WEEKPRAATJE De zwarte Napoleon van Haiti BUITENLAND Voedt Uw huid 's nachts met Purol Zaterdag 25 Juni 1938 No. 51 De Echo van het Zuiden Tweede Blad WE GAAN MET VACANTIE. We zijn den langsten dag weer ge passeerd, de zomer heeft officieel zijn intrede gedaan, de kinderen zitten voor hun examen, Dr. Veraart heeft aange kondigd, dat-ie met ondergekoeld ijs naar de substratosfeer zal opstijgen om den regen te wekken, die ondanks de seizoenvoorspelling van De Bilt toch maar niet komen wil, dus wordt het hoog tijd, dat wij, gewone menschen. óók aan gekke dingen gaan denken, landkaarten raadplegen, fiet sen smeren en oplakken, koffers van den zolder halen, spaarpotten openbre ken, op den slager gaan bezuinigen, kwitanties terugsturen en kortom: al die voorbereidingen treffen om een paar dagen of 'n paar weken als dat kan, onze vrijheid te gaan genieten. Vacantie komt 'n mensch toe, ze is noodiger dan brood. Brood is nog te vervangen, maar 'n vacantie niet. Zoo min als natuurboter. We kunnen niet ernstig blijven, als we het leven niet gedurende een paar van de 365 dagen met dwaasheid vullen: zorgen worden ondragelijk, als we ze niet éventjes van ons weten af te zetten; een sleurgang maakt je idioot, wanneer w'm niet een oogenblik onderbreken. Vroeger was vacantie een voorrecht van de welgestelden, die dan ook merk waardig fit bleven, vergeleken bij de massa, welke alles gelaten onderging als 'n paard in een draaimolen. Als thans iedereen vacantie geniet, is dat niet te danken aan een gegroei- den materieelen welstand van de mas sa, maar aanhaar versterkt vermogen om te roeien met de riemen, die ze heeft, voort te trappen op de fietsen, waarover ze al of niet op afbetaling beschikt en te genieten van dingen, die ze vroeger niet telde of waarvoor ze geen oog had. De ontspanningscultuur is vervol maakt, ook technisch. We slapen on derweg „netjes-' voor een paar dub beltjes in een Jeugdherberg of nóg goedkooper in een tent: we wapenen ons met thermosflesschen, waarin de thee warm blijft; we bakken ons eitje op den primus ende heele wereld is óns, voor 'n krats. We klimmen over bergen en snellen door dalen; we laten ons zonnen tusschen golvende korenvelden; we kanoën op stroomende wateren, zwemmen in plassen; we vis- schen en sjouwen; en als we terug zijn thuis, hebben we zoo berekenen we - goedkooper huisgehouden in den vreemde dan we het thuis vermogen te doen. Ik vraag me af: waarom houden we eigenlijk nog een „thuis" aan, als het en dat is een feit zónder „thuis" goedkooper te leven is? Onze bescha ving draait in een cirkel, op het oogenblik draaien we terug naar de levenswijze onzer voorouders, die no maden waren. De teruggang naar een vioegeren, beteren tijd, is een vooruil- gang. Ik sprak dezer dagen een vader, die zijn zoon op een oude fiets, geladen n»et '.vat lappen, stokken en oude pan nen, op vacantie had laten gaan. Met een rijksdaalder als reisgeld. Na drie weken kwam de knaap gezond in den dubbelen zin des woords terug, en hij bleek nog drie gulden over te hebben van zijn riks. Wie het royaal kunnen doen, die „gaan van het jaar weer naar Zwitser land". Met de Hoplatrein. Zoo n reisje van 9dagen kan al voor 38.50; reis heen en weer, pension in hotels, berg en boottochtjes, kabelbaantje, en fooi en, kortom: alles inbegrepen. Velen, die van zulke reisgelegenheid gebruik maken, kunnen thuis geen 9 dagen le ven van 38.50. Waarmee ik maar zeggen wou, dat jieel wat economische problemen zich zelf zullen oplossen, zij het dan langs wegen van geleidelijkheid. De nood- eens écht „vrij". En in vertrouwen zou een krantenvacantie, een wereld van veer tien dagen zonder „nieuws' zonder ar tikelen, zonder bewuste of onbewuste geestelijke volksvergiftiging, d. i. zon der de weergave van redevoeringen, afgestoken door oorlogshitsers, ideolo- gisch-waanzinnigen, haatzaaiers, men