Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. OPRUIMING DA „NOORD- BRABAND" 1843 De Algemeene Toestand v Croquetten en Bitterbollen Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EESTE BLAD Nieuwjaarsrede van den Minister-President Automatiek PULLES-HEESBEEN NUMMER 2. ZATERDAG 6 JANUARI 1940. 63e JAARGANG. Dit blad verschijnt UITGAVE t WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, iz. franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. abonnementsprijsper 3 maanden Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. f 1.25. Franco per post door 't geheele GIRO-No. 50798. rijk 1.40. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Ter gelegenheid van de jaarwisse ling hebben we allen „balans gemaakt", g e e s t e 1 ij k, bedoel ik. Sommigen deden het met groote nauwgezetheid, de meesten met een min of meer zorge- looze oppervlakkigheid, maar wie we ook zijn of wat we ook waren, allen hebben we het overdacht, dat ,,dit' verkeerd was geweest in ons leven en dat we reden tot voldoening hadden over „dat", wat we ondernamen. Allen hebben we een conclusie getrokken uit den stand van zaken, we hebben ons van de beste voornemens bezield. Goed, maar laten we nu één ding vooral niet vergeten: een balans be hoort onmiddellijk te worden gevolgd door een opruiming. Willen we, opnieuw beginnende, iets goeds bereiken, dan moeten we niet vast blijven zitten aan het half-gedane, dat niet worden wilde wat we er ons van hadden voorgesteld, noch moeten we ons blijvend hechten aan wat voor ons uit den tijd raakte. Om onze geest kracht te onderhouden en zoo hoog mogelijk op te voeren, behoeven we idealen en een levenstaak, welke hon derd procent bevrediging in het voor uitzicht stellen. Daarvoor kan ons niet langer datgene dienen, wat ons reeds teleurstelde of zijn aantrekkingskracht op ons heeft verloren. We ruimen dus op, restanten en „verlegen artikelen". We herzien ons program van werken en ijveren, palen de nieuwe doeleinden af en laten ons daarbij leiden door dq leeringen uit het verleden. We profaneeren de zuiverheid der voren-uitgewerkte gedachte geenszins, wanneer we haar mede van toepassing verklaren op onzen physieken arbeid en op onze materieele strevingen. Nu Nieuwjaar voorbij is wordt het ons van alle kanten toegