WEEKPRAATJE Buitenlandsch Nieuws ÜW KRANT „De Echo van het Zuiden. Zaterdag 7 Mei 1938 No. 37 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Reclasseeringsdag en Moederdag. '1 Zijn waarschijnlijk enkele toeval lige omstandigheden geweest, waar door dit jaar Reclasseeringsdag en Moederdag op twee opeenvolgende data moesten worden bepaald, de eerste heieven we heden (Zaterdag) en de andere vieren we morgen (Zondag). Deze toevalligheid overdenkende, groeide in mij de spijt, dat dezelfde opeenvolging geen regel is, voor altijd. Ik zal zeggen, om welke redenen. Laat ik beginnen met een beeld van een bepaalde moeder in de verhou ding tot haar kind, in de herinnering van mijn lezerskring op te roepen. Ik bedoel de moeder van Violette Ja, hoe het meisje precies heette, weet ik niet meer. Maar ik bedoel dat wuf te, zedelijk verdorven, Fransche kind van omstreeks 20 jaar, dat een paar jaar geleden te Parijs gevangen werd gezet, nadat ze een poging had onder nomen om haar vader en moeder te vergiftigen, opdat ze dezer spaarcent jes zou verwerven en daarmee nog een poosje haar uitspattingen zou kunnen voortzetten met haar „vriend". De va der stierf aan deze vergiftiging, de moeder genas na een wekenlangen strijd met den dood. Het meisje werd ter dood veroor deeld, maar het leven werd haar ge schonken op het smeeken van haar moeder. Daarmee had deze moeder voor haar kind gedaan, wat ze men schel ij kerwijze kon doen. Maar na eenigen tijd deed ze nog méér. Ze ging naar de gevangenis, sloot haar kind in de armen en zei haar, dat ze ze vergiffenis schonk. Op dat oogen- blik viel alle boosheid af van het meisje, dat haar vader had vermoord en ook haar moeder had willen doo- den. Het vonnis, de straf had ze in beestachtige onverschilligheid aan vaard, maar deze daad van moeder had het ijs van de zonde doen smelten om haar hart. Vanaf dat moment leidt het meisje in de gevangenis een leven, dat uitsluitend gericht is op boete en dat een ononderbroken voorbereiding is op een dood, welke, naar ze ver hoopt, in het teeken der verzoening zal staan, met God en de menschen. Hoevelen, zoo vraag ik me af, dan ken het niet aan het beeld van hun moeder de herinnering aan haar liefde, aan haar bezorgdheid, aan haal lessen en vermaningen dat ze staande bleven in het maatschappe lijk leven en deszelfs hardheden als een beproeving ter loutering door stonden? En hoevelen, zoo vraag ik me óók af, zijn er niet gevallen, kwamen in de gevangenis terecht, omdat ze, óf het voorrecht van een goede moeder niet hebben gekend ófdit niet, dan wel te laat, hebben gewaardeerd Wanneer we op morgen, reclassee ringsdag, iets doen iets offeren voor onze „gevallen" broeders en zusters, laten we dat goede dan doen uit dankbaarheid. Dankbaarheid voor de omstandigheden in het algemeen, welke ons buiten ja, 't klinkt mis schien gek, maar 't is foch waar buiten de gevangenis hielden. Een van die „omstandigheden" is onze goede moeder. We moeten niet meenen, dat we be ter zijn, alleen omdat we nooit door een aardschen rechter veroordeeld moesten worden. In de gevangenis zit ten slechte en brave menschen; en buiten de gevangenis loopen slechte en brave menschen. We zijn allemaal zondig,- we doen allemaal kwaad. Maar slechts zij komen in de gevangenis terecht, die kwaad bedrijven, dat onze maatschap pelijke orde bedreigt. Er is veel en gróót kwaad, kwaad van liefdeloos heid, haat, verguizing, immoraliteit enz., dat veel en véél erger kan zijn dan diefstal of mishandeling, maar door geen aardschen rechter met