BUITENLAND PRESTO BURGERLIJKE STANG FEUILLETON HET MEISJE UIT DE LUNCHROOM. ÏG. als huiskamer, werkplaats en zieken kamer. Men leeft bekrompen maar te vreden; gemoedelijkheid, humor en een grootc gemeenschapszin doet tie lasten des levens lichter dragen. In 1886 krijgt de pastoor van Burgemees ter Grotenhuis een schilderij van (XL. Vrouw van Altijdd. Bijstand dat uit Rome werd meegebracht. In dezen tijd n.l. in 1889 valt ook de vestiging van het St. Antoniusgeslicht. Een epiloog vat dit alles kort samen en luidt het derde deel in. Ille LUIK. Onze eigen tijd met zijn malaise en werkeloosheid. De machine heeft steeds meer de kleine baasjes opge ruimd. Sommigen gaan Baardwijk uit en vestigen zich in de stad. De goede oude zeden en de vroegere gemoede lijkheid dreigen steeds meer te ver dwijnen. Het jongere geslacht wordt zoo geheel anders dan het oudere. St. Clemens ook nu nog de zorgvuldige DE TOESTAND OP 'T OOGENBLIK. Op de voorpagina van ons eerste blad hebben we het memorandum beschermer van ons goede Baardwijk komt zijn opvattingen zeggen over menschen en dingen van onzen tijd. Laten we hopen dat het weer mor gen zal medewerken om de opvoering van dit stukje geschiedenis van Baard wijk. in de openlucht, met een histo risch monument als achtergrond, moge lijk te maken. Moge het. mede door een .overdruk bezoek, een succes worden voor den auteur, kapelaan Allard, als mede voor zijn medehelpers die het stuk zullen opvoeren. Moge het een waardig slot vormen van een waardige, geslaagde viering van het gouden jubilé van het St. An- toniusgesticht. Bij de vele gelukwen- schen en huldebetuigingen die de eer waarde zusters morgen in ontvangst zullen hebben te nemen, voegen wij gaarne de onze, de hoop uitsprekende dat zij nog in lengte van dagen hun ze genrijk werk in v.m. Baardwijk mogen voortzetten. weergegeven van de Engelsche aan de Duitsche regeering betreffende eene nieuwe vloot-overeenkomst. Dit memorandum heeft algemeen een zeer slecht onthaal in Duitsch- land ontvangen en geeft de pers aan leiding tot een nieuwe anti-Britsche campagne. Men sprak van „arrogante nota", „totaal gemis aan begrip over de opzegging van 't vlootverdrag" enz. Ondcrtusschen komen onheilspelen- de berichten uit Dantzig, zoodat men zells spreekt over rechtstreeksche demarches van Polen, Engeland en hrankrijk te Berlijn. Men schijnt ech ter vooralsnog de voorkeur te geven aan openlijke waarschuwingen. Hier volgt er weer een van den Britschen minister Lord Halifax; die o.m. zeide: „Wij zijn thans aan het onderhan delen met Sowjet-Rusland. Ik hoop dat deze onderhandelingen binnen zeer korten tijd tot een succesrijk einde mogen worden gebracht, teneinde Rusland bij ons aan te sluiten ten be hoeve, van de verdediging van de sta len in Europa, wier onafhankelijkheid en neutraliteit bedreigd zouden kun nen worden. Wij hebben verplichtingen op ons genomen en bereiden ons er op voor nog meer verplichtingen te aanvaar den, met volledig begrip voor hare consequenties. Wij weten, dat wan neer de veiligheid en onafhankelijk- hed van andere landen zouden ver dwijnen, onze eigen veiligheid en on afhankelijkheid ernstig bedreigd zul len zijn. Wij weten, dat wanneer het internationale recht en de orde be houden willen worden, wij bereid moeten zijn te vechten voor hun ver dediging. In het verleden hebben wij ons al tijd verzet tegen pogingen van welke afzonderlijke mogendheid ook om Europa te overheerschen ten koste vaji de vrijheden van andere naties en de Britsche politiek volgt derhalve slechts de onvermijdelijke lijn van haar eigen historie, wanneer een der