De Geheime Ingang
GEMENGD NIEUWS.
FEUILLETON
Binnenlandsch Nieuws.
EEN HEVIG LUCHTGEVECHT
BOVEN DE DUITSCHE BOCHT.
Volgens de Duitschers zijn
34 van de 44 Engelsche
toestellen neergeschoten.
Het Duitsche Nieuwsbureau meldt
uit Berlijn:
In den middag van 18 December
hebben de Engelschen 'n groote vlucht
ondernomen met 44 moderne gevechts
vliegtuigen. Gepoogd werd verscheide
ne plaatsen aan de Noordzeekust aan
te vallen. Zij werden echter reeds bij
het naderen ten Noorden van Helgo
land door Duitsche jachttoestellen op
gevangen en uiteengedreven. Er wer
den verscheidene verbitterde luchtge
vechten boven het binnendeel van de
Duitsche bocht gevoerd.
Daarbij werden, volgens tot dusver
re ontvangen berichten, 34 Engelschen
neergeschoten. Bij dit aantal zijn niet
de verliezen inbegrepen, die overgeble
ven Engelsche toestellen naar alle
waarschijnlijkheid op hun vlucht terug
verder hebben geleden. Brokstukken
van neergeschoten Engelsche toestellen
zijn reeds op de Duitsche eilanden aan
gespoeld. De bemanningen van twee
Engelsche vliegtuigen werden gevan
gen genomen. Enkelen Engelschen ge
lukte het door te breken naar Wil
helmshaven. Zij raakten in geconcen
treerd afweervuur, zoodat zij er niet toe
kwamen bommen neer te werpen.
Aan Duitsche zijde zijn twee vlieg
tuigen, welker bemanningen met val
schermen omlaag sprongen, neerge
stort. De zegevierende Duitsche jacht
toestellen zijn Messerschmidt-machines
van het type 109. Zij behooren tot het
jachteskader Schumacher, dat reeds op
14 December door het neerschieten van
10 der 20 aanvallende Engelschen den
vijand met 50 pet. verlies naar huis
zond.
Volgens de Engelschen 7
Britsche en 12 Duitsche
toestellen neergestort.
Het Britsche ministerie van lucht
vaart deelde gisteravond mede, dat En
gelsche bombardementsvliegtuigen 12
Messerschmidt-gevechtstoestellen heb
ben neergeschoten in een verwoeden
luchtslag boven de Duitsche bocht. Ze
ven Engelsche vliegtuigen zijn nog niet
teruggekeerd. De Britsche bombarde
mentstoestellen bevonden zich op een
verkenningsvlucht, met het doel, ieder
Duitsch oorlogsschip, dat op zee aan
getroffen wordt, aan te vallen. Er wer
den geen Duitsche oorlogsschepen ge
zien. v
DE GRUWELEN VAN DEN
OORLOG.
Een correspondent van Nya Dagligt
Allenhanda in Finland meldt, dat het
Russische leger minstens 40.000 doo-
den heeft verloren en dat er 10.000 sol
daten zijn van wie de ledematen zijn
bevroren. De materieele onmogelijkheid
de lijken te begraven wegens den be
vroren bodem, doet vreezen, dat in het
voorjaar verschrikkelijke epidemiën
zullen voorkomen. Overigens heeft men
geconstateerd, dat Russische krijgsge
vangenen aan pokken lijden en betoogt
men, dat te Leningrad cholera zou
heerschen. De Finsche soldaten zijn,
ondanks den haat tegen den agressor,
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch door
JOHN FINNEMORE.
Nadruk Verboden.
Maar ondertusschen dwarrelden al
lerlei kwellende gedachten door zijn
brein. Hoe kende die vreemde het ge
heim van de verborgen deur? Bracht
dit feit hem niet in steeds nauwer
verhand met Margaret? Wat voor
macht had deze man over de vrouw
van wie Richard zoo met heel zijn
hart hield?
Het waren moeilijke vragen om een
antwoord op te vinden en zij folterden
zijn ziel
XX.