straf wordt bedreigd. De menschheid is verplicht om de samenleving legen de eigen zwakhe den en tekortkomingen te bescher men, anders kan er geen orde zijn. Maar het kwaad, dat we aldus bestrij den, is slechts een zeer klein deel van het kwaad, dat er is. Het kwaad, dat we met de strafwet in de hand tegengaan, is in het al gemeen gesproken het kwaad, dat voortkomt uit de misdeeldheid van velen met maatschappelijk goed: het voorrecht der geboorte uit brave ouders, de opvoeding in een behoor lijk milieu, de beveiliging van goed verstand en een min of meer verze kerd bestaan. We behoeven „misdadigers", die ge vangen zitten, niet uitsluitend als pa tiënten te beschouwen, ze hadden wellicht krachtiger verweer kunnen en moeten voeren tegen hun booze neigingen. Maar we „vallen" tenslotte allemaal wel eens, zij het niet te vens in handen van den strafrechter. Het is wel zeker, da» wij in onzen strijd tegen het kwaad, dat in den mensch is, bevoorrecht waren en zijn boven vele anderen; bevoorrecht vooral door het bezit van- of de her innering aan: een goede moeder. Moeder heeft ons altijd voor veel bewaard. Zij, die gevangen zitten zij, die veroordeeld werden, hebben mis schien dat onschatbare voorrecht van een goede moeder niet gekend. Anderen hebben dat voorrecht mis schien niet gewaardeerd Wee dan! de arme moeder Want haar pijn en smart, buiten de gevangenis, is erger dan de ellende van het kind, dat zit opgesloten. De veroordeelde is niet slechter, be hoeft althans niet slechter te zijn dan FRANSCHE FRANC WEDEROM GEDEVALUEERD. Minister-president Daladier heeft Woensdagavond voor de radio een re de uitgesproken, waarin hij o.m. het volgende zeide: ,,De regeering, die ik sedert drie we ken leid. heeft vanaf haar vorming voor twee groote moeilijkheden gestaan, die een onmiddellijke oplossing eischten. Allereerst moest de sociale vrede, de vrede tusschen de Franschen, hersteld worden. Wij hebben dus de sociale conflicten geregeld. De groote stakin gen zijn geëindigd, dank zij den goe den wil van werkgevers en werkne- hartelijke medewerking, besloten over te gaan tot een aanpassing van den franc aan een koers, die de gelegenheid zal bieden, hem zegevierend te verde digen. Ons hoogste doel is den Franschen arbeid tot ontwikkeling te brengen. De wet der democratie is de wet der krachtinspanning. Geen nieuwe schom melingen van de munt, geen nieuwe uitgaven, geen nieuwe lasten, vrede in het binnenland als voorwaarde voor den vrede naar buiten, ziehier wat wij willen. Veel woorden zijn niet noodig om de Franschen te doen begrijpen, dat het oogenblik is gekomen tot aaneen- wij. Wel is hij er, wal zijn toekom stige kansen in de maatschappij be treft, veel slechter aan toe door het vooroordeel van de wereld tegen den gestrafte. Laten we hem helpen. Als hij geen goede moeder had, laten we hem dan iets toedeelen van alles, waarmee wij bevoorrecht zijn. En als hij een goede moeder vergat, laten we deze laatste dan helpen om haar kind terug te vinden op het rechte pad des levens. Laten we dat dan doen, om onze eigen lieve moeders wille. Heden, Zaterdag, storten we een ruime bijdrage voor de reclasseering van hen, die geen goede moeder ken den of haar vergaten. En Zondag toonen we ons zelf dankbare kinderen door haar te eeren met een kleinigheid, met bloemen of met een taart, in elk geval: met een zoen en een warmen blik in de oogen, haar aan wie we danken, dat we bleven, die we waren, toen we in on schuld ons borgen in de warmte van haar schoot. En als uw moeder er niet meer