WIE ZIJN DC 10 POPULAIRSTE NEDERLANDERS Buitenlandsch Nieuws. MAGGI* P0PULAR1TEITS-WEDSTRIJD F.3500." AAN BELONINGEN VRAAGT UW WINKELIER EEN FORMULIER SLUITING 1 DEO vrede om duurzaam te zijn, moet op den grondslag van moreele en geestelijke be wapening worden opgebouwd. In dienst van dit edel ideaal hoop Ik, dat de toe nadering en de samenwerking van onze beide natiën zich zullen ontwikkelen, en toenemen in hechtheid en in kracht. Terwij! Ik Mijn beker hef, wensch Ik Uwe Majesteit, en Prinses Juliana, en Prins Bernhard, en mijn geliefd petekind Prinses Beatrix, uit ganscher harte, ge luk en goede gezondheid toe. Ik drink op den roem van het Huis van Oranje, op de welvaart en voorspoed van het Nederlandsche volk en op den luister van zijn overzeesche rijksgebie den. Om 10 uur werd op den Dam een taptoe gehouden, terwijl op tal van plaatsen muziek-uitvoeringen werden gegeven. De Belgische pers had 23 verslag gevers gezonden, die door de Ned. Pers feestelijk zijn ontvangen. Belgi sche bladen van alle kleur bevatten hooggestemde artikelen en zijn zeer enthousiast over de ontvangst van hun koning in Nederland. De Langstraalsche Missiedagen, die 1.1. Vrijdag, Zaterdag en Zondag ge houden zijn, hebben zich in een groote belangstelling mogen verheugen. Het is zeker verheugend te kunnen consta- teeren dat in den huidigen tijd met zijn talrijke vraagstukken op allerlei gebied, nog belangstelling bestaat, en dat in overvloedige mate, voor meer geestelijke zaken. De gehouden Missiedagen zijn daar getuigen van geweest, evenals zij een bewijs waren van een hernieuwde be langstelling voor het missiewezen, dat over hel geheel genomen in ons land toch reeds op een hooger peil staat dan waar ook. Het Openingslof dat Vrijdagavond in alle parochiekerken en hulpkerken van de dekenaten van Waalwijk en Geertruidenberg gehouden werd, was overal druk bezocht, terwijl de predi cates door een missionaris, de volle aandacht hadden. Zaterdag naderden alle schoolkin deren ter H. Tafel, terwijl het meeren- deel der parochianen dit goede voor beeld 's Zondags volgden. De schaalcollectes en de speldjesver koop hadden een zeer bevredigend ver loop, zoodat ook het inaterieele ge deelte zeker goed geslaagd mag ge noemd worden. Het laatste, maar zeker niet hel minst belangrijke gedeelte van de Mis siedagen was *t sluitingslof, dat voor al in de parochiekerk van St. Jan Bap tist te Waalwijk een indrukwekkende plechtigheid werd. Hier celebreerde n.l. Z. H. E. Mgr. E. MiilIer, Apostolisch Vicaris van Zweden een Pontificaal Lof, waarna in de zaal van de R.K. Werkliedenver- eeniging de sluitingsbijeenkomst plaats had. Deze zaal was /.eer goed bezet. On der de aanwezigen bemerkten wij o.m. den HoogEerw. Heer Deken A. J. v. d. Brekel, de geheele geestelijkheid uil Waalwijk en Omgeving, het voltallige bestuur dezer gemeente, heeren kerk meesters van de verschillende paro chies van ons dekenaat en tal van autoriteiten en belangstellenden. Op het podium, dat evenals de zaal met groen en bloemen een feestelijk aanzien bood, had zich het zangkoor van de parochie St. Jan onder leiding van den heer Duivelaar opgesteld, dat, toen door den ZeerEerw. Heer pastoor Heezemans, Mgr. Müller werd binnen geleid, het „Ecce Sacerdos Magnus' aanhief. Hierna nam pastoor Heezemans het woord, die de vergadering opende met den Christelijk en Groet. Deze bijeenkomst is belegd, aldus spreker, om een eenigszins plechtig slot te maken aan onze welgeslaagde Langstraatsche Missiedagen. In de erkende missieliefde van ons volk en het intens beleven van onze missie plicht, zooals wij dat God zij dank na genoeg nog in alle kringen mogen con- stateeren, heeft het bestuur van de Missiedagen, reden gevonden om U voor deze vergadering, die een eenigs zins plechtig karakter heeft, bijeen te roepen. Het is een algemeen aanvaard be ginsel dat ons volk nog altijd het eerst en het meest opziet naar zijn leiders; naar hen, die het, 0111 welke reden ook, op den maatschappelijken ladder, boven zich geplaatst weet en ik geloof ook niet dat een democratische oriën tatie, van welken aard ook, of een socialistische of communistische stortvloed, verandering zal kunnen brengen in de psyche van ons volk. Maar deze leidende standen in onze maatschappij mogen hun positie niet overschatten, daar dit zich wel eens deerlijk zou kunnen wreken; maar van den anderen kant mogen zij hun positie ook niet onderschatten. Als men in tal van kringen groot gaat op zijn invloed', als gevolg van een ambt of functie, stand of geld, dan brengt dit onafwijsbaar zijn eigen verant woordelijkheid mee. Om dit verant woordelijkheidsgevoel duidelijk naat voren te kunnen brengen, heeft het bestuur van de Missiedagen gemeend, deze aparte vergadering te moeten be leggen. Vervolgens heet spreker allen van vreugde uil over de goede opkomst. Speciaal heet spreker welkom Z. H. Exc. Mgr. Müller, apostolisch vicaris van Zweden. Zich in het Duitsch tot Zijne Excel lentie wendend, zegt spreker dat hij in Hem den dienaar Gods begroet, die zich zeer vele en groote offers heeft getroost 0111 de moeilijkheden van Zijn zwaar arbeidsveld in Zweden te over winnen. Spreker hoopt dat God dezen arbeid en den persoon van Z. H. Ex cellentie moge zegenen en Hem de noodzakelijke levenskracht en moed zal geven 0111 de opgaven <1 ie God in Zijn handen gelegd heeft op te lossen. Spreker geeft de verzekering dat al len dezen arbeid met de grootste in teresse zullen volgen. Verder richt spreker een woord van welkom tot den heer van Poll. Hij waardeert het zeer dat deze naar Waalwijk is willen komen, al was ook zijn tegenwoordigheid elders gevraagd. Zijn aanwezigheid op dezen Missie avond is spreker zeer aangenaam om dat hij in hem durft begroeten een erkend ingewijde in het Katholieke Missiewezen, mede als gevolg van zijn jongste studie-reis naar het Nederland van over zee. Spreker heel ook nog welkom de overige burgerlijke en kerkelijke over heden, waarna hij het woord gaf aan den heer Max van Poll die zou spre ken over „Indië en wij". Rede Max van Poll. I11 zijn typisch beschouwenden betoogtrant, waarin de heer van Poll zijn gehoor van het begin tot het eind geboeid hield, ving hij aan als volgt: Het is nu ruim 2£ eeuw geleden dat de eerste Nederlandsche zeevaarders, heusch niet met missie-bedoelingen, naar het verre Oosten voeren en daar voor het eerst voet aan wal zetten. Twee en een halve eeuw ruim is dat reeds voorbij en niettemin gaat nog altijd de klacht door Nederland, en is hel een voortdurende ergernis van alle Oud-Indische ambtenaren en van hen die in Indië gewoond hebben, dat onze kennis van de overzeesche ge- biedsdeeten en de belangstelling daar voor, zoo gering is. Die klacht betreft heel Nederland, maar ongetwijfeld kon zij tot voor korten tijd speciaal gelden voor het Katholieke Nederlandsche volksdeel. Het is evenwel juist dal dat Katholiek Volksdeel zich over dat feit niet behoeft te schamen. Hel zijn his torische, economische en andere oor zaken, die ertoe bijgedragen hebben dat de belangstelling van ons Katho liek Volksdeel voor Indië gering was. Toen de Oost-Indische Compagnie meer en meer haar menschen in Indië vestigde, waren daarbij geen katho lieken en was er al een bij dan kon men gerust aannemen dat hij niet meer practiseerend was. Wanneer zich daar dus financieele belangen ontwikkelden, dan waren de katho lieken daarbij niet geïnteresseerd. Het kapitaal van katholieken is ook heden ten dage nog een rara avis in Ned.- Indië. Het waren echter vooral zede lijke oorzaken die onze Katholieken ervan weerhielden hunne zonen en dochters naar die verre gewesten te sturen. Dat eert ons Katholiek volksdeel, omdat het daardoor blijk gaf het ze delijk belang te stellen boven het eco nomische en financieele belang. Toch was het te betreuren dat de invloed van de Katholieken niet vol doende doordrong, alhoewel gezegd moet worden, dat daar de laatste tien tallen jaren veel verbetering in ge komen is, hetgeen mede te danken is aan een nieuwe indeeling der missie gebieden en het aan den missie-arbeid deelnemen van zeer veel geestelijke orden, naast die der Jezuïeten. Dit heeft er toe geleid dat er heden ten dage overal Katholieke families zijn in Nederland die op de een of andere wijze door een missionaris, broeder of zuster in verbinding staan met Indië. Het mag als een daad van God's voor zienigheid genoemd worden, dat juist de Katholieken in het verleden zoo weinig invloed hebben uitgeoefend. Want dat had tot gelukkig gevolg, dat hen daardoor geen enkele blaam kon 1111 juist geen bewondering behoeven te hebben. De eerste Katholieken die naar Indië zijn gekomen, speciaal dus onze mis sionarissen, missie-zusters en broe ders, toonen een zeer kenmerkend ver schil met allé overige lieden die naar Indië zijn gegaan en ook weer zijn te ruggekeerd, want juist (Tat wat in In dië zoo geweldig op den voorgrond treedt, is het feit dat de meesten er heen gaan 0111 carrière te maken. Zij gaan er dus iets halen, doch de mis sionaris brengt er iets en dal ziet de inheemsche bevolking ook goed in. De heer van Poll gaat dan diep in op de historische ontwikkeling van Indië op geestelijk gebied waarbij hij aantoont dat de inlander veel voelt voor het Katholieke leven, vooral de katholieke liturgie trekt hem aan. De bevolking van onze Oost-Indi sche eilanden, stamt volgens betrouw bare gegevens uit het stroomgebied van de rivieren die in Achter-Indië, in de Chineesche Zee en Indische Oce aan uitmonden. Het zijn dus Aziaten en hebben van oorsprong een anami- tische tot magische levensbeschou- wing. Eerst in de 4de eeuw na Christus is tol hen doorgedrongen het Hindoe isme, Brahmanisme en Boedisme, ter wijl in de zesde eeuw het Mohame* danisme in deze streken overwegend zou worden. Dit laatste vooral is van groote beteekenis voor de geaardheid van deze bevolking. Want, terwijl het Mohamedanisme een even dorre godsdienst is als de woestijn waarin bet geboren werd, zat in het oude ana- misme, maar meer nog in de oude cul tuur godsdiensten van hel Brahma nisme en Boedisme zeer veel, waar door de Katholieke symboliek en li turgie voor die bevolking, meer toe gankelijk was dan van welk andere Christelijke Kerk ook. Het mohammedanisme heeft wel op Sumatra en in het meest westelijk ge deelte van Java sterken invloed uitge oefend, zoo, dat men daar zelfs thans nog zeer fanatieke mohamedanen aan treft. Dit neemt echter niet weg dat de Javaan in het diepst van zijn wezen meer anamist dan mohamedaan is en daardoor zeer goed toegankelijk is voor de symboliek van de Katholieke Kerk, Om dan eenigszins een denkbeeld te kunnen geven van het Javaansche leven en van het leven van alle andere volken in onze overzeesche gebiedsdeelen, dringt spreker door in de omstandig heden waarin de menschen daar leven. Hij onderscheidt daarbij een kapita listische