Den volgenden morgen waren Wi
thers en Kirby al vroeg uit de veeren;
beide frisch als een hoentje. Zij ont
beten samen en wandelden daarop
naar het station.
Kun je gemakkelijk de hand leg
gen op den man die het eerst kapitein
Levinge herkende, Kirby? vroeg zijn
metgezel.
Dat kan ik Tom, dadelijk, ant
woordde inspecteur Kirby. Hij heeft
order altijd thuis bericht achter te la
ten waar hij te vinden is.
Kun je je op hem verlaten?
Kirby knikte.
vol afschuw over de afslachtingen,
waaraan het Russische hoofdkwartier
de Roode troepen blootstelt. Een sol
daat heeft verteld den eersten dag drie
Russische soldaten te hebben gedood,
den dag daarop tien en den derden dag
een geheele groep Russen te hebben
vernietigd.
In Zweden bereidt men de opneming
voor van vluchtelingen uit het uiterste
noorden van Finland.
DUITSCHE PARACHUTISTEN
ACHTER DE FRANSCHE LINIES.
Volgens de „Instransigeant" is ko
men vast te staan, dat Duitsche vlieg
machines parachutisten boven Fransch
gebied hebben doen afspringen, op
plaatsen, waar men kon veronderstel
len, dat deze konden neerkomen en zich
van hun parachute vrijmaken, voordat
zij door de Fransche militairen of po
litie zouden worden betrapt. Reeds zijn
in de oorlogszone enkele van deze bin
nengeslopen spionnen achterhaald.
Het Parijsche blad dringt er op aan,
dat de bevolking het grootste wantrou
wen zal koesteren tegen iederen para
chutist, die elders dan op de officieele
landingsterreinen neerkomt en zich zal
beijveren van iedere zulke landing ten
spoedigste melding te maken, zoodat
deze vorm van spionnage dadelijk den
kop kan worden ingedrukt.
JAPANNERS IN HET NAUW.
Laten we niet vergeten: honderden
millioenen Chineezen zijn óók nog
steeds slachtoffers van agressie, In 't
Verre Oosten woedt de Japansch
Chineesche oorlog van jaar tot jaar
voort. Van Chineesche zijde wordt ge
meld, dat de Japansche troepen bij
Nanking geheel geïsoleerd zijn en dat
alle hoofdwegen naar Yam Tsjow on
der controle van de Chineezen zijn, ter
wijl de pogingen van de Japanners van
daaruit op te rukken, afgeslagen wer
den.
Volgens dezelfde berichten hebben
de Chineesche troepen de steden aan de
Jang Tse ten Oosten van Hoepen her
overd, waardoor men controle over de
transporten op de rivier heeft verkre
gen.
BEMANNING DER VON SPEE
GEÏNTERNEERD.
De gezagvoerder en de geheele be
manning van de ,,Graf von Spee die
in Buenos Aires zijn aangekomen, n.l.
1039 man, zullen worden geïnterneerd,
aldus meldt Reuter uit die stad.
„TACOMA" IN ARGENTINIË
GEÏNTERNEERD.
Een radiobericht meldt uit Buenos
Aires, dat de „Tacoma' het schip dat
de ,,Graf von Spee" geravitailleerd
heeft, door de Argentijnsche autoritei
ten zal worden geïnterneerd.
GIFT VAN HET PRINSELIJK PAAR.
Van officieele zijde meldt men, dat
het Prinselijk Paar een bedrag van
1000.— heeft verstrekt aan het
hoofdbestuur van het Nederlandschc
Roode Kruis als blijk van zijn belang
stelling in de hulp van het Roode Kruis
aan Finland op humanitair gebied.
WERKLOOZENSTEUN WORDT
VERHOOGD.
Met 5 procent.
De regeeringspersdienst meldt:
De regering heelt besloten, de steun-
uitkeering aan de werkloozen en de
loonen in de werkverschaffing gedu
rende den termijn van Maandag 18 De
cember a.s. tot Zaterdag 2 Maart a.s.
met 5 procent te verhoogen. Door deze
verhooging zullen in het algemeen niet
overschreden mogen worden de thans
in verband met de in het vrije bedrijf
geldende loonen gestelde maxima.