mocht zijn Dan zult ge haar dezen Zondag extra herdenken; ge zult u haar zorgen, haar offers, haar vermaningen herinneren. Ge zult haar zóó gedenken, zooals zij u bij haar leven geleerd heeft te den ken aan de bierbaren, die van u heen gingen en voor haar bidden! mers. Het werk is hervat. De tweede moeilijkheid is van bui- tenlandschen aard. Zij stond in ver band met de verdeeldheid in een Euro pa, dat niet ophield zich te bewapenen, terwijl het zich aaneen moest sluiten. Op de conferentie te Londen heb ik de oprechte en loyale overeenstemming tusschen Frankrijk en Groot-Brittan- nië, die den waarborg vormt van de vrijheid en den vrede, kunnen verster ken. Nauwelijks teruggekeerd uit Lon den, zoo ging de minister-president voort, moest ik de economische en fi- nancieele moeilijkheden onder oogen zien. Ik wil vandaag, evenals altijd, het land de geheele waarheid zeggen. De ze waarheid is als volgt: Onze huis houding is diep getroffen. De wettige winst heeft de neiging te verdwijnen, de gedeeltelijke werkloosheid in de fa brieken neemt toe, onze handelsbalans verarmt, onze productiestatistieken blij ven een onderwerp van vernedering voor de Franschen vormen. De waar heid is, dat met deze bloedarme huis houding de staatsbegrooting onvermij delijk een tekort oplevert, dat de be hoeften van de schatkist de spaarders uitputten, het openbaar crediet scha den, het particulier crediet droog leg gen en het monetair crediet bedreigen. Daarom heb ik, zonder mij te be kommeren om critiek, maar er van overtuigd, mijn plicht te doen jegens het land, besloten onze munt te stabili- seeren op grondslagen waarop zij doel treffend zal worden verdedigd. De Fransche regeering heeft dus, in vol komen overeenstemming met de Ame- rikaansche en Engelsche regeeringen, wien ik dank zeg voor haar loyale en sluiting in orde en arbeid. De radiorede van minister Daladier heeft in financieele kringen natuurlijk de belangstelling gevonden, die zij ver dient, maar tevens nogal eenig scepti cisme ontmoet. Er wordt nadruk op ge legd, dat de minister-president geen klaarheid heeft gebracht omtrent het geen verder met den franc zal gebeu ren, doch alleen heeft te kennen gege ven. den franc, die op het oogenblik zwevend is tusschen vrij ruime limites, te willen vasthouden op een bepaald peil. Dat bevestigt den indruk, dat een wettelijke stabiliteit nog niet plaats heeft. Wat gebeurt is het laten afzak ken van den franc tot een peil waarop hij in verband met de Fransche econo mie tegen schommelingen kan worden verdedigd. Een decreet om de goud- waarde van den franc vast te stellen is dus niet in den maak. HET BEZOEK VAN HITLER AAN ROME. Woensdagochtend heeft Hitier de gebruikelijke eerbewijzen gebracht: kranslegging op de graven van Victor Emmanuël II, Umberto I in het Pan theon, op het Altaar des Vaderlands en op het altaar der gevallen fascisten. De Führer en Mussolini begaven zich daarop naar het graf van den On bekenden soldaat. Onder doodsche stilte van een duizend-koppige menigte worden ook hier de eerbewijzen ge bracht. Dan breekt het enthousiasme evenwel los en galmend klinken de kreten: .Hitler! Duce! Hitier! Duce!" ..Salute al Duce!" De besprekingen. De conferentie die Hitler met Musso- DE KONING VERKOOPT EEN SCHILDERIJ. Een voordelig znakje. Koning Frederik Wilhelm I van Pruisen, de soldatenkoning, zoals hij wordt genoemd, schilderde vaak in vrije tijd en maakte dan portretten van zijn grenadiers, die hij zelf nogal mooi vond. Maar daar hij niet veel echte aanleg voor de schilderkunst