Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Buitenlandsch Nieuws. 95 JOOKD-Bitmi" Lev ensverzekering FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Drie Bladen. EERSTE BLAD HET DIAMANTEN MEDAILLON, NUMMER 85. WOENSDAG 26 OCTOBER 1938. 61c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijsper 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel: minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. MIDDEN EUROPA. IN LATENTE CRISIS. De Tsjecho-Slowaaksche staat ver keert in een critieke situatie. Hoewel de Poolsche minister van Buitenland- sche Zaken in Roemenië geen steun gevonden schijnt te hebben voor zijn gedachte ten aanzien van de annexa tie van een groot deel van Tsjecho- Slowakije Subkarpatisch Roethenië n.l. door Hongarije ten behoeve van een gemeenschappelijke Poolsch-Hon- gaarsche grens, blijft men te War schau en te Boedapest den afstand van Roethenië door Praag toch als een eisch, welke ingewilligd moet worden, stellen. De Hongaarsche regeering heeft verklaard, dat deze nieuwe voorstellen wel méér tegemoet komen aan de Hongaarsche eischen, op ethnologische gronden gesteld, maar dat toch nog groote steden met een Hongaarsche bevolking binnen het Slowaaksche ge bied behouden zouden blijven en dat daarom de nieuwe voorstellen onaan vaardbaar zijn. De Hongaarsche re geering heeft tegenvoorstellen gedaan, waarbij ze zich uitsluitend door over wegingen van ethnologischen aard heeft laten leiden. Ze meent, door af te zien van historische rechten, „offers" te hebben gebracht, welke door het accoord van München niet van haar werden verlangd. EEN POOLSCH IMPERIUM? Het orgaan uer Poolsche conserva tieven maakt melding van de oprich ting eener nieuwe partij, de „Poolsche imperialistische partij", die propagan da zou willen maken voor het denk beeld van een Poolsch keizerrijk, dat door een persoonlijke unie met „de koninkrijken Litauen en Oekraine" verbonden zou zijn. Het rijk zou nauw samenwerken met Hongarije en Bohemen en zoo zou in midden Europa een blok van 80 mil- lioen menschen bestaan, dat weerstand zou kunnen bieden aan Duitsche en Russische expansie. DE HONGAARSCHE EN TSJECHISCHE STANDPUNTEN NADEREN ELKAAR. Het geschil loopt nog over eenige steden. In welingelichte Hongaarsche krin gen verklaart men, meldt Havas, dat de „Tsjecho-Slowaaksche voorstellen, die Zondag in den ministerraad te Boe dapest besproken zijn, in hun huidigen vorm geen grondslag voor een accoord vormen". Naar verluidt, zal in de Hongaar sche tegenvoorstellen verklaard wor den, dat het gebied, dat in de laatste Tsjechische nota is aangeboden, ge deeltelijk overeenstemt met wat Hon garije beschouwt als de ethnologische grens, doch, ten aanzien van groote Hongaarkche steden, wijkt het nog ver af van de ethnographische lijnen, zoo als die door de Hongaren worden ge zien. Tsjecho-Slowakije wenschte deze steden te behouden. De voornaamste steden, waarom het gaat, zijn naar verluidt: Kassa, Ungvar, Munkacs, Nyitra. De Hongaarsche nota zal er ook op wijzen, dat Hongarije onder geen om standigheden bereid is af te stappen van de ethnologische basis harer eischen, te meer, daar Hongarije een offer heeft gebracht „door het begin sel van de historische grenzen op te geven". EEN NIEUWE NAAM VOOR TSJECHO-SLOWAKIJE. De Narodny Listy publiceert de grondlijnen der nieuwe grondwet van T sjecho-Slowakije. Het ontwerp der grondwet beveelt de handhaving van den republikein- schen staatsvorm en het parlementaire regiem aan voor den gereorganiseer- den Tsjecho-Slowaakschen staat. Overwogen wordt in plaats van den langen en moeilijk bruikbaren naam „Tsjecho-Slowakije Karpatho-Russi- sche Republiek" de benaming „Mid den Slavië" of „West Slavië" te kie zen. De regeering zal bestaan uit: minis ter-president, plaatsvervanger van den minister-president, drie gemeenschap pelijke ministers (voor buitenlandsche zaken, landsverdediging en financiën), acht ministers voor Bohemen en Mo- ravië, vijf voor Slowakije en drie voor Karpatho-Rusland. De regeering van Bohemen en Mo- ravië zal behalve het bestuur over de JAAR 1843 1938 GEEFT ZEKERHEID. DOOR ERVARING STERK. landsaangelegenheden ook zekere be voegdheden hebben ten aanzien van het bestuur over den geheelen staat. HET GROOT-DUITSCHE RIJK. Zoo machtig als ooit De Duitsche minister Goebbels, heeft te Hamburg een rede gehouden, waarin» hij o.a. zeide: Het lijdt geen twijfel dat het Duitsche volk uit de groote spanning van den laatsten tijd definitief als een nieuwe wereldmo- gendheid te voorschijn getreden is. Voor de eerste maal sedert 1918 heb ben wij weer werkelijke wereldpolitiek gevoerd. Een blik op de landkaart is voldoen de, aldus Goebbels, om te constatee- ren, dat ons rijk nog nooit zoo groot, nog nooit zoo machtig en nog nooit zoo sterk is geweest als in 1938. Duitschland, na den oorlog het on machtigste land, is in vijf jaar tijd ook de sterkste militaire mogendheid ter wereld geworden. Goebbels betoogde verder, dat de colletieve vriendschappen der demo cratieën gefaald hebben, en dat aan den anderen kant de as Rome-Berlijn bewezen heeft, onverbreekbaar te zijn. DE ONDERWERPING VAN CHINA. Het meest verrassende en voor het oogenblik tevens het belangrijkste ele ment in de internationale situatie is de snelle onderwerping van Zuid-China door de Japanners. Deze onderwerping beperkt zich weliswaar in directen zin nog slechts tot de hoofdstad Kanton en omgeving, maar deze zijn in het hart van het genoemde deel van het land. Juister nog zou men Kanton kun nen vergelijken met den mond van China: in deze belangrijke haven kreeg het alles toegevoerd, wat het voor zijn levensfunctie behoefde. Kanton is niet gevallen onder het geweld van kanonnen, maar bezweken onder de verleiding van het geld. Kan ton is ongetwijfeld op oud-Chineesche manier verraden. De geruchten omtrent verraad vin den hun grond in het feit, dat Zuid- van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Nadruk verboden. 30) Barnes, zei hij tot den butler, wil je de barones vragen hier te komen? We zullen haar laten beslissen. Laat haar niet komen, smeekte de vrouw vertwijfeld. Doch Barnes had het bevel reeds op gevolgd. De hertogin keek ontsteld naar de zwijgende gezichten en naar het door doodsangst vertrokken ge laat van juffrouw Grey. Ze ging naar haar toemet een kreet van wanhoop greep de ongelukkige vrouw haar han den. Wat is er gebeurd? vroeg Ethel verward. Ik wacht uw toestemming om dezen koffer te openen. Bedaar, zei Ethel zacht tot de wanhopige vrouw, u behoeft toch niet bang te zijn. Laat den koffer open ma ken. Ik ben er volkomen zeker van dat de diamanten daar niet zullen zijn. Juffrouw Grey boog haar hoofd. Ik smeek u, laat niemand den koffer ver der aanraken, kreunde ze. Toen zeide de defectieve: Ik ben ervan overtuigd dat hier iets niet in orde is, en als mij niet wordt toegestaan mijn werk naar be- hooren te volbrengen, moet ik het ver dere onderzoek opgeven. Hij sprak bijna boos en keek don ker naar de hooghartige uitdrukking op het gezicht van de hertogin. Ik ben er zeker van, zei Ethel kalm, tot den defectieve, dat mijn ju- weelen niet in dezen koffer zijn. En ik, was het antwoord, ik ben bijna even zeker dat zij er wel in zijn. Het eenige dat we kunnen doen is den bodem opbreken, zei de hertog haastig, maar ik ben overtuigd dat de hertogin gelijk heeft. Een paar slagen, het gekraak van vallend hout, een kreet van den hertog en de triomfantelijke uitroep van den defectieve: Wat heb ik u gezegd! Gevat in kostbare diamanten flon kerde het portret van lord Stair hen tegen. Een oogenblik stonden allen als aan den grond genageld. Toen nam mr. Barton het juweel op. Behoort dit portret aan u? vroeg hij, zich tot Ethel wendend. Diepe stilte. Het spijt me te moeten zeggen dat het van mij is, was het antwoord. Dan hebben we geen verdere be wijzen noodig. Misschien mag ik nu zeggen, dat ik deze vrouw vanaf het begin heb verdacht Waarom? vroeg de hertog lang zaam. Omdat ik zag wat menschen van mijn vak onmiddellijk opmerken, n.l. dat zij zich vermomd heeft. Is dat waar? riep de hertog. Vraagt u haar zelf. Ik tart haar me tegen te spreken. Het was een oogenblik doodstil in de kamer. Toen wendde de hertog zich tot zijn vrouw Ethel, laat die vrouw alleen, zei hij streng. Ik heb je gewaarschuwd voorzichtig te zijn. Maar de hertogin riep snikkend Laat mij bij haar blijven, Fulke, om haar te helpen. Ik wil niet dat je je verder met haar inlaat. Ik ben niet hard, maar er moet recht geschieden. De vraag is waar de andere dia manten zijn, zei mr. Barton. Ik ver moed dat ze zijn weggebracht. We moeten trachten zé te vinden. De hertog keek aandachtig naar 't portret in de omlijsting van diaman ten. Het zijn prachtige steenen, maar ik herinner me niet, Ethel, dat je ze ooit gedragen hebt. Neen, antwoordde zij ontroerd, ik was altijd bang ze te zullen verlie zen. Het was een geschenk van mijn vader en ik kreeg het pas korten tijd geleden, gewikkeld in een papier, waarop moeder zelf iets had geschre ven; het zijn de eenige woorden die ik van haar bezit. Waar is het papier? Ik mis nog liever de diamanten dan dat! Plotseling was juffrouw Grey op gestaan. Luister, riep ze, ik ben schuldig. Doe met me wat u wilt. Ik wist dat ik gelijk had, zei de detective zelfvoldaan. Ik zou het nooit hebben geloofd, zeide de hertog. Waar zijn de andere juweelen? vroeg de detective. Ze keek op met zachte oogen. Ze scheen niet te begrijpen wat hij be doelde. De andere diamanten en paarlen en robijnen? Waar zijn ze gebleven? Nog altijd geen antwoord. Misschien wilt u het haar vragen, my lord. Zou u willen antwoorden, juf frouw Grey? vroeg de hertog. Wat heeit u gedaan met de rest van de ju weelen? Ik kan daar geen antwoord op geven U zult nu toch wel willen zeggen waar mijn eigendom gebleven is? Vraag jij het haar, Ethel. Ik geloof niet dat ze het weet, was het antwoord van de hertogin. Haar echtgenoot wendde zich boos af. Spreek, zei hij nogmaals tot juf frouw Grey, u moet het zeggen. Maar haar eenig antwoord was: Ik ben schuldig, doe met me wat u wilt. Ze wil het niet zeggen, zei de de tective, maar als ik in uw plaats was, zou ik haar wel weten te dwingen. HOOFDSTUK XLI. Wat moeten we doen? vroeg de her tog den detective. Behalve dat we hel diamanten-medaillon terug hebben, zijn we nog niets verder gekomen. Maar we hebben nu een duidelij ke aanwijzing, antwoordde mr. Bar ton. Goed, maar wat hebben we daar aan als de vrouw niet wil spreken? Haar schuld staat vast, maar wat m >e- ten we doen, nirze weigert verder iets te zeggen? Misschien zóu het helpen als u haar beloofde, dat, wanneer ze verde re inlichtingen wil geven, u haar niet zult laten vervolgen. China een volkomen passieve houding heeft aangenomen, wat slechts ver klaard kan worden, als er tusschen de Japansche regeering en de autoriteiten van Kanton een soort overeenkomst is gesloten. Deze zou, naar uit offi- cieele Japansche berichten valt op te maken, inhouden dat de inval in Zuid- China slechts 'n strategische beteeke- nis had, en geen politieke gevolgen zal hebben. Tokio zou derhalve de verovering van Kanton slechts benut ten om Hankau te sneller ten val te brengen en het gezag van Tsjang Kai Shek te ondermijnen: als dat eenmaal gebeurd was, zou het Zuid-China dit in tegenstelling met Noord-China weer ontruimen. Op dien grondslag zoo meent men moeten de verantwoordelijke Chineesche bestuurders van Kanton zich voor omkooping hebben laten vin den. Als men den loop der gebeurtenis sen na de landing in de Bias-baai iet wat aandachtiger beschouwt, kan men inderdaad tot geen andere conclusie komen, dan dat deze zaak zich na een voorafgaande afspraak aldus ontwik keld heeft. Japan heeft al het vorig jaar de plannen van deze Kantonneesche ex peditie uitgewerkt; maar de interna tionale toestand was toen zoodanig, dat gevaarlijke verwikkelingen met de Ver. Staten en vooral met Engeland, dat zijn positie en zijn handel in Hon- kong ten zeerste bedreigd moet achten, te vreezen waren. Misschien heeft Tokio nu gemeend, dat het risico zoo veel geringer was, en dat het derhalve iets kon wagen. Noch Engeland, noch de Ver. Sta ten hebben zich geroerd. Men heeft van waarschuwingen, nauwelijks ech ter van protesten gehoord. Japan heeft in den vollen zin van het woord de vrije hand gehad om in Zuid-China te opereeren; het heeft Tsjang Kai Shek een zeer gevoelige slag kunnen toe brengen, want deze heeft nu nog slechts een spoorlijn, die van Yoen Nan Foe, tot zijn beschikking. Verwacht kan worden, dat nu ook De hertog ging dadelijk. Juffrouw Grey, zei hij vriende lijk, u heeft ons groot leed berokkend. Ik ben hier niet gekomen om u te be schuldigen, maar ik vraag u alleen maak het kwaad niet grooter. Mijn vrouw heeft u veel liefde bewezen. Ik doe een beroep op uw dankbaarluid. Wilt u ons niet vertellen waar de ju weelen zijn gebleven? Ik weet het niet, stamelde zij. Dat beteekent dus, dat u het niet wilt vertellen. Ze gaf geen antwoord. U stapelt de eene ondankbaarheid O]) de andere, riep de hertog boos. Als u ons aanwijzingen wilt geven om de juweelen terug te vinden, zullen wij u niet vervolgen, maar weigert u, dan zult u zich voor.de rechtbank moeten verantwoorden. Ik kan niets zeggen, was hel zachte antwoord. U moet maar met me doen wat recht is. Ik begrijp het niet, ging de her tog ongeduldig voort. U is een dame; mijn vrouw brengt u hier uit vriende lijkheid en u vergeldt haar goedheid door haar juweelen te stelen. Meneer Barton is van meening, dat u niet de werkelijke dief is maar de handlang ster van een Londensche bende. En dit lijkt me niet onwaarschijnlijk. Even kleurde een diepe blos haar ge zicht, in haar oogen kwam een vreemd licht. Maar in zichzelf herhaalde zij voortdurend de woorden: Ik ben Marguerite Stair, het me daillon hoort mij toe, ik ben geen dief. Zonder dit innerlijke houvast zou ze krankzinnig geworden zijn! (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, Waalwyfesclie en Langstrantsche Courant* rtt*0B0AJWï(> f -

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 1