Zaterdag 29 October 1938 No. 86
De Echo van het Zuiden
Vierde blad
Het onteigeningsplan voorloopig
goedgekeurd.
Behandeling Begrooting.
Staking der stemmen (6 tegen 6) bij het
voorstel tot belastingverlaging.
De raad dezer gemeente kwam
gisteravond in openbare vergade
ring bijeen onder voorzitterschap
van den Edelachtb. heer burge
meester E. C. J Moonen.
Secretaris de heer J. van Mierlo.
De heer Spijkerman is wegens
ongesteldheid, met kennisgeving
afwezig.
De notulen der vorige vergade
ring worden ongewijzigd goedge
keurd.
Aan de orde:
1. Ingekomen stukken.
a. Van de Gedeputeerde Staten.
1. Goedgekeurd raadsbesluit
van 7 October 1938 tot sluiting
eener nieuwe deposito-overeen
komst met de N.V. Bank voor
Nederlandsche Gemeenten.
2. Goedgekeurd raadsbesluit
van 7 October 1938 tot wijziging
der begrooting 1938.
b. Van den Directeur der Rijks-
vakschool alhier.
Verslag over het schooljaar
1937/1938.
Deze ingekomen stukken worden
voor kennisgeving aangenomen.
2. Voorstel tot onderhandsche ver
huring van het schoolgebouw
der R.K. Hoogere Burgerschool-
A in de Mr. van Coothstraat aan
de vereeniging „Ons Middelbaar
Onderwijs in Noord-Brabant".
Zie prae advies in ons blad van
Zaterdag 1.1.
Wordt goedgekeurd.
3. Voorstel tot sluiting eener
nieuwe rekening-cdurant-over-
eenkomst met de Rotterdamsche
Bank vereeniging.
Zie prae-advies in ons blad van
Zaterdag 1.1.
De Voorzitter zegt dat B. en W.
na het uitbrengen van het prae-
advies een nieuwe aanbieding
hebben gekregen van de Neder
landsche Handelmij., die iets goed
_ooper was. Zoo is bij de N. ti.de
debetrente 1 pCt. boven het pro
messe disconto en bij de Rotter
^damsche Bankvereeniging l'/4 pCt.,
terwijl bij eerstgenoemde de credit
rente 2'/4 pCt. beneden 't promesse
disconto is en bij laatstgenoemde
2'/, pCt. De oorzaak, dat deze
offerte later is binnengekomen, ligt
in het feit dat de heer Gruppelaar,
een maand of drie geleden bij spr.
geweest is en toen gevraagd heeft
of nij ook eens een aanbieding
mocht doen. Hiertegen was geen
bezwaar, maar spr heeft naderhand
vergeten deze aanbieding te vragen.
Toen nu dit punt in »De Echo
van het Zuiden« gepubliceerd werd,
heeft de heer Gruppelaar daarvan
kennisgenomen en deze is toen nog
bij spr. geweest om de mogelijkheid
te overwegen of alsnog door de
Ned. Handelmij. een aanbieding
gedaan mocht worden. Deze is toen
binnengekomen en daar hij voor-
deeliger was, stellen B. en W. thans
voor daarvan gebruik te maken.
Wordt goedgekeurd.
4. Voorstel tot voorloopige goed
keuring van een plan tot ont
eigening van gronden in 't be
lang der volkshuisvesting.
Zie prae-advies in ons blad van
Zaterdag.
De heer Pulles vraagt of de voor
loopige goedkeuring ook inhoudt
dat tot verdere onteigening door
B. en W. kan worden overgegaan.
De voorzitter zegt dat de defini
tieve goedkeuring eerst komt met
de vaststelling van het onteigening»
plan. Men heeft nog een maand tijd
om reclames in te dienen. De on
derhandelingen zijn thans van de
baan.
De heer Pulles vraagt of de raad
daarover dan straks niet meer te
cordeelen heeft, dus ook niet of al
dan niet tot gerechtelijke onteigening
zal worden overgegaan,
De voorzitter deelt mede dat de
definitieve beslissing in handen blijft
?an den raad.