samenleving en de inlandsche producten-huishouding. Met tal van voorbeelden illustreerde spr. zijn ver dere uitweiding over de primitieve pro ducten-huishouding, waarvan evenwel door ons nog in menig opzicht te leeren valt. Terugkomend op het missioneerings- werk, zegt spr., ervan overtuigd te zijn, dat Indië op dit gebied, menschelijker- wijs gesproken, een geweldige toekomst kan tegemoet gaan. Op de eerste plaats is daar het gebed van de Nederlandsche katholieken voor noodig. Op de tweede plaats komt eerst de geldelijke bijstand. Doch dan is er nog iets anders. Spreker zegt dat wij moeten begrijpen dat de Katholieke levensopvattingen niet al leen op zuiver godsdienstig terrein lig gen, maar ook op sociaal-economisch gebied. Van welk een enorme beteekenis het Katholicisme daar is, wordt eerst dui delijk, wanneer men bekijkt dat het alle nationaliteit en ras opzij stelt, wanneer de Oosterling dit weet gaat er een nieuwe wereld voor hem open. De groote leer van het Christendom is, dat God gestorven is voor alle menschen, van welke huidskleur of schedelbouw ze ook zijn. Wanneer de inlanders dit ervaren, dan zullen ze zich niet meer achtergesteld gevoelen bij anderen, maar vol vertrouwen naar het katholi cisme opzien. Met een variatie op de bekende woorden van Jan Pieterszoon Coen zou spr. tot slot willen zeggen: „Er is in Indië iets grootsch te doen op de eerste plaats door de Missionarissen, maar ook door de leeken, staatkundigen en politici, om daar het verlossingswerk van Onzen Heer Jezus Christus te vol tooien". Z. H. E. Mgr. Müller richtte zich hierna in het Nederlandsch tot de aanwezigen. Ik breng vanaf deze plaats mijn har- telijken groet aan allen die deze verga dering hebben willen komen bijwonen, om daardoor getuigenis af te leggen van hun belangstelling voor het missie werk van de Katholieke kerk. Het is voor mij een wezenlijke vreug de dezen groet en zegen te kunnen brengen aan een vergadering, waarbij tegenwoordig zijn, mannen zoowel als vrouwen, van een dergelijke ontwikke ling dat anderen zich tot hen kunnen richten. Steeds heb ik achting gehac voor de algeheele en harmonische sa- menwerking van de katholieken -van politiek gebied. De groote eer van het <atholieke Holland ligt echter in zijn pogen tot steeds grooter uitbreiding te komen van het heilig geloof. Zoo lang Nederland zoo vol ijver en vuur is en zulke offers weet te brengen om de Kerk van Christus tot grooteren bloei te brengen, zal hier vrede blijven heer- schen en zullen slechte invloeden geen gelegenheid krijgen om zich te ontwik kelen. Vervolgens ging spr. over in het Duitsch om een propagandistisch woord te spreken voor het Zweedsche Missie werk. Z. H. Exc. zegt met groot genoegen de schoone en interessante lezing van den heer Max van Poll te hebben be luisterd. Spr. gelooft wel dat die uit eenzetting over de groote opgave voor de Nederlandsche Katholieken tot ontwikkeling van het Missiewerk in de koloniën het gehoor begeesterd heeft. Spr. heeft groote bewondering voor het werk van de Nederlandsche missi onarissen, die men met het Kruis van Christus uit ziet trekken naar alle mis siegebieden ter wereld. Waar men ook over Missie spreekt, in Azië, Afrika, Noord-Europa of waar ook, steeds ziet men er de Nederland sche missionarissen in betrokken. Z. H. Exc. wijst er dan op dat zeer zeker ook het missiewerk in de Skan- dinavische landen de aandacht der Ne derlandsche katholieken ten volle waard is, want zoo ergens, dan is de wederopbouw van de kerk in de schoonen Noorsche landen zeker nood zakelijk. Veel is er in deze reeds be reikt, want reeds thans zijn in