Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Tsjechoslowaaksche Staat.
„N00BD-BR4BJIND"
AKKERTJE
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
JAAR
HET DIAMANTEN MEDAILLON.'
NUMMER 66.
ZATERDAG 20 AUGUSTUS 1938.
61e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs, per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag e|
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Een mismaaksel van den vrede.
De spanning in Europa blijft.
Als Duitschland manoevres orga
niseert op een schaal als nooit te
voren, kijken Engelangen Frankrijk
wantrouwend toe. Ligt er een be
dreiging? Is het om z'n eischen
tegenover Tsjechoslowakije plotse
ling kracht bij te zetten.
Wat ook zij, iedereen beseft dat
een der moeilijkheden voor het
behoud van den vrede in Europa,
in Tsjechoslowakije haar grond
heeft, maar lang niet iedereen heelt
zich een duidelijke voorstelling van
den aard dezer moeilijkheden ge
vormd. Men voelt zoo'n beetje in
tuïtief, dat Duitschland deze nabu
rige republiek dwars zit en dat
Hitier tegen de Tsjechen iets in den
zin heeft gelijk hij tegen de Oosten
rijkers in den zin heeft gehad, doch
deze meening is behalve él te op.
pervlakkig, óók nog onjuist.
Men behoeft geen slaafsche be
wondering te koesteren voor de
Du itsche buitenlandsche politiek van
heden om tóch te erkennen, dat de
wrevel der Duitschers jegens Praag
niet zonder grond is. De Tsjecho
slowaaksche staat is, in zijn huidi
ge structuur, een mismaaksel van
den vrede (van Versailles) en als
zoodanig kan hij aanleiding geven
tot een nieuwen oorlog.
Het Tsjechoslowaaksche volk n.l.
is als volk een fictie, het bestaat
niet. Zoo min als er een Zwitsersch
volk bestaat. Zwitserland is een
samenstel van nationaliteiten in het
verband van één staat (Duitschers,
Franschen, Italianen en Rhaeto-
Romanen). Sprekende van hetZwit-
sersche volk, bedoelt men dus
eigenlijk de Zwitsersche staatsbur
gers, die echter tot andere volkeren
behooren.
Tsjechoslowakije telt volgens de
gegevens der telling van 1930 onge
veer 143/4 millioen inwoners. Om
rechtvaardiging te geven van het
begrip «Tsjechoslowaaksche volk«
beduidt men, dat er van het ge
noemde inwonertal 93/4 millioen
»Tsjechoslowaken« zijn, terwijl dan
5 millioen tot de verschillende
»minderheden« zouden behooren,
t.w. Duitschers, Hongaren, Polen
en Roethenen.
Echter, in Tsechoslowakije kan
er geen spraken wezen van «min
derheden», omdat er geen meerder-
derheid naast is. De Tsjechoslowa-
ken immers vormen op zich zelf
óók weer een samenstel. Van hun
totaal ad 93/4 millioen zijn ongeveer
6 millioen Tsjechen en 33/4 millioen
Slowaken, volkeren van verschil
lenden aard en taak I Het is eigen
lijk deze combinatie van twee vol
keren, welke regeert in het land en
doordat de Tsjechen numeriek de
sterkste van de twee groepen zijn,
waait er 'n Tsjechische wind over
het land, dat in wezen een samen
stel van verschillende nationalitei
ten, maar géén Tsjechoslowaaksche
natie is.
De staat is hoofdzakelijk gevormd
(in 1918) uit vroeger Oostenrijksch-
Hongaarsch gebied en het door
Duitschland afgestane Hultschiner
landje. In den Oostenrijksch Hon-
gaarschen staat waren de Tsjechen
onderdrukt en ook de Hongaren,
beide groepen trachtten zich in
den grooten oorlog derhalve te be
vrijdende Tsjechen hadden in het
Russische leger 'n eigen „legioen",
dat tegen de Oostenrijkers in het
veld stond. Na de voltrt kk:ng van
de Russische omwenteling mar
cheerde dit legioen het werd een
historischen tocht - dwars door
Siberië naar de kust van den Stillen
Oceaan, vanwaar het naar Europa
werd verscheept.
