Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. 95 „NOOBD-BRABAND" F. DE LEEUW FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Twee Bladen. EERSTE BLAD JAAR HET GEHEELE JAAR DOOR ZOOWEL IN JUWEELEN, HET DIAMANTEN MEDAILLON. NUMMER 93. WOENSDAG 23 NOV. 1938. 61c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijs per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Zooals le verwachten was, is het of- ficieele bezoek van den sympathieken Belgischen koning één triomf gewor den. Het begon te Roosendaal, waar de Commissaris der Koningin in Noord brabant ter ontvangst aanwezig was met de autoriteiten die aan Z. M. tij dens z'n verblijf in ons land zijn toe gevoegd en waar de burgemeester op het keurig versierde perron gelegen heid had een herinnerings-band aan te bieden. Per extra trein ging hel toen naar Amsterdam; terwijl in Rotterdam Prins Bernhard instapte om den hoo- gen gast naar de hoofstad te begelei den. Hier ontving H. M. de Koningin haar gast aan de trein en na de zeer harte lijke ontmoetingen en de nationale lie deren werden de autoriteiten in de wachtkamer voorgesteld en daarna begon de triomftocht door Amster dam op weg naar het paleis. Zelden heeft men bij den intocht van een vreemden monarch zooveel oprechte geestdrift gezien. Leve ko ning Leopold! klonk telkens weer, en het was in waarheid een entree tri- omphale. Vooral op Den Dam was het ent housiasme geweldig, speciaal toen de Koningin en de Koning op het balcon verschenen. Hoe diepen indruk deze warme ontvangst op hem maakte tee- kende zich duidelijk af op zijn ernstig gelaat, waarover echter na enkele oogenblikken een dankbare, gulle glimlach ging, toen hij als in een plot selinge opwelling wuivend met zijn uniformpet de massa's teruggroette en zoo zijn vreugde uitte over de warm te, waarmede het Nederlandsche volk hem van zijn vriendschap voor hein en zijn volk zulk een ondubbelzinnig blijk gaf. Om 6.45 uur ontving de koning de vreemde missies en ten 8 uur begon de gala-maaltijd ten paleize, waaraan behalve de vorstelijke familie, 121 au toriteiten deelnamen. Aan dezen maaltijd hebben de Ko ningin en de Koning het woord ge voerd en om de belangrijkheid en har telijkheid mogen die hier volgen. H. M. de Koningin zeide: SIRE, Het is Mij een groote vreugde, Uwe Majesteit te dezer plaatse welkom te mo gen heeten. Deze woorden sprekend, weet Ik, dal zij de gevoelens vertolken waarmede ge heel Nederland, en wel niet alleen in Europa, maar bijzonderlijk ook onder de keerkringen, zich verheugt over het be zoek, dat Uwe Majesteit Mij heeft willen brengen. Mijn volk acht zich met Mij gelukkig, zich door Hare komst in staat te zien gesteld, uiting te geven aan zijn warme waardeering voor de zoo talrijke persoonlijke bewijzen van vriendschap, aan Nederland door Uwe Majesteit be toond, alsmede voor de zoo groote be langstelling in Nederlandsch-Indië, waar van Zij bij herhaling blijk gaf. Nederland en België zijn gelijkelijk gehecht aan de burgerlijke vrijheden, die, te zamen met zin voor orde en goed bestuur, den on- vervreemdbaren grondslag vormen van hun staatkundig leven. Voor beide mocht de prijs van moeite en worsteling zijn een regeeringsvorm, die, rekening hou dend met het karakter hunner samen stellende elementen, ruimte laat voor door eigen kracht verstandig geleiden groei en ontwikkeling. De positie, die elk onzer landen in West-Europa door natuurlijke ligging en eigen staatkundig inzicht heden ten dage inneemt, ver toont overwegende overeenstemming met die van het andere. Niemands volgeling en niemands belager, zijn beide evenzeer gehecht aan de bevordering, waar mo gelijk, van goede internationale verhou dingen. Zoo kon het