WIE ZIJN DC 10 POPULAIRSTE NEDERLANDERS
Buitenlandsch Nieuws.
MAGGI* P0PULAR1TEITS-WEDSTRIJD
F.3500." AAN BELONINGEN VRAAGT UW WINKELIER EEN FORMULIER SLUITING 1 DEO
vrede om duurzaam te zijn, moet op den
grondslag van moreele en geestelijke be
wapening worden opgebouwd. In dienst
van dit edel ideaal hoop Ik, dat de toe
nadering en de samenwerking van onze
beide natiën zich zullen ontwikkelen, en
toenemen in hechtheid en in kracht.
Terwij! Ik Mijn beker hef, wensch Ik
Uwe Majesteit, en Prinses Juliana, en
Prins Bernhard, en mijn geliefd petekind
Prinses Beatrix, uit ganscher harte, ge
luk en goede gezondheid toe.
Ik drink op den roem van het Huis
van Oranje, op de welvaart en voorspoed
van het Nederlandsche volk en op den
luister van zijn overzeesche rijksgebie
den.
Om 10 uur werd op den Dam een
taptoe gehouden, terwijl op tal van
plaatsen muziek-uitvoeringen werden
gegeven.
De Belgische pers had 23 verslag
gevers gezonden, die door de Ned.
Pers feestelijk zijn ontvangen. Belgi
sche bladen van alle kleur bevatten
hooggestemde artikelen en zijn zeer
enthousiast over de ontvangst van hun
koning in Nederland.
De Langstraalsche Missiedagen, die
1.1. Vrijdag, Zaterdag en Zondag ge
houden zijn, hebben zich in een groote
belangstelling mogen verheugen. Het
is zeker verheugend te kunnen consta-
teeren dat in den huidigen tijd met
zijn talrijke vraagstukken op allerlei
gebied, nog belangstelling bestaat, en
dat in overvloedige mate, voor meer
geestelijke zaken.
De gehouden Missiedagen zijn daar
getuigen van geweest, evenals zij een
bewijs waren van een hernieuwde be
langstelling voor het missiewezen, dat
over hel geheel genomen in ons land
toch reeds op een hooger peil staat
dan waar ook.
Het Openingslof dat Vrijdagavond
in alle parochiekerken en hulpkerken
van de dekenaten van Waalwijk en
Geertruidenberg gehouden werd, was
overal druk bezocht, terwijl de predi
cates door een missionaris, de volle
aandacht hadden.
Zaterdag naderden alle schoolkin
deren ter H. Tafel, terwijl het meeren-
deel der parochianen dit goede voor
beeld 's Zondags volgden.
De schaalcollectes en de speldjesver
koop hadden een zeer bevredigend ver
loop, zoodat ook het inaterieele ge
deelte zeker goed geslaagd mag ge
noemd worden.
Het laatste, maar zeker niet hel
minst belangrijke gedeelte van de Mis
siedagen was *t sluitingslof, dat voor
al in de parochiekerk van St. Jan Bap
tist te Waalwijk een indrukwekkende
plechtigheid werd.
Hier celebreerde n.l. Z. H. E. Mgr.
E. MiilIer, Apostolisch Vicaris van
Zweden een Pontificaal Lof, waarna
in de zaal van de R.K. Werkliedenver-
eeniging de sluitingsbijeenkomst
plaats had.
Deze zaal was /.eer goed bezet. On
der de aanwezigen bemerkten wij o.m.
den HoogEerw. Heer Deken A. J. v. d.
Brekel, de geheele geestelijkheid uil
Waalwijk en Omgeving, het voltallige
bestuur dezer gemeente, heeren kerk
meesters van de verschillende paro
chies van ons dekenaat en tal van
autoriteiten en belangstellenden.
Op het podium, dat evenals de zaal
met groen en bloemen een feestelijk
aanzien bood, had zich het zangkoor
van de parochie St. Jan onder leiding
van den heer Duivelaar opgesteld, dat,
toen door den ZeerEerw. Heer pastoor
Heezemans, Mgr. Müller werd binnen
geleid, het „Ecce Sacerdos Magnus'
aanhief.
Hierna nam pastoor Heezemans het
woord, die de vergadering opende met
den Christelijk en Groet.
