DOUWE EGBERTS
c
Buitenlandsch Nieuws.
Echte
FEUILLETON
„MIJNHARDTJES
Friesehe Rfecreii-Baai
OE BEDRIEGLIJKE GELIJKENIS.
sche vriendschapsbetuiging was hier
van een uinuenjK voorneeid, want in
de toisianuKonnng er van nad Cham
berlain een werkzaam aandeel. Italië
kwam daarna eciuer met zijn eiscüen
voor oen uag en opnieuw werd euro
pa verontrust. Weliswaar droegen zij
nog wel geen oilicieel karakter, maai
de goeue verstandnouding, aliuans de
betere verstandnouding die langza
merhand tusscnen de twee groepen
was ontstaan, werd er door te niet ge
daan. De Italiaansche pers hitste de
bevolking op tegen de barbaarsche
Franschen. De Franscüe pers diende
van repliek. Allereerst eenigszilis ge
matigd, maar naar gelang de Italiaan
sche persstemmen rumoeriger werden
nam ook de Franscüe pers een meer
felle houding aan, en Hitier ver
klaarde in zijn jongste rede, dat
Duitschiand hij een eventueel con
flict achter Italië zal staan. Frankrijk
zocht meer toenadering tot Engeland
en Engeland ontving zijn ouden vriend
weer in zijn vriendenhart.
Roosevelt maakte zich bezorgd, dat
men het in Europa tegen de totalitai-
ren niet zou klaar spelen en was bang
dat bij een gewapend conflict de laat-
sten de overüand zouden behalen. Wat
zou er dan van het democratische
Amerika terecht moeten komen. Roo
sevelt stelde zich in scherpe en duide
lijke bewoordingen tegenover de „as".
Al blijkt naderhand dat de Ameri-
kaansche journalisten een weinig te
veel van sensatie houden en de be
roemd geworden woorden van de Ame-
rikaansche grens nu niet zoo letterlijk
genomen moesten worden, het stelling
nemen van Amerika in deze aange
legenheid is toch teekenend voor de
Amerik. opinie, evenals trouwens
de bijzonder onaangename ontvangst
die een gedeelte van de Italiaansche
vloot in Zuid-Amerika had te verdu-
ren. J
En Chamberlain als groote vredes
engel stond temidden van al deze
strubbelingen en ondanks zijn opti
misme inzake den wereldvrede achtte
hij het raadzaam om de capaciteit van
de Engelsche oorlogsindustrie op volle
kracht te laten werken en de bewape
ning sterk uit te breiden.
Ondanks deze schijnbare tegenstrij
digheid begint zich thans het plan
dat Chamberlain heeft, duidelijker af
te teekenen.
De Britsche bevolking moet haai
uiterste krachten inspannen om de
onmetelijke bewapening te kunnen fi
nancieren; het schijnt op het oogen-
blik een bewapeningswedloop te zijn,
die geen grenzen heeft. Nooit is de be
wapening volledig. Steeds worden er
weer nieuwe vindingen toegepast en
steeds moet weer nieuw materiaal
worden aangeschaft. Als Engeland de
sterkste wil blijven op militair gebied,
staat de Engelsche bevolking wel een
zeer droevig lot te wachten. De finan
cier Chamberlain is zich hier wel de
gelijk van bewust. In zijn jongste La
gerhuisrede heeft hij hiervan blijk ge
geven. Hij zei o.a.: „Naar mijn mee
ning zou hel misdadig zijn toe te laten,
dat deze toestand (bewapeningswed
loop) zich blijft ontwikkelen, zonder
dat een ernstige poging wordt aange
wend er een einde aan te maken".
Met deze poging bedoelde spreker
een internationale vredesconferentie.
Uit het Lagerhuis kwam toen de kreet:
„Probeer het dan" en toen sprak
Chamberlain het groote woord: „Een
conferentie welke mislukt, zou erger
zijn dan geen conferentie".
In deze woorden spiegelt zich het
groote plan dat Chamberlain heeft,
duidelijk af.
