Zaterdag 27 Augustus 1938 No. 68 De Echo van het Zuiden Tweede Blad die van 1901 en 1905 de financiële positie aanmerkelijk hadden verbe terd. De urgentie van katholiek bij zonder onderwijs werd in Brabant en Limburg minder sterk gevoeld, omdat de geest in de openbare school hier ge heel anders was dan in Holland "of Friesland. Er waren er, die twijfelden of het Mandement van 1868 eigenlijk wel van toepassing was voor het Zui den; tot voor kort meende men trou wens algemeen, dat de Utrechtse pries ter I)r. Schaepman de auteur was van „de grondwet van de R.K. school" (ook nog Dr. J. Persijn in zijn stan daardwerk over Schaepman), en daar uit concludeerden velen, dat in 't Man dement vooral op het voor katholie ken niet-aanvaardbare onderwijs in 't Noorden des lands werd gezinspeeld. Nog niet zolang geleden is eerst he kend geworden, dat de even geleerde als bescheiden Pater Ghijbcn uit Til burg het Mandement heeft opgesteld. Zoals dikwijls, is ook dit stuk vaak verkeerd begrepen, doordat men per sonen niet van zaken onderscheidde. Het Mandement was niet gericht tegen openbare onderwijzers, maar tegen de stelling, dat 't onderwijs staatsmono polie moest zijn zoals de Grondwet toen feitelijk bepaalde. Het verlangde voor katholieke kinderen een school, waar het gehele onderwijs doortrok ken is van de katholieke geest en het ging uit van de stelling, dat niet de Staat, maar de ouders over de richting van het onderwijs hebben te beslissen, al besefte het Episcopaat ook ten volle, dat de Staat waarborgen kon eisen ten aanzien van de degelijk heid van het onderwijs en de bevoegd heid van de onderwijzers. Pastoor Brands zei dit zo duidelijk hij de in wijding der broederschool in 1913 toen hij hulde bracht aan heren onderwij zers (der openbare school) voor het geen zij doen als opvoeders der jeugd, maar er tevens bijvoegde, dat die heren onderwijzers (volgens art. 33 der toenmalige Wet L..0 niet kunnen geven, wat wij, katholieken, verlangen, al zouden zij het ook willen." Dat de meeste ouders dit minder scherp aanvoelden, is begrijpelijk en of zelfs de plaatselijke schoolcommis sie in die dagen de betekenis van de oprichting van een bijzondere school begreep, zouden wij ook in twijfel wil len trekken, ze achtte althans de op richting van de zusier- en broeder- Wanneer men de jaartallen nagaat, waarin de verschillende katholieke lagere scholen van de gemeente Waal wijk zijn opgericht, dan valt het op, dat de meisjesscholen veel ouder zijn dan de jongensscholen. Men verge lijke: de St. Teresia-school dateert van 1874, de Zusterschool Parochie O. L. V. van 1879, die van de St. Cle- mensparochie van 1889, de SI. Petrus- scholen van 1913, de jongensschool Parochie O. L. V. van 1914. (De meis jesschool in de betrekkelijk nog nieu we St. Antonius-parochie, de St. Cle- mensschool, welke haar leerlingen grotendeels heeft gerecruteerd uit het surplus van de Broederscholen en de Don-Bosco-school voor Buitengewoon L. O. laat ik builen beschouwing). We zien dus, dat de meisjesscholen in de oude parochies gemiddeld een halve eeuw eerder hestonden dan de jongensscholen. Deze toestand treft men in Brabant en Limburg bijna al gemeen aan, boven de Moerdijk ook wel, maar daar is dat verschil in data meestal veel geringer, omdat men er gewoonlijk vroeger tot de stichting van bijzondere jongensscholen is over gegaan dan hier in 't Zuiden. Voor de verklaring hiervan moeten wij een zeventigtal jaren in onze geschiedenis teruggaan. Toen gold de L. O. wet van 1857, welke uitging van het beginsel, dat openbaar onderwijs regel, bijzon der onderwijs uitzondering moest zijn. Het