rFTn DE AANSLAG M VAN DE EERW. BROEDERS VAN DE ONBEVL. ONTVANOENI EN VAN DE ST. PETRUSSGHQOL. Zaterdag 23 Juli 1938 No. 58 De Echo van het Zuiden Tweede Blad i T5l r Vóór 25 jaren werd hier een R.K. Bijzondere jongensschool gesticht, ter wijl zich toen hier ter plaatse tevens de Eerw. Broeders vestigden. Dag in, dag uit kan men in de bla den berichten lezen omtrent jubilea op verschillend terrein, jubilea van meer of minder gewicht. Onze gemeente nu gaat een jubileum herdenken van groote beteekenis, n.l. de 25-jarige vestiging der Eerw. Broe ders van O. L. Vrouw Onbevlekt Ont vangen van Maastricht en van de school voor R.K. Bïjzonder Onderwijs voor Jongens in onze gemeente. Op 28 Aug. 1913 kwamen de Eerw. Broeders te Waalwijk en namen het onderwijs ter hand in de nieuwe St. Petrusschool, genaamd naar den man die deze slichting voor het grootste deel mogelijk maakte n.l. wijlen den heer Petrus Wijten en hiermee kreeg het R.K. Bijzonder Onderwijs voor jongens in onze plaats vasten voet. Dit bijzondere feit wordt in de a.s. week voor de leerlingen, hun ouders en genoodigden herdacht, zooals wij bereids mededeelden, terwijl op den datum van 28 Augustus, den eigenlij ken stichtingsdag, het leest in den kring der Eerw. Broeders wordt ge vierd. Ongetwijfeld was de stichting van deze eerste R.K. Jongensschool in on ze gemeente een feit van groote en bij zondere beteekenis, juist in dien tijd toen de openbare school vrijwel nog algemeen was en Waalwijk bogen kon op eene uitstekende school, waarvan de leiding berustte in handen van een zeer begaafd, zeer gezien en zeer gods dienstig hoofd. Maar de principieele strijd om het onderwijs in die dagen, die naar de pacificatie leidde, het meer en meer doordringende beset van de noodzakelijkheid van princi pieel onderwijs, deed in 1913 wijlen pastoor Brands het besluit nemen over te gaan tot stichting van een R.K. School voor jongens en riep hij de Eerw. Broeders van Maastricht her waarts tot het geven van onderwijs op katholieken grondslag aan de ka tholieke jongens van Waalwijk. En zoo werden deze Broeders de op voeders der jeugd in den meest uit- gebreiden zin des woords, zoowel op geestelijk als stoffelijk terrein. Spoedig waren zij hier ingeburgerd en zeer gezien, vooral te danken aan hel optreden van den eersten Overste- Broeder Eustatius, aan de wijze waar op hun onderwijs gegeven werd en waarop zij omgingen met de gemeen tenaren en meeleefden met Waalwijk. In de reeks der jaren is de sympa thie voor school en broeders zeker steeds toegenomen, door de goede zorgen op verschillend terrein aan de Waalwijksche jeugd besteed, door het hartelijk medeleven met de Waalwijk sche gebeurtenissen, door hun steun aan zooveel wat hier voor charitatief of ander doel werd opgezet. Velen onzer jongens hebben hier hun eerste vorming gevonden, den grondslag voor den goeden weg dien zij in de maatschappij hebben gevonden, de kern voor hetgeen zij beteekenen voor Kerk en Maatschappij- Met een woord van dank voor het vele goede dat zij voor aalwijks jeugd hebben bereikt, brengen wij de jubileerende Broeders dan ook gaarne de hartelijke gelukwenschen van Waalwijk en van onszelf. Moge God's rijksten zegen ook in de toekomst hun werk bekronen. Ontslaan en ontwikkeling. Op 28 Augustus a.s. zal hei 25 jaar geleden zijn dat Waalwijk zijn Bijzon- Na ruim een jaar geduldig wachten was de school, de tegenwoordige li- school, kant en klaar en op 28 Augus tus 1913 arriveerden de eerste Broe ders te Waalwijk. Het waren Broeder Overste Eustatius, Broeder Leander, Broeder Agnellus en Broeder Acca- tius. Op dienzelfden dag zou ook de plechtige inzegening plaats vinden. Eerst werd door den ZeerEerw. heer Pastoor Brands met assistentie van de Wel Eerw. heeren van Sambeek en van Oorschot een plechtige H. Mis op gedragen, waarna alle genoodigden, geestelijke en wereldlijke autoriteiten zich naar de keurig versierde nieuwe school begaven. Hierbij waren tegen woordig naast den pastoor van St. Jan en de parochie St. Antonius pas toor Knijpers, de Z. E. heer A. Diepen, Inspecteur van het Bijzonder Onder wijs, de burgemeester van Waalwijk Th. L. de Surmont de Bas Smeele, de burgemeester van Baardwijk, J. A. J. van Heijst, het R.K. Kerkbestuur, de schoolopziener Mr. G. van Zinnicq Bergmann, enz. enz. Ook de toekomstige nieuwe leerlin gen lieten zich daarbij niet onbetuigd. De eerste Broeder Overste Eustatius. sen. Begonnen werd met 80 leerlingen, verdeeld over twee eerste klassen. Ook uit Baardwijk en Druncn kwamen leerlingen deze school bezoeken. Geleidelijk aan groeide het leerlin gental zoodat reeds in 1918 het tweede gedeelte de zgn. School A moest wor- Het tegenwoordig convent der Eerw. Broeders van de St. Petrusscholen. dere School kreeg voor jongens. De toenmalige Pastoor L. Brands (in 1915 overleden) had in zijn vorige stand plaats Veghel als kapelaan de Broe ders van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria leeren kennen. Daarbij had hij hun werk zoo leeren waardeeren, dat hij voor deze school ook deze Bloe ders verlangde en daarvoor de noodige stappen deed bij den algemeenen Overste-Broeder Bertholdus z.g. in t Moederhuis der Congregatie te Maas tricht. Onder leiding der Eerw. Zusters be groetten zij hunne nieuwe leermees ters. Denzelfden dag betrokken de Broe ders hun woning aan de Grootestraat, de twee huizen die thans bewoond worden door de heeren J. Sars en J. Marks. Een gebouwtje, achter de wo ning van den heer Sars, diende als kapel, thans nog merkbaar door het ijzeren kruis op den gevelpunl. Op 1 September 1913 werd een aan vang gemaakt met het geven der les- den bijgebouwd welke op 1 September van dat jaar werd voltooid. Dit ge schiedde onder het herderschap van wijlen pastoor van Kemenade. Een milde gever. Het mag in dit globaal overzicht niet onvermeld blijven, aan wien voor een groot deel de stichting hier ter plaatse te danken is. Het was de bekende milde schenkel de heer P. Wijten zg. Deze schonk lil eigen middelen o.a. den grond voor school en huis met tuin voor de Broe ders. Hij betaalde 't geheele school- ameublement alsmede een schat van platen. Dit was dus een krachtdadige hulp, zonder welke misschien de moeilijkheden onoverkomenlijk zou den zijn geweest, waar men in die da gen nog niet de rijks-subsidie-regeling van tegenwoordig kende. Ook voor het huis der Broeders, hun kapel en levensonderhoud kwa men talrijke bijdragen van den heer P. Wijten en vele andere weldoeners. (Ter eere van hun grootsten wel- doener dragen de scholen dan ook de naam van St. Petrus scholen. Op 12 Februari 1920 overleed deze philantroop, zoodat hij nog een 7-tal jaren de resultaten van zijn weldadig heidszin heeft kunnen beleven. De versch'dlende Oversten. In het 25-jarig bestaan hebben in totaal vijf Oversten aan het hoofd van het huis gestaan, die al hun werkkracht steeds in dienst der jeugd gesteld hebben. In 1921 ver liet Broeder Eustatius Waalwijk én vertrok in 1922 naar de Missie van Midden-Java. Daar werkt hij tot op heden nog met veel succes als Overste te Moentilan. Hij werd hier opgevolgd door Broeder Victorinus, die in 1923 eveneens zijn