Deze bijeenkomst is belegd, aldus
spreker, om een eenigszins plechtig
slot te maken aan onze welgeslaagde
Langstraatsche Missiedagen. In de
erkende missieliefde van ons volk en
het intens beleven van onze missie
plicht, zooals wij dat God zij dank na
genoeg nog in alle kringen mogen con-
stateeren, heeft het bestuur van de
Missiedagen, reden gevonden om U
voor deze vergadering, die een eenigs
zins plechtig karakter heeft, bijeen te
roepen.
Het is een algemeen aanvaard be
ginsel dat ons volk nog altijd het eerst
en het meest opziet naar zijn leiders;
naar hen, die het, 0111 welke reden
ook, op den maatschappelijken ladder,
boven zich geplaatst weet en ik geloof
ook niet dat een democratische oriën
tatie, van welken aard ook, of een
socialistische of communistische
stortvloed, verandering zal kunnen
brengen in de psyche van ons volk.
Maar deze leidende standen in onze
maatschappij mogen hun positie niet
overschatten, daar dit zich wel eens
deerlijk zou kunnen wreken; maar
van den anderen kant mogen zij hun
positie ook niet onderschatten. Als
men in tal van kringen groot gaat op
zijn invloed', als gevolg van een ambt
of functie, stand of geld, dan brengt
dit onafwijsbaar zijn eigen verant
woordelijkheid mee. Om dit verant
woordelijkheidsgevoel duidelijk naat
voren te kunnen brengen, heeft het
bestuur van de Missiedagen gemeend,
deze aparte vergadering te moeten be
leggen.
Vervolgens heet spreker allen van
vreugde uil over de goede opkomst.
Speciaal heet spreker welkom Z. H.
Exc. Mgr. Müller, apostolisch vicaris
van Zweden.
Zich in het Duitsch tot Zijne Excel
lentie wendend, zegt spreker dat hij
in Hem den dienaar Gods begroet, die
zich zeer vele en groote offers heeft
getroost 0111 de moeilijkheden van Zijn
zwaar arbeidsveld in Zweden te over
winnen. Spreker hoopt dat God dezen
arbeid en den persoon van Z. H. Ex
cellentie moge zegenen en Hem de
noodzakelijke levenskracht en moed
zal geven 0111 de opgaven <1 ie God in
Zijn handen gelegd heeft op te lossen.
Spreker geeft de verzekering dat al
len dezen arbeid met de grootste in
teresse zullen volgen.
Verder richt spreker een woord van
welkom tot den heer van Poll. Hij
waardeert het zeer dat deze naar
Waalwijk is willen komen, al was ook
zijn tegenwoordigheid elders gevraagd.
Zijn aanwezigheid op dezen Missie
avond is spreker zeer aangenaam om
dat hij in hem durft begroeten een
erkend ingewijde in het Katholieke
Missiewezen, mede als gevolg van zijn
jongste studie-reis naar het Nederland
van over zee.
Spreker heel ook nog welkom de
overige burgerlijke en kerkelijke over
heden, waarna hij het woord gaf aan
den heer Max van Poll die zou spre
ken over „Indië en wij".
Rede Max van Poll.
I11 zijn typisch beschouwenden
betoogtrant, waarin de heer van Poll
zijn gehoor van het begin tot het eind
geboeid hield, ving hij aan als volgt:
Het is nu ruim 2£ eeuw geleden dat
de eerste Nederlandsche zeevaarders,
heusch niet met missie-bedoelingen,
naar het verre Oosten voeren en daar
voor het eerst voet aan wal zetten.
Twee en een halve eeuw ruim is dat
reeds voorbij en niettemin gaat nog
altijd de klacht door Nederland, en
is hel een voortdurende ergernis van
alle Oud-Indische ambtenaren en van
hen die in Indië gewoond hebben, dat
onze kennis van de overzeesche ge-
biedsdeeten en de belangstelling daar
voor, zoo gering is. Die klacht betreft
heel Nederland, maar ongetwijfeld kon
zij tot voor korten tijd speciaal gelden
voor het Katholieke Nederlandsche
volksdeel. Het is evenwel juist dal dat
Katholiek Volksdeel zich over dat feit
niet behoeft te schamen. Hel zijn his
torische, economische en andere oor
zaken, die ertoe bijgedragen hebben
dat de belangstelling van ons Katho
liek Volksdeel voor Indië gering was.
