Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Gebrek aan vertrouwen. „NOORD- BRABAND 1843 Nationale inkomsten en Winstbelasting. C, Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD Splinter en balk. V Oe ciisis opgelost. „Noodgedwongen" Een „ridder" van de droeve Croquetten en Bitterbollen Automatiek PULLES-HEESBEEN, NUMMER 36. ZATERDAG 6 MEI 1939. 62c JAARGANG Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijsper 3 maanden f 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. GIRO-No. 50798. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Nu Hitier heeft gesproken en we de naaste doeleinden van het Duitsche streven kennen, zoekt de wereld we derom het antwoord op de vraag van oorlog of vrede. We weten, wat de Duitschers willen: ze wenschen den Anschluss van Dantzig bij het Duit sche Rijk en een corridor door den Poolschen corridor heen, dus een verbinding met het gesepareerd van het overige rijk gelegen Silezic. Vóór het najaar, zoo wenscht men in Berlijn, moeten deze kwesties geregeld zijn. En men kan er dus van op aan, dat zich straks „grensincidenten" zullen gaan voordoen en dat de Polen zullen worden beschuldigd van een bloedigen terreur uit te oefenen tegen de Nazi's, die een minderheid vormen in Poolsch- Silezië. Het Duitsche geweten zal een cri de coeur slaken, de internationale crisis zal van dag tot dag scherper worden en eindelijk Ja, waar zal het dezen keer op uit- loopen? De Duitsche tactiek is niet bepaald onmenschkundig. Want in Engeland en Frankrijk, en ook bij ons, zullen van dag tot dag weer méér menschen zich gaan afvragen: Is die Poolsehe kwestie, zijn het lot van Dantzig en een corridor, een wereldoorlog waard? Het zou waanzinnig zijn om deze vraag verder afgezien van alles bevestigend te beantwoorden. Maar ééns hebben we geconcludeerd, dat de herbezetting van het Rijngebied geen oorlog waard was. En ook niet de Duitsche her-militarisatie. Even min den Anschluss van Oostenrijk. De afstand van 't Sudetenduitsche gebied vonden we niet meer dan billijk. En wat er toen van Tsjecho-Slowakije overbleef was niet meer de moeite waard om er voor te gaan vechten. Stuk voor stuk was al dat voorgaan- 4 f de geen wereldoorlog waard. Maar als Hitler, toen hij aan het bewind kwam, ^frad gezegd: ik eisch het recht van herbewapening, van versterking van mijn Rijngrens; ik eisch het gebied van Oostenrijk; ik eisch het Sudetcn- land en ik eisch bovendien Tsjechië en Moravië; ik eisch Memeiland en Dantzig en een corridor door den Poolschen corridor Dan zou heel Europa verontwaar digd naar de wapenen hebben gegre pen en den Duitschers een tuchtiging hebben toegediend, welkede wereld voor veel ellende zou hebben bewaard. Men voelt het: ook thans gaat hel niet enkel om Dantzig en om een strookje grond in Poolsch-Silezië, Jiet gaat er om, of men den Duitschers *%p hun weg van geweld en willekeur eindelijk een halt zal toeroepen of niet. Zoo niet, dan zal het tempo van hun opmarsch langs dien weg steeds sneller worden en het aantal slacht offers, dat ze er omver stormen, groo- ter worden en dan Als het waarlijk enkel om Dantzig en een stukje Silezisch gebied ging, ja, dan Maar Op 30 Januari 1934 verklaarde Hit- Ier in den Rijksdag: „De Duitsche re geering is bereid en besloten, na de oplossing van het Saar-probleem het verdrag van Locarno naar leer en geest te aanvaarden." Na de remilitairiseering van 't Rijn land zei Hitier: „Thans, na drie jaren, kan ik den strijd voor Duitschland's rechtsgelijkheid als geëindigd beschou wen. Wij hebben geen verdere terri toriale eischen in Europa". In