EXTRATJE VOOR DE SPOORWEG
MANNEN.
De spoorwegmannen krijgen als
waardeering voor hun bijzondere dien
sten, een dagloon extra.
INCIDENT BIJ VENLO.
Op de vragen van hel Tweede Ka
merlid De Marchant et d'Ansembourg
(nsb) in verband met het optreden
van'gewapende Duitschers op Ncder-
landsch grondgebied bij Venlo op
November 1939, heeft de minister van
Algeineene Zaken a.i., mede namens
den minister van Buitenlandsche Za
ken, als volgt geantwoord:
1. Het- is waar, dat op 9 Novembci
j.l. eenige gewapende Duitschers de
Nederlandschc grens bij Venlo hebben
overschreden en op Nederlandsch
grondgebied onder bedreiging met wa
pengeweld de inzittenden van een auto
waaronder een Nederlandsch officier,
hebben overmeesterd. De identietijd
der genoemde Duitschers kon dezer
zijds niet worden vastgesteld.
2. Het antwoord op deze vraag
luidt bevestigend.
3. De regeering heeft van de Duit
sche regeering volledige genoegdoe
ning verlangd voor deze schending van
ons grondgebied, met inbegrip van de
invrijheidstelling van den ontvoerden
Nederlandschen chauffeur en het lijk
van den Nederlandschen officier, die
bij den overval volgens de verkla
ringen van ooggetuigen den dood
heeft gevonden.
VREEMDE VLIEGTUIGEN BOVEN
ONS LAND.
't-Gravenhage, 17 December.
De regeeringspersdienst meldt:
In den loop van hedenochtend zijn
op verschillende tijdstippen boven het
midden en Oosten des lands enkele
verspreide vreemde vliegtuigen, welke
op zeer groote hoogte vlogen, waarge
nomen. De vliegtuigen hebben ons
rechtsgebied verlaten, nadat meederc
patrouilles jachtvliegtuigen opgeste
gen waren en zij ook herhaalde malen
van den grond af onder vuur genomen
waren.
PLUIMVEETEELTREGELING.
Naar wij van officieele zijde verne
men, heeft de Minister van Economi
sche Zaken thans een beslissing ge
nomen betreffende de teeltregeling
van de pluimveehouderij voor 1940.
Gelijk bekend, voorziet deze teelt
regeling o.a. in een beperking van het
aantal uit te broeden kuikens. De
teeltregeling voor 1940 bepaalt dit aan
tal in totaal op 80% van dat in het
vorige seizoen.
Met het oog op de vooruitzichten
welke de economische positie van ons
land op grond van de huidige verhou
dingen biedt, kwam het ook in het be
lang van de pluimveehouderij wen-
schelijk voor, genoemd persentage niet
hooger te stellen.
Nadere mededeelingen worden in 'n
afzonderlijke publicatie bekend ge
maakt.
WIJZIGINGEN IN DE LEDER
BESCHIKKING.
Verplichting tot inschrijving.
De minister van economische zaken
deelt mede, dat in den tekst van de
Lederbeschikking 1939 no. 1 een aan
tal wijzigingen is aangebracht.
In de eerste plaats wordt aan on
dernemingen in den zin van deze be
schikking thans de verplichting opge
legd zich binnen een weck bij 't Rijks
bureau voor huiden en leder, Keizers
gracht 129-131 te Amsterdam, te laten
inschrijven. Van deze verplichting
wordt evenwel voorloopig aan alle on
dernemingen dispensatie verleend, met
uitzondering van lederhandelaren, le
derimporteurs en agenten in leder. Al
leen deze laatstgenoemde drie catego
rieën moeten zich derhalve ten spoe
digste schriftelijk ter inschrijving bij
bovengenoemd Rijksbureau gebruik
van zijn bevoegdheid om algemeene
dispensatie te verleenen van het in de
gewijzigde beschikking opgenomen
verbod tot het koopen, verkoopen, be
en verwerken, alsmede tot afleveren
van leder en van de verplichting ex
artikel 5 tot het doen van opgave der
voorraden leder. Deze dispensaties gel
den tot nadere aankondiging.