De heer v. d. Waerden is van
meening dat de heer Pulles waar
schijnlijk doelt op eenige punten in
het voorstel die eenigszins ondui
delijk zijn. Voor spr. is dit nl. wel
het geval en hij wil daarom voor
stellen de vergadering even te
schorsen om die zaken in gesloten
zitting te bespreken of de behan-
m deling van dit punt uit te stellen
tot de volgende vergadering.
De voorzitter zegt dat schorsing
thans geen zin heeft, daar men in
de volgende vergadering toch nog
op deze onteigening zal terugkomen,
zoodat dan alsnog nadere inlichtin
gen kunnen worden verstrekt,
Het voorstel van B. en W. wordt
hierna z. h st. goedgekeurd.
5. Voorstel tot wijziging der be
grooting 1938.
Wordt goedgekeurd,
6. Vaststelling gemeente- en be
drijf sbegrootingen voor 1939,
alsmede van die voor de burger
lijke instellingen van weldadig
heid voor dat jaar.
ANTWOORD VAN B. EN W.
OP 'T RAPPORT DER
BEGROOTINGS-COMMISSIE.
Waalwijk, 26 October 1938.
Aan den Raad der gemeente
Waalwijk.
Wij doen U hiernevens in afschrift
toekomen het door de begrootings-
commissie uitgebracht verslag inzake
de gemeente- en bedrijfsbegrootingen
voor 1939.
Wij zeggen de commissie dank voor
den door haar geleverden arbeid en
voor de woorden van waardeering, die
zij heeft voor de zorg, aan de samen-'
stelling dier begrootingen besteed, als
mede voor het door ons college ge
voerd financieel beleid.
Met betrekking tol de door de com
missie gemaakte opmerkingen deelen
wij U alsnog hel volgende mede:
Hoofdstuk III. Openbare veiligheid.
Het is ons college aangenaam, dat
hel met betrekkin1* tot den luchtbe
schermingsdienst ..joger uitgetrok-
bedrag de instemming der commissie
heeft.
Hoofdstuk IV. Volksgezondheid
Post 126. Er bestaat een „verorde
ning op den geneeskundigen dienst
in de scholen", vastgesteld bij raads
besluit van 29 December 1911, waarin
tevens de taak van den schoolarts is
geregeld. Deze verordening is alsnog
voor de leden bij de overige, stukken
ter inzage gelegd. Mede is daarbij
overgelegd het eenigen tijd geleden op
gemaakt ontwerp eener nieuwe veror
dening. Het overleg daarover met de
Maatschappij voor Geneeskunde is nog
niet ten einde.
Post 132. De instemming der com
missie met ons hier gedaan voorstel
is ons zeer aangenaam.
Hoofdstuk VIII. Nijverheidsonderwijs
Het derde lid van artikel 57 der nij
verheidsonderwijswet schrijft voor,
dat de gemeente, die aan een bijzon
dere school subsidie verleent, de be
voegdheid heeft, zich door 2 gedele
geerde leden, te benoemen door den
gemeenteraad, in het bestuur te doen
ve r tegen woo rdi gen
Van die bevoegdheid is tot heden
nog geen gebruik gemaakt, omdat wij
voornemens waren U voor te stellen,
eerst lot aanwijzing van die gedele
geerden over te gaan, zoodra de uit
slag der aanslaande verkiezingen voor
den gemeenteraad bekend is, zulks
met het oogmerk, die aanwijzing per
zittingsperiode van den raad te doen
plaats vinden. Wij stellen U dan ook
voor, die aanwijzing tot dien tijd uit
te stellen.
Hoofdstuk IX.
Ondersteuning aan behoeftigen.
Post 321. Het is een bekend feit,
dal de uitgaven van het burgerlijk
armbestuur, dat zijn zorgen uitstrekt
over dat deel der gemeente, dat ge
vormd wordt door het grondgebied
der voormalige gemeente Waalwijk,
daadwerkelijk en ook omgeslagen per
hoofd van de bevolking, belangrijk
hooger zijn dan die der burgerlijke
armbesturen voor de voormalige ge
meenten Baardwijk en Besoijen.
