DE OORLOG IN EUROPA.
BINNENLAND.
Het Vaderland vraagt
en onze moedige jeugd bouwt zich een toekomst in Indië
DOOR MARTIN BROEK.
Zooals bekendzijn de Russen in den nacht van
Zaterdag op Zondag Polen binnengeruktteneinde
aldus het ojficieele bericht uit Moskoude belangen van
de in Puolsch gebied wonende Oekraïners en Wit-Russen
te beschermen voor de terugtrekkende Poolsche troepen.
Een andere vraag, die men zich
no^al eens pleegt te stellen is de
volger.de
Waarom komt de onmetelijke
Britsche luchtvloot het bezette Polen
niet te hulp
Het zou inderdaad zeer wel mo
gelijk zijn, dat Britsche bommen
werpers via Duitschland naar Polen
vlogen, maar er zijn verschillende
redenen aan te geven waarom dit
niet gebeurt.
Allereerst hebben de Duitschers
systematisch de Poolsche vliegvelden
vernield, hetgeen natuurlijk reeds
een groote handicap zou vormen,
terwijl bovendien de invloed van
geïsoleerde eenheden bommenwer
pers maar heel gering zou zijn, daar
in Polen de noodige manschappen
en materialen ontbreken om de
vliegtuigen afdoende en snel te
repareeren.
Bovenstaande lijkt ons echter toch
niet de voornaamste reden, waardoor
de Engelsche luchtmacht zoo ken
nelijk op non-actief wordt gesteld,
want dit moet allereerst worden
gezocht in een andere richting en
wel de volgende
Het zenden van luchtstrijdkrach
ten naar Polen wordt door Engeland
niet uitgevoerd, omdat Engeland
met zijn luchtvloot andere plannen
voor heeft. In het Oosten zouden de
Britsche vliegers slechts een gering
resultaat kunnen halen ten koste van
zeer groote offers en de Britten ris-
keeren geen geringe successen of
verliezen meer. Bij het bombarde
ment van Wilhelmshaven en Cux-
haven hebben zij leergeld betaald
en om iets dergelijks in het groot
te voorkomen bereidt Londen thans
alles minitieus voor; de volgende
klap moet raak zijn en vóór de
geallieerden.
Op het oogenblik heerscht er nog
rust in het Westen.
Behalve een groote activiteit ter
zee is er nog steeds weinig gebeurd
aan d^zen kant. Het papieren bom.
bardement schijnt te zijn afgeloopen,
de Engelsche luchtaanval in zak
formaat heelt weinig of niets uit
gehaald, tusschen Frankrijk en
Duitschland zijn nog slechts voor
postgevechten gesignaleerd, kortom
in vergelijking met het gruwelijke
oorlogsgeweld dat men hier verwacht
had heerscht er een betrekkelijke
rust en stilte, een zenuwachtige
stilte. Als oorzaak hiervoor mag
worden aangemerkt, dat terwijl
Duitschland was ingericht op een
bliksemoorlog, Engeland en Frank,
rijk dit niet waren,
Vandaar de verraderlijke stilte.
De stilte voor de storm.
Dat Rusland met een deel van de
Poolsche nalatenschap zou gaan
strijken, stond als een paal boven
water, want zeker was het dat Ber
lijn om het Duitsch-Russiscbe ver
drag te formeeren belangrijke
concessies heeft moeten doen aan
Rusland en wat konden die conces
sies anders inhouden dan de bezet
ting van de Oekraïne? In de meeste
politieke centra heeft dit bericht
geen verrassing gewekt, men ver
wachtte het.
Het ligt voor de hand, dat er in
de strategische positie van de strij
denden, voorzoover dit nog niet is
geschied, spoedig een groote veran
dering zal komen.
Tot Zondag konden Frankrijken
Engeland er mee volstaan de L)uil-
sche legerleiding te bewegen troepen
van het Oostelijk front naar het
Westen te dirigeeren, hetgeen ook
inderdaad is geschied De mogelijk
heid zou dan hebben bestaan dat het
Poolsche leger zich nog langeren tijd
zou hebben staande gehouden en een
steun zou vormen voor de geal
lieerden.
Met de Russen in de ïug ziet het
er somber uit voor de dappere
Poolsche soldaten en zij kunnen aan
dit front binnenkort hun strijd ge
streden achten. Misschien dat zij het
nog een paar dagen volhouden,
misschien zelfs een paar weken,
maar daar is dan ook alles mee
gezegd.