het Noorden overal Nederlandsche pries ters en kloosterzusters en -broeders werkzaam. Men vergete daarbij niet, dat den misionaris in Azië en Afrika ook ma- terieele hulpmiddelen ten dienste staan bij de nogal veelal onbeschaafde vol keren, als ziekenverpleging, scholen enz.; maar in het overbeschaafde Scan dinavië, in Stockholm e.d., kunnen al leen geestelijke middelen hun uitwer king hebben. Vooral Zweden kent nog ware mis siegebieden. In deze landen, waar eer tijds de katholieke kerk zoo wonderlijk bloeide, maar naderhand geheel daar van vervreemde, kan veel bereikt wor den. Z. H. Exc. achtte de missioneering van dezen ouden cultuurbodem der ka tholieken van even groot, zoo niet groo ter belang, dan die van de wilde stam men in Afrilca. Groote bewondering heeft Z.H.Exc., voor het werk van Kar dinaal van Rossum z.g., die tot drie maal toe naar het Noorden gereisd is en daardoor de opmerkzaamheid van de geheele katholieke wereld op deze landen vestigde, later gevolgd door Mgr. Diepen, wien hij dank brengt voor z'n grooten steun. Z.H.Exc. noemde de Noorsche be volking onze broeders, waarvan de ver wante taal getuigenis aflegt: zij behoo- ren dus tot onze familie, en ook daarom moeten zij op onzen steun kunnen re kenen. Z.H.Exc. zegt dat er katholieke ge zinnen zijn, die 200 a 300 km. van een priester afwonen en daardoor aan het groot gevaar bloot staan in het heiden dom of ongeloof te vervallen. Veel kan er ook bereikt worden onder de protes tanten, want het is ontroerend te zien hoe op de feestdagen duizenden protes tanten de katholieke kerken bezoeken. Onder de protestanten heeft zich dan ook, vooral na den wereldoorlog, een groote verandering voltrokken, waar door zij zich daar meer en meer gaan richten naar Rome. Een voldoend aan tal missionarissen zouden bij deze groe pen wonderen kunnen verrichten. Helaas bestaat daaraan nog een groot gebrek, evenals er gebrek bestaat aan voldoende katholieke kerken en scho len. Z.H. Exc. zegt dat de eenigste Ka tholieke kerk in Stockholm slechts 128 zitplaatsen telt, die van Malmö slechts 90, zoodat er absoluut gebrek bestaat. Dit is te meer jammer omdat er zoo doende ook geen ruimte beschikbaar is voor de vele protestanten die de Ka tholieke eeredienst wenschen bij te wo nen. Bovendien zijn er in geheel Zwe den slechts 4 Katholieke scholen, die zoo vervallen zijn dat de gegoede Ka tholieken er hun kinderen uit schaamte niet naar toe durven sturen. Deze scho len hebben zelfs geen eigen lokalen, zoodat men zich met gehuurde ruimten moet behelpen. Het is een gelukkig verschijnsel, dat vele feiten er van spreken dat Zweden vermoedelijk weer een goede Katho lieke toekomst tegemoet zal gaan. De vooroordeelen tegen de Katholieken verdwijnen al meer en meer. Z.H. Exc. zegt dat toen de H. Pau- lus in Klein Azië het Evangelie predik te, hij van over zee een stem hoorde, die hem naar Macedonië riep. Zoo is het, zegt Z.H. Exc., ook met Noord- Europa, dat U toeroept: „Komt hier en helpt ons!" Dat is de stem van de Katholieke Kerk, van de oude kloos ters, waaraan het Noorden vroeger zoo rijk was, van de ruïnen van kerken en kapellen: het is bovendien de stem van ons vertrouwen in de toekomst. Ook deze rede van den rijzigen, waardigen kerkvorst werd met groote belangstelling aanhoord. Na een hartelijk dankwoord aan de sprekers en 't publiek, 't zangkoor dat nog een mooi nummer gaf en allen die aan dezen schitterend geslaagden avond hadden meegewerkt, ook door hun tegenwoordigheid en een collecte voor de Zweedsche Missie, gaf Mgr. Müller den bisschoppelijken zegen en werd deze indrukwekkende bijeenkomst