Dit groote verschil vindt zijn oor
zaak in het feit, dat in eerstbedoeld
deel der gemeente verhoudingsgewijze
belangrijk meer zorggevallen moeten
worden behandeld dan in de beide an
dere deelen der gemeente. Verschil in
den maatstaf van ondersteuning tus-
schen de 3 armbesturen bestaat echter
niet. Trouwens, de functie van bedee-
lend armmeester bij het burgerlijk
armbestuur van Waalwijk wordt uit
geoefend door denzelfden persoon, die
gelijke functie bekleedt hij het burger
lijk armbestuur van Besoijen. Ook met
volgde gedragslijn niet juist was. In
tegendeel, de ondervinding was daar
om te bewijzen, dat een goed financi
eel beleid het volgen van dien stelre
gel zooal niet gebiedend voorschrijft,
dan toch minstens rechtvaardigt. Dat
deze stelregel niettemin de laatste ja
ren niet meer consequent werd door
gevoerd, was alleen en noodgedwon
gen een gevolg van het feit, dat zonder
gebruikmaking van het batig slot van
het laatstafgesloten dienstjaar veelal
geen sluitende begrooting was samen
te stellen zonder een aanmerkelijke
belastingverhooging.
Wanneer we echter, om een begroo
ting sluitend te krijgen, gebruik gaan
maken van het batig slot van het
laatstafgesloten dienstjaar, behoort
dit, uit een oogpunt van gezond finan
cieel beleid, slechts in beperkte mate
te geschieden en zooveel mogelijk be
perkt te blijven toth et reëeele of wer
kelijke voordeelige saldo, dat het be
trokken dienstjaar heeft opgeleverd.
Het dienstjaar 1937 leverde een ba
tig slot op van 17.963,44, doch het
reëecl batig saldo van dat dienstjaar
bedroeg, volgens de voor de leden ter
inzage liggende berekening, slechts
7.188,86.' Door slechts 10.000,—
van het batig slot van 1937 maar het
reservefonds over te boeken, brengen
we dus feitelijk reeds rond 775,
meer ten bate dezer begrooting dan
het reëele saldo groot is.
Is om deze reden het voorstel der
commissie o.i. reeds niet aanvaard
baar, ook met het oog op de daaruit
voor de begrooting 1940 voortvloeien
de consequentie lijkt ons de door de
commissie voorgestelde verlaging niet
wenschelijk.
Het gewone acres der uitgaven bui
ten beschouwing latende, zou de dienst
1938, om voor 1940 geen hoogere be
lastingheffing noodig te maken dan
voor 1939 wordt voorgesteld, een ba
tig slot moeten opleveren van
7963,44 (zie hiervoor) 2600,—
(zijnde 2/3 van de opbrengst van 5 op
centen op de gemeentefondsbelasting
bij een hoofdsom van 78.000,te
samen dus 10.563,44.
Bovendien mag niet uil het oog wor
den verloren, dat de lagere heffing der
gemeenlefondsbelasting (door een ver
minderd aantal opcenten) eveneens
van invloed is op het diens'tjaar 1940,
daar 1/3 van die opbrengst ten bate
van den betrokken begrootingspost
van het dienstjaar 1940 komt.
Wij kunnen er niet genoeg den na
druk op leggen, dat groote omzichtig-
reid ten opziohte van het financieel
beleid der gemeente, nog meer dan in
het verleden, geboden is.
Door de regeering toch zijn dezer
dagen wetsvoorstellen ingediend met
betrekking tot het gemeentelijk finan
cieel beleid, welke ten doel hebben om
de gemeenten meer zelfstandig dan
voorheen hare eigen financieele las
ten te doen dragen. Wanneer thans
een gemeente in geldelijke moeilijkhe
den komt te verkeeren, worden haar
door het rijk financieele bijdragen ver
leend om in hare behoeften te voor
zien. In de toekomst zullen die bijdra
gen niet of slechts in zeer uitzonder
lijke gevallen worden verleend.