Met alle mogelijke middelen wil hij
trachten den vrede te bewaren. Alle
offers moeten voorloopig gebracht
worden voor de bewapening, om de
totalitairen duidelijk te doen inzien,
dat zij bij een eventueel gewapend con
flict een macht tegenover zich zullen
krijgen, die van geen wijken weet. Als
zij dit dan overduidelijk zullen inzien,
zal hun houding meer toegeeftijk
worden. Dan zal de tijd rijp wor
den voor een internationale conferen
tie en voor ontwapening.
HET NIEUWE BELGISCHE
KABINET.
Zooals in ons vorig nummer onder
„Laatste Berichten" nog kon worden
vermeld, is Pierlot, na vele vergeef-
sclie pogingen tot vorming van een
nieuw Kabinet, daarin geslaagd. Door
dat de Liberalen op hun standpunt
bleven staan ten aanzien van de be
noeming van Dr. Martens, kon Pierlot
zijn plan 0111 een Kabinet samen te
stellen uit de drie partijen niet ten
uitvoer brengen. Inmiddels verzocht
echter de Koning zijn Kabinetsfor
mateur wat haast te maken, daar hij
een einde wilde zien aan de regee-
ringscrisis. Bij voortdurende weige
ring van de liberalen moest hij zich
maar bepalen tot een tweeledige regee
ring (katholieken en socialisten). Luk
te dat ook niet, dan zou de Koning
zelf een extra-parlementair kabinet
benoemen.
De Vorst had zich dus voorgenomen
in uiterst geval gebruik te maken van
zijn constitutioneel recht om zelf zijn
ministers te benoemen. Hij wilde dan
wel eens zien of het parlement een
door hem persoonlijk benoemde re
geering van vakministers ook 't leven
zou gunnen. In elk geval meende Ko
ning Leopold, dat het landsbelang een
oplossing eischte. De economische, fi-
nancieele problemen van den staat
gaan, volgens hem, boven aangelegen
heden die de bevolking in twee kam
pen verdeelen, zooals de affaire Mar
tens gedaan heeft.
Blijkbaar heeft dit voorhoof d-
fronsen" van den Koning geholpen.
Pierlot kon tenminste daags daarna
reeds mededeelen, dat hij geslaagd
was. Zijn kabinet bestaat uit zes par-
lemensleden en vijf vakministers. Zelf
is hij minister-president zonder porte
feuille. De verdeeling is als volgt: 4
Katholieken, 1 Christen-Democraat,
(Marek, Binnenlandsche Zaken), 1
extra parlementair (generaal Denis,
nationale verdediging) en 5 sociaal
democraten. De nieuwe regeering is
reeds Woensdag voor het parlement
verschenen.
Het is, zooals gezegd, aan de stu
wende kracht van Koning Leopold te
danken, dat Brussel een nieuw kabi
net gekregen heeft. Indien het staats
hoofd de stok niet achter de deur had
gezet, dan hadden de besprekingen
nog weken kunnen duren.
Intusschen is met het slagen van
Pierlot het struikelblok, dat is de
kwestie dr. Martens, van de baan. De
benoeming wordt nu als een voldon
gen feit aanvaard, waarop niet weer
teruggekomen kan worden.
Met het tot stand komen van het
Kabinet-Pierlot zijn evenwel de moei
lijkheden niet opgelost.
Reeds nu is te voorzien, dat zich
spoedig nieuwe strubbelingen zullen
voordoen en dat het ministerieele kar
retje lang niet altijd op een zandweg
getje zal rijden. De tijd zal leeren, welk
lot het nieuwe ministerie te wachten
staal
en"kou
EEN ITALIAANSCHE
„WAARSCHUWING" AAN
FRANKRIJK.
De correspondent van de Times te
Rome maakt gewag van een merk
waardig artikel in de Telegrafo, het
blad van de familie Ciano.
De schrijver van het artikel zegt,
dat Frankrijk een groot risico loopt
door Engerland en de Ver. Staten te
hulp te roepen. De Angelsaksische
volken, die een iinperialistischen
drang bezitten, welken Frankrijk niet
meer kent, zijn in staat op eigen gezag
een kruistocht te ondernemen, welke
niet defensief, maar aggressief zal
zijn. Hun doel daarbij zou zijn hun
absolute heerschappij op te leggen aan
de wereld in den naam van hun eigen
speciale opvatting van moraliteit,
recht en orde. Een Angelsaksische im-
peralistische oorlog tegen de autori
taire staten zou echter vooral hierop
neerkomen, dat Frankrijk, onder den
onweerstaanbaren druk van zijn mo
gelijke bondgenooten, naar de slacht
plaats zou worden geleid. Zoodra
Londen en Washinton besloten tot den
oorlog om de wereld veilig voor de
democratie te maken, zou het Fran-
sclie leger ten aanval moeten trekken.