Het was logisch, dat den Tsjechen
en Slowaken uit den afloop van den
oorlog hun zelfstandigheid toeviel.
Dat zou hebben kunnen geschieden
in een confederalen Tsjecho -Slo-
waakschen staat, waarin elk der
beide.volken zijn eigenbestuur had
Zóó was trouwens overeengekomen
in een verdrag, dat in de oorlogs.
jaren te Pilsburg in Amerika tusschen
vertegenwoordigers van beide volken
was aangegaan, welk verdrag o. m.
ook door den eersten president der
Tsjechoslowaaksche republiek Masa
rijk, was onderteekend. De nako
ming van dit verdrag wordt thans
weer opnieuw door een groot deel
der Slowaken geëischt, b.v. is
een deputatie van Amerika wonende
Slowaken daartoe indertijd te Praag
(de hoofdstad van Tsjechoslowakije)
- M
Levensverzekering
PKOQ0 BGAftVlD
e^W.ULWim
rr-fcri
1843
1938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
aangekomen.
Lil het verdrag van Versailles en
de overige vredesverdragen van 1919
is echter geen confederale Tsjecho
slowaaksche staat voortgekomen,
maar is een raidden-Europeesche
republiek geschapen, waarin een
fictief (denkbeeldig) Tsjechoslo-
waaksch volk, als eenheid dus, een
meei dei hei l vormde welke in (recht
vaardigheid) een groote minderheid
van 5 millioen Duitschers, Hongaren
Polen en Roethenen zou beheerschen.
Dat was een onwaarachtigheid,
want er is geen Tsjechoslowaaksch
volk; er woont in Tsjechoslowaaksch
staatsverband zelfs geen volk, dal
een meerderheid in tal bezit.
De bewoners van Tsjechoslowakije
zijn te onderscheiden in 40 pet. Tsje
chen, 25.8 pet Slowaken, 2.19 pet.
Duitschers' 4.7 pet Hongaren, 3 7
pet. Roethenen, 0.6 pet. Polen en
1.3 pet. Joden.
Al die millioenen „vreemden"
zijn aan den Tsjechoslowaakschen
staat toegevoegd teneinde de repu
bliek natuurlijke sterke grenzen te
geven, o.a het Boheemsche hoog
gebergte en om de vroegere Oosten
rijksch Hongaarsche monarchie
zoo radicaal mogelijk uileen te
rukken.
Wat als sterkte was gezocht, is de
zwakheid der republiek geworden.
De „minderheden" verzetten zich
tegen een Tsjechischen hegemonie,
welke zij te meer als een verdruk
king gevoelen, omdat er geen enitele
metrderheid, in het land is. Er is
een hegemonie van een minderheid
over de andere minderheden. Daar
tegen komen deze laatste thans alle
op Duitschers (gesteund door het
machtige, in de rug gelegen moeder
land), Slowaken, Hongaren en Polen.
Tsjechoslowakije moet zijn nor
male structuur zien te verwerven
een staat, welke samenstel is
van
van bestuurlijk gescheiden, gelijk
berechtigde nationalisten, waarin
men elkaar (en eikaars gevoelig
heden) zooveel mogelijk ontziet en
dus op het gebied van internationale
politiek en machtsvorming een
strikte neutraliteit in acht neemt.
Neem dadelijk 'n
tegen dat afgematte gevoel.
Verrassend snel verdrijft 'n Akkertje
schele hoofdpijn, zenuwachtigheid,
oververmoeidheid en lusteloosheid.
Per koker van 13 stuks - 12 stuivers.
Per doos van 2 stuks - 2 stuivers.
GARANTIE w\?arande"rr?vdFBp??K-
UniiHiii li. werking van AKKERlJEb
want ze bevatten een bijzondere combina
tie van uiterst geneeskrachtige stoffen,
volgens recept van Apotheker Dumont.