De vraag is nu of Frankrijk en
Engeland lijdelijk zullen toezien, dat
Duitschland en Rusland zich meester
maken van dePoolschegrondstoffen,
voorraden en legermateriaal, ofdat
zij een groote tegenactie zullen be
ginnen. Zeker is het natuurlijk niet,
maar het is toch wel waarschijnlijk
dat zelfs een groot offensief in het
westen niet meer kan verhinderen
dat beide genoemde partijen Polen
voor korteren of langeren tijd be
zet houden.
In dit verband dient er aan te
worden gedacht, dat een Britsch-
Frénsche aanval op de Siegfiied-
linie vrij weinig uit zou halen,
wanneer hij niet terdege was voor
bereid en mat deze voorbereidingen
zijn de Fransche voorposten wel
doende, maar nog niet klaar. Er
moet hier methodisch werk worden
geleverd, door de mazen die voor
de Siegfried-linie liggen en welke
bestaan uit mitrailleursnesten,tank
vallen, kleine fortificaties enz. te
zuiveren.
De Franschen zijn hier nu al meer
dan 2 weken mee bezig en daarbij
is slechts een ding komen vast te
staan dat het een ontzaglijk werk is.
de rivieren, Njemen, Djnepper en Dwi-
na en ligt zoodoende verspreid over
Rusland, Polen en Lithauen.
Onder het Tsaren-regiem werden
de Wit-Russen hevig onderdrukt,
maar onder hei roode regiem is daar
in verandering gekomen. Wit-Rusland
werd zelfs een eigen republiek, hoe
wel de autonomie slechts zeer beperkt
is.
De Wit-Russen zijn over het alge
meen wat kleiner van gestalte dan de
Groot-Russen, zijn zwakker gebouwd
en hebben veelal blonde haren.
Van de Wit-Russen (=t 7.000.000)
wonen er ongeveer 1.500.000 in Polen,
zoodat het slechts een minderheid be
treft van 4
DE MILLIOENEN-NOTA.
HERZIENING INKOMSTENBE
LASTING VERVANGT
ONTWERP-DE WILDE.
Winstbelasting inplaats van dividend
en tantième-belasting.
Vijftien opcenten op gemeentefondsbe
lasting van het loopende jaar, daarna
vijf en veertig tot 1 Mei 1941.
In de Millioenennota stelt de regee
ring het reëele tekort op den gewonen
dienst voor het volgend jaar op 55]/2
millioen.
Wijst dit cijfer, aldus de regeering,
op den ernst van den financieelen toe
stand, zooals die was vóór het uitbre
ken van den- oorlog, een kennisneming
van de stijging van de uitgaven, waar
op voor het jaar 1941 moet worden ge
rekend. versombert dit beeld nog in
aanzienlijke mate.
In totaal wordt voor dat jaar een
vermeerdering van uitgaven verwacht
van 60Y2 millioen, waaronder voor de
versterking van de maritieme defensie
in Indië een jaarlijksche meerdere uit
gave van 15 millioen. Indien derhalve
de overige uitgaven niet omlaag zou-
den gaan en de middelen dezelfde zou
blijven, moet voor 1941 een tekort ver
wacht worden van 116 millioen.
De regeering noemt het dan ook een
eerste vereischte, dat voor het komen
de jaar het evenwicht tusschen uitga
ven en inkomsten op den gewonen
dienst wordt verkregen.
De minister van financiën heeft
overwegende bezwaren tegen het ont-
werp-nationale inkomsten- en winstbe
lasting, doch is van meening, dat de
daaruit verwachte bate niet kan wor
den gemist. Ten einde de vereischte
versterking der middelen te verkrijgen,
zal een herziening van de inkomsten
belasting worden voorgesteld, welke
met 1 Mei 1941 zal ingaan. Als voor-
loopige maatregel zullen dan tot dat
tijdstip ten behoeve van het rijk 45 op
centen op de gemeentefondsbelasting
worden geheven, terwijl het aantal de
zer opcenten voor het loopende belas
tingjaar zal worden gesteld op 15.
Verder zal de thans bestaande divi
dend- en tantième-belasting worden
vervangen door een winstbelasting.
Uit beide maatregelen wordt een op
brengst verwacht van 50 millioen.
De overige 5 millioen van het tekort
zullen gevonden moeten worden door
een verdere besparing op de uitgaven.
Voorts ligt het in het voornemen van
de regeering evenals in 1914, ook thans
over te gaan tot de instelling van een
Leeningfonds, aangezien dekking van
de mobilisatie-uitgaven uit de gewone
middelen van het jaar, waarin zij ge
daan worden, uitgesloten is. De aflos
singstermijn zal op 15 jaar worden ge
steld.