had, waren zijn schilderijen in werke lijkheid niet bepaald waardevol. Zelf ging hij de troepen langs om goede typen voor zijn portretten uit te kiezen. Toen hij op een keer weer eens zo'n portret had gemaakt en hij vond, dat het dit keer bijzonder goed was ge lukt, liet hij een kunsthandelaar ko men en vroeg hem persoonlijk, wat de schilderij wel waard zou zijn. De kunsthandelaar, die natuurlijk een kenner was van echte kunstwerken, durfde niet al te weinig te zeggen en na het goed te hebben hekeken, noem de hij als waarde 200 taler. „Nou, dat is goed", zei de koning lachend „als je dat er voor wilt be talen, mag je het meenemen". Er zat voor den koopman niets an ders op, dan het te doen. Hij betaalde, nam het schilderij onder zijn arm en vertrok. Maar hij wist zich wel te hel pen '"Hij liet het schilderij prachtig in lijsten en zette het voor zijn winkel raam, met een groot bord er onder: „Dit schilderij is door den koning ei genhandig geschilderd!" Toen Frederik Wilhelm dat hoorde, vond hij het niet te pas komen. Hij stuurde dadelijk een dienaar naar den kunsthandelaar met het bevel om dat schilderij weg te nemen van voor het raam. „Onmogelijk", zei de koopman, „Zij ne Majesteit begrijpt toch wel dat ik mijn schilderijen moet verkopen om te leven. En als ik een schilderij ver koop moet ik er toch hij aangeven, wie het heeft geschilderd, dat doe ik altijd". De koning zond toen nog een die naar, die moest zeggen, dat hij dan het schilderij wel weer wilde terug nemen, de bode had het geld de 200 taler, al hij zich. Maar de koopman antwoordde weer: „Het spijt mij wel, maar ik verkoop nooit schilderijen tegen inkoopsprijs. De verkoopsprijs bedraagt 300 taler. Zijn Majesteit zal toch wel begrijpen, dat ik van de winst moet leven." „Wat 'n brutale rakker", zei de ko ning toen hij het hoorde, maar hij moest er toch om lachen. Hij haalde het geld te voorschijn, liet het brengen en kreeg zo zijn eigen schilderij weer terug. WETENSWAARDIGHEDEN. Hoe vuil Londen is. De directeur van de gasfabriek in Londen, Sir David Milne-Watson, heeft op een vergadering van de „Na tionale Vereniging voor Rookbestrij- ding" een lezing gehouden en enige cijfers genoemd, over de rook en het roet van Londen. Volgens hem komt er in Londen ieder jaar 75000 ton roet naar beneden, en een ton is, zoals jul lie weten, 1000 Kg. Op iedere vier kante mijl valt ruim 400 ton roet. Al dat vuil kost de bevolking van Londen jaarlijks een schat van geld. Vier mil- lioen pond Sterling, dat is ongeveer 32.000.000 gulden, wordt er per jaar uitgegeven om de schade te herstellen en gevels, muren, ramen en deuren schoon te maken. EEN ZAKDOEK MET EEN GAT ER IN. We vragen aan een van de aanwe zigen een zakdoek te leen om een kunstje te doen. Nu, er is wel altijd iemand zo vriendelijk om zijn zak doek er even voor te geven, maar hij zal toch wel raar kijken, als hij ziet dat je zo maar de schaar erin zet en er een hele punt afknipt, zo, dat er in het midden een rond gat in komt. En als je dan nog eens duidelijk laat zien dat er een gat in zit, door de zak doek uit tespreiden op je mouw, zal hij het vast niet leuk meer vinden. Maar troost hem maar gauw, je tovert een beetje en. de zakdoek is weer heel. Hoe kun je dat dan doen? Wel, in werkelijkheid knip je natuurlijk helemaal niet in de zakdoek, maar in een lapje van het zelfde goed, dat je net zo vasthoud, of het een stuk van de zakdoek is. De echte zakdoek houd je in je hand, maar dat andere lapje laat je er in een punt boven uit steken begrijp je? Dan