Het zouden Franschen zijn, die met
hun lichaam de hellingen van de Al-
<?xAFRIESCHE HEEREN-BAAI en BAAI-TABAK
8s
pen, de duinen van Gabes en de oevers
van den Rijn zouden moeten dekken
en voordat Engeland en de Ver. Staten
werkelijk hun strijdkrarhten in actie
hadden gebracht, zou de Fransche
jongelingschap in nog grooter aantal
zijn neergemaaid dan zelfs in den
grooten oorlog het geval is geweest.
Dit folterend beeld, aldus de com
mentaar van den correspondent, geeft
eenigermate te kennen, hoezeer Italië
zich in den kneep begint te gevoelen
tengevolge van de verdenkingen, welke
zijn bladen hebben helpen wekken in
de democratische land endoor hun po
ging tot overdondering van Frankrijk.
DE GRAMMENS-ACTIE.
Een groot aantal Leuvensche stu
denten hebben gisteravond te Tienen
de straatnaamborden in overeenstem
ming met de taalwet gewezigd.
Zij waren met autobussen aange
komen en verspreidden zich over de
geheele stad, waarna zij op hetzelfde
oogenblik de tweatalige straatnaam
bordjes begonnen stuk te slaan.
Een aantal studenten werd aange
houden, waarop de overigen een be
tooging hielden voor hel politiebureau
om de vrijlating van Grammens en de
studenten te eischen. Bij deze gelegen
heid deelden de gendarmen rake
klappen uit.
DE PALESTINA-CONFERENTIE
TE LONDEN IN EEN IMPASSE.
De besprekingen, welke tusschen de
Engelsehen en de Arabieren zijn ge
voerd, schijnen definitief den indruk
bevestigd te hebben, dat de onderhan
delingen inzake Palestina, als gevolg
van de weigering der Joden en Ara
bieren, ook maar iets van hun onder
scheiden stellingen prijs te geven, tot
een impasse hebben geleid. In de om
geving der conferentie verwachtte men
dat de Britsche regeering thans hel
oogenblik gekomen zal achten 0111 de
politiek bekend te maken, die zij denkt
te volgen nu er in het geheel geen
kans op een accoord schijnt te be
staan.
DE STRIJD IN CHINA.
Op last van de Japansche regeering
zijn aan Franklin, den voorzitter van
den gemeenteraad der internationale
concessie, de Japansche eischen voor
gelegd, welke noodig geacht worden,
om een herhaling der daden van ter
reur te voorkomen.
De gemeenteraad van de internatio
nale nederzetting te Sjanghai heeft in
een officieel communiqué ontkend,
dat de mededeelingen, vervat in de
Asahi over de Japansche eischen aan
Franklin, den voorzitter van den ge
meenteraad, juist zouden zijn.
Na de evacuatie van een groep van
47 vreemdelingen uit Koeling zijn er
thans aldaar nog 50 vreemdelingen
over, die weigeren Koeling te verlaten.
De Japansche autoriteiten hebben
thans verklaard geen verantwoording
op zich te nemen voor de schade welke
deze vreemdelingen kunnen onder
vinden ingevolge de te ondernemen
militaire actie.
KRACHTIGE HOUDING VAN
ENGELAND.
Men meent te weten, dat Robert
Craigie opdracht zal krijgen, van de
Japansche regeering financieele scha
devergoeding te eischen wegens de
schade, die bij een bombardement te
Hongkong is aangericht.
van „De Echo van het Zuiden'
De beide mannen gingen naar bui
ten en onderzochten den grond onder
het raam van Halfont's kamer. Er wa
ren duidelijk voetsporen van bloote
voeten. Groote voetstappenmaar
van verschillende afmeting.
Ze waren met hun tweeën, zei
Harland en de ander knikte bevesti
gend.
Wat deed je met de bloedsporen
van dien kerel, dien je neergeschoten
hebt, want daar heb ik niets van kun
nen ontdekken?