met den christelijken groet gesloten. Evenals in Waalwijk had Vrijdag avond in Geertruidenberg de opening der Lamida plaats door een plechtig openingslof. Na afloop hiervan had er in het pa rochiehuis een intellectueele missie avond plaats. O.m. waren hierbij aan wezig deken W. v. d. Hout, de ge heele geestelijkheid der omliggende plaatsen, voorts Mgr. Rector Dekkers, vertegenwoordiger van het Dioc. Mis sie-comité, het voltallige dagelijksch bestuur der gemeente, evenals dat van Raamsdonk en Waspik, alsmede tal van notabelen. Als spreker trad daarbij op burge meester ovan Slobbe uit Breda, oud gouverneur van Indië, die een zeer in teressant betoog hield over de overzee sche gewesten. Deze avond werd verder op muzikale wijze opgeluisterd door het Ooster- houtsch Missie Orkest. De Zaterdag was bestemd voor een algemeene H. Communie der school gaande kinderen, terwijl 's Zondags wederom in het parochiehuis, de sluiting plaats had met een grooten missieavond met lichtbeelden, verzorgd door den eerw. Pater Finkenstein M.S.C. ONTPLOFFING IN BARCELONA. Uit Barcelona aangekomen reizigers deelen mede, dat Vrijdag in een muni tiefabriek in een buitenwijk van Barce lona een brand gewoed heeft, die tal rijke slachtoffers gemaakt zou hebben. Er zouden vierhonderd dooden en ver misten zijn. KONINGIN MAUD. f Koningin Maud van Noorwegen is Zondagmorgen te Londen, waar zij zich aan een operatie had onderworpen, overleden. TERUGROEPING VAN DEN DUITSCHEN GEZANT TE LONDEN OVERWOGEN? Van betrouwbare zijde verneemt de correspondent van de N. R. Ct. dat er een aanzienlijke mogelijkheid bestaat, dat de Duitsche gezant te Londen een dezer dagen naar Berlijn wordt terug geroepen. Een dergelijk besluit zou of ficieel gemotiveerd worden met den wensch, het persoonlijke verslag van den gezan tte verkrijgen over de ver anderingen van de publieke opinie in Engeland en de houding van de regee— ring, die door de Duitsche maatregelen tegen de Joden teweeg is gebracht. Dit is immers ook de officieele verklaring voor de terugroeping van den Duit- schen gezant te Washington. ENGELANDS HULP AAN DUIT SCHE VLUCHTELINGEN. Chamberlain zeide^ in het Lagerhuis Den gouverneurs van Tanganyika en Britsch Guiana is gevraagd of land be schikbaar gemaakt kon worden voor vestiging op groote schaal, voor vrij willige organisaties, die zich bezig hou den met vluchtelingen. De gouverneur van Tanganyika, die bereid is mede te werken, heeft verklaard dat een missie van vluchtelingenorganisaties welkom zal zijn voor een onderzoek naar de gebieden, die men voor de vestiging voorstelt. Het onderzoek dat is inge steld bij de gouverneurs van Noord- Rhodesia en Nyasaland betreffende de mogelijkheid van vestiging op kleine schaal, heeft uitgewezen, dat die mo gelijk zou zijn. Ten slotte zeide Chamberlain, dat de regeering hoopt, dat de andere landen, die op de conferentie van Evian ver tegenwoordigd waren, er ook naar zou den streven al het mogelijke bij te dra gen in de dringende noodzaak ter ver gemakkelijking van de emigratie uit Duitschland en uit de landen, waar de vluchtelingen een eerste asyl hebben gevonden. „Ik moet er echter den na druk op leggen, dat, hoe groot ons ver langen en dat van andere landen ook moge zijn om bijstand te verleenen in dezen ernstigen toestand, de vestigings mogelijkheden strikt beperkt zijn". DE JODENVERVOLGING IN DUITSCHLAND. De „Angriff" meldt, dat een golf van anti-semitische propaganda over Ber lijn zal gaan. Tot Maart 1939 zullen vijftien honderd vergaderingen, gewijd De Langstraalsche Missiedagen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 2