door de gemeente en niet door de betrokken grondeigenaren. Dit is ook de eenig juiste wijze, omdat de gemeente later eigenares van die stra ten enz. wordt en zij ook voor het on derhoud daarvan heeft te zorgen en de kosten van dat onderhoud moet dra gen. Art. 7. De kosten van de in art. 6 bedoelde werken moeten volgens dit artikel betaald worden door de eige naars van de in het betrokken complex gelegen gronden. Voor verdere toelichting van de in dit artikel toegepaste beginselen wordt verwezen naar hetgeen hierboven bij art. 5 en 6 reeds is opgemerkt. Teneinde den bouwexploitant in de gelegenheid te stellen de hem in reke ning te brengen kosten te kunnen con troleeren, wordt in het 4e lid nog voor geschreven, dat hij recht heeft op vol ledige inzage van de daarop betrekking hebbende bescheiden. Verdere toelichting van de hierbij gaande „regelen" achten wij niet noo dig, omdat de niet toegelichte bepalin gen slechts administratieve voorschrif ten inhouden en de bedoeling daarvan duidelijk is. Burgemeester en Wethouders van Waalwijk. REGELEN VOOR HET IN BOUW EXPLOITATIE BRENGEN VAN GRONDEN DOOR PARTICULIE REN IN DE GEMEENTE WAALWIJK. Artikel 1. 1Het door particulieren in bouw exploitatie brengen van gronden, welke begrepen zijn in een overeenkomstig de artikelen 36 en 44 der Woningwet goedgekeurd plan van uitbreiding, kan slechts geschieden met medewerking van de Gemeente krachtens een rege ling, welke door den Gemeenteraad op de grondslagen, in de volgende artike len vervat, is vastgesteld. 2. Een zoodanige regeling is, be houdens het bepaalde in art. 3, slechts van kracht gedurende een daarbij te bepalen aantal jaren, te rekenen van den datum van het raadsbesluit, waar bij die regeling is vastgesteld. 3. Ter uitvoering van het betrekke lijk raadsbesluit wordt tusschen de ge meente en den eigenaar van de in bouwexploitatie te brengen gronden, een voorloopige akte van de regeling opgemaakt en geteekend. Artikel 2. De medewerking, als bedoeld in art. 1wordt niet verleend, wanneer: a. de Gemeenteraad heeft bepaald, dat de herziening van het plan van uitbreiding, waarin de gron den zijn begrepen, in voorberei ding is en het betrekkelijke be sluit niet is vervallen; b. het ontwerp van dat herziene plan ter inzage is nedergelegd; c. de beslissing omtrent de goed keuring van dat herziene plan nog niet onherroepelijk is gewor den. Artikel 3. Wordt het plan van uitbreiding, met betrekking tot de in de regeling begre pen gronden, door den Gemeenteraad gewijzigd binnen het bij de regeling, overeenkomstig art. 1 bepaalde tijd vak, dan komt die regeling, voor zoo ver deze nog niet is uitgevoerd, op het tijdstip, waarop de wijziging van het plan van uitbreiding rechtskracht heeft verkregen, te vervallen. Artikel 4. 1. Bij de regeling worden, in over eenstemming met het van kracht zijnde plan van uitbreiding, de gronden aan gewezen, welke voor aanleg van we gen, pleinen, plantsoenen, sportterrei nen en openbare speelplaatsen zijn be stemd. 2. De in het eerste lid bedoelde gronden moeten aan de gemeente wor den overgedragen met alle daarop of daarin aanwezige werken, doch vrij van opstal, voorts onbezwaard, onver- huurd en vrij van erfpacht, lasten en erfdienstbaarheden en de gemeente moet door de overdragende partij wor den gevrijwaard voor alle kosten en schade, welke uit het bezwaard of ver huurd zijn of uit het bestaan van op stal, erfpacht, lasten of erfdienstbaar heden voor haar mochten voortvloeien. Artikel 5. 1De overdracht van de gronden bedoeld in artikel 4 geschiedt om niet, tot een gezamenlijke oppervlakte, welke tot de geheele oppervlakte van het in bouwexploitatie te brengen complex gronden in dezelfde verhouding staat als de totale oppervlakte van alle gron den, voor dezelfde doeleinden aan gewezen in het gedeelte van het plan van uitbreiding, hetwelk door zijn lig ging en bestemming een afzonderlijk, afgerond geheel vormt, en waarin het in bouwexploitatie te brengen complex gronden is gelegen staat tot de op pervlakte van de in dat gedeelte van het plan van uitbreiding begrepen gron den. 2. Moet voor de, in het eerste lid, bedoelde, doeleinden ingevolge artikel 4, een grootere oppervlakte grond wor den overgedragen, dan volgens de be rekening, in het eerste lid bedoeld, om niet dient te geschieden, dan wordt voor dat meerdere door de gemeente een vergoeding toegekend; heeft daar entegen de over te dragen grond een kleinere oppervlakte, dan wordt voor den minder over te dragen grond een vergoeding in de gemeentekast gestort. 3. De in het tweede lid bedoelde vergoedingen, alsmede de wijze van voldoening daarvan, worden in ge meenschappelijk overleg vastgesteld. 4. De overdracht der gronden voor de in het eerste lid bedoelde doeleinden kan, in verband met den voortgang der bebouwing, in gedeelten geschieden, mits naar het oordeel van Burgemees ter en Wethouders een behoorlijke aansluiting wordt verkregen en de voor wegaanleg bestemde gronden, over een lengte van 100 m of zooveel minder als Burgemeester en Wethouders toelaat baar achten, aangesloten worden over gedragen. Artikel 6. 1. De wegen, pleinen, plantsoenen, sportterreinen, openbare speelplaatsen, rioleeringen en eventueel andere in ver band met het in exploitatie brengen der gronden nog vereischte werken, wor den van gemeentewege aangelegd of gemaakt op een wijze en met gebruik making van de materialen, welke in de regeling, bedoeld in artikel 1, worden omschreven. 2. De wegen zullen worden aange legd volgens de profielen, welke daar voor, in verband met hun breedte, tij dens den aanleg zullen gelden. Artikel 7. 1. De eigenaar van de in bouwex ploitatie te brengen gronden moet, en zoo er meerdere eigenaars zijn, moeten de gezamenlijke eigenaars, aan de Ge meente betalen de totale kosten van de in artikel 6 bedoelde werken, met inbe grip van de kosten van 't eenmaal her straten, van de kosten van het aanslui ten van de daarvoor in aanmerking komende werken aan bestaande stra ten en van die, welke door de Gemeen te in verband met de exploitatie der gronden reeds gemaakt of nog te ma ken zijn. 2. Bij het in bouwexploitatie bren gen van een gedeelte van het door zijn ligging en bestemming een afzonderlijk afgerond geheel vormend gedeelte van het plan van uitbreiding, alsmede voor het geval de in exploitatie te brengen gronden door meerdere eigenaars ge schiedt, worden de in het eerste lid be doelde totale kosten voor ieder hunner Echo van het Zuiden, W&alwyksche en Langstraatsche ('oorant, Gemeenteraad Waalwijk.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 9