krachten in dienst der Missie ging stellen als superior der Missie-Broeders. Broeder Edgard bestuurde vervol gens hier het huis van 19231925 en is thans de Vicarus van den Algemee nen Overste te Maastricht. Onder zijn bestuur en het Pastoraat van Pastoor van Riel werd in 1924 het tegenwoor dige huis der Broeders gebouwd, waarmede in een lang gevoelde be hoefte was voorzien en waartoe de testementaire beschikking van wijlen den heer P. Wijten weer hel zijne bij droeg. Broeder Edgard werd opgevolgd door Broeder Theodardus die in 1931 overleed. Tijdens zijn bestuur kreeg Baard wijk in 1929 zijn eigen school, zoodat de St. Petrusscholen van toen af al leen de leerlingen kregen uit de pa rochie van St. Jan en St. Antonius. In 1931 werd Broeder Serafines, die hier zeer gezien was, overste tot 1937, toen hij het bestuur aanvaardde van het eerste Katholieke Schippers-Inter- naat te Arnhem. In zijn plaats kwam dan vorig jaar de huidige Overste Broeder Monul- phus, die zoowel voor het convent, als voor het onderwijs en de connecties met z'n standplaats, de beste zorgen heeft. Moge onder zijn bestuur met God's hulp de scholen een nieuwe bloei-periode tegemoet gaan tot het welzijn van Waalwijk in het algemeen en die van de katholieke jeugd in het bijzonder. Door Iet Hoogers. De deur sloeg dicht achter de rug van mijnheer Merkman, den onderwij zer van de zevende klas. De jongens begonnen direct met elkaar te fluiste ren en praatten door elkaar heen. Er hing iets bijzonders in de lucht, dat kon je direct merken. Frits, de grootste jongen van de klas, ging op het podium staan en zei: „Jongens, het doet er niets toe, of we zo geheimzinnig doen, daar komen we niet verder mee. We moeten wraak nemen, want het is reuze onrechtvaar dig, dat Henk zo'n bende strafwerk heeft gekregen. Dat is gemeen van mijnheer Merkman." „Juist, we moeten wraak nemen", riepen de jongens. „Ja maar, Henk had toch ook zijn boek vergeten, dat is toch waar. probeerde Hans, het zoete jongetje nog even. „Dat doet er niets toe", zei Frits. „Zo'n bende strafwerk alleen omdat je je boek hebt vergeten? Dat zou nog mooier zijn!" „Bravo!" brulde het koor. Op dit oogenblik kwam juist mijn heer Jansen de klas binnen. Iedereen rende naar zijn plaats, alleen Frits bleef staan en vergat zelfs van het po dium af te gaan. „De zevende klas is de rumoerigste klas van de hele school", zei mijnheer Jansen. „Dat gaat zo niet langer. Ik zal het aan mijnheer Merkman zeggen en dan nog eens apart praten over Frits Hengelveld. Ga zitten!" „Alle mensen wat was hij boos", zei Henk verschrikt, toen mijnheer alweer uit de klas was weggegaan. „Ik ben al bang voor het volgende uur. Wat zal hij woedend zijn!" „Doe toch niet zo kinderachtig", zei Frits. „Als iemand straf krijgt, ben ik het. Maar we moeten onze wraak ne men. Weet je wat we zullen doen? Ik neem die springveer uit de kast en leg daar een krijtje op. Dan maak ik hem zo achter de tafel vast, dat als mijn heer met zijn vuist op de tafel slaat, het krijtje in zijn gezicht springt." „Prachtig! Wat een goed idee!" rie. pen ze allemaal. Frits haalde de springveer en maakte hem heel han dig, vlak onder de rand van de tafel vast. Frits was erg knap in dergelijke dingen. Daarna ging de deur weer open en kwam mijnheer Merkman binnen. Hij ging voor het podium staan. De jongens konden al aan zijn gezicht zien, dat mijnheer Jansen het hem al verteld had. Daar had je het al! „Mooi is dat! Alwaar een klacht over jullie! De zevende klas maakt deze hele school te schande. Als ik nog één klacht over jullie