schen- en cultuurvervolgers, z ou zulke vacantie niet een algemeene geestelijke ontspanning van de massa tengevolge hebben, welke haar den frisschen kijk op goed en kwaad her geeft, doordat ze zich heeft weten los te maken van de dwanggedachten en -voorstellingen, waarin ze zich heeft verward? Veertien dagen per jaar geen krant, geen nieuws, geen „veelzijdige' voor lichting ik geloof, dat de wereld zich in vrede en rust zou hervinden. HET ANTI-SYSTEMATISME IN DUITSCHLAND. Systematisch komt stadsdeel aan elk Berlijnsch de beurt. Hoort men eenerzijds dat een ver schenen publicatie tegen de Joden ten wanl zij wordt er zoo zacht en mooi, zuiver en gezond door. Doe dit 1 of 2 x per week. Ook vetwormpjes, vlekjes, pukkels en uitslag verdwijnen er door. Tube 45, Doos 60 30 ct zaak zal ons meer en meer tot bezuini ging dwingen, dus tot vacantietochten. De vacanties zullen steeds langer wor den, naarmate de arbeidsgelegenheid en 't inkomen slinken. In de toekomst zullen we het ter ontspanning en afwis seling behoeven om een paar weken van het jaar in een bepaald huis te krui pen en daar kleedjes te gaan kloppen, schilderijtjes af te stoffen, met buren te kiften, kippetjes te voeren en al derge lijke geneugten te gaan smaken, welke thans nog 50 weken van het jaar, tot vervelens toe, ons deel zijn. Ook dan, d.i. als we nomaden zijn herworden en ter ontspanning 'n paar weken van het jaar een huis gaan be wonen, zullen we genieten van onze vacantie. Want 't geeft niet, wat je doet of onderneemt in je vacantietijd, als het maar wat anders is dan ge woon, dan heeft deze zijn nut. Ga met vacantie, dierbare lezers en lezeressen, en geniet! Gij kunt het, wantge hoort niet tot de arbeids slaven. als wij, journalisten. Als het zóóver nog eens kwam, dat er veertien dagen achtereen b.v. géén kranten verschenen op de we reld. Dan hadden ook wij, schrijvers, nog einde loopt, anderzijds hoort men voorspellen, dat zij zal worden voort gezet, zij het in een eenigszins gewij- zigden vorm. Thans laat zich aanzien, dat heide voorspellingen gegrond zijn, maar dat zij op twee verschillende naast elkaar loopende acties betrek king hebben. Opgehouden hebben de razzia's van de politie. Voortgezet is echter de actie van de partij, zich in hoofdzaak uitende in het beschilderen van puien en ruiten, waardoor be paalde winkels als Joodsch worden gestigmatiseerd. Deze smeeractie is, gelijk reeds van andere zijde opge merkt, niet in eens gelijktijdig over heel Berlijn ten uitvoer gebracht, maar zij is overeenkomstig de indeeling van de stad in groepen van de partij, van stadsdeel naar stadsdeel voortgeschre den en blijkbaar wil de partij voort gaan, totdat iedere plaatselijke groep aan de binnen het gebied van die groep aanwezige Jodenzaken haar beurt heeft gegeven. Het kan zijn dat de regeering liever had gezien, dat gelijk met de actie van de politie, welke zich uitte in razzia's, nu ook maar deze stigmatiseerings- actie een einde had genomen. l)it hoort men veronderstellen, maar als dit waar zou zijn, dan zou de regee ring in alle geval haar zienswijze niet tegen die van de plaatselijke groeps leiders hebben kunnen doorzetten. Ook heette het aanvankelijk, dat Un- ter den Linden zou worden ver schoond, omdat deze straat eenigs zins het karakter heeft van den voor gevel van Berlijn tegenover het bui tenland. Blijkbaar was echter Unter den Linden nog niet aan de beurt ge weest, maar intusschen is dat ook met deze straat geschied. Desgelijks het Zuidelijke gedeelte van de Wil- mersdorferstrasse, straten in Steglitz enz. SERUM TEGEN MOND- EN KLAUWZEER. Iiet „Berliner Tageblatt" opent zijn ochtend-editie van Donderdag met een sensationeel opgemaakt bericht over een uitvinding van een nieuw serum legen mond- en klauwzeer, hetwelk het vee gedurende drie maanden im muun zou maken tegen besmetting met deze