Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERS1E BLAD JAAR ZATERDAG 19 NOVEMBER 1938 61c JAARGANG. NUMMER 92. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijsper 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN Telegr.-adres: ECHO. Telefoon No. 38. vraag te doen stellen: is de dader vol ledig toerekeningsvatbaar of' althans: was hij dit op het moment, toen hij zijn daad stelde? En terwijl het zoo staat geschapen met de schuldvraag en speciaal met de mate van schuld van den éénen dader, wanneer althans het recht zijn ge woon beloop kon hebben, worden hon derdduizenden, die aan deze daad, welke voor een clemente beoordeeling zeker ruimte laat, behandeld op een wijze, die voor den ellendigsten mis dadiger, wiens schuld onherroepelijk vaststaat, haast al hard genoeg zou zijn. „Wanneer het recht zijn loop kon hebben"! Maar dat is juist het vrec- selijke, dat de jongste gebeurtenissen in Duitschland te aanschouwen geven: om „recht" wordt niet gemaald. Recht bestaat niet meer. Recht is alleen men heeft het zoo openlijk mogelijk uitgesproken wat het nationaal- socialistisch belang dienen kan. Ge weld heeft de plaats van het recht Vol ledig bezet ende opgroeiende jeugd, opgeschoten knapen worden op de allereerste plaats belast met de uit voering van dit het recht vervangende geweld. Zij worden eenvoudig groot gebracht in de geweld-zonder-recht- gedachte, in theorie en door de gruwe lijkste practijk. Met schrik vraagt men zich af, wat voor een mentaliteit dit alles bij het opgroeiend geslacht kwee ken zal. Een mentaliteit, die een be dreiging gaat vormen voor alles en allen, die nog aan het recht willen vasthouden, en die daardoor elke re- eele pacificatie van de wereld eenvou dig onmogelijk maakt. Men lette slechts op de reactie in het buitenland. Openlijk wordt bet reeds uitgesproken, dat nooit of nim mer de inboorlingen van koloniale ge bieden mogen worden uitgeleverd aan een dergelijk barbarisme. Het lijdt geen twijfel: de overgroo- le meerderheid van het Duitsche volk zelf zou zich vol afschuw over het ge beurde uitlaten, indien er nog uitings vrijheid bestond. En dan neemt men het in Duitschland aan de publieke opinie in het buitenland nog kwalijk, dat deze over het gebeurde in het nazi rijk zich durft uitspreken. Het is een In een soort sprakelooze ontzetting staart de beschaafde wereld naar het geen er zich de laatste dagen in Duitschland heeft afgespeeld. Men was heel wat gewoon, maar wat we thans moesten aanschouwen had toch nauwelijks iemand mogelijk ge acht. Als iedere Duitsche Jood, geen en kele uitgezonderd, vrouwen en kinde ren inbegrepen, persoonlijk zich aan den gruwelijksten misgreep tegenover den staat had schuldig gemaakt, dan had men zich geen vreeselijker straf gericht kunnen indenken. En toch. al die mannen, vrouwen en kinderen, die op zoo onmensche- lijke harde wijze worden mishandeld, boeten voor de misdaad van één knaap een zeventien jarigen jongen, die, als verbijsterd door het leed, zijn ouders aangedaan, een wanhoopsdaad beging, die, hoe veroordeelenswaardig ook, t' zelfs den meest onhandigen advocaat, door leeftijd van den dader en omstan digheden van het misdrijf, zoo uiterst gemakkelijk zou maken, verzachtende omstandigheden te pleiten en zelfs de paald door de mate, waarin het klein bedrijf in staat bleek, zich aan de ver anderde omstandigheden aan te pas sen. Een ding is echter zeker, dat de kleine, zelfstandige ondernemers in hooge mate op samenwerking zijn aan gewezen: wie in volkomen onafhan kelijkheid op zich zelf