O, die heb ik weggemaakt; dat
is een particuliere zaak tusschen mij
en Ndabainatoba en daar wil ik niet
dat een derde zich in mengt. En ter
wijl Harland dit zei, veegde hij met
zijn schoenen de voetsporen onder '1
raam uit. Wel, wat is er? Dit als ant
woord op een geroep van Malina, die
in de keuken bezig was.
Er komt iemand aan.
Toen ze weer naar de andere zijde
van het huis terugliepen, vonden ze
Malina met haar hand hoven haar
oogen op de veranda.
Politie, zei ze. Ensergeant
Horrabridge.
Harland verwenschte met een paar
hartige vloeken Horrabridge, die wel
een van zijn ergste vijanden scheen te
zijn.
Wie is die Horrabridge? vroeg
Halfont daarom.
Ach, zoo'n vervelende politie-
sergeant. Ik wou, dat de kerel naar de
maan liep.
HOOFDSTUK XVI.
Sergeant Horrabridge van de militaire
Politie.
Er zouden twee Sherlock Holmes
noodig zijn 0111 dien vervloekten Har
land te pakken, maar we zullen het
toch vroeg of laat moeten klaar spe
len, zei Sergeant Horrabridge van de
militaire politie in Natal, toen hij met
twee manschappen het Berg-hotel na
derde.
Ik wou dan maar, dat ze die
stuurden, was het antwoord van een
van deze. Ik voor mij houd er niet van
b.Ianken achterna te zitten.
Nu, je zal weer gauw genoeg al
je aandacht aan de kaffers kunnen
wijden, antwoordde zijn meerdere.
En het spijt mij ook voor die
vrouw van Harland, zei wachtmees
ter Barlow. Ze is veel te aardig voor
zoo'n kerel.
O, daar kon je je wel eens lee-
lijk in vergissen, zei zijn collega. Ik
heb haar al een paar keer onder de
olie gezien en dan weet je heusch niet,
of je geen medelijden met Harland
moet hebben.
Wat? Je wilt toch niet zeggen
dat ze dinkt? Dat kind?
Het gekste van het geval is nog,
vervolgde Horrabridge, dat hij van
goede familie is. Hij is een groot raad
sel, maar ik moet zeggen, dat ik het
nogal een interessant raadsel vind.
Sergeant Horrabridge was een knap
man van voor in de dertig. Hij was de
jongste zoon van een Engelsch land
edelman en was na veel avonturen bij
de politie te Natal terechtgekomen en
had goede vooruitzichten om spoedig
tot luitenant bevorderd te worden en
zich zoo weer omhoog te werken uit.
het moeras, waarin hij door zijn on
bezonnen daden was gekomen.
Evenals zijn ondergeschikte veraf
schuwde hij het in het diepst van zijn
hart blanken te moeten achtervolgen,
ofschoon Harland hem haatte en deze
haat wel eens gevaarlijk voor hem kon
worden.
Zeg, Halfont, zei Harland, laten
wij die kerels er eens tusschen nemen.
Vind je het goed? Het kan amusant
worden.
Best hoor, maar hoe?
Wel, we blijven kalm naast el
kaar staan en we kijken dan eens of
zij kunnen zeggen wie het is.
Goed, zei Halfont die een moge
lijkheid tot een amusante afwisseling
zag.
Neen maar, riep sergeant Horra
bridge, toen ze het Berg-hotel dicht
genoeg genaderd waren om de men-
schen, die er voor stonden, te herken
nen.
Dat zeg ik ook, zei wachtmees
ter Barlow. Wist u er wat van, dat
Harland een tweelingbroer heeft?
Even later stegen de drie mannen
af en liepen ze de paar treden van de
veranda op, waar de beide mannen
zij aan zij, zonder een woord te zeg
gen en recht voor zich uitkijkend,
stonden te wachten. Harland had mis
schien een geheime bedoeling met
deze voor de-mal-houderijvoor Hal
font was het een mop en meer niet.
Morgen, Harland, riep Horrabridge,
die zonder dat het hem lukte zijn ver
bazing geheel te verbergen, van den
een naar den ander keek. Ik wist niet
dat jij een tweelingbroer had. Wil je
mij niet even voorstellen?