gelijke poging opnieuw zou worden ondernomen. Waar het op aankomt is in de eerste plaats de natie er van te over tuigen, dat deze politiek juist is en in de tweede plaats, de stappen te doen, die noodig zijn om die politiek tot een succes te maken. Op geen enkel oogenblik sedert den oorlog is er zoo'n nationale eenheid geweest ten opzichte van de belangrijkste, essen- tieele punten van onze buitenlandsche politiek. Met dien geest van eenheid gaat gepaard een diepe, wijdverbreide vastberadenheid om die politiek doel treffend te maken. Ik geloof echter, dat er onder alle klassen een toene mende wensch bestaat om verder te kijken dan het rechtstreeksche heden en een doel voor zich te zien, waar voor men bereidvaardig zijn tijd en zoo noodig zijn leven zou offeren. Omsingelingspolitiek. Duitschland isoleert zichzelf, ver klaarde lord Halifax, doch dit isolatie proces kan iederen dag worden be ëindigd, indien Berlijn bereid is een politiek van samenwerking te aanvaar den. Het begrip „levensruimte". Dit probleem wordt niet opgelost door gebiedsvergrooting en onderdruk king van kleine nabuurstaten, doch slechts door een verstandige orde op zaken in het binnenland en een rege ling en verbetering der betrekkingen met andere landen. Engeland is bereid, met alle landen mede te werken tot een zoodanige vrij- Het echtpaar J. Voogd-C. Netten in de Marktstraat te Kaatsheuvel, dat 8 Juli a.s. zijn gouden Bruiloft viert. making van den internationalen han del, dat alle volken de gelegenheid krijgen voor een ruimer economisch bestaan; met alles wal daaraan vast zit en verstaan wordt onder het be grip „levensruimte". I)e koloniën. Welke ook de moeilijkheden zijn van het koloniale probleem, lord Ha lifax wanhoopt er niet aan, dat het mogelijk zal zijn, een methode voor een regeling te vinden, vooropgesteld, dat hij iedereen de wil bestaat, tot een regeling te komen. „Indien wij er slechts van over tuigd konden zijn", besloot lord Hali fax zijn rede, „dat wij allen werkelijk 'n vreedzame oplossing wenschen, dan ik verklaar het hier met beslistheid zouden wij de problemen, die zoo veel bezorgdheid in de wereld ver wekken, vandaag nog kunnen bespre ken. In een dergelijke nieuwe atmos feer zouden wij de vraagstukken van de koloniën, grondstoffen, handelsbe lemmeringen, levensruimte, bewape ningsbeperking en alle andere onder werpen, die het leven van iederen Europeeschen burger aangaan, onder de oogen kunnen zien." J. C. F. v. Helsland, Inspecteur van Politie Kaatsheuvel, die op 7 Juli a.s. zijn zilveren Bruiloft, op 9 Juli a.s. zijn zilveren jubileum hij 't Politiecorps te Kaatsheuvel viert en die op 1 Aug. den dienst met pensioen verlaat. WAALWIJK. Van 23 tot en met 30 Juni 1939, Gehoron Elisabeth Maria Clementine, dv. P. J. Klerkx-Nillesen. Overleden: A. J. de Folter, oud 49 jaren, echtge- noote van Ca. A. Kools Ja. C. Bur- inanje, oud 69 jaren, echtgenoote van P. J. F. Gloudemans. Huw. aangiften: A. F. J. J. van der Gouw, oud 27 jaren en Ma. P. J. van der Sluijs. Gehuwd A. Valk, oud 31 jaren, wonende te Loonopzand en Ca. J. van der Geld, oud 27 jaren, te Waalwijk J. G. IJzermans, oud 32 jaren en Fra. G. Kemperman, oud 25 jaren. Ingekomen Ja. W. Spielings, van Loonopzand - Aa. M. van Zandvoort, van Oss Fra. A. Chr. Verwiel, van Breda. Vertrokken: Ma. H. van der Zanden naar Tilburg. RAAMSDONK. Van 17 tot en met 23 Juni 1939. Geboren: Wilhelmina C. P., dv. Johannes C. Broeders en Hcndrika G. Heere Ber nard Th., zv. Adrianus M. Vermeer en Johanna A. de Ruijter Johannes, zv. Johannes Zielstra en Helene M. E. Straa«heijm Bartholomeus