Toen de Oost-Indische Compagnie
meer en meer haar menschen in Indië
vestigde, waren daarbij geen katho
lieken en was er al een bij dan kon
men gerust aannemen dat hij niet
meer practiseerend was. Wanneer
zich daar dus financieele belangen
ontwikkelden, dan waren de katho
lieken daarbij niet geïnteresseerd. Het
kapitaal van katholieken is ook heden
ten dage nog een rara avis in Ned.-
Indië. Het waren echter vooral zede
lijke oorzaken die onze Katholieken
ervan weerhielden hunne zonen en
dochters naar die verre gewesten te
sturen.
Dat eert ons Katholiek volksdeel,
omdat het daardoor blijk gaf het ze
delijk belang te stellen boven het eco
nomische en financieele belang.
Toch was het te betreuren dat de
invloed van de Katholieken niet vol
doende doordrong, alhoewel gezegd
moet worden, dat daar de laatste tien
tallen jaren veel verbetering in ge
komen is, hetgeen mede te danken is
aan een nieuwe indeeling der missie
gebieden en het aan den missie-arbeid
deelnemen van zeer veel geestelijke
orden, naast die der Jezuïeten. Dit
heeft er toe geleid dat er heden ten
dage overal Katholieke families zijn
in Nederland die op de een of andere
wijze door een missionaris, broeder of
zuster in verbinding staan met Indië.
Het mag als een daad van God's voor
zienigheid genoemd worden, dat juist
de Katholieken in het verleden zoo
weinig invloed hebben uitgeoefend.
Want dat had tot gelukkig gevolg, dat
hen daardoor geen enkele blaam kon
1111 juist geen bewondering behoeven
te hebben.
De eerste Katholieken die naar Indië
zijn gekomen, speciaal dus onze mis
sionarissen, missie-zusters en broe
ders, toonen een zeer kenmerkend ver
schil met allé overige lieden die naar
Indië zijn gegaan en ook weer zijn te
ruggekeerd, want juist (Tat wat in In
dië zoo geweldig op den voorgrond
treedt, is het feit dat de meesten er
heen gaan 0111 carrière te maken. Zij
gaan er dus iets halen, doch de mis
sionaris brengt er iets en dal ziet de
inheemsche bevolking ook goed in.
De heer van Poll gaat dan diep in
op de historische ontwikkeling van
Indië op geestelijk gebied waarbij hij
aantoont dat de inlander veel voelt
voor het Katholieke leven, vooral de
katholieke liturgie trekt hem aan.
De bevolking van onze Oost-Indi
sche eilanden, stamt volgens betrouw
bare gegevens uit het stroomgebied
van de rivieren die in Achter-Indië, in
de Chineesche Zee en Indische Oce
aan uitmonden. Het zijn dus Aziaten
en hebben van oorsprong een anami-
tische tot magische levensbeschou-
wing.
Eerst in de 4de eeuw na Christus
is tol hen doorgedrongen het Hindoe
isme, Brahmanisme en Boedisme, ter
wijl in de zesde eeuw het Mohame*
danisme in deze streken overwegend
zou worden. Dit laatste vooral is van
groote beteekenis voor de geaardheid
van deze bevolking. Want, terwijl het
Mohamedanisme een even dorre
godsdienst is als de woestijn waarin
bet geboren werd, zat in het oude ana-
misme, maar meer nog in de oude cul
tuur godsdiensten van hel Brahma
nisme en Boedisme zeer veel, waar
door de Katholieke symboliek en li
turgie voor die bevolking, meer toe
gankelijk was dan van welk andere
Christelijke Kerk ook.
Het mohammedanisme heeft wel op
Sumatra en in het meest westelijk ge
deelte van Java sterken invloed uitge
oefend, zoo, dat men daar zelfs thans
nog zeer fanatieke mohamedanen aan
treft. Dit neemt echter niet weg dat de
Javaan in het diepst van zijn wezen
meer anamist dan mohamedaan is en
daardoor zeer goed toegankelijk is voor
de symboliek van de Katholieke Kerk,
Om dan eenigszins een denkbeeld te
kunnen geven van het Javaansche leven
en van het leven van alle andere volken
in onze overzeesche gebiedsdeelen,
dringt spreker door in de omstandig
heden waarin de menschen daar leven.