wil blijven staan, zal door de feiten tot de over tuiging komen, dat dit een ijdel pogen is. Zulke samenwerking, die altijd bin ding in een of ander opzicht beteekent, kennen wij reeds sedert jaren in de inkoopcombinaties, die in verschillen de takken van den detailhandel met groot succes zijn werkzaam geweest. Zoo komt thans het „vrijwillig fili aalbedrijf" als een nieuwen vorm van samenwerking tusschen zelfstandige kleinhandelaren, een samenwerking op breedere basis en die in de praktijk zeer effectief is gebleken. Zij vereenigt tot een gezamenlijke inkoopcombinatie een geselecteerde groep van detaillisten, die in hun be drijven niet enkel de voordeelen van gezamenlijk inkoopen genieten, maar ook de voordeelen van een deskundige controle op hun zaken, van uitgebrei de technische voorlichting en gemeen schappelijke reclame. Zij kan niet alleen winkeliers om vatten, maar ook grossiers, en in nauw contact werken met de producenten der gevoerde artikelen; daarbij laat ze de aangeslotenen in zooverre hun on afhankelijkheid, dat zij ook buiten de combinatie relaties kunnen onderhou den. Wie de ontwikkeling nagaat, die el ders deze „vrijwillige ketens" van klei nere zaken hebben doorloopen, en let op den invloed, welke zij op het vak- m.anschap der deelnemers uitoefenen, zal het optimisme verstaan, dat voor het zelfstandige, goedgeleide en ge zonde kleinbedrijf nog altijd een toe komst aanwezig ziet. Dat de weg van den middenstander niet over rozen gaat, weet ieder wel uit eigen ervaring; de constructieve veranderingen, die het bedrijfsleven doormaakt, hebben het deel, dat de distributie der goederen verzorgt, al zeer sterk getroffen, aldus het Hsgz. Het vraagstuk van grootbedrijf te genover kleine onderneming heeft misschien juist op het terrein der goe- derenverdeeling zijn scherpsten vorm aangenomen, al stelt het zich niet min der actueel op andere onderdeelen van het economische leven. Men kan niet tegenspreken, dat de groot-onderneming in sommige op zichten voor de consumenten voordee len afwerpt; dat ze wat de organisatie van in- en verkoop betreft, in staat is bepaalde methoden meer systematisch en geperfectioneerd toe te passen, en dat ze door een gunstige omzet van goederen de distributiekosten per goe dereneenheid heeft weten te drukken, zoodat ze meer economisch werkt. En dit laatste weegt juist bij de goe- derenverdeeling, waarvan bekend is dat zij relatief de prijzen voor den consument vaak zeer verhoogt, bij zonder zwaar, vooral in een tijd, waar in verminderde koopkracht bij het publiek lagere prijzen vraagt, wil de goederenomzet worden op peil gehou den of vermeerderd. Van den anderen kant zou het sa mentrekken van het economisch leven in al zijn vertakkingen binnen weinig talrijke, omvangrijke en machtige on dernemingen, gepaard gaande met de uitschakeling op groote schaal van de kleine zelfstandige bedrijven, een ern stig sociaal verlies beteekenen. Het grootbedrijf kent naar de erva> ring leerde» in zich factoren, die zijn werkzaamheden vanzelf begrenzen, terwijl anderzijds de mogelijkheden tot ontwikkeling mede worden be- o.m. door toevoeging van codeïne „zuiver binnenlandsche aangelegen heid". Alsof een zoo radicale en weer zinwekkende vertrapping van 't recht ooit een „zuiver binnenlandsche aan gelegenheid" zou kunnen zijn! 1843 1938 Zondag j.l. arriveerde op Schiphol de familie Silbersteim, man, vrouw en eenig kind, een meisje van 7 jaar. De mcnschen waren de hel in Duitsch land ontvlucht. Waarschijnlijk konden ze geen geld genoeg toonen aan