Volledigheidshalve wordt er nog op
gewezen, dat de directeur de bevoegd
heid heeft gekregen om bij het afgeven
van vergunningen een consentgeld te
heffen. Dit consentgeld kan uiteraard
eerst dan worden geheven, wanneer de
hicrbovenbedoelde algemeene dispen
saties worden ingetrokken.
MOORDAANSLAG TE GORINCHEM.
Onder vrijwel dezelfde omstandig
heden als de vorige week te Hoogblok-
land, is onder Gorinchem op den
Dordtschendijk een moordaanslag ge
pleegd.
De 20-jarige J. van der Pijl uit Har-
dinxveld, die op den Dordtschendijk
van Gorinchem naar Hardinxveld fiet
ste, werd achterop gereden door een
fietser, die haar een mes in den rug
stak. Op haar geschreeuw kwamen be
woners van woonschuiten naar buiten,
waarop de fietser de vlucht nam.
De commissaris van politie te Go
rinchem is direct met man en macht
uitgerukt. Men kon overgaan tot ar
restatie van den 16-jarigen G. van T.
te Gorinchem, die om 9 uur van zijn
I bed werd gelicht. Van T. werd eenigen
lijd geleden voorwaardelijk veroor
deeld wegens diefstal met braak.
De toestand van het meisje v. d. P.
baart geen zorg.
Nader kan worden medegedeeld, dat
de lG-jarige G. van T. tegenover den
commissaris van politie een volledige
bekentenis heeft afgelegd en verklaard
heeft, dat door hem niet alleen de aan
slag op mejuffrouw v. d. Pijl is ge
pleegd, maar ook die te Hoogblokland
de vorige week.
Den nacht voordat hij te Hoogblok
land den aanslag pleegde, had hij te
Arkel ingebroken en een gouden hor
loge en een dolkmes gestolen. Met 't
dolkmes heeft hij het meisje in Hoog
blokland gestoken.
De jongen is waarschijnlijk niet ge
heel toerekenbaar, daar hij zijn slacht
offers in het geheel niet kende en dus
niet uit wraak gehandeld heeft.
SLACHTOFFER VAN DEN ONBE-
WAAKTEN OVERWEG.
Zoncjagmorgen om kwart voor 12 is
op den onbewaakten overweg De Malm
bij Soest een doodelijk ongeluk ge
beurd.
De 14-jarige Van Roomen uit Baarn
naderde op zijn rijwiel gezeten den
overweg, gelijktijdig met den diesel-
trein uit Baarn. De jongen zag den
trein niet en werd gegrepen. Hij was
op slag dood.
TWEE KINDEREN TE BETTERWIRD
VERDRONKEN.
Te Betterwird nabij Dokkum zijn 'n
achtjarig zoontje en een twaalfjarig
dochtertje van den landbouwer Holts-
ma door het ijs gezakt van een slootje
in de nabijheid van de ouderlijke wo
ning, waar zij aan het spelen waren.
De ouders, die de kinderen na kor
ten tijd misten, gingen zoeken. Zij za
gen in het ijs een gat, waarin het
mutsje van een der kinderen dreel.
Men slaagde er in de kinderen door 't
gat op te halen. De dokter kon slechts
den dood constateeren.
DOOR GAS GEDOOD.
In een militaire commandopost te
Eindhoven maakte een der militairen
gebruik van de badinrichting. Na on
geveer een half uur bemerkten andere
militairen een scherpe gaslucht, waar
op men onverwijld de deur van de bad-
ccl forceerde en tot de ontdekking
kwam dat de bader, genaamd J. Snip-
pe uit Voorschoten, door gas bedwelmd
was. Onmiddellijk werd medische hulp
ingeroepen. Een burgergeneesheer en
drie militaire artsen poogden urenlang
de levensgeesten weder op te wekken,
maar mochten helaas niet slagen. Zij
constateerden den dood. Een onderzoek
naar de toedracht van het ongeluk
wordt ingesteld.