Hij onderscheidt daarbij een kapita
listische samenleving en de inlandsche
producten-huishouding. Met tal van
voorbeelden illustreerde spr. zijn ver
dere uitweiding over de primitieve pro
ducten-huishouding, waarvan evenwel
door ons nog in menig opzicht te leeren
valt.
Terugkomend op het missioneerings-
werk, zegt spr., ervan overtuigd te zijn,
dat Indië op dit gebied, menschelijker-
wijs gesproken, een geweldige toekomst
kan tegemoet gaan. Op de eerste plaats
is daar het gebed van de Nederlandsche
katholieken voor noodig. Op de tweede
plaats komt eerst de geldelijke bijstand.
Doch dan is er nog iets anders. Spreker
zegt dat wij moeten begrijpen dat de
Katholieke levensopvattingen niet al
leen op zuiver godsdienstig terrein lig
gen, maar ook op sociaal-economisch
gebied.
Van welk een enorme beteekenis het
Katholicisme daar is, wordt eerst dui
delijk, wanneer men bekijkt dat het alle
nationaliteit en ras opzij stelt, wanneer
de Oosterling dit weet gaat er een
nieuwe wereld voor hem open. De
groote leer van het Christendom is, dat
God gestorven is voor alle menschen,
van welke huidskleur of schedelbouw
ze ook zijn. Wanneer de inlanders dit
ervaren, dan zullen ze zich niet meer
achtergesteld gevoelen bij anderen,
maar vol vertrouwen naar het katholi
cisme opzien.
Met een variatie op de bekende
woorden van Jan Pieterszoon Coen zou
spr. tot slot willen zeggen: „Er is in
Indië iets grootsch te doen op de eerste
plaats door de Missionarissen, maar
ook door de leeken, staatkundigen en
politici, om daar het verlossingswerk
van Onzen Heer Jezus Christus te vol
tooien".
Z. H. E. Mgr. Müller
richtte zich hierna in het Nederlandsch
tot de aanwezigen.
Ik breng vanaf deze plaats mijn har-
telijken groet aan allen die deze verga
dering hebben willen komen bijwonen,
om daardoor getuigenis af te leggen
van hun belangstelling voor het missie
werk van de Katholieke kerk.
Het is voor mij een wezenlijke vreug
de dezen groet en zegen te kunnen
brengen aan een vergadering, waarbij
tegenwoordig zijn, mannen zoowel als
vrouwen, van een dergelijke ontwikke
ling dat anderen zich tot hen kunnen
richten. Steeds heb ik achting gehac
voor de algeheele en harmonische sa-
menwerking van de katholieken -van
politiek gebied. De groote eer van het
<atholieke Holland ligt echter in zijn
pogen tot steeds grooter uitbreiding te
komen van het heilig geloof. Zoo lang
Nederland zoo vol ijver en vuur is en
zulke offers weet te brengen om de
Kerk van Christus tot grooteren bloei
te brengen, zal hier vrede blijven heer-
schen en zullen slechte invloeden geen
gelegenheid krijgen om zich te ontwik
kelen.
Vervolgens ging spr. over in het
Duitsch om een propagandistisch woord
te spreken voor het Zweedsche Missie
werk.
Z. H. Exc. zegt met groot genoegen
de schoone en interessante lezing van
den heer Max van Poll te hebben be
luisterd. Spr. gelooft wel dat die uit
eenzetting over de groote opgave voor
de Nederlandsche Katholieken tot
ontwikkeling van het Missiewerk in de
koloniën het gehoor begeesterd heeft.
Spr. heeft groote bewondering voor
het werk van de Nederlandsche missi
onarissen, die men met het Kruis van
Christus uit ziet trekken naar alle mis
siegebieden ter wereld.
Waar men ook over Missie spreekt,
in Azië, Afrika, Noord-Europa of waar
ook, steeds ziet men er de Nederland
sche missionarissen in betrokken.
Z. H. Exc. wijst er dan op dat zeer
zeker ook het missiewerk in de Skan-
dinavische landen de aandacht der Ne
derlandsche katholieken ten volle
waard is, want zoo ergens, dan is de
wederopbouw van de kerk in de
schoonen Noorsche landen zeker nood
zakelijk. Veel is er in deze reeds be
reikt, want reeds thans zijn in het
Noorden overal Nederlandsche pries
ters en kloosterzusters en -broeders
werkzaam.