De regeering is voorts verplicht
voorshands alle nieuwe uitgaven op
den gewonen dienst, ook die waarvan
de urgentie zich in de laatste jaren in
toenemende mate heeft opgedrongen,
achterwege te laten en bovendien er
ernstig naar te streven, ook op be
staande diensten, voor zoover eenigs-
zins mogelijk, gelden vrij te krijgen.
Een uitzondering zal slechts behoo-
1 - c,
Op den 10-den April van het
jaar 1867 meldde zich de
vrijwilliger Van Heutsz bij
het instructie-bataljon te
Kampen dezelfde Van
Heutez. die in de negentiger jaren in
Atjeh het Nederlandsche gezag vestigde
en die van 1904 tot 1909 als gouverneifr-
generaal de volledige onderwerping tot
stand bracht van den Indischen
Archipel.
Een geweldige taak heeft van Heutsz
volbracht. Van Heutsz en zijn
mannen! Want ook een Van Heutsz
had het groote werk niet tot stand
gebracht zonder den moed en de door
zettingskracht van het Koninklijk
Nederlandsch-Indisch leger!
De tijd van veldtochten en oorlogen
echter behoort in- Indië tot het ver
leden. Indië is rustig geworden. Maar
wel op een zéér roemrijke traditie
mogen onze Indische soldaten bogen,
die U zoo dikwijls heeft gezien in hun
mooie, groene uniform, met de vlotte
cape over den schouder of den arm,
als zij op het punt staan naar
Een klasse rukt uit
nen, die van lagere scholen, van Ulo
scholen, van ambachtsscholen konjan
en die zich voor de dienstneming aan
melden, eerst gekeurd door doktoren.
Daarna gaan Indische officieren en
sergeants, die Indië door-en-door ken
nen, na of de verstandelijke ontwik
keling, de mentaliteit en de aanleg
voor het militaire beroep van hen, die
zich hebben aangemeld, inderdaad
waarborgen, dat de jongemannen het
in Indië goed zullen maken. De onge-
schikten val
len uit. De
soldaat van
het Koninklijk
Nederlandsch-
Indisch Leger
behoort dan
ook tot een
keurcorps,
waartoe alleen
werkelijk in
alle opzichten
flinke jonge
mannen toe
gang hebben.
leven. Tijdens den proeftijd in Nijme
gen blijkt, of hij definitief voor uit
zending naar Indië in aanmerking
komt.
In Indië wacht hem een eervolle loop
baan. Ook in Indië bestaat voor Euro
peanen de algemeene dienstplicht. Dit
heeft uiteraard veel bijgedragen tot de
algemeene achting, waarin de Indische
soldaat zich thans verheugt. De Indi
sche militair, die uit het Moederland
werd uitgezonden, leeft ongeveer onder
jjttg
Indië te vertrekken.
Ons volk is altijd rijk
geweest aan mannen
met energie en onder
nemingslust, die in
verre landen de wilder
nis introkken en een
wereldrijk voor het Moe
derland veroverden. De
tijden van deze pioniers
zijn nu voorbij. Indië is
geen wildernis meer,
maar een rijk land met
een groote beschaving,
met belangrijke indu
strieën, met tallooze
lagere en hoogere scho
len, met honderden ker
ken, overal verspreid,
met hospitalen en specialisten, wier
namen tot zelfs in de wetenschappe
lijke kringen hier te lande een wel
bekenden klank hebben. Het is een
rijkgezegend land, ons sprookjesachtig-
mooie Insulinde!
Een Hollandsche jongen, met het hart
op de rechte plaats, is er trotsch op
iets voor zijn land, iets voor Grooter
Nederland, iets voor ons Indië te
mogen doen. Het zijn steeds louter
flinke mannen, die aan de roepstem
van het Vaderland gehoor geven. Dat
is altijd zoo geweest. Dat is nóg zoo,
óók in onze dagen. Wij hebben het
deugdelijk bemerkt bij een bezoek, dat
wij brachten aan de Koloniale Reserve
te Nijmegen.
Wat anderen ervan zeggen het
idealisme is niet dood in ons volk.
Maar wanneer wij in Nijmegen zoo
veel fiksche jongemannen bijeen zien,
dan danken wij dit ongetwijfeld aan
het feit, dat naast de ideëele motie
ven ook zooveel practische redenen
pleiten voor de dienstneming in het
Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger.