Th., zv. Baitholomeus C. van Strien en Anna M. Snijders Hubertus M. M., zv. Ilubertus J. A. M. van Strien en Petronella M. Achten Catharina, dv. Cornelis Luij- breg's en Cornelia Krnoswijk Huber tus M., zv. Dingeman Fr. van Onzenoort en Antonia Kempenaars Johannes A., zv. Cornelis A. van Eijl en Johanna D. Riool Neeltje, dv. Leendert Klop en Fint ie Vrind. Gehuwd Adrianus J. van Loon, oud 26 jaren en Henrica J. Vissers, oud 29 jaren Hen- dricus Pa van Vugt, oud 37 jaren en Anna C. van Rooij, oud 32 jaren Wil lem C. Honcoop, oud 28 jaren en Louisa Raams, oud 22 jaren. Overleden Gerrit J. v. Dongen, wedr. van Anol- lonia L. Schuller, oud 75 jaren Cor nelis Keiler, oud 60 jaren Willem v. Ham, echtgt. van Eva Norbart, oud 57 jaren. het betere zeeppoeder PRESTO ZEEPPOEDER SLECHTS 5 CENT PER PAK van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van NORMAN CHARLTON. 15) Zijn inmenging prikkelde Lilian en ze zei met een uitdagenden blik op haar tegenspeler van dien ochtend Het zal me een genoegen doen, lord Harlsmore, morgen samen met u te spelen; ik ben er van overtuigd, dat we als overwinnaars uit den strijd zullen komen. Natuurlijk antwoordde de jon geman beleefd, maar zijn gedachten werden door andere dingen in beslag genomen dan door den aanstaanden wedstrijd. HOOFDSTUK X. De schrik. Terwijl ze met mevrouw Amhersf naar huis wandelde, moest Lilian zich zelf bekennen, dat zij zich nooit in haar leven zoo vernederd had gevoeld. Het was afschuwelijk dat haar inzet van dat spel een belofte moest zijn tot zwijgen, maar het afschuwelijkste van alles was het feit, dat zij verloren had. Niet dat zij zoo graag tegen hem wilde praten; dat begeerde ze heelemaal niet. Maar als het eens noodig mocht zijn iets tegen hem te zeggen, zou ze eerst zijn toestemming moeten vragen. Ik hoop, zei mevrouw Amherst, dat u prettig gespeeld hebt, met meneer Hemmings. Ik vind het verschrikkelijk, ant woordde Lilian met beslistheid; hij is zoo gruwelijk verwaand. Zoo vindt u? Mevrouw Amherst fronste de wenk brauwen; ze was van oordeel, dat een „meisje uit een winkel", niet het recht had critiek uit te oefenen op jonge lieden van goede familie. Daarom, vervolgde Lilian had ik ook niet veel lust morgen weer mee te spelen. Mevrouw Amherst zei haar een beetje stijfjes goedendag. Dat meisje begon zich heel wat te verbeelden, dacht de dokters vrouw. Na hel eten deed Lilian haar schort je voor en nam haar plaats in de lunchroom weer in. Ze had het den heelen middag erg druk, maar ze deen het werk met plezier. Laat in den middag, toen de winkelende dames naar huis waren, kwam lord Harls more binnen. Hij ging naar zijn ge wone hoekje en glimlachte in 't voois bijgaan vriendelijk tegen Amy. De cassière bloosde en keek Lilian met haar bruine oogen smeekend aan. Neen kindje, zei Lilian, die de beteekenis van liet zwijgende verzoek onmiddellijk begreep. Nu ik weet dat die sprookjesprins een graaf is, vind ik dat spelletje een beetje gevaar lijk voor je. Lilian ging langzaam naar zijn ta feltje toe; lord Harlsmore glimlachte toen hij haar zag. We ontmoeten elkaar nogal eens, merkte hij op. Ja, wilt u thee en geroosterd brood hebben? Graag. Ik verheug me al op on zen wedstrijd van morgen. Ik ben bang, dat ik niet zal kunnen komen; misschien moet ik onverwacht naar de stad terug. Och, dat zou mij spijten. Hij zei het zonder veel belangstel ling, want hij keek telkens naar de deur. Is meneer Warden er al ge weest? Neen. Zij veronderstelde, dat hij met me neer Warden den ordinairen, opzich- ligen vriend van gisteren bedoelde, van wien hij dien morgen verteld had, dat hij