Men vergete daarbij niet, dat den
misionaris in Azië en Afrika ook ma-
terieele hulpmiddelen ten dienste staan
bij de nogal veelal onbeschaafde vol
keren, als ziekenverpleging, scholen
enz.; maar in het overbeschaafde Scan
dinavië, in Stockholm e.d., kunnen al
leen geestelijke middelen hun uitwer
king hebben.
Vooral Zweden kent nog ware mis
siegebieden. In deze landen, waar eer
tijds de katholieke kerk zoo wonderlijk
bloeide, maar naderhand geheel daar
van vervreemde, kan veel bereikt wor
den. Z. H. Exc. achtte de missioneering
van dezen ouden cultuurbodem der ka
tholieken van even groot, zoo niet groo
ter belang, dan die van de wilde stam
men in Afrilca. Groote bewondering
heeft Z.H.Exc., voor het werk van Kar
dinaal van Rossum z.g., die tot drie
maal toe naar het Noorden gereisd is
en daardoor de opmerkzaamheid van
de geheele katholieke wereld op deze
landen vestigde, later gevolgd door
Mgr. Diepen, wien hij dank brengt
voor z'n grooten steun.
Z.H.Exc. noemde de Noorsche be
volking onze broeders, waarvan de ver
wante taal getuigenis aflegt: zij behoo-
ren dus tot onze familie, en ook daarom
moeten zij op onzen steun kunnen re
kenen.
Z.H.Exc. zegt dat er katholieke ge
zinnen zijn, die 200 a 300 km. van een
priester afwonen en daardoor aan het
groot gevaar bloot staan in het heiden
dom of ongeloof te vervallen. Veel kan
er ook bereikt worden onder de protes
tanten, want het is ontroerend te zien
hoe op de feestdagen duizenden protes
tanten de katholieke kerken bezoeken.
Onder de protestanten heeft zich dan
ook, vooral na den wereldoorlog, een
groote verandering voltrokken, waar
door zij zich daar meer en meer gaan
richten naar Rome. Een voldoend aan
tal missionarissen zouden bij deze groe
pen wonderen kunnen verrichten.
Helaas bestaat daaraan nog een groot
gebrek, evenals er gebrek bestaat aan
voldoende katholieke kerken en scho
len.
Z.H. Exc. zegt dat de eenigste Ka
tholieke kerk in Stockholm slechts 128
zitplaatsen telt, die van Malmö slechts
90, zoodat er absoluut gebrek bestaat.
Dit is te meer jammer omdat er zoo
doende ook geen ruimte beschikbaar is
voor de vele protestanten die de Ka
tholieke eeredienst wenschen bij te wo
nen. Bovendien zijn er in geheel Zwe
den slechts 4 Katholieke scholen, die
zoo vervallen zijn dat de gegoede Ka
tholieken er hun kinderen uit schaamte
niet naar toe durven sturen. Deze scho
len hebben zelfs geen eigen lokalen,
zoodat men zich met gehuurde ruimten
moet behelpen.
Het is een gelukkig verschijnsel, dat
vele feiten er van spreken dat Zweden
vermoedelijk weer een goede Katho
lieke toekomst tegemoet zal gaan. De
vooroordeelen tegen de Katholieken
verdwijnen al meer en meer.
Z.H. Exc. zegt dat toen de H. Pau-
lus in Klein Azië het Evangelie predik
te, hij van over zee een stem hoorde,
die hem naar Macedonië riep. Zoo is
het, zegt Z.H. Exc., ook met Noord-
Europa, dat U toeroept: „Komt hier
en helpt ons!" Dat is de stem van de
Katholieke Kerk, van de oude kloos
ters, waaraan het Noorden vroeger zoo
rijk was, van de ruïnen van kerken en
kapellen: het is bovendien de stem van
ons vertrouwen in de toekomst.
Ook deze rede van den rijzigen,
waardigen kerkvorst werd met groote
belangstelling aanhoord.
Na een hartelijk dankwoord aan de
sprekers en 't publiek, 't zangkoor dat
nog een mooi nummer gaf en allen die
aan dezen schitterend geslaagden
avond hadden meegewerkt, ook door
hun tegenwoordigheid en een collecte
voor de Zweedsche Missie, gaf Mgr.
Müller den bisschoppelijken zegen en
werd deze indrukwekkende bijeenkomst
met den christelijken groet gesloten.