Het is, intusschen, in het geheel niet
zóó, dat iedere jongeman, die dit wil,
als soldaat naar Indië kan gaan. Op
de gegadigden voor het Koninklijk
Nederlandsch-Indisch Leger wordt te
genwoordig een strenge selectie toe
gepast: in het belang van onze krijgs
macht in de tropen èn in het belang
van de Nederlandsche jongemannen
zélf, Indië is niet meer zoo ver als
vroeger, maar toch nog tè ver dan
dat de verantwoordelijke autoriteiten
er niet alles aan zouden doen, om
teleurstellingen wanneer men een
maal in Indië is volkomen uit te
sluiten. Daarom worden de jongeman-
Een andere over
weging: de werk
loosheid is in ons
land nog altijd
groot. Wie ziet hier
verbetering? Maar
vele jongemannen
krijgen brieven van
kameraden in Indië,
waarin deze schrij
ven, dat het hun
in het Koninklijk
Nederlandsch-
Indisch Leger best
bevalt. Goed voor
beeld doet dan goed
volgen: bij tal van
jongemannen, die
in het Vaderland
toch niet gespeend zijn van een
gezonden ondernemingszin, komt óók
de lust op tot dienstneming. De voor
uitzichten zijn hier weinig bemoe
digend. En in de verte wenkt een
nieuwe toekomst!
En dan de waarschijnlijkheid is
groot, dat men ook hier te lande bin
nenkort twee jaar zal moeten dienen.
Waarom zou men dan niet voor drie
jaar dienst nemen in Indië. En al wie
In het leslokaal
Luit.-Kol. J. Slagter
het er daar bevalt en dat doet het
er bijna iedereen kan, zooals men
dat noemt, bij teekenen.
De jongeman, die als soldaat naar
Indië gaat, heeft eerst in Nijmegen
een prettigen tijd. Hij wordt er mili
tair gevormd, doet veel aan sport en
wordt er voorbereid op het Indische
De adspiranten komen
dezelfde omstandigheden als de Euro
peaan in Indië, die zijn militairen
dienstplicht vervult. De tijd, dat men
den Indischen soldaat „niet aankeek"
is dan ook al lang voorbij!
De dienst is veelomvattend, doch niet
overmatig zwaar. De bevolking is in
Indië vriendelijk en rustig. Het land
is verrukkelijk mooi. Daarbij heeft de
Indische soldaat, die volhardend zijn
plicht doet, uitstekende promotiekan
sen. Na afloop van den afgesproken
diensttijd kan hij, op rijkskosten,
terug naar het Vaderland. Geeft hij
er de voorkeur aan, nog langer in Indië
te blijven, maar wil hij toch liever
op den duur het militaire leven vaar
wel zeggen, dan bestaat de mogelijk
heid ook, dat hij in Indië een behoor
lijke betrekking krijgt.
Er komen den laatsten tijd steeds
meer aanvragen tot dienstneming in
het Koninklijk Nederlandsch-Indisch
Leger. Daar steekt niets verwonder
lijks in. Integendeel! Aan iederen
jongeman, die over ijver, gevoel voor
tucht en volharding beschikt, die iets
meer van de wereld wil zien en die
vooruit wil komen, geven wij den raad:
vraagt eens inlichtingen aan den Com
mandant der Koloniale Reserve te
Nijmegen! Zij worden U gratis en
franco toegezonden en men verplicht
zich door deze aanvrage tot niets.
Vroeger hebben er wel eens bezwaren
bestaan bij de ouders tegen dienst
neming van hun jongens bij het
Koninklijk Nederlandsch-Indisch Le
ger. Deze bezwaren zijn in onzen tijd
wel zeer grootendeels vervallen. Er is
zoovéél veranderd! Een brief naar en
van Indië is in vijf of in zes dagen
over; voor dringende gevallen is er de
telefoon. En in Indië zelf heeft het
leven niets, maar dan ook niets van
het verblijf in een wildernis. Medische
en geestelijke hulp is vrijwel overal
onmiddellijk aanwezig, precies als in
Holland. Zending en Missie stichtten
overal kerken en mili
taire vereenigingen. Er
wordt alles aan gedaan,
*•^^>••5 om den diensttijd zoo
prettig èn zoo profijtelijk
mogelijk te doen verloo-
pen. Er heerscht een
geest van hechte kame
raadschap in het Konink
lijk Nederlandsch-Indisch
Leger. Het veelvuldig ver
blijf in de vrije natuur en
de intensieve beoefening
van velerlei sport, stalen
den soldaat. Leeszalen en
bibliotheken, in heel Indië
verspreid, bieden uitste
kende mogelijkheden voor
cultureele vorming. Er
zijn dan ook in Indië,
voor den Nederlandsch-
Indischen soldaat even
veel gelegenheden als in
Holland om lichaam en
geest te ontwikkelen, om zijn kerke
lijke plichten te vervullen, om zich
prettig te verpoozen en-veel, véél meer
gelegenheden, om vooruit te komen.