(Denken we hier aan het bestaande
militaire verbond met Rusland, dat
den meesten van de 21.9 pel Duit
schers natuurlijk een doorn in het
oog is.)
Van het meerdere of mindere
succes van het pogen der Britsche
(en Fransche) regeering om Berlijn
tot diplomatiek en menschelijk ge
duld te bewegen bij het toezien van
den ontwikkelingsgang van den
Tsjechoslowaakschen staat, én van
het aanpassingsvermogen der heer-
schers te Praag, alsmede van hun
realiteitszin, zal het afhangen, of èl
dan niet in Tsjechoslowakije de
oorlogsbrand zal uitslaan welke
Europa dreigt te verteren.
Het gevaar is nog groot, al ls
het niet zóó groot meer als enkele
weken geleden. De brandwachten
hebben hun posten betrokken.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
van
CHARLOTTE M. BRAME.
Nadruk verboden.
12)
Het zal nooit meer zoo zijn als
dezen tijd, Darcy, en na een oogenblik
zwijgen voegde ze er aan toe: Mis
schien was het beter geweest als je
nooit gekomen was.
Waarom?
Dan zou ik je nooit gekend heb
ben. Ik was niet heelemaal gelukkig
voor ik je kende, maar nu je bent ge
komen en ik je weer moet verliezen, j
zal ik nooit meer gelukkig zijn.
Laten we den tijd, dat we samen
zijn, zooveel mogelijk van onze vreug
de genieten, zei hij. Dan zullen we la
ter veel mooie herinneringen hebben.
Marguerite, herinner je je den avond
toen je voor me zong en later zei dat
muziek de menschen soms waanzin
nig maakt?
Ja, antwoordde ze zacht.
Je moet me vergeven, Marguerite
en vergeten wat ik toen gezegd heb.
We zijn als een broer en zuster ge
weest samen en zullen altijd vrienden
blijven.
Ze knikte toestemmend maar toch
trok er een schaduw over haar gezicht.
Lady Perth zag hen terugkeeren en
voelde zich voldaan toen ze de uit
drukking van droefheid op hun ge
zichten zag.
HOOD STUK XV.
Marguerite begreep eindelijk de
vreeselijke waarheid. Wanneer ze zich
er het eerst van bewust werd, had ze
niet kunnen zeggen, maar toen ze be
greep, werd zij door een vreeselijken
angst aangegrepen.
Wat was ze geweest, wat had ze ge
daan, waar ging ze heen?
Ze was wakker geschud uit een
droom en wist dat ze Darcy Este lief
had. Ze trachtte het feit eerlijk onder
de oogen te zien. Hel eerste wat haar
daarbij te hulp kwam, was haar trots.
Darcy mocht er nooit iets van weten
dat hij de eenige was, met wien ze ooit
gelukkig had kunnen worden.
Ze waren bijna voortdurend samen,
toch bewaarde ze haar geheim goed,
naar ze meende. Ze wist echter niet
dat haar stralend gezicht ieder oogen
blik het geheim verried, dat haar
oogen het ieder oogenblik openbaar
den en dat in haar stem de muziek
van de liefde donker dóór-klonk. Maar
hem ontging het niet.
Wat zou het heerlijk zijn, zei ze
op een keer tegen hem, als je zou kun
nen blijven tot na Kerstmis. Lord
Stair zegt dat we groote partijen zul
len geven. Zonder jou zal alles zoo
leeg zijn. Wanneer vertrekt je regi
ment?
Onze boot gaat den twee en twin
tigsten December, antwoordde hij.
Maar ze konden ons beter laten blij
ven tot na Kerstmis.
Zijn stem was kalm maar in zijn
hart voelde hij eindeloozen weemoed.
En terwijl de korte Decemberdagen
voorbij gingen, werd de schaduw van
smart dieper op hun gezichten.
Indië is zoo ver en vijf jaar duurt
zoo lang, klaagde ze zacht. Maar je
mag nooit vergeten dat Oakcliff je
thuis is.