zijn Rijksdagrede van Mei 1935 zei Hitler ten aanzien van Oostenrijk: „Duitschland wenscht zich niet in de binnenlandsche aangelegenheid van Oostenrijk te mengen, noch Oostenrijk in te lijven of een aansluiting met het land tot stand te brengen." Na de overweldiging van Oostenrijk verklaarde Hitier: „De Duitsche droom van eeuwen her is in vervulling ge gaan. Duitschland verlangt slechts vrede. Het wenscht het leed van an dere staten niet te vermeerderen." Onmiddellijk na het accoord van Miinchen gaf hij Chamberlain te ken nen, dat met de bezetting van het Su- detengebied zijn laatste terrioriale eisch in Europa was vervuld. Wanneer de wereld tegen het najaar in een grooten oorlog zou worden ge wikkeld, dan, zou dat niet zijn om Dantzig en om een corridor, maar om alles, wat daarachter kan borden ver moed. Het zou een oorlog zijn, ontstaan uit gebrek aan vertrouwen in het Duitsche woord. Maar wij betwijfelen of in de naaste toekomst inderdaad een wereldstrijd zal ontbranden. Stuk voor stuk zijn wat kleine machten neergetrapt onder het geweld van de dynamische poli-' tiek der dictatuurstatenAbessinië, Albanië, Oostenrijk, Tsjecho-Slowakije, Lithauen (Memelgebied). Als de sterken hun wil eendrachtig betoonen en overtuigd blijven, dat de eigen verdediging de bescherming van de minderkrachtige omwonenden eischt, dan komt er geen oorlog. Om dat het dan afgeloopen is met de Duitsche en Italiaansche agressie. Het is merkwaardig en niet minder verontrustend in de Duitsche men taliteit onzer dagen, dat men totaal doof en blind schijnt te zijn voor eigen feiten, terwijl men de daden van 't buitenland op scherpe wijze criti- seert. De bezetting en inlijving van Tsjechië, in strijd met het accoord van München en Hitler's plechtige verklaringen, dat het Sudetenland den laatsten territo- rialen eisch van Duitschland in Euro pa beteekende en dat hij geen Tsjech onder z'n regime wenschte, wordt een voudig afgedaan met de motiveering, dat het hier de verwezenlijking van een duizend jarigen droom van het Duitsche volk betrof; de opzegging van het BrïtschDuitsche vloot-ac- coord en 't Duitsch-Poolsche vriend schapsverdrag met het argument, dat de houding van deze landen niet meer in overeenstemming was met de strek king der verdragen. Tegelijkertijd is men dan echter ver baasd en verontwaardigd, wanneer het buitenland zich niet opnieuw bereid toont nieuwe verdragen af te sluiten. Van het buitenland worden voortdu rend de grootst mogelijke concessies geëischt, terwijl men zelf tot nog toe niet bereid was, ook maar een blijven de en duurzame concessie te doen. De twee verdragen, die Hitier tot dusverre steeds in zijn redevoeringen opsomde als te zijn Duitschland grootste bij dragen voor den vrede in Europa, heeft hij verleden week zonder meer nietig verklaard Dat is toch geen sfeer voor onder handelingen; we laten een oogenblik er nog buiten wat men heeft aan ac- coorden die niet worden nageleefd of eenzijdig, zonder meer verbroken. LEVENSVERZEKERING li WAALWIJK Op de Veluwe hebben ze de crisis opgelost, het werkloosheidsprobleem. En de inededeeling daaromtrent is ver vat verbeeldt je! in een treur zang. Althans in een klaagvol gestemd krantenbericht. De menschen zijn zóó aan narigheid gewend, dat ze zelfs hun vreugde nog slechts in gejammer kunnen uitdrukken. Ziehier het bericht, dat wij vermeld vonden in de Zwolsche en (Prov. Overijsselsche) Courant. „Op de Veluwe openbaart zich een toenemend tekort aan arbeidskrachten van veertien tot negentien jaar, waar naar door groote bedrijvigheid in on derscheidene fabrieken juist