eerste genoot 't voordeel van „de aanhoudende zorg van de Regering", werd geheel door de Staat bekostigd en was neutraal, maar het hing na tuurlijk van de gezindheid van de on derwijzers en ook wel van de bevol king af in hoeverre de neutraliteit in de praktijk tot haar recht kwam. De wet bevredigde noch katholieken, noch confessionele protestanten. De Geza menlijke Bisschoppen van Nederland vaardigden in 1868 hel waardig en he. roemd gebleven Mandement uit, waar in o.m. de scherpgestelde passage voorkwam„dat, het onderwijs op de openbare school (voor katholieken) nooit anders mag worden beschouwd dan als een droeve noodzakelijkheid". Dit Mandement, een meesterstuk naar vorm en inhoud maakte op de Neder landse katholieken, die tot dan toe een weinig-actieve rol in het staatkun dig leven hadden gespeeld, een diepe indruk; in de meeste plaatsen van ons land beijverde men zich gevolg te geven aan de even duidelijk als na drukkelijk geuite wensen van het Doorluchtig Episcopaat en richtte men bijzondere scholen op, voor zover al thans de middelen zulks toelieten, want de Staat droeg geen cent hij in de kosten van stichting en onderhoud van de scholen en de traktementen dei- leerkrachten. De L. O. wet van 1878, spoedig de „scherpe resolutie" genoemd, maakte de oprichting van bijzondere scholen nog moeilijker, maar kon de geest drift bij de voorstanders van bijzonder onderwijs- niet verzwakken; integen deel: in 1868 waren er 250 katholieke scholen in ons land, in 1888 reeds 568. Er was een ongekende en nooit ver moede offervaardigheid: schoolfond sen werden gesticht, gevormd uit de guldens van middenstanders en beter gesitueerden, maar ook uit de even zeer gewaardeerde centen en stuiver tjes van de „kleine luyden". Nog was er geen geld genoeg: steeds hogere eisen werden door de Staat aan het ongesubsidieerde bijzonder -onderwijs gesteld, maar met dominé Pierson riepen ook de katholieken in een on stuimig optimisme uit: „De Christe lijke scholen leven bij hun tekorten". Katholieke en Christelijke onderwij zers (wij hebben ze nog gekend) na men genoegen met een laag salaris, zagen af van wachtgeld en pensioen om het onderwijs van hun richting te kunnen dienen, ze trachtten in prak tijk te brengen de verheven woorden, welke Dr. Abraham Kuyper eenmaal tol de Christelijke onderwijzers richt te: „Gij hebt met het schoolkind in de armen de wacht bij het Kruis be trokken; laat dat kind nooit los en laat dat Kruis nooit los". Dr. Schaepman, die reeds als drie- en-twintig jarig kapelaan door den Aartsbisschop van Utrecht met de voorlezing van het Mandement in de kathedrale kerk van Utrecht werd be last, stelde zich met zijn grote gaven van geest en van hart, zijn welversne den pen, zijn onweerstaanbare wel sprekendheid en zijn ongeëvenaard organisatie vermogen, aan het hoofd der katholieken en riep hen op tot een eerlijke politieke strijd voor recht en gerechtigheid inzake het onderwijs. Die schoolstrijd heeft tientallen jaren het politiek leven in ons land beheerst, heeft geleid tot samenwerking van de drie grote christelijke partijen en heeft uiteindelijk ons land een vrije-school- organisatie geschonken, als nergens in Europa wordt aangetroffen. Maar dat was eerst in 1920! Het Zuiden des lands heeft noch de schoolstrijd, noch de politieke span ningen in dezelfde mate gekend als de provincies boven de Moerdijk. In Bra bant en Limburg met een bijna geheel katholieke bevolking lag het voor de hand, dat men aan de openbare scho len gewoonlijk onderwijzers aanstel de, wier gezindheid met die van de be volking overeen kwam en er was even min een felle