heb je nog een lapje, dat dezelfde kleur moet hebben als je mouw. Wanneer je nu de zakdoek op je mouw legt, heb je dat donkere lap je in je andere hand en dat leg je gauw op de zakdoek. Dan lijkt het net, of de stof van je mouw door het gat heen schijnt. Natuurlijk moet je het niet al te dicht bij het publiek doen! Je frommelt de zakdoek daarna weer in elkaar, haalt er gauw het donkere lapje uit, doet er een beetje geheim zinnig en toverachtig mee en dan zeg je: „Alstublieft, Uw zakdoek is weer heel, mag ik hem U aanbieden?" Niemand begrijpt er dan iets van en iedereen wil die toverzakdoek eens goed bekijken en betasten, maar er is niets meer aan te zien. OPLOSSINGEN. Raadsels. 1 Dat ze gesloten is. 2 De trom. 3 De schoorsteenmantel. 4 Ouder worden. 5 Omwegen. 6 De andere helft. 7 Omdat heiden in het li-c-ht staan. 8 Na de T. 9 De spoorweg (of lijn). 10 Spits-boef. Verborgen plaatsnamen. 1 Wageningen. 2 Ameida. 3 Houten. 4 Bennebroek. 5 Acht. 6 Loenen. Spreekwoorden. 1 Zeker, Boer, Winst, Keeren, Win ter, Noteeren, Hert, Meten. Wie iets beweert moet het zeker weten. 2 Schrede, Bijt, Nietig. Schijn bedriegt. 3 Mistig, Eens, Ziek, Schoen, Ren te. Niet geschoten is zeker mis. NIEUWE RAADSELS. 4 Spreekwoord van 5 woorden of 25 letters. 16 11 9 17 20 1, auto-stalling. 11 17 6 25 2 12 4 21 3, gedachtenis. 19 2 9 4 24 14 21 13 8 3, am bachtsvolk. 22 18 23 9 10 17 11 9 7, stookin richting. 20 5 15 15 2 12, doet missen. 5 Spreekwoord van 5 woorden of 25 letters. 16 1 5 12 9 9 8, alleen, verlaten. 17 13 8 24, stad in Italië. 20 7 18 3 10 25 19 14, aanvang nemen. 11 3 5 4 15 9 18, dag der week. 23 13 25 6 10 18 3 14, 's lands- vorstin. 21 13 22 2, zit aan een schip. 6 Spreekwoord van 8 woorden, of of 34 letters. 25 18 20, knaagdier. 21 18 25 11 26 8, nog vlugger. 29 10 17 28 12 19 15 23 2 32, on verschrokken. 28 2 14 31 1 27 35, politieagent. 24 9 17 5 16 6 33 31, verbieden. Niet toestaan. 7 22 17 30 34 32 3 31, moeten be hartigd worden: 29 10 34 32 13 17, vischtuig. 7 Spreekwoord van 5 woorden of 23 letters. 21 4 17 3 1 19 5, het hert is een vlug 7 22 20 5 19 23 6 17, gehad of 10 8 13 14, handvat van een mes. 18 12 20 5 2 23 6 17, er is nie mand zonder 3 16 9, waterkeering. 15 4 23 11 5, echt waar. 8 Spreekwoord van 7 woorden of 30 letters. 11 23 13 6 30 19 20 18 12 17, leer meester. 25 27 2 28 12 14 26 22 3, maand van het jaar. 19 4 10 7 29 14 22 7, vatten, pakken. 16" 15 1, lokmiddel. 5 11 7 2 4 23 21 8 7, vorstin. 9 2 24 7, insect. 9 Spreekwoord van 9 woorden of 39 letters. 4 24 16 29 14 2 5 39, rente. 32 11 36 9 15 12 23 30 20 24 28, bijeenkomst. 28 21 8 6 22 5 1 37 9 14, dokter. 31 8 12 7 34 26 27 25 17 14, leeraar der jeugd, schoolmeester. 10 8 19 33 18 5 3 15 24 12, hulp verleenen. 28 11 38 10 13 35, beetgenomen, zwijger overtreft. 10 Spreekwoord van 5 woorden of 24 letters. 6 18 1 5 23 20 22 22 21 15, rijbewijs. 9 5 19 7 4 17 8, afgunstig. 11 12 19 4, huisdier. 16 13 2 18 14 3 8 4, goed afgericht. 10 17 8 24, geen twee. RAADSELS. 1. Ik ken een huis, een heel goed huis, Er leeft geen ambachtsman, Hoe knap en vlug ook, die daaraan Een cent verdienen kan. Het heeft geen deur of vensterruit, En, wie het bewoont komt nooit er uit. Hoe heet dat huis? 2. Vertel my even, als je kan, Mijn kleine meid, of kleine man, Welke ezel er niet balken kan. ->■ Tegen Slapeloosheid, Overspanning, Gejaagdheid, Onrust en Zenuwachtigheid, gebruike men de Zenuwstillende en Zenuwsterkende Mijnhardt's Zenuwiablett n MOET Z IJ N

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5