Evenals in Waalwijk had Vrijdag
avond in Geertruidenberg de opening
der Lamida plaats door een plechtig
openingslof.
Na afloop hiervan had er in het pa
rochiehuis een intellectueele missie
avond plaats. O.m. waren hierbij aan
wezig deken W. v. d. Hout, de ge
heele geestelijkheid der omliggende
plaatsen, voorts Mgr. Rector Dekkers,
vertegenwoordiger van het Dioc. Mis
sie-comité, het voltallige dagelijksch
bestuur der gemeente, evenals dat van
Raamsdonk en Waspik, alsmede tal
van notabelen.
Als spreker trad daarbij op burge
meester ovan Slobbe uit Breda, oud
gouverneur van Indië, die een zeer in
teressant betoog hield over de overzee
sche gewesten.
Deze avond werd verder op muzikale
wijze opgeluisterd door het Ooster-
houtsch Missie Orkest.
De Zaterdag was bestemd voor een
algemeene H. Communie der school
gaande kinderen, terwijl 's Zondags
wederom in het parochiehuis, de sluiting
plaats had met een grooten missieavond
met lichtbeelden, verzorgd door den
eerw. Pater Finkenstein M.S.C.
ONTPLOFFING IN BARCELONA.
Uit Barcelona aangekomen reizigers
deelen mede, dat Vrijdag in een muni
tiefabriek in een buitenwijk van Barce
lona een brand gewoed heeft, die tal
rijke slachtoffers gemaakt zou hebben.
Er zouden vierhonderd dooden en ver
misten zijn.
KONINGIN MAUD. f
Koningin Maud van Noorwegen is
Zondagmorgen te Londen, waar zij zich
aan een operatie had onderworpen,
overleden.
TERUGROEPING VAN
DEN DUITSCHEN GEZANT TE
LONDEN OVERWOGEN?
Van betrouwbare zijde verneemt de
correspondent van de N. R. Ct. dat er
een aanzienlijke mogelijkheid bestaat,
dat de Duitsche gezant te Londen een
dezer dagen naar Berlijn wordt terug
geroepen. Een dergelijk besluit zou of
ficieel gemotiveerd worden met den
wensch, het persoonlijke verslag van
den gezan tte verkrijgen over de ver
anderingen van de publieke opinie in
Engeland en de houding van de regee—
ring, die door de Duitsche maatregelen
tegen de Joden teweeg is gebracht. Dit
is immers ook de officieele verklaring
voor de terugroeping van den Duit-
schen gezant te Washington.
ENGELANDS HULP AAN DUIT
SCHE VLUCHTELINGEN.
Chamberlain zeide^ in het Lagerhuis
Den gouverneurs van Tanganyika en
Britsch Guiana is gevraagd of land be
schikbaar gemaakt kon worden voor
vestiging op groote schaal, voor vrij
willige organisaties, die zich bezig hou
den met vluchtelingen. De gouverneur
van Tanganyika, die bereid is mede te
werken, heeft verklaard dat een missie
van vluchtelingenorganisaties welkom
zal zijn voor een onderzoek naar de
gebieden, die men voor de vestiging
voorstelt. Het onderzoek dat is inge
steld bij de gouverneurs van Noord-
Rhodesia en Nyasaland betreffende de
mogelijkheid van vestiging op kleine
schaal, heeft uitgewezen, dat die mo
gelijk zou zijn.
Ten slotte zeide Chamberlain, dat de
regeering hoopt, dat de andere landen,
die op de conferentie van Evian ver
tegenwoordigd waren, er ook naar zou
den streven al het mogelijke bij te dra
gen in de dringende noodzaak ter ver
gemakkelijking van de emigratie uit
Duitschland en uit de landen, waar de
vluchtelingen een eerste asyl hebben
gevonden. „Ik moet er echter den na
druk op leggen, dat, hoe groot ons ver
langen en dat van andere landen ook
moge zijn om bijstand te verleenen in
dezen ernstigen toestand, de vestigings
mogelijkheden strikt beperkt zijn".
DE JODENVERVOLGING IN
DUITSCHLAND.
De „Angriff" meldt, dat een golf van
anti-semitische propaganda over Ber
lijn zal gaan. Tot Maart 1939 zullen
vijftien honderd vergaderingen, gewijd
De Langstraalsche Missiedagen