De gemeenten zullen dan echter op
de eerste plaats ter voorziening in ha
re geldelijke tekorten nieuwe plaatse
lijke belastingen moeten heffen, waar
voor bedoelde wetsontwerpen de mo
gelijkheid in uitzicht stellen.
Op grond van al deze overwegingen
kunnen wij niet adviseeren, het voor
stel der commissie tot verlaging van
het aantal opcenten der g.f.b. te aan
vaarden.
Van deze gelegenheid maken wij ge
bruik, U te doen toekomen een nota
van wijziging der ontwerp-begrooting
voor 1939.
Burgemeester en wethouders
van Waalwijk.
NOTA VAN WIJZIGINGEN
der ontwerp-begrooting voor
de gemeente Waalwijk, voor
het dienstjaar 1939.
Na het gereedkomen der ontwerp-
begrooting voor het jaar 1939 is geble
ken. dat enkele wijzigingen daarin be-
hooren te worden aangebracht.
Volgnummer 5.
1. Uitkeering over
1939/1940 50691.75
2. Garantie-uitkeering
over 1939/1940, zijnde
5/9 van 36987.12 20548.40
71240.15
Van dit gezamenlijk bedrag van
71240.15 komt of 53430.11 ten
bate van het dienstjaar 1939.
Volgnummer 117.
Onder verwijzing naar hetgeen is
vermeld op bladzijde 14 bij volgnum
mer 117 in de Memorie van Toelich
ting bij de begrooting. zij medegedeeld,
dat dezer dagen is ontvangen de be
grooting voor den Warenkeurings-
dienst te 's-Hertogenbosch voor 1939.
waaruit blijkt, dat het aandeel der ge
meente Waalwijk in de kosten van
dien dienst voor genoemd jaar is ge
raamd op 797.02 of 102.98 minder
dan op de ontwerp-begrooting door ons
is uitgetrokken.
Volgnummer 352.
Inmiddels is voor 1939 verschenen
een nieuw Reglement der tewerkstelling
op eigen bedrijf voor kleine grondge
bruikers (steun aan kleine boeren).
De aanmelding voor steun ingevolge
dit reglemeht moet nog plaats hebben
(mag niet vóór 1 November a.s. ge
schieden).
Het is dus thans nog niet te zeggen
welke kosten deze steunregeling voor
onze gemeente voor 1939 zal mede
brengen. Aangezien deze vermoedelijk
niet veel zullen afwijken van de kosten
berekend naar de regeling 1938, heb
ben wij gemeend de daarnaar geraam
de bedragen, voorkomende op de ont
werp-begrooting. te moeten handhaven.
Volgnummer 418/425.
Sinds het gereedkomen der ontwerp-
begrooting is ook bericht ontvangen,
dat de rentevoet der rijksvoorschotten
voor woningbouw is gebracht op V/2
zoodat de annuiteiten, vervallende
in 1939, voor de eerste maal naar dien
verlaagden rentevoet berekend zullen
worden. Bij de begrooting kan hierme
de alsnog rekening worden gehouden.
De bedragen van de posten 418 en 425
zijn thans te stellen op 23598.45 of
1581.02 lager dan de bedragen, voor
komende op de ontwerp-begrooting.
Deze verlaging is op de ter inzage lig
gende gewijzigde bedrijfsbegrooting te
rug te vinden op de posten 15 en 18
(alsmede op 4 en 16). Het totaal bedrag
van de posten 15 en 18 (sub a) der be
drijfsbegrooting is namelijk gelijk aan
het totaal bedrag van de posten 421,
422, 423 en 425 der gemeentebegroo-
ting (zie ook den gewijzigden staat van
schulden achter op de bedrijfsbegroo
ting).
Volgnummer 419 en 424.