Er is nog plaats genoeg in Indië voor
flinke jongemannen, die vooruit willen in
de wereld en die van aanpakken weten
ren te worden gemaakt voor de defen
sie en de werkloosheidsbestrijding.
Krachtig zullen worden bevorderd
maatregelen van training en scholing
(of herscholing) van werklooze arbei
ders, mede als onderdeel van het alge
meene streven om de werkloozen, voor
zoover eenigszins mogelijk, naar het
normale bedrijfsleven terug te voeren.
Daarnaast zal staan de voortgezette ter-
handneming van productieve openbare
werken.
DE NIEUW-AMSTERDAM.
Het vertrek, dat Maandagavond had
moeten geschieden, uitgesteld omdat
een deel van de bemanning niet wilde
monsteren.
De Nieuw-Amsterdam van de Hol
land—Amerika Lijn, die Maandag
avond van Rotterdam naar New York
had moeten vertrekken, is aan de Wil-
helminakade te Rotterdam blijven lig
gen, omdat een deel van de bemanning
voor de nieuwe reis niet wilde monste
ren op de aangeboden voorwaarden.
Naar wij vernamen, werd Maandag
avond verwacht, dat het uitstel van 't
vertrek niet van langdurigen aard zou
zijn; waarschijnlijk tot Dinsdagavond
of ten hoogste tot vandaag.
De groep leden van de bemanning,
die niet wilde monsteren, bestaat hoofd
zakelijk uit civiel personeel. De mon
stering werd opengesteld op de voor
waarden, die kortgeleden zijn opgesteld
na onderhandelingen tusschen de ree-
dersvereeniging en de contactcommis
sie van de werknemersbonden. Zij, die
op deze voorwaarden niet wilden mon
steren, vroegen voor de nieuwe reis
nog een extra-bijslag.
Voor deze reis van de Nieuw-Am
sterdam hebben goed twaalf honderd
passagiers geboekt, waarvan de mees
ten Amerikanen zijn.
REGELING KUNSTMESTSTOFFEN.
De Minister van Economische Zaken
maakt het volgende bekend:
Hoewel verwacht mag worden, dat
de voorziening van land- en tuinbouw
in Nederland met kunstmeststoffen
voorloopig geen moeilijkheden zal op
leveren, zal het niettemin noodzakelijk
zijn regelingen te treffen, waardoor 'n
gelijkmatige verdeeling wordt gewaar
borgd. Daartoe wordt ingesteld een
Kunstmest-Distributie-Bureau, hetwelk
gevestigd zal zijn te 's-Gravenhage,
Lange Voorhout 3. De leiding van dit
bureau is opgedragen aan den heer C.
Boudewijn afdeelingschef bij de Staats
mijnen in Limburg.
Alvorens te geraken tot een distribu
tieregeling van kunstmeststoffen, in
eiken vorm met uitzondering van kalk-
meststoffen, zal worden overgegaan tot
het inventariseeren van de in Neder
land aanwezige voorraden.
Zij, die kunstmeststoffen, uitgezon
derd kalkmeststoffen, voorhanden of
in voorraad hebben, zijn verplicht vóór
20 September te 24 uur van den voor
raad dier goederen opgave te doen
door invulling en opzending van inven
tarisatieformulieren, welke met ingang
van Maandag 18 September ter ge
meentesecretarie hunner woonplaats
verkrijgbaar zullen zijn. De verplich-
ting geldt niet, indien en voor zoover
men kunstmeststoffen voorhanden of
in voorraad heeft ter uitoefening van
zijn land- of tuinbouwbedrijf. Wegens
de inventarisatie is het vervoer van
kunstmeststoffen, uitgezonderd kalk
meststoffen, met ingang van 17 Sep
tember tot een nader te bepalen datum
verboden. Onder dit vervoerverbod
valt zooals vanzelf spreekt ook het
vervoer van de opslagplaats van een
handelaar of een coöperatieve aan-
koopvereeniging naar een verbruiker.
Aan verbruikers kan dus in dit tijdvak
niet worden afgeleverd. Het vervoer
van hoeveelheden van 5 kg. of minder
is toegestaan.
Nadat over enkele dagen nadere re
gelingen getroffen zullen zijn, kan het
Kunstmest-Distributie-Bureau, indien
het aan dit bureau noodzakelijk zou
voorkomen, een vervoervergunning
verleenen, welke echter slechts bij uit
zondering in zeer bijzondere gevallen
gegeven zal worden. Voordat een na
dere regeling getroffen is, kunnen aan
vragen voor een vervoervergunning
niet in behandeling worden genomen.
Comm. Koloniale Reserve