de Ne- derlandsche douane-beambten. Die moeten in zoo'n geval de stakkerds terugsturen. De familie Silberstein werd in een keerend vliegtuig gezet en naar Ber lijn teruggestuurd. Maandag deden de ongelukkigen in DOOR ERVARING STERK troosting vinden? Marguerite weifel de, doch slechts één enkel oogenblik. Toen was haar besluit genomen. Ze had zoo lang haar leed gedragen, ze zou haar kruis blijven torsen tot het einde, het einde dat misschien dicht bij was. Ik kan niet, antwoordde ze zacht en heesch, vraag me niet langer. Het is een foliering telkens „neen" te moe ten zeggen. Dan zal ik niet langer vragen, was het vriendelijke antwoord, ik weet dat ,u me zou vertrouwen als u kon spreken over uw verdriet. Maar, als u me dan niets kunt vertellen over uw leven, misschien wilt u me dan zeg gen hoe het medaillon in uw bezit is gekomen? U weet toch dat ik schuld bekend heb? Ethel vervolgde tot juffrouw Grey: Dan heeft u valschelijk schuld bekend. Het medaillon uit uw koffer de gestolen juweelen zijn teruggevon den, er ontbreekt er niet één, ook hel in diamant gevatte medaillon dat ik van mijn moeder kreeg is er bij, nog gewikkeld in het papier, waarop ze zelf een opdracht schreef. Het is nooit geopend geweest. De beide medaillons zijn nu in ons bezit. Een kreet ontsnapte de bleeke lip pen. U hebt beide medaillons? zei ze met trillende stem. Ja, en het is dus onmogelijk dat u het mijne hebt weggenomen. Geen antwoord. (Wordt vervolgd). U deed het omdat u iets te verbergen had, nietwaar? Juffrouw Grey vouwde haar handen samen met een smeekend gebaar, maar Ethel ging voort: Wij weten dat er een geheim in uw leven is en ik geloof dat we eindelijk weten wat het is! De hertogin schrok van het doods- bleeke gezicht en de wanhoop in de stem, die riep: O, neen, dat niet! dat niet U heeft niets te vreezen, zelfs wanneer ik uw geheim heb doorgrond. Integendeel, als het is, zooals mijn va der en ik denken, zult ,u uw leven lang goed verzorgd worden. Juffrouw Grey slaakte een zucht van onuitsprekelijke verlichting. Welk geheim de hertogin ook mocht mee- nen doorgrond te hebben, het was niet het ware! Ethel ging rustig door: Als u nu naar me wilt luisteren, zal ik u alles vertellen. Maar vóór alles vraag ik u me te willen vertrouwen, wat ook het geheim van uw leven mag zijn. Een hartstochtelijk snikken was het antwoord. Probeer het, zei Ethel vriendelijk, als ik naar u kijk, ben ik er zeker van dat uw ziel vrij is van zonde. Maar als u gebukt gaat onder een groot ongeluk, of als anderen tegenover u hebben misdaan, vertel het me, ver trouw me Een oogenblik van diepe stilte volg de. Zou ze het haar vertellen? Zou ze haar hart uitstorten voor haar kind, dat met zulke liefdevolle oogen naar haar keek? Zou ze dan eindelijk ver leidde baar, maar werd niet in de eigenlijke gevangenis toegelaten. Hij vond het feit dat Ethel zou gaan hoe langer hoe minder prettig. HOOFDSTUK XLIX. Dit is no. 44, zei de directrice, loen ze een uitdrukking van angstige verwondering op het gezicht van de hertogin zag komen. Ethel wierp een verschrikten blik in de cel. Ze zag een kleine, vierkante ruimte,, verlicht door een raampje, waardoor men slechts een glimp kon zien van de blauwe lucht. Er stond 'n smal ledikant, een kleine, ruw-houten tafel en een stoel. Toen ze de cel bin nentrad, stond een slanke gestalte langzaam op van den stoel. No. 44 sloeg haar oogen niet dadelijk op; ze dacht dat de directrice haar iets kwam zeggen over het werk. De hertogin van Neath heeft toe stemming gekregen je te bezoeken, zei de