hoor, blijven jullie allemaal om vier uur na." De klas was doodstil. Ze keken al lemaal naar de veer. Als hij nu dat zou toch heus te erg zijn. Als hij in zó'n stemming was! Rekenles kregen ze nu. Het was het laatste uur van de dhg en daarna kon den ze naar huis gaan. „Jan, kom voor hel bord!" zei mijn heer. Zuchtend stond Jan op. Hij moest een heel moeilijke breuk oplos sen. Hij deed erg zijn best, want hij wilde probeeren om mijnheer weer in een goede stemming te brengen. Maar hij vergiste zich toch nog en maakte een fout. „Frits Molenaar, hoeveel heeft Jan teveel opgeschreven?" vroeg mijnheer Merkman opeens. Frits schrok op, hij had zo aan de eer zitten denken, dat hij helemaal niet lette op wat Jan had opgeschreven. „Welke fout heeft Jan gemaakt?" vroeg mijnheer nog eens. En toen hoorden de jongens plotse ling een klein krakend geluid en di rect daarna suisde het krijtje rake lings langs het hoofd van mijnheer en kwam op het bord terecht, precies on der het cijfer, dat Jan verkeerd ge schreven had. Daarna viel het op de grond en brak in stukken. Het was plotseling doodstil in de klas. Niemand durfde zich te bewegen. Frits staarde naar de punt op het bord. Ineens begreep hij het en riep: „Er moet 143 staan, mijnheer. Jan heeft 4 teveel geteld!" Weer werd het stil. Zou er nu iets vreselijks gebeuren? Nee, er gebeurde helemaal niets. Mijn heer Merkman zei alleen: „Dat is goed, Frits. Voortaan niet meer zo dromen." Het verdere gedeelte van het uur verliep rustig en de jongens slaakten een zucht van verlichting toen de bel ging. Nu konden ze weer naar huis gaan voor vandaag. Zodra mijnheer de klas uit was ge gaan, liepen de jongens naar de plaats van Frits. h „Geweldig aardig van Merkman zei Henk, „om niets van dat stuk krijt streepte iets door. Daarna ging hij weer weg. De jongens waren stomverbaasd. Zó verbaasd, dat ze niet eens op hun plaatsen waren gaan zitten, toen mijn heer Merkman binnen kwam. „Begrijpen jullie er iets van?" vroeg Henk. „Het is gewoon een raadsel. In- plaats dat hij ons nog eens duhbel straf geeft, scheld hij mij mijn straf kwijt." De jongens wisten niet, dat mijn heer Merkman nu glimlachend in de gang liep. Want hij had de „aanslag" wel begrepen en ook waarom de jon gens dat bedacht hadden. En toen had hij weer eens aan zijn eigen schooltijd terug gedacht. te zeggen. Dat hadden we niet moeten doen!" Daar waren ze het allemaal over eens. Het was toch eigenlijk wel flauw geweest, om dat met die veel te doen. „Daar had wel een ongeluk van kunnen komen", zei Jan. Plotseling kwam mijnheer Merk man weer in de klas. Hij had een uit drukking op zijn gezicht, die de jon gens nog nooit eerder gezien hadden. Hij ging voor de klas staan en zei: „Ik scheld Henk zijn straf kwijt". Hij sloeg het klassenboek open en OPLOSSINGEN. 1. Het haantje op den toren. 1. Zeepbellen. 3. Luilekkerland. 4. Wie leeft er van het roet? 5. Wat een ezel van voren heeft, heeft een koe van achteren. NEUWE RAADSELS. 6. Het eerste gebruikt men in de keuken. Het tweede deel even eens. Hel geheel is ook een keu kengereedschap. 1. Zegt gij het woord zoo maar alleen, Wat het is, weet dat niet één. 't Is slechts, dat ge in zinnen leest, Of ik kerk ben of een beest. 2. Of gij mij leest van links naar rechts, Of juist net andersom, Ik blijf dezefde steeds, en 'k weet, Dat ik, waar ik ook binnentreed, Nooit ongelegen kom. Welk dier zonder kop en pooten, Zonder lijf en zonder haar, Wordt er nu eens hier, dan daar Op zijn tijd door elk geschoten. 1 V N JUBILEUM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5