groote vraag is. Alle industrieën hebben er mee te kampen. Een Apeldoornsche fabrikant, die dezer dagen vijf en twintig jongens en meisjes van die leeftijden vroeg, kreeg slechts drie ge gadigden. Ongetwijfeld heeft men hier bij ook te doen met de gevolgen van de nieuwe ministerieele bepaling, dat de verdiensten van gezinsleden van ondersteunden en tewerkgestelden, verkregen met het verrichten van ge- zinsarbeid van huishoudelijken aard, bij de vaststelling van den steun bui ten beschouwing blijven. De vrees van die industrieelen, wier verzoek om deze bepaling ook tot hun bedrijven uit te breiden, af gewezen is, is niet ongegrond geweest. Stonden vroeger voldoende meisjes klaar om bij hen in dienst te treden, thans kunnen zij maar nauwelijks hun personeel voltallig houden. Het gevolg van het tekort aan jon ge arbeidskrachten zal zijn, dat men oudere in dienst zal nemen. Enkele be drijven zijn hier noodgedwongen reeds toe overgegaan." Eigenaardig, noch de samensteller van dit bericht, noch de redactie, die het plaatsing verleende, schijnen be sef te hebben gehad van de gelukkige wijze waarop het ongeluk zich hier heeft ontwikkeld. In den loop van het bericht gewaagt de redactie mismoedig van het „tekort aan jeugdig perso neel" waarmee men op de Veluwe „te kampen" zou hebben, met het ge volg, dat „noodgedwongen" volwassen arbeiders moeten worden aangeno men. Alsof we daarmee niet den goeden weg terug zouden gaan, want dit is prachtig; de meisjes gaan terug in een haar meer natuurlijken werkkring en in plaats van jongens en meisjes ko men volwassen arbeiders. Wij bedoe len hier natuurlijk niet die industrieën die voor speciale afdeelingen tot nog toe beslist op meisjes zijn aangewe zen. En deze gevolgen zijn een compli ment voor de regeering, meer in het bijzonder voor den minister van So ciale Zaken. Nog zoo'n paar doeltreffende maat regelen en de crisis „dreigt" om in de terminologie van onzen versomber den tijd te blijven te worden opge lost. „Noodgedwongen"! Het zij zoo. Maar dan toch met een zucht van ver lichting. Denken we maar eens aan de rol, welken ten onzent wordt gespeeld dooi de N.S.A.P., in het bijzonder door den leider dezer beweging, dr. E. H. Ridder van Rappard. Die had van de week een Utrecht- schen journalist voor de rechtbank doen dagen. Deze journalist zou hem hebben beleedigd door een gedicht in zijn blad te laten opnemen, waarin de ridder „gek" werd geheeten. Met deze kwalificatie mocht hij o.i. tevreden wezen, want anders kon hij slechts iets ergers wezen. Dat bewijzen eenige uitspraken van hem, welke hij voor de rechtbank her haalde. We citeeren een en ander uit de rechtbankverslagen: President: „Spreekt u ook niet van Westmark?" Getuige: „Wij zijn historisch ver honden met het groote Duitsche volk. Onze historie is een Duitsche historie. Utrecht is een zeer belangrijke stad van het Groot-Duitsche Rijk!" President: Ja wat wil u toch eigen- KOMT EN/EN SMULLEN. uitsluitend van Ie kwaliteit kalfsvleesch. lijk?" Dr. van Rappard antwoordt, dat ons volk zich bewust moet worden van zijn Duitsche afkomst en dat wij als Nedermark een volk van Edel-Germa- ncn moeten worden. Mr. Wesseling leest uit het orgaan van Ridder Rappard's partij nog een citaat, waarin staat, dat heel Neder land na de aansluiting van Oostenrijk bij Duitschland nu kan weten, dat er in Nederland maar één Anschluss- partij is en dat is de Nationaal Socia listische Arbeiderspartij. De verdediger vervolgt hierop de voorlezing van het bewuste artikel, waarin over Mussert wordt gespro ken, dat deze „niet begrijpt dat wij Nederanders