Als gevolg hiervan is ook post 419
(rijksbijdragen) te verminderen. In ver
band met ook nog andere noodzakelijk
gebleken kleine wijzigingen, als o.a.
verlaging van de rijksbijdrage voor de
kosten van „algemeen beheer" van
7.50 op 6.50 per woning, is deze
post thans te stellen op 15065.40 of
1243.49 lager dan het op de ontwerp-
begrooting uitgetrokken bedrag. (Zie
ook post 2 van de gewijzigde ontwerp-
begrooting voor het Woningbedrijf,
welke ter inzage ligt). Ook de gemeen
telijke bijdrage in het tekort voor de
desbetreffende woningblokken kan ver
laagd worden. Hetgeen de gemeente
minder aan het bedrijf uitkeert wegens
verlaagde bijdrage van rijk en gemeente
in de kosten van „algemeen beheer'
enz. (tot uitdrukking komende op volg
nummer 424, sub b), moet ze evenwel
aan het bedrijf weer uitkeeren als ver
hoogde uitkeering wegens nadeelig sal
do (volgnummer 424 sub a). Vandaar
dat volgnummer 424 sub a eenige ver-
nooging moet ondergaan 76.97),
terwijl onderdeel b van dat volgnum
mer verlaagd kan worden met het be
drag, waarmede de annuïteiten ver
laagd kunnen worden 1581.02; zie
de toelichting bij de volgnummers 418
en 425 hiervóór), vermeerderd met het
bedrag der verhooging van onderdeel
b 76.97), zijnde te zamen 1657.99.
Onderdeel a van post 424 is dus
thans te stellen op 10708.95
en onderdeel b van'
dien post op 20547.89
den bedeelenden armmeester bij het j circujajre van den Minister van Fi-
burgerlijk armbestuur van Baardwijk
vindt steeds overleg plaats teneinde te
bewerkstelligen, dat bij de beoordee
ling en behandeling der zorg-gevallen
zooveel mogelijk eenzelfde gedragslijn
wordt gevolgd.
Overigens gaat ons college zelf de
uitkeeringen der armbesturen steeds
nauwgezet na en bespreekt die uitkee
ringen, als daartoe aanleiding is, met
de betrokken bedeelende armmeesters.
Hoorfdstuk XII. Belastingen.
Hoe gaarne wij Uwen Raad ook zou
den willen mededeelen, dat wij ons
met het voorstel der begrootingscom-
missie konden vereenigen, spijt het
ons U te moeten adviseeren, dat voor
stel niet te aanvaarden en wel om de
volgende redenen.
Werd hier geruimen tijd behou
dens de laatste jaren bij het finan
cieel beleid der gemeente de stelregel
gevolgd, dat ieder jaar zije eigen las
ten behoort te dragen, in de daarjuist
bedoelde laatste jaren werd hiervan
afgeweken. Die afwijking vond niet
plaats omdat bewezen was dat de ge-
nancien d.d. 21 October 1938, Generale
Thesaurie, afd. Begrootingszaken no.
157. Daarin wordt medegedeeld, dat 't
bedrag der voorloopige uitkeering in
gevolge art. 3, letter c der Wet op de
Financieele verhouding, voor alle ge
meenten voor het uitkeeringstijdvck
1939/1940 wordt gesteld op 112,35
van de definitieve uitkeering over 36/
'37. Blijkens onze toelichting bij volg
nummer 5 in de Memorie van Toelici-
ting was bij het opmaken der ontwen-
begrooting nog niet bekend welk p<ï-
centage voor 1939/1940 was aan te
houden en is daarom genomen hetzef-
de percentage als gold voor 1938/193,
namelijk 112,14%. 112,35% van le
definitieve uitkeering 1936/1937 (id
45119.49) is 50691,75 of 94/5
meer dan 112,14 van genoemde ut-
keering, zijnde 50597.—.
Van dit bedrag van 94.75 komt 4
of 71.06 ten bate van den dienst 19
en wel ten bate van volgnummer 5, a-
derdeel a.
De berekening van dit onderdel
wordt thans als volgt:
zijnde samen 31256.84
of 1581.02 lager dan het uitgetrokken
bedrag op de ontwerp-begrooting.
Wij verwijzen hiervoor ook nog naar
de posten 2 en 3 van de ter inzage lig
gende ontwerp-begrooting voor het
Volgnummer 64.