paardenhandelaar was. Ik hoop, dat hij niet lang wegblijft; ik moet hem spreken en ik heb niet veel tijd. Na een poosje kwam Lilian terug met de thee. Ik wilde u wat vragen, zei lord Harlsmore. Als meneer Warden komt, wanneer ik al weg ben, wilt 11 hem dan iets vqn mij geven? Natuurlijk. Het is zoo vervelend, dat het zoo loopt; nu ik haast heb, komt hij juist laat. Lilian ging heen en lord Harlsmore dronk haastig zijn thee uit. Na een paar minuten zag Lilian, dat hij haar wenkte. Ik moet gaan, zei hij, toen ze weer bij hem kwam; ik heb een afspraak met mijn moeder en zij is altijd zoo uit haar humeur als ik haar laat wachten. Wilt u hem dit geven? De jonge lord haalde een vierkant pakje uit zijn zak, netjes in bruin pa pier verpakt. Hij keek snel om zich heen. Houdt het goed donker, wilt u? Donker? Wat moet ik donker houden? Dit. O, het zijn zeker fotografische platen! Fotografeert u? Ik ook. Ten minste, ik druk op het knopje en een man in een fotowinkel doet de rest! U hebt hel goed geraden, zei lord Harlsmore zichtbaar opgelucht. Hel zijn foto's van mijn moeder; ik heb ze zelf genomen. Als er licht bij komt zijn ze bedorven; dat weet u natuur lijk als u zelf fotografeert. Dat spreekt vanzelf. Doet uw vriend ook aan fotografeeren? Och, dat is tegenwoordig zoo'n populaire liefhebberij. Ja, hij is een uitstekend amateur; hij is buitenge woon handig in ontwikkelen en af drukken. Hij houdt er wel huiselijke lief hebberijen op na, voor een paarden handelaar! kon Lilian niet nalaten op te merken. Lord Harlsmore gaf Lilian het pak je en toen ze het in de hand had, wist ze onmiddellijk, dat de inhoud niet uit fotografische platen bestond. Zult u het niet openmaken? vroeg hij eenigszins beklemd. Natuurlijk niet. Ik open geen pakjes die aan anderen behooren! Ik ben bovendien heelemaal niet nieuws gierig. Trouwens, ik ken het origineel. Kent u mijn moeder? vroeg hij verschrikt. Alleen van gezicht. O, natuurlijk. Ik geloof, dat ie dereen haar van gezicht kent. Is ze erg van streek door het ver lies van haar diadeem? Het kasteel zit stikvol detectives, vertelde lord Harlsmore op geprikkel- den toon. Dat is op zichzelf al ge noeg om iemand van streek te maken. Ik heb mijn moeder herhaaldelijk ge zegd, dat het bespottelijk is zooveel vreemden in huis te halen. Ze stelen eerder juweelen dan dat ze ze opspo ren. Maar mijn moeder wil dat niet inzien. Zij keeren alles ondersteboven om het ding te vinden. Vanmorgen hebben ze den vijver afgevisebt; liet is eenvoudig idioot 0111 te veronder stellen, dat iemand eerst de moeite neemt een kostbare diadeem te stelen en hem dan in een vijver zou smijten. Ik vond vanmorgen een vreemden vent in mijn slaapkamer; ik zou wel eens willen weten, wat hij daar verwachtte te vinden. Misschien verdenkt hij u, zei Li lian met een matten glimlach, maar haar oogen bleven ernstig. Hij monsterde haar met een snellen, onderzoekenden blik. De kerel zag er brutaal genoeg voor uit. Wat verschrikkelijk als hij bij 't onderzoek dit pakje geopend had! Dan zouden de platen bedorven zijn. De jongeling met het engelengezicht scheen niet op zijn gemak. Daar was ik ook bang voor zei hij flauwtjes. Lilians's vingers gleden onwillekeu rig nogmaals langs het pakje en er was een raadselachtige uitdrukking in haar oogen, toen ze vroeg: Hoeveel platen zitten er in het pakje? Ongeveer.... ongeveer een do zijn. Het is licht voor een dozijn pla ten. Het zijn films, zoo luidde het snelle antwoord. Zoo. Er viel een stilte; hij durfde Lilian niet aan te zien. PRO 43-0419 A"

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 11