directrice. Een gesmoorde kreet klonk, een blik van groote smart kwam in de oogen van de gevangene; ze hief haar han den op in een gebaar van wanhoop. De hertogin ging naar haar toe, ze hield haar beide handen naar de gevangene uitgestrekt, maar de wanhopige vrouw wilde haar niet aanraken. Ik ben niet waard u te mogen aanraken, riep ze, achteruit deinzend. Ik ben gekomen als uw vriendin, zei Ethel zacht. Spreek met me, kijk me aan. Bent u niet blij me te zien? Waarom zou u bang voor me zijn? Als ,u iets voor me wilt doen, ga dan heen, smeekte de gevangene. Neen, ik ben gekomen om met u te praten. Waarom wilt u dat ik weg zal gaan? Vroeger hield u toch van me, juffrouw Grey! Van haar houden! Zat ze niet opge sloten tusschen deze sombere muren, omdat ze Ethel boven alles liefhad? Had ze haar leven niet ten tweede ma le geofferd, omdat door een verder on derzoek haar geheim zou zijn onthuld en er droefheid zou zijn gekomen in het leven van haar kind? Maar de zachte stem ging voor! Wendt u niet van me af, ik ben toch gekomen omdat ik van u houd, om u te troosten en te zien wat we voor u kunnen doen? Ik ben er immers zeker van dat u onschuldig is. Neen! Neen! Ik ben schuldig, riep de vrouw haastig. Dat is juist waarom ik hier ben gekomen. We zijn nu allemaal over tuigd dat u niets te maken heeft ge had met den diefstal van de juweelen. Waarom noemt u zich schuldig als u zelf weet dat het niet zoo is? Laat me met u mogen praten. Kijk me aan en luister naar me. Langzaam werd dat bleeke gelaat naar haar opgeheven. De hertogin keek haar opmerkzaam aan. U is het en toch ook weer niet, zei ze verbaasd. Wat is er in u veranderd? Toen, onder de witte gevangenis- kap, zag ze een paar krulletjes goud blond haar, zacht en fijn, als van een kind. Waarom deed u dit? vroeg ze. Waarom verfde u uw haar donker? van „De Echo van het Zuiden' Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Nadruk verboden. 37) Deze woorden schenen lord Stair te verontrusten. Hij wist hoe zorgvuldig alles voor Ethel was verborgen ge houden, hij wist dat Ethel zelfs geen vermoeden had dat er een geheim ver bonden was aan haar moeders dood. Hoe vreeselijk als dit geheim onthuld zou worden! Als deze vrouw werke lijk Phoebe Askern was, als zij werke lijk iets wist omtrent de reden van dien rampzaligen tocht en indien zij deze reden zou vertellen, wat zouden de gevolgen zijn? Deze gedachten ver ontrustten hem zeer. Het zou veel be ter zijn dat iemand anders ging in- plaats van Ethel. Ethel bemerkte dat haar vader on gerust was. Papa, zei ze, terwijl ze hem met haar openhartige donkere oogen aankeek, papa, zou u misschien liever willen dat ik niet naar de ge vangenis ga? Daar heb ik geen enkele reden voor, bracht hij met moeite uit. Enkele dagen later ging de hertogin naar de gevangenis om een bezoek te brengen aan no. 44. De hertog bege- rjaeOBDAHAPlü OIOSEM De dubbele samenstelling van Abdijsiroop uit kruiden-extracten en ..codeïne" maakt haar werking snel en veelzijdig. Die groote hoest- stillende kracht van Abdijsiroop, die U 's-nachts vrijwaart van dien naren kriebelhoest. heeft haar te recht den naam gegeven van .,'s-Werelds béste Hoestsiroop". Zij helpt U binnen den kortst mo gelijken tijd en op afdoende wijze af van vastzittend slijm, prikkel- hoest en benauwende hoestbuien. Akker s Abdijsiroop zal U helpen in den strijd tegen ontstoken slijm vliezen en gevoelige luchtpijpen. ACONI1UM Benige der 20 kruiden tegen hoest, griep, bronchitis, asthma Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 1