gevaarlijke ziekte. Daar nadere bijzonderheden over den aard van het serum niet worden medegedeeld, zal moeten worden afge wacht, of het serum in de praktijk in derdaad de verwachtingen zal vervul len, welke het „Berliner Tageblatt" ei- van koestert, fn ieder geval zijn de met het serum genomen proeven zoo gunstig .uitgevallen, dat met grooten spoed wordt gewerkt aan de inrichting van een laboratorium, om het serum in groote hoeveelheden te bereiden. Een door Z.K.H. Prins Bernhard genomen foto van de kleine Beatrix, met H.M. de Koningin, Q.KJH- Prinses Juliana en H.H. Prinses Armgard. veel negers tot graven en hertogen, maar dat waren meestal de mensen, die meer ontwikkeld waren dan hij zelf. Zelf zou hij ook nooit op al deze gedachten gekomen zijn, maar hij liet zich door de Fransen, die op het ei land waren, alles precies vertellen en uitleggen. De geschiedschrijver aan het hof was een Mulat Vestrey, die lange tijd in Frankrijk gewoond had. Hij schreef dag voor dag op wat er op hel eiland en in het paleis gebeurde. Dikwijls dic teerde Christophe hem precies, wat hij op moest schrijven. Wanneer er iemand hij den koning op bezoek kwam, werd hij erg oftici- eel ontvangen. Alles gebeurde volgens vaste regels. Twee leraressen uit Phi ladelphia, een stad in Noord-Amerika, moesten voor zijn heide dochters Ame thist en Smaragd zorgen. Maar hij leefde steeds in angst, dat iemand hem kwaad zou willen doen en daarom liet hij ongeveer tien k.m. van Cans-Souci een sterke vesting bouwen. Deze vesting stond op een paar rotsen, die loodrecht naar boven staken. Wanneer de Fransen, want daar was hij het meest bang voor, nu zouden komen, kon hij zich vanuit die vesting verdedigen. Diepe grachten werden er omheen gegraven, een op haalbrug bracht je naar een klein ter rasje, waar maar één mens tegelijk kon staan en dat door steille rotswan den omgeven was. Op die manier zou den de vijanden alleen maar stuk voor stuk hij de vesting kunnen komen. Onder de vesting liepen geheime gan gen, waar niemand het bestaan van mocht weten. Toen het geweldige bouwwerk klaar was, werden alle ar beiders ter dood gebracht, zodat nie mand hel geheim van de gangen kon verraden. Nu nog zegt men op Haiti: „Elke steen van de vesting van koning Henri betekende een mensenleven. Er was zoveel water en levensmid delen in de vesting, dat je het er twee jaar in uit zou kunnen houden. Maar Christophe voelde, dat hij niet lang meer leven zou en daarom droeg hij een pistool met een gouden loop bij zich om zich te kunnen doodschieten, als hij dacht, dat het nodig was, want hij wilde als „koning" sterven. Lang zamerhand werd hij zwakker en zwak ker. En toen hij eens op een keer ging paardrijden, viel hij plotseling van zijn paard. Hij werd bewusteloos in zijn paleis gedragen en toen hij weer bijkwam, schoot hij zich dood. Zijn onderdanen treurden niet om zijn dood, want ze waren allen bang voor hem geworden, omdat hij zo wreed was. En het slot Sans-Souci staat tegen woordig half vervallen in het dichte bos. In de tijd van de Franse revolutie hoorde het West Indische eiland Haiti aan Frankrijk. Het grootste gedeelte van de bevolking bestond toen uit sla ven en Mulatten, die nog steeds geen enkel recht hadden. Maar nu eisten ze nieuwe rechten voor zich op en zei den, dat die hun toch ook door de re volutie in Frankrijk beloofd waren. Maar de eerste consul, Napoleon Bo naparte, wilde de slavernij op Haiti houden, en zond daarom een sterk leger van twintigduizend soldaten naar West-Indië, om de slaven en de Mulatten weer te onderdrukken. Het gelukte hem echter niet de tegenstand van de zwarten te breken. In 1804 werd het eiland voor onafhankelijk verklaard en een zekere Dessolines werd gouverneur. Deze vond „gouver neur" wel een beetje erg laag en be sloot een paar maanden later zich „keizer" te laten noemen. Nóg