Lady Perth was waakzaam. In haar
hart, haar benepen, achterdochtig,
boosaardig hart, hoopte ze dat als
kapitein Èste vertrok, Marguerite met
hem mee zou gaan. Hoewel dit oogen
blik meer en meer naderde, waren er
echter absoluut geen teekencn die
hierop wezen. Alleen stond Margueri
te's gezicht bedroefd en weemoedig.
Maar op den vooravond van zijn ver
trek hoorde lady Perth kapitein Este
zeggen:
Marguerite, laten we morgen af
scheid nemen bij de Reigers Plas. We
hebben daar samen zooveel gelukkige
uren doorleefd. Ga tot zoover met me
mee.
Toen maakte Lady Perth het plan
daar ook heen te gaan.
Het was een grauwe dag, met zware
wolken en mist.
Kapitein Este zou 's middags ver
trekken. Bijna allen in huis betreur
den zijn heengaan. Hij nam afscheid
van de oude huishoudster, van den
butler en de verdere bedienden. In de
kinderkamer gaf de kinder juffrouw
haar toestemming dat hij de kleine
Ethel in zijn sterke armen nam en
kuste.
Hij zei lord Stair en lady Perth
vaarwel en gaf den knecht opdracht
zijn bagage naar den trein te rijden.
Hijzelf ging loopen. Zijn weg zou langs
de Reigers Plas voeren.
Daar zou hij afscheid nemen van
Marguerite, niet hier, onder de koude,
sarcastische oogen van lady Perth.
Hij vond Marguerite bij het oude
hek, dat in den zomer half verborgen
was door overhangende takken en
klimopplanten.
Marguerite, zeg me hoe ik af
scheid van je moet nemen, begon hij.
Ik weet het zelf niet, antwoordde
ze bevend.
Hij keek haar lang en innig aan.
Marguerite, zei hij, ik had willen
weggaan zonder liet je te zeggen, mis
schien is het zonde dat ik het je nu
ga vertellen, maar ik kan niet an
dersIk houd van je en het is
goed dat ik weg ga.
Ze boog zwijgend het hoofd en vroeg
zich af of ze het hem nu ook zou zeg
gen, terwijl de beklemming haar aan
greep dat hij straks weg zou zijn.
Ik heb met je onder één dak ge
woond, we waren bijna altijd samen
en toch heb ik mijn brandend geheim
bewaard. Maar nu ik weg moet kan ik
niet gaan zonder een woord van jou,
Marguerite, zeg me dat eene woord.
Darcy, fluisterde ze, ik houd van
je, ik houd van je meer dan van ie
mand op de wereld!
Met een gesmoorde kreet trok hij
haar naar zich toe. Een oogenblik ver
gaten ze alles om zich heen, in de
groote verrukking van liefde. Toen
lieten zijn armen haar zachtjes los, zij
keerde zich van hem de wereld lag
tusschen hen.
Het is goed dat ik wegga, Mar
guerite, zei hij, zeg me nog één keer
dat je van me houdt, het is lïet laatste
dat ik van je vraag.
Ja ik houd van je, Darcy, maar
ik durfde het niet te zeggen. Toen ik
het wist, was het alsof ik wakker
werd uit een langen slaap.
Een groote strijd woedde in Darcy's
ziel, de strijd tusschen goed en kwaad.
Beiden zwegen zede hoofden
gebogen.
HOOFDSTUK XVI.
Toeh hen ik gelukkig, zei Darcy na
een lange stilte, in al de jaren die'voor
ons liggen zal dit me troosten. Ik zal
een beter mensch worden omdat jij
van me houdt. Maar ik zal nooit te
rugkomen, Marguerite. We zouden 't
niet kunnen dragen en ik wil alle ge
vaar voor je wegnemen. Het had an
ders kunnen zijn, ging hij na een pau
ze voort, als ik je ontmoet had voor
je lord Stair kende, dan zouden we
voor altijd gelukkig zijn geworden,
maar dit heeft niet mogen zijn. Nu
moeten we van elkaar gaan, Margue
rite.
(Wordt vervolgd).
Waalwiikschc en Luxslriatsrir Courant*