niet anders of tusschen Nederland en België moest, ofschoon elk zijn eigen leven wil leiden, een gezinheid ontstaan van werkelijke toenadering. En mogen al tusschen hen belangenverschil- len bestaan bij naburen kan waarlijk niet anders worden verwacht Ik ken er geene, die niet door vergelijk of langs andere wegen des vredes tot oplossing kunnen worden gebracht. Te eerder moet dat mogelijk zijn, daar er, niet het minst op het gebied van handel en ver keer, zoovele gemeenschappelijke belan gen bestaan, ook tegenover een mede dingende buitenwereld. Ik hef Mijn glas op, Uwer Majesteit ter eere, en wensch tevens dezen dronk te wijden aan Haar Huis, zoomede aan den voorspoed van een gelukkig België. Z.M. Koning Leopold heeft daarna de volgende rede gehouden Levensverzekering 1843 1938 GEEFT ZEKERHEID. DOOR ERVARING STERK. MEVROUW, In de eerste plaats betuig Ik Uwe Maje steit Mijn innigsten dank voor de zoo vloeiende woorden, die Zij tot Mij heeft gericht. Het onthaal, dat Ik van de Nederland sche bevolking mocht ontvangen, is Mij naar het hart gegaan. Ik zal het met ont roerende erkentelijkheid gedenken, want uitermate dierbaar is Mij de vriendschap van het Nederlandsche volk. Het verheugt Mij, dat Mijn bezoek zoo kort na de jubileumfeesten kon geschie den, die in het aanschijn van de wereld Nederlands verknochtheid aan zijn ver eerde Koningin hebben bevestigd. Op indrukwekkende wijze is het liefdevol vertrouwen van Uwe onderdanen in het Vorstenhuis gebleken. Hierdoor werd plechtig het helder inzicht van Uw ver heven zending erkend, en met hoop en trots mocht Nederland de geboorte van Prinses Beatrix begroeten. Ik heb meermaals Uw land bezocht. Ik had het voorrecht vele Uwer mede burgers te ontmoeten. Bij talrijke gelegen heden heb Ik de geestelijke en moreelc deugden van het Nederlandsche volk on dervonden en op prijs gesteld: de vast heid van zijn oordeelkundige nuchter heid, door een zoo liefderijken eerbied voor de natuur gemilderd. Het openbaar leven is in zijn heelen omvang door drongen van deze sterke persoonlijkheid. Mijn mooiste reizen waren in Neder landsch-Indië. Ik heb Uw koloniaal rijk met buitengewone belangstelling door kruist. Ik heb Uwe onderlegde beheer ders aan het werk gezien en de weten schappelijke voorlichting bewonderd, die hun arbeid bevrucht. Vaak denk Ik aan Mijne beide Indische tochten terug en herzie Ik in gedachten die heerlijke; gewesten met de wonderen der schep ping bedeeld. Alleen een volk met een hoogstaand cultuurleven kan een zulkdanig gebied behoorlijk beheeren. De Nederlandsche universiteiten, met haar onfeilbare we tenschappelijke traditiën, zijn een gees telijk sieraad van de beschaafde wereld. Negen Nobelprijzen werden door de Hol- landsche geleerden onder de regeering van Uwe Majesteit behaald en hebben Nederlands gezag ver over zijn grenzen uitgebreid. Uwe schrijvers en dichters, zoo nauw met de onze verwant, stonden meermaals aan de spits van de Euro- peesche letteren, terwijl Uwe schilders een eereplaats in al de musea hebben ver overd. Aan grootsche ondernemingen heeft zich de Nederlandsche techniek be proefd. Daarvan getuigt de volmaaktheid van uwe wegen en waterstraten, de toe rusting van uwe scheepvaart en de ver staan vol bewondering over onze groote soiteering en onze aparte, smaakvolle artikelen. bezoeken wij vele binnen- en buitenlandsche fabrieken en koopen daar de meest aparte en de meest f ij n e s tu k k e n. goud, zilver, pleet en horloges vindt U daarom b ij ons iets bijzonders, in alle prijzen. Komt ook eens kijken, ook U zuit versteld staan. Bij „DE LEEUW" slaagt U altijd I Hofjuwelier Kerkstraat 39, DEN BOSCH. metelheid van dat ontzaglijke werk aan