Ook deze verzamelpost moet in ver
band met de rente-verlaging der annu
iteitcn voor woningbouwvoorschotten
gewijzigd worden. Het totaal moet na
melijk verlaagd worden met 1581.02,
zoomede het geraamde bedrag voor
Hoofdstuk XIII 4. Deze bedragen zijn
zoodoende te stellen op 28950.71 en
26990.71. Het geraamde bedrag voor
Hoofdstuk XIII 4 is het totaal van de
geraamde bedragen op volgnummers
423 en 425.
Volgnummer 462.
Als gevolg van de vorengenoemde
wijzigingen kan de post voor onvoor
ziene uitgaven worden verhoogd met
511.57 en gebracht worden op
6707.35.
Waalwijk, 25 October 1938.
Burgemeester en Wethouders
van Waalwijk.
Algemeene beschouwingen
De heer Pulles opent de alge
meene beschouwingén.
.Mijnheer de Voorzitter,
Als rapporteur der begrotingscom
missie voor de Begroting 1939 zij het
mij vergund nog even terug te komcu
op het rapport, door deze Commissie
uitgebracht, en het antwoord, dat bet
college van B. en W. hierop heeft ge
geven.
Over het algemeen heeft de Com
missie veel waardering voor de samen
stelling dezer begroting, waarvan zij
dan ook in haar rapport gaarne blijk
heelt gegeven. Dit behoeft echter
geenszins in te houden, dat de Com
missie deze begroting zonder meer tot
de hare moet maken, al heeft zij dat,
behoudens een paar posten, gedaan.
Hoofdstuk IV. Volksgezondheid.
Post 126. In het antwoord, dat wij
van Uw College op ons rapport moch
ten ontvangen, deelt U ons mede, dat
er een verordening op de geneeskun
dige dienst in de scholen bestaat, en
deze dateert van 29 Dec. 1911. Het
komt ons voor, dat deze verordening
wel wat verouderd is en in verband
met de grote uitbreiding van het aan
tal scholen en de gewijzigde toestan
den wel herziening wenselijk maakt.
I schrijft dan ook, dat voor enige tijd
een nieuwe verordening is opgemaakt,
doch het overleg met de maatschappij
voor geneeskunde nog niet beëindigd
is.
Deze concept-verordening is niet ge
dateerd, doch krijgt de Commissie naar
de inhoud te oordelen, de indruk dat
dit ontwerp reeds is opgemaakt in
1932. Zij vraagt zich af, waarom het
jaren duren moet, vooraleer tot defi
nitieve vaststelling van de nieuwe ver
ordening kan worden overgegaan.
In de oude verordening staat een
artikel, dat de controlerende genees
heer verplicht is, maandelijks de la
gere scholen te bezoeken, echter met
uitzondering van de bijzondere scho
len, die slechts op verzoek der betref
fende schoolbesturen of hoofden van
scholen behoeven te worden bezocht.
De commissie vraagt zich af, of het
Gemeentebestuur geen bevoegdheden
heeft, om ook in deze scholen op ge
regelde tijden een geneeskundige con
trole te verplichten. Temeer acht de
Commissie dit wenselijk, daar toch het
merendeel van de leerplichtige jeugd
de bijzondere lagere scholen bezoekt,
en een regelmatig controle van vitaal
belang kan zijn.
Ook in het nieuwe ontwerp komt
een artikel voor, dat van veel beteekc-
nis moet worden geacht, doch dat nog
ongunstiger is, dan het betreffende ar
tikel in de oude, nog van kracht zijnde
verordening.
Hoofdstuk VIII. Nijverheidsonderwijs.
Post 289. Benoeming gedelegeerde
leden uit de Raad in het bestuur der
Nijverheidsschool.
De Commissie kan zich geheel ac-
coord verklaren, dat eerst na de ge-
meenteraads-verkiezingen tot benoe
ming hiervan wordt overgegaan.
Hoofdstuk IX. Ondersteuning aan
behoeftigen.
Post 321. De Commissie stelt er prijs
O]), in geheime vergadering op deze
aangelegenheid nog eens te kunnen te
rugkomen.
Hoofdstuk XII. Belastingen.
Van Uwe uitvoerige uiteenzetting,
ter motivering Uwer bezwaren op het
voorstel der Commissie, namen wij
met belangstelling kennis, doch wij
kunnen deze niet tot de onze maken.