heusche en ras-echte Duitschers zijn". Dr. van Rappard wil hier nog iels over opmerken, doch de president meent, dat hier geen toelichting bij noodig is en verzoekt getuige te gaan zitten. De nieuwe wet, welke de minister van Justitie thans heeft ingediend, be oogt de mogelijkheid te scheppen, dat iemand als ridder van Rappard voor ten hoogste vijf jaren in de gevangenis kan worden opgesloten. Hetgeen niets te veel is. De journalist, die dezen man „gek" noemde, hoorde de Of ficier kon niet minder! twee kwar tjes boete tegen zich eischen. Wat 50 cent te veel is. Heffing op loon, huur, winst, rente en vennootschappen. Verdwijnt de personeele belasting op motorrijtuigen? In de Millioenennota heeft de Minis ter van Financiën uitvoerig de noodza kelijkheid betoogd, om in de bestaande tekorten van 's Rijks schatkist door het verzwaren van den belastingdruk te voorzien. Onder verwijzing naar de omstandigheid, dat de bestaande be lastingen weinig geschikt zijn om te worden verhoogd, heeft hij daarbij te vens aangekondigd het voornemen van de regeering. de indiening te bevorde ren van een ontwerp van wet tot het heffen van een nationale inkomsten- en winstbelasting en tot het aanbrengen van eenige wijzigingen in de belasting wetgeving, op punten waar de belas tingdruk te zwaar zou worden. De desbetreffende voorzieningen zijn thans alle tezamen in een wetsontwerp aangeboden. In het ontwerp wordt een poging ge daan, hier te landen het ook elders reeds met succes toegepaste stelsel van heffing van de belasting bij de bron in te voeren. Een huurbelasting zal worden gehe ven, waarbij de verhuurder het kind van de rekening is. Dit zal geschieden door middel van het plakken van ze gels op de kwitantie. Deze belasting zal 1.6% bedragen en wordt geheven van alle, binnen het rijk gelegen onroerende goederen. Zij geldt niet voor den verhuur van ge meubileerde kamers. Rente-belasting. De rentebelasting neemt in het stel sel van de twee-percents heffingen een bijzondere plaats in. Bij de uitbetaling van de door hem verschuldigde rente of periodieke uit- keering heeft de schuldenaar daarvan n.l. ingehouden, heeft hij althans be- hooren in te houden, 2 pet. rentebelas ting, die in beginsel bestemd is om aan den fiscus te worden afgedragen. Eventueel verschil in verband met zuiver en onzuiver inkomen geschiedt door verrekening. De minister meent, dat men, met de huurbelasting en de rentebelasting te vens de belasting van de rechtspersonen heeft te aanvaarden. De afhouding van het loon. Aan den werkgever wordt de ver plichting opgelegd, de belasting in min dering te brengen bij de uitbetaling van de door hem verschuldigde loonen, sa larissen enz. en de ingehouden bedragen aan den fiscus af te dragen. Dit laatste kan geschieden door het inleveren van een formulier of aangifte, waarop tot het verschuldigde bedrag loonbelasting zegels worden geplakt, dan wel een be wijs, dat het verschuldigde bedrag aan den ontvanger is afgedragen. Kinderaftrek. In het stelsel van heffing, zooals dit voor de nationale inkomsten- en winst belasting is gekozen, kan bezwaarlijk rechtstreeks een plaats worden inge ruimd aan een kinderaftrek. De zes ministers, die de memorie van toelichting hebben onderteekand zijn tot de overtuiging gekomen, dat de meest juiste oplossing van dit vraag stuk wordt verkregen, indien de kin deraftrek op indirecte wijze wordt ver leend, te weten door een teruggaaf van betaalde belasting na afloop van het De Echo van het Zuiden, Wul«|jksrkt en Langstraatscbe Coorant*

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 1