de Zuiderzee, waar Uw volk zegevierend een nieuw grondgebied aan den Oceaan betwist. Mevrouw, Met den dag voelen de kleine volkeren de noodwendigheid van toenadering en wederzijdsch hulpbetoon, willen zij niet in conflicten worden betrokken, waar hun eigen belangen niet mede zijn ge moeid. De angstige dagen, die onze beide vol keren onlangs moesten beleven, hebben de doelmatigheid doen blijken van een politiek, die tegenlijk vrede en onafhan kelijkheid nastreeft. Nederland, zei Uwe Majesteit, wil zich zelf blijven. Heerlijke en fiere leus, die Nederland al lang heeft toegepast en die toeliet, dat het ongedeerd de tragische crisissen kon ontwijken, die zijne naburen getei sterd hebben. De toenadering van kleine staten verruimt de sfeer van hun actie en van hun gezag. Een solidaire houding kan den ooriog buiten onze grenzen we ren. Maar, en Uwe Majesteit heeft het op een verheven plan toegelichtde van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Nadruk verboden. 38) Juffrouw Grey, zei Ethel smee- kend, antwoord me, vertel me hoe u aan hel medaillon kwam. Ik kan niet. Met onuitputtelijk geduld ging Ethel voort: U weet dat n me kunt vertrou wen, u weet dat ik u nooit zal ver raden. Waarom wilt u het me dan niet vertellen? Omdat ik liet niet kan, riep ze wild. Ik begrijp dat u er me ohi zult haten, dat u me ondankbaar moet vin den, maar de hemel weet, dat ik niet ondankbaar ben. Ik kan u niets zeg gen. O, riep ze heftig, haar armen uit strekkend, als u eenig gevoel van me delijden hebt, ga dan heen en martel me niet langer. Laat me alleen. Ze viel op haar stoel terug en be dekte haar gelaat met de handen. HOOFDSTUK L. Het spijt me dat ik u verdriet hel) gedaan, zei Ethel na een pauze. Ik zal u vertellen waarom ik er alles voor zou over hebben 0111 te weten hoe u in het bezit van dat medaillon gekomen bent. Ik heb u zoo dikwijls verteld van mijn moeder, die op zoo'n tragische manier 0111 het leven kwam. Ik heb u verteld dat mijn vader, lord Stair, twee medaillons liet maken; een voor mij en het andere voor mijn moeder. Mijn moeder wikkelde het mijne in een papier en schreef erop: „Voor mijn dochter Ethel, als ze oud genoeg zal zijn om haars vaders ge zicht te erkennen". Dat medaillon is mijn grootste schat geweest. Moeder droeg het hare steeds en mijn tante, lady-Holt, die toen moeder leefde ook op Oakclifft woonde, herinnert zich, dat zij het medaillon aan had op dien fatalen dag van haar reis naar Lon den. De vraag is nu, ging Ethel verder, als moeder het medaillon dien dag droeg, hoe komt het dan in uw bezit, meer dan zeventien jaar later? Dat is het raadsel dat we niet kunnen oplos sen, dat ons ongelukkig maakt. O, als u het verlangen en het verdriet kon zien in de oogen van mijn vader. Langzaam stond Marguerite op. Haar gezicht was niet langer zoo wan hopig. U ziet nu, juffrouw Grey, van hoe groot belang het voor ons is, te weten hoe u in het bezit kwam van het medaillon. Vader zegt, dat het op veel manieren verklaard kan worden. Het is mogelijk dat het, toen moeder op het station lag, gestolen is, of schoon haar horloge en ketting wel op haar zijn gevonden. Wij willen nie mand leed doen of in moeilijkheden brengen, maar wij zouden de waarheid zoo gaarne weten. Vertel me de waar heid. Ik beloof u dat, wat het ook mo ge zijn, niemand leed gedaan zal wor den. Alles wat u zegt zal geheim blij ven. Juffrouw Grey vouwde haar han den, boog haar hoofd, maar antwoord de niet. Een glimlach kwam op Ethel's ge zicht. Misschien hel) ik het geheim toch opgelost, zei ze, ofschoon u me niets heeft willen vertellen. Dat is niet mogelijk. En toch is het zoo, zei Ethel zacht. U heeft uw geheim goed be waard, maar toch weet ik wie u is. De trillende lippen stamelden ver schrikt: U weet wie ik ben? Ja, antwoordde Ethel, u kwam vermomd naar Clavering en ik begrijp waarom. Mijn moeder, ging Ethel voort, had een kamenier, Phoebe Askern. Deze kamenier verdween op den avond van mijn moeder's dood. Niemand wist wat er met haar gebeurd was. De algemeene indruk was dat ze wegge- loopeti is en geld en juweelen heeft meegenomen. Denkt u dat dit waar is? Ik? Hoe zou ik dat kunnen weten? U is de eenige in de heele wereld die het kan weten. Ik? Waarom zegt u dat? Waar om zou ik dit weten? Omdat, zei Ethel weer glimla chend, terwijl ze de bevende handen van juffrouw Grey in de hare nam, als ik het goed heb geraden u mijn moeder's kamenier bent, Phoebe As- kern Ik uw moeder's kamenier? O, neen, duizend maal neen, riep juf frouw Grey. Toen zweeg ze plotseling. Wees niet bang, zei Ethel, als u werkelijk Phoebe Askern is, en iets in me zegt dat ik gelijk heb, dan heeft u niets te vreezen! Zelfs als u voor de verleiding bezweken is en iels heelt meegenomen dat aan mijn uioeder be hoorde, we zullen u aites vergeven terwille van haar. Ik ben Phoebe Askern niet. Nu niet meer, maar eens was u Phoebe Askern. Alles bewijst het, mijn vader zegt dat Phoebe groot en blond was en u is blond ofschoon u uw ha ren donker geverfd had. Terwille van mijn moeder, vertel me de waarheid. Geef me tijd om te denken, mijn hoofd harst. Ethel zou nooit vergeten hoe de ge vangene met een gebaar van nameloo- ze wanhoop haar hoofd tegen den muur legde. Marguerite trachtte te bedenken wat er zou gebeuren als ze bleef ont kennen, dat ze Phoebe Askern was. Dan zouden ze hun onderzoek voort zetten en op de een ol' andere manier zouden ze wellicht iels van de waar heid begrijpen en heel haar jarenlan ge opoffering zou vergeefsch zijn ge weest! Als ze aan den anderen kant voor Phoebe bleef doorgaan en be kende dat ze het medaillon had gesto len, dan zouden ze haar allerlei vragen doen, vragen die haar tot wanhoop zouden brengen.. Wat moest ze in 's hemels naam doen? Midden in dezen woesten chaos van gedachten hoorde ze de heldere stem van haar dochter: Wees toch niet bang om me alles te vertellen. Wat u ook gedaan moogt hebben, we zullen u om moeder's wil vergeven en we zullen verder voor u zorgen. We zullen een aardig rustig huisje voor u zoeken en u helpen zoo lang u leeft, maar zeg me de waarheid, laat me niet langer in deze vreeselijke spanning. Langzaam keerde de vrouw haar gelaat van den muur. Ik heb nagedacht, zei ze, maar ik moet blijven zwijgen. Ik kan u niets meer zeggen. Ik kan u niet vertellen of ik Phoebe Askern ben of niet. Ik bevestig het niet en ontken het niet. Laat me uit uw leven verdwijnen, riep ze hartstochtelijk. U kunt maar één ding voor me doen: laat me alleen en vergeet me. HOOFDSTUK LI. Ethel wist niet meer wat ze zeggen moest, alles had ze nu beproefd. Plot seling schoot haar een nieuwe gedach te te binnen en ze zei Juffrouw Grey, ik heb gefaald in mijn opdracht. Nu heb ik nog één ver zoek aan u. Wilt u mijn vader, lord Stair, niet toestaan u te bezoeken? Er kwam een blik als van een op gejaagd dier in de oogen van no. 44. Mijn vader, ging Ethel voort, is zacht en vriendelijk. Hij ook heeft groot leed gekend. Laat hij u bezoe ken, juffrouw Grey! Lord Stair me hier komen bezoe ken? klonk het heesch. Ze had moei te om staande te blijven. Ik ben er zeker van, dat zelfs als u mij niet kunt vertrouwen, u hem zult vertrouwen. Mijn eenig vertrouwen is op den Hemel. (Wordt vervolgd). ft De Echo van het Zuiden, Wialwytsche en Langstraatsdie Courant^ Hel bezoek van koning Leopold van België. ICfit*) BOAHAM)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 1