AL SPELENDE IN DEN RUN
GERAAKT.
Kindje te Arnhem door stroom
meegesleurd.
Zondagmiddag om vier uur is een
achtjarig' kind bij het spelen aan de
Rijnkade te Arnhem bij het Roer
mondsplein in den Rijn gevallen en
verdronken.
Schippers, later bijgestaan door de
Hij heeft er zijn reden voor óm
op goeden voet met ons te blijven. Bo
vendien krijgt hij twintig pond zoo
dra we den kapitein in handen heb
ben. Hij is bediende geweest m de ol-
ficierscantine van Levinge's regiment.
Op een keer was hij in Sandown
hij was toen in dienst hij een grooten
bookmaker toen hij iemand vlak
achter hem hoorde spreken, en tot
zichzelf zei: Ik ken die stem, dat is ka
pitein Levinge. Hij draaide zich om en
inplaats van een gentleman in optima
forma te zien, zag hij een arinoedigen
kerel; het volmaakte type van iemand
die de renpaarden bespionneert om
tips te kunnen geven. Hij was stom
verbaasd en onwillekeurig lette hij
verder op den man. Hij zag hem van
tijd tot tijd bij races en hij stukjes en
beetjes kreeg hij de zekerheid dat het
zijn vroegere superieur was. Let wel:
al dien tijd had hij er geen notie van
dat de kapitein door de politie gezocht
werd. Zijn idee was dat hij door een
samenloop van omstandigheden aan
lager wal was geraakt, zooals dat wel
meer bij menschen van stand en po
sitie gebeurt.
Dus hij wist niet dat zijn kennis
geld waard was? merkte inspecteur
Withers op.
Hij had er niet het flauwste idee
van, was het antwoord.
Hoe kwam hij er dan achter,
vroeg Withers verder.
Eenvoudig genoeg. Op een dag
ontmoette hij een sergeant van zijn
vroegere regiment en vertelde hem
hoe kapitein Levinge er aan toe was.
Nonsens, zei de sergeant, kapitein Le
vinge is dood, en vertelde hem toen
de heele geschiedenis. Het bleek dat
de gedragingen van den kapitein in
het regiment bekend waren geworden
en mijn man hoorde er ook alles van.
Toen zag hij natuurlijk zijn kans en
hij liep zoo hard als hij kon naar den
ouden Poole. Hij werd met open ar
men ontvangen; ik heb nog nooit een
ouden man gezien, die zóó naar wraak
dorstte; en ik heb wat gezien, dat hoef
ik jou niet te vertellen. De zaak werd
in mijn handen gesteld en in den aan
vang maakte ik een kolossale lout. Ik
had niemand ter beschikking dai\
Sam Roper, dien ik er op uit stuurde
om poolshoogte te nemen.
Ropers is een idioot, grauwde
Withers.
Van de bovenste plank, beves
tigde de ander grimmig. Hij verprut
ste den boel zóó, dat Levinge er de
lucht van kreeg dat we hem op het
spoor waren en de beenen nam. Hij
leefde onder den naam Jim Peyton.
Wie is er verder met de zaak
bezig? vroeg Withers.
Ik heb Joe Lester uitgestuurd
om het huis van zijn vader in de gaten
te houden. -Daar woont mevrouw Le
vinge gewoonlijk. Het is vrij zeker dat
we wel iets te weten zullen komen, als
we zijn vader en zijn vrouw niet uit
het oog verliezen. Gisteren voor ik
vertrok kreeg ik een rapport van Joe,
maar hij had niets gezien. Hij zegt dat
het huis uitgestorven lijkt en dat de
oude man daar opgesloten zit als een
mummie in zijn kist.
De vrouw is degene die we heb
ben moeten, meende Withers.