principiële politieke ac tie nodig om candidaten van eigen richting een plaats in de Tweede Ka mer te verzekeren. Dit wil niet zeggen dat het Mande ment der Bisschoppen ter zijde werd gelegd: in 1874 werd een meisjes school gesticht in de Parochie van SI. Jan, in 1879 in de Parochie van O. L. V., in 1889 in de St. Clemensparochie, alle drie geheel bekostigd door de kerkbesturen van genoemde paro chies. Verder kwam men voorlopig niet, ook niet nadat de wetswijziging van 1889, de subsidiëring van de bijzon dere school had mogelijk gemaakt en Aanhaling uit „De Echo van het Zuiden" van 31 Augustus 1913. besloten tenslotte om vrede te sluiten. Ze gaven den negers de voorrechten, die ze ook nu nog hebben. De bewo ners van Acompong leven tegenwoor dig in mooie, goed onderhouden hut ten, ieder heeft zijn eigen stuk grond en dus ook zijn eigen oogst. Niemand kan zijn land verkopen. Als iemand sterft, die geen erfgenamen heeft, komt het land weer aan het opper hoofd, die voor zijn hele leven door een landsraad van acht mannen en vrouwen werd gekozen. Hij verdeelt 't land dan weer onder grote families. Elke dag lijkt wel een feestdag in Accompong. Er worden nooit misda den gepleegd, want de dader zou dan direct vermoord worden. Zolang men zich kan herinneren zijn er geen moorden gepleegd in deze negerstaat. tijd stierven 300 inwoners. De ziekte begon met lichte koorts, vervolgens vielen de patiënten in slaap en stier ven daarna. Piloten vertellen dikwijls, dat ze door een zware regenbui hadden ge vlogen. Op de aarde was dan geen druppel gevallen. Het water was ze ker door de lucht opgeslokt! Zoölogen hebben vastgesteld, dat de mens nog ongeveer 9 jaar zou kun nen leven, als plotseling alle vogels op de wereld zouden uitsterven. De in secten zouden dan al heel gauw de overhand krijgen. 11 Wie weet de kunst zover te drij ven, met rode inkt zwart te schrij SPREEKWOORDEN. L 6 woorden of 25 letters. 14 24 11 23 17, niet vug, lui. 8 13 22 12 3, koren. 7 24 8 1 19, muziekinstrument. 10 6 2 14 9 3, is dwang. 4 7 3 20 18 5 25 12 8, dag der week. 21 15 3 16 14, behaald voordeel. 2. 11 woorden of 36 letters. 34 13 26 28 5 32 16 3 30 17 11 4 12, schoorsteen. 33 25 24 35 21 19 9 32 1 3, is de groot ste schat. 20 20 21 15 14 24 22 8 9 36, gelaat. 7 22 10 29 14 6 28 27 31 18, totale opruiming. 33 4 23 8 9 31 6 2 10, ontslagen. 3- 3 woorden of 11 letters. 1 5 3, dient om te rusten. 7 2 11, is een kleur. 4 8 6 11, gebruikt men om te kamperen. 10 5 9 10, bedehuis. RAADSELS IETS OVER GEOLOGIE ook in het neptunisme veel waarheid was en wij vinden het tegenwoordig vanzelfsprekend, dat de verschillende steensoorten op verschillende wijzen zijn ontstaan. De aardkunde is een bijzonder in teressante studie. De laatste tientallen jaren is men er veel verder in geko men en is men gaan inzien van hoeveel belang deze wetenschap is voor de mijnbouw, de landbouw, het aanleg gen van spoorwegen enz. 1 Welke steen heeft twee stemmen? 2 Wie gaat altijd eerst het huis binnen? 3 Welke vissen hebben de ogen hel dichtst bij elkaar? 4 Welke vijgen vallen bij geen en kel kind in de smaak. 5 Ik ga alle dagen uit Ik wandel traag en stil, En elk treft mij thuis Die mij bezoeken wil. 6 Aan welke kant heeft een paard de meeste haren? 7 In welke steden vindt men geen pleinen of grachten? 8 Waar smaakt chocola 't lekkerst? 9 Wat moeten we houden als we 't eenmaal gegeven hebben? 10 Wat is van boven dicht en onder open, en gaat boven het verstand van den geleerden man? De geologie is de wetenschap, die zich met de toestanden van de aard korst bezig houdt. De aardkunde is een jonge wetenschap, want uit de oudheid zijn alleen enkele op zichzelf staande waarnemingen bekend. Ook uit de middeleeuwen zijn maar weinig bijzonderheden bekend en in ieder ge val hebben die geen grote invloed ge had op de mensen uit die tijd. Eigenlijk zou men kunnen zeggen, dat de aardkunde als echte weten schap pas 150 jaar bestaat en dat is voor een wetenschap erg jong. De Duitser A. G. Werner is de eigenlijke grondvester van de aardkunde. Hij trok er zelf met zijn houweel op uit en bouwde op die manier zijn wetenschap „steentje voor steentje" op. Naar aan leiding van zijn leer is toen een grote strijd ontstaan tussen de verschillen de geleerden, dat was de strijd van de vulkanisten en de neptunisten. Werner beweerde, dat de gesteenten ontstaan waren uit of door water (nep tunisme) en vulkanisten, die onder den groten Engelsen geleerde James Hutton stonden,, verklaarden dat de stenen uit de aarde waren geslingerd. We kunnen natuurlijk niet uitvoe rig over deze strijd spreken. Maar hoe meer men de bodemtoestand van de andere landen, vooral die buiten Eu ropa onderzocht, des te heftiger werd de strijd. Wetenschappelijke ontdek kingsreizen, zoals die tegenwoordig gemaakt worden, kende men toen nog niet. De Duitsers Alexander von Hum boldt en Leopold von Buch waren de eersten, die dergelijke reizen onder namen en von Buch was het dan ook, die eindelijk de strijd tussen de nep tunisten en vulkanisten kon beslissen. Daarbij won eerst het vulkanisme en dat smolt later samen met het pluto- nisme. Maar later ontdekte men, dat WETENSWAARDIGHEDEN EEN WERK DAT NOOIT KLAAR IS. De schilders van de geweldige spoor brug in Schotland over de Firth of Forth zijn nooit klaar met hun werk. Ze doen er drie jaar over om van de ene kant naar de andere te komen met schilderen en als ze daar zijn is het weer tijd om van voren af aan te beginnen. Deze brug moet steeds goed in de verf zitten, omdat anders het ijzer door het zeewater en door de lucht teveel wordt aangetast en zou gaan roesten, wat natuurlijk erg ge vaarlijk is. In het plaatsje Kirt in Indië is de slaapziekte uitgebroken. In 4 weken 3 5 2, gebruikt men op school. 4 12 9 11, is een huisdier. Waar een 1 8 6 is, is een weg. 7 5 13 5 3, zangvogel. Het geheel is een dorp in Zeeland. Oplossingen vorige week. RAADSELS. 1 De stokvis; want 'de vis is hier en de kop is in Noorwegen. 2 De schaduw. 3 Het oorijzer. 4 Graaf, G-raaf. ACCOMPONG, I)E NEGERREPU BLIEK VAN JAMAIKA. Midden op Jamaika, een van de grootste eilanden van de Grote Antil len, ligt een bergland, dat Accompong heet. Het bestaat eigenlijk alleen uit een grote nederzetting die Maroon Town heet. Dit Accompong is een ne gerrepubliek en wel ongeveer de oud ste onafhankelijke regering in Ame- lika. Al 100 jaar voor Amerika on afhankelijk werd verklaard, werd de ze negerregering erkend. Hoewel Ac compong midden in een Engelse ko lonie ligt, kan geen Engelsman daar binnen komen, geen officier kan bevel geven, dat een van de negers onder dienst moet. Ze zijn volkomen zelf standig en hebben hun eigen wetten. De bewoners van Accompong stam men van de slaven af, die door de Spanjaarden naar Jamaika waren ge bracht. Toen in het jaar 1665 de Engelsen de Spanjaarden versloegen, vluchtten de negers naar het binnenste van het eiland. Ze gingen in het bergachtige gebied wonen en begonnen een oorlog tegen de Engelsen, die aan velen het leven kostte. 42 Jaar lang vochten de slaven, die nu vrij waren geworden met de Engelsen. De oorlog werd heel verwoed en fel gevoerd en de Engelsen MIJNHEER VINDINGRIJK WIL RUSTIG ZIJN BOEK LEZEN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5