Wij zien een bezwaar in het overne
men van ons voorstel niet. Indien hier
inderdaad door de Commissie een
voorstel wefd gedaan van zodanige
strekking, dat hierdoor gevaar zou be
staan, de gemeente-financiën nu of
de eerstkomende jaren in gevaar te
brengen, zouden wij heus hebben na
gelaten, hiermede voor de Raad te ko
men. Het betreft hier slechts een voor
stel over een totaal bedrag van
3.900.- waarvan dan slechts 2.600.-
ten laste komt van het jaar 1939, ter
wijl de resterende 1.300.op 1940
komen te drukken. Deze ƒ3.900.
vraagt de commissie tot verlaging van
de Gemeentefonds-belasting met de
wetenschap, dat na deze geringe ader
lating het reservefonds toch nog =t=
f 30.000.— inhoudt.
In Uw antwoord schrijft U:
„Wanneer we echter, om een be
groting sluitend te krijgen, gebruik
gaan maken van het batig slot van het
laatstafgesloten dienstjaar, behoort
dit, uit een oogpunt van gezond finan-
tiëel beleid, slechts in beperkte mate
te geschieden en zoveel mogelijk be
perkt te blijven tot het rëele of werke
lijke voordelige saldo, dat het betrok
ken dienstjaar heeft opgeleverd."
Wij menen U echter beleefd te mo
gen opmerken, dat zulks door U ook
niet steeds in acht genomen wordt.
Immers in de Memorie van Toelich
ting op de Begroting 1937 onder
Hoofdstuk I, volgno. 1 van de Gewone
Dienst, zegt U, dat behalve het ge
hele batig saldo over 1935 groot
10.475,47 nog 8.000.geput moet
worden uit het z.g. Fonds voor bijzon
dere deoleinden. Hier wordt dus door
U van dén, als het ware geijkten regel
afgeweken, blijkbaar om belasting
verhoging te voorkomen.
Door de Commissie wordt gevraagd
slechts 2600.minder in het Reser
vefonds te storten, om hierdoor belas
tingverlaging mogelijk te maken, te
vens met de wetenschap, dat toch nog
7.400.van het overschot 1937 in
dit fonds kan worden gestort.
Verder zegt U, dat de dienst 1938, om
voor 1940 geen hogere belastingheffing
nodig te maken dan voor 1939 wordt
voorgesteld, een batig slot zou moe
ten opleveren van tezamen 10.563,44.
Indien de vrees bij B. en W. zou be
staan, dat zulks niet mogelijk zal zijn,
ran mogen wij hierbij toch opmerken,
dat door ons voorstel hier slechts van
een hogere uitgave van ƒ3.900.
sprake is. Zouden wij dus moeten
aannemen, dat dit bedrag niet extra op
de Dienst 1938 zou overschieten, dan
is er naar de mening der Commissie
niet het minste bezwaar, om ook dit
bedrag le zijnertijd uit de gevormde
reserve te putten.
Gaan wij de saldi na van de achter
ons liggende dienstjaren, dan is er niet
de minste reden om ons beangst te ge
voelen.
In 1937 was er een
overschot van 17.963,
1936 5.035,—
1935 10.475,—
1934 32.234,-
1933 26.612,—
1932 13.841,
1931 2.088,-
1930 44.877,—
Nagaande de Memorie van Toelich
ting dezer jaren, dan konden wij daar
in vaak een zeer sombere toon waar
nemen, ook van die begrotingsjaren,
die later grote overschotten te zien
gaven.
Wij zeggen zulks niet om critiek uit
te oefenen. Integendeel. Het is ver
heugend, dit te kunnen constateren.
Doch voor ons geeft zulks een veilig
gevoel en een zekerheid, dat ons voor
stel zonder het minste bezwaar kan
worden geaccepteerd.
De heer v. Gent wil zich over het
algemeen aansluiten bij de waar-
i Jeerendewoorden die de rapporteur
van de commissie tot B. en W.
gericht heeft. Spr. wil er op wijzen
dat over het algemeen de conjunc
tuur in onze plaats van dien aard
is dat er reden is voor belasting
verlaging.