Absoluut zeker, beaamde Kirby.
Het zou me al heel erg verbazen als
jij het niet bij het rechte eind hebt,
wat dat betreft, Tom.
Het geld bewijst het, verklaarde
laatstgenoemde.
Op dit oogenblik naderden zij het
station en er werd verder geen wi.u'd
over de zaak gesproken.
Toen de trein vertrokken was, wan
delde inspecteur Withers op zijn dooie
gemak weg, maar niet in de richting
van het dorp. Hij sloeg een zijlaan in
en begaf zich in Noordelijke richting;
hij liep ongeveer een halven kilome
ter op zijn gewone manier, hield toen
halt, haalde een kaart uit zijn zak, en
vouwde die open. Het was een blad
van een stafkaart. Toevallig 'lag
Springmeads vrijwel in het midden
van het blad, zoodat circa dertig ki
lometer Oostelijk en Westelijk en
achttien ten Noorden en ten Zuiden
van het landgoed overzien kon wor
den, waarin elk gehucht en elk alleen
staand huis was aangegeven. Zonder
moeite slaagde hij er dan ook in op
deze duidelijke en uitvoerige kaart
zijn Tocht van den voorafgaanden
middag terug te vinden. Onmiddellijk
legde hij den wijsvinger op het bosch-
je, waar hij mevrouw I.evinge had
gevolgd.
Als zij daar heen was gegaan
om iemand te ontmoeten, r?dcneeide
inspecteur Withers bij zichzelf, dan
is het duidelijk dat de bewuste per
soon ergens uit die richting moest ko
men en vermoedelijk van niet heel
ver. Hij liet zijn vinger verder glijden
en stelde vast dat de kaart in deze
omgeving vrijwel geen spoor van men-
schelijke bewoning vertoonde. Alleen
ongeveer anderhalven kilometer Oos
telijk van het bosch lag een klein ge
hucht, Rushbrook Bottom geheeten.
Daar of nergens, concludeerde
inspecteur Withers en hij zocht den
kortsten weg erheen van het punt
waar hij zich bevond.
Een uur later stond hij aan den bo
venrand van een met hei begroeide
helling en zijn oogen rustten op een
eenzamen, verborgen uithoek van de
uitgestrekte wildernis. Een kleine
beek liep langs den voet van de hel
ling en op den rechter oever stond een
half dozijn boerenhuisjes, elk met een
lapje aan de hei ontworstelden leem
grond. Boven de deur van het dichtst-
bijgelegen huisje bevond zich, hal
verborgen door het stroodak, een pri
mitief uithangbord. Inspecteur wi
thers liep er heen en las: „Het "N lie
gende Hert". .-la
Een herberg, dacht hij, juist de
plaats die in aanmerking komt, en^
hij stapte binnen.
Hij had de gelagkamer ternauwer
nood rondgekeken, of hij wist dat hij
was waar hij wezen moest en den
man, dien hij zocht, vóór zich had.
Zonder dat hij den indruk wekle zijn
blik op iemand in het bijzonder te
richten, namen zijn oogen de waardin
op, een dikke vrouw van middelbaren
leeftijd, een groepje bremsnijders die
op het bier wachtten, dat de waardin
voor hen inschonk, en, gezeten in een
hoek van de lange zitbank, een have
loos man met een zwarten baard.
Inspecteurs Withers ging met be
daarde bewegingen op een stoel zitten,
dicht bij de deur, nam zijn hoed af,
wreef over zijn voorhoofd en hoestte
zwak. Toen hief hij zijn lang, schraal,
perkamentachtig gezicht op en vond
aller oogen op zich gevestigd.
Ik heb werkelijk een beetje te
ver gewandeld, kwam het met kenne
lijke inspanning over zijn lippen. Maar
het is zoo aangenaam hier op de hei
de, dat ik voortliep, zonder aan den
afstand te denken.
U heeft zich te veel vermoeid,
meende de waardin; u ziet er niet
sterk uit. Van welken kant bent u ge
komen?
(Wordt vervolgd.)
24)