twee maanden later werd hij vermoord. Toen kwam een heel merkwaardig man op Haiti. Hij was een neger en heette Henri Christophe. Hij riep zich zelf tot koning uit en regeerde 10 jaar lang over het eiland. Hij was de zoon van een slaaf op het eiland Granada, cjat dicht bij Haiti ligt. Toen hij nog een heel kleine jongen was, werd hij al naar Haiti gebracht. Hij kon niet lezen of schrijven, maar hij was toch een heel verstandig man. Hij probeer de alles in het belang van zijn eiland te doen, maar aan de andere kant was hij ook erg wreed. Toen hij eenmaal de macht gekregen had, besloot hij toch om zich niet „keizer" te noemen, omdat hij bang was, dat hij door deze titel meteen in het ongeluk gestort zou worden. Daarom noemde hij zich Koning Henri I. Hij leefde in grote weelde. Dicht bij de stad Kaap Haitien liet hij 'n prach tig slot bouwen, dat „Sans-Souci" heette. Het werd helemaal in Euro pese stijl gebouwd. Grote schepen kwamen uit Europa, met meubels, ta pijten, schilderijen, vazen, beelden enz. Dag in dag uit werkten de slaven om alles naar het slot te brengen. De zwarte Napoleon want zo werd hij genoemd en zo is hij ook in de ge schiedenis bekend gebleven verza melde de grootste luxe om zich heen. Aan zijn hof moest alles precies vol gens de regelen en gewoonten van de Europese hoven gebeuren. Hij maakte „EEN PLANTAARDIG SCHAAP". In Amerika groeit een heel eigen aardige plant op de kale rotsgrond, hoog in de bergen. De Amerikanen hebben deze plant genoemdplantaar dig schaap. De plant is helemaal met witte „wol" bedekt en van een afstand gezien, lijkt het net of er een schaap op de rotsen loopt te grazen. De plant heeft een dikke stengel, ongeveer zo dik als een vinger en is dicht bedekt met enige lagen van lan ge krachtige bladeren. Dr. S. F. Blake, die een aparte stu die van deze plant heeft gemaakt, zegt, dat de bladeren soms zo dik zijn, dat je er met de punt van een potlood niet doorheen kunt prikken. De hele plant is ongeveer zo lang als een ge wone sofa. De buitengewone samenstelling van de planten en hun dichte haarbedek- king zijn te danken aan de moeilijke omstandigheden, waaronder de plant moet leven. Hij komt voornamelijk voor in de hoge Santa Marta bergen van Columbia, waar barre rotsen zijn. De gloeiende, droge winden in de zo mer en de sneeuw en erg lage tempe ratuur in de winter, maken, dat de plant zich steeds aan een temperatuur als in de woestijn en aan die van de Noordpool moet aanpassen. Men hoorde eerst alleen in Nieuw Zeeland van het plantaardig schaap. Voor zover men weet, zijn er behalve daar en in Columbia, geen andere plaatsen waar deze merkwaardige plant groeit. De mensen, die een on derzoek instellen waar de verschillen de planten voorkomen, kunnen niet uitleggen hoe het komt, dat deze plant alleen in Columbia en Nie,uw Zeeland voorkomt, dus in twee landen, die ieder bijna aan het andere eind van de wereld liggen. De planten behoren tot de asters. De Santa Marta bergen stonden he kend als een gebied, waar planten ge vonden werden, die nergens anders op de aarde gevonden zijn en die alleen in die bijzondere omgeving voorko men. In dit gebied worden ook de z.g. monnikplanten aangetroffen, die van uit de verte de indruk geven, alsof er een paar honderd monnikken staan. Oplossingen rondsels von vorige week. 1. Paddestoel. 2. Een touwslager. 3. De 26 letters, die men A. B. C. noemt. 4. Een handschoen. 5. De pit van een kaars. 6. Een dobbelsteen. RAADSELS. 1. Wie geeft aan de koningin, Al is hij niet wreed of lomp, Zonder dat hem iemand straft, Dag aan dag maar stomp op stomp? 2. Toe, zeg mij eens in welke pot Is nooit nog iets gekookt, En werd er onder, door geen mens Een enkel vuur gestookt? Als dit door u geraden wordt, Dan denkt ge ook vast aan 't. Wat moet er op de puntjes staan?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5