Geen der beide mannen gaf eenig
teeken, dat hij sergeant Horrabridge
herkende. Toen zij Harland
Nu, wie is wie?
Jij bent de echte, verklaarde de
sergeant met aplomb. Vast en ze
ker?
Nou, ik zou er niet graag op
wedden, meende wachtmeester Bar
low.
Kom binnen en drink wat, noo-
digde Harland uit. De sergeant schud
de zijn hoofd.
Je weet, dat ik nooit een druppel
aanraak, zei hij.
O, nu herinner ik me, dat je be
keerd bent.
Horrabridge kleurde bij deze toe
speling op zijn vroeger leven. Maar hij
zei niets; integendeel hij drukte zijn
lippen vast op elkaar.
Nu, de anderen zijn het nog niet.
Zeggen jullie maar wat jullie hebben
willen, ik houd jullie vrij.
De eene wachtmeester nam de uit-
noodiging aan en deed de flesch na
zijn vermoeiden tocht alle eer aan.
Zijn collega wees de uitnoodiging zon
der meer van de hand. Ondert.iisschen
was Horrabridge op Halfont afgegaan
om wat meer te weten te komen, maar
dit gesprek zou hem nog meer van de
wijs brengen.
U is zeker pas aangekomen, me
neer Harland? begon hij.
Ik heet geen Harland, was het
antwoord. Sergeant Horrabridge deed
van verbazing een stap achteruit.
Niet? Ik dacht vast en zeker, dat
u een broer van meneer Harland hier
was.
Nee, dat ben ik nietwe zijn zelfs
heelemaal geen familie van elkaar.
Ja? Vindt u ook niet? Maar ik
heet heel toevallig geen Harland, maar
Halfont.
Oogenblikkelijk was sergeant Hor
rabridge een en al aandacht. De naam
kwam hem bekend voor en hij besloot
niets, van wat hier gezegd was, te ver
geten. En ondertusschen pijnigde hij
zijn hersenen met de vraag, waar hij
den naam Hal font eerder gehoord had.
Harland kwam met den wachtmees
ter, dien hij getracteerd had, weer op
de veranda en ze praatten een tijd
over koetjes en kalfjes. Maar de at
mosfeer was als met electriciteit ge
laden. Harland vroeg zich af, wat ze
nu weer omtrent hem en zijn doen en
laten hadden ontdekt. Op dat punt
was hij nooit bijzonder gerust. En hij
vroeg zich ook af of hem de gelegen
heid gegeven zou worden, even weg te
gaan 0111 zijn revolver te krijgen en
zijn paard te zadelen, voor het geval
het bezoek gevaarlijk werd.
Goeden morgen, mevrouw Har
land, zei sergeant Horrabridge, toen
Malina in de deur verscheen. Uw ruit
gebroken? vervolgde hij met 'n hoofd
knik in de richting van de ruit, die
dien avond tevoren kennis gemaakt
had met een van de kogels uit Har-
land's revolver. En iemand gewond?
Dat is het gewone gevolg als je
ruiten breekt, antwoordde ze met een
geforceerden lach, maar het bloed trok
uit haar gezicht, toen ze merkte dat
Horrabridge enkele kleine bloed spat
jes, die Harland had vergeten weg te
wasschen, opgemerkt had. Ook dit
ontging den sergeant niet.
Ja, natuurlijk, antwoordde hij,
maar tegelijk legde hij in zijn geheu
gen vast, dat geen van drieën gewond
was.
Maar Harland gaf nadere inlich
tingen.
(Wordt vervolgd).
Lil -JÜtJBtfMÉÊ
verdrijft U snel en zeker met
Koker 12 stuks 50ct. Proef doosje 2 stuks Wet
OHoMKbtX
HCUAi
ZO to- Ü1««rnr «■fclOCALAND
WQ(.l_A(.D
NOÖRO-fJRAOAVr
Echte Deventer koek komt uit Deventer, echte Goudsche
pijpen uit Gouda en echte Friesche Heeren-Baai natuurlijk
uit Friesland.
Vraagt daarom Echte Friesche Heeren-Baai met het
merk D.E. Geurige, zachte en goed-brandende tabak
uit de aloude Friesche tabaksfabriek van
24)