Spr. is van meening dat. daar
thans de mogelijkheid kan gevon
den worden om de burgerij eenigs
zins te ontlasten de gemeente dit
ook doen moet. Spr. zegt dat men
nu niet alleen moet kijken naar de
mooie begrooting, maar ook naar
het feit dat de werkeloosheid steeds
stijgende is en de moeilijkheden
voor den middenstand en de in
dustrie zeer zwaar zijn.
Spr. heeft vorig jaar aangedron
gen op verlaging der personeele
belasting voor de hotel- en restau
rantbedrijven, die onder zware las.
ten gebukt gaan. Thans komt men
met het voorstel de opcenten op de
gemeente fondibelasting te veriagen
maar spr. wil daarbij ook de aan
dacht eens vestigen op de eleclri-
citeitstarieven, die van dien aard
zijn dat zij voor velen een te hooge
uiigave eischen; wanneer spr. even
wel naar het batig saldo kijkt dat
dit bedrijf oplevert, dan moet tarief
verlaging mogelijk zijn. Zoo is het
ook met het watei bedt ijf. Spr. wil
geen kritiek uitoefenen op het be
leid van B. en W. maar hij moet
toch zeggen dat de hooge druk,
door die tarieven op de burgerij
veroorzaakt, wel eenigszins vermin
derd zou kunnen worden, Spr. wil
dan ook zeer in de aandacht van
B. en W. aanbevelen de mogelijk
heid om den druk van de belas
tingen te verminderen.
De heer Roxs is er zeker van dat
de begrootingscommissie de zaken
werkelijk serieus heeft overwogen.
Het spijt spr. desondanks te moeten
zeggen dat hij niet voor belasting
verlaging is. Spr. beschouwt den
tijd daarvoor thans nog te kritiek,
terwijl men bovendien nog niet
weten kan wat de gemeente in de
toekomst nog boven bet hoofd
hangt, door misschien toenemende
werkloosheid. Spr. acht zich daarom
niet verantwoord thansdegemeente
fondsbelasting met 5 opcenten te
gaan verlagen, terwijl misschien het
volgend jaar deze belasting met 20
of 25 opcenten zou moeten worden
verhoogd.
Naar spr.'s meening is het ook
lang niet uitgesloten te achten dat
de uitgetrokken post voor werkver
schaffing en steunverleening over
schreden zal moeten worden.
De heer v. Driel kan zich over
het geheel bij de woordeD van den
heer Roxs aansluiten. Spr is ook
de meening van B. en W. toegedaan
om de opcenten voorloopig niet te
verlagen, zoodat hij niet mot het
voorstel van de commissie kan
meegaan.
De Voorzitter kan de Commissie
ten aanzien van haar meening be
treffende de instructies van den
schoolarts gelijk geven. Spr. zegt
dat dit een oude kwestie is, daar
B. en W. reeds enkele jaren geleden
geprobeerd hebben die anders vast
gesteld te krijgen. B en W. hadden
deze instructies aan de plaatselijke
artsen ter inzage gezonden, doch
daarop is nooit een antwoord ont
vangen, zoodat deze kwestie in het
vergeetboek geraakt is. Spreker zegt
toe dat B. en W. pogingen in het
werk zullen stellen om de nieuwe
instructies zoo spoedig mogelijk
vastgesteld te krijgen.
De heer Pulles zegt dat in de
oude verordening was bepaald dat
het onderzoek maandelijks moest
plaats vinden. In de nieuwe veror-
Gemeenteraad Waalwijk.
t^p ae eerSie piaaiö wcia oiiivauyeu
11JK arillUCSlUUl Jl ÜC CCl^lC pjciaio WCIU
Gemeente-WoningbedriifDe aldaar
onder volgnummers 2 en 3 sub a ver
melde bedragen, maken te zamen het
bedrag van post 424 sub b der gemeen
te-begrooting, terwijl het bedrag van
volgnummer 3 sub b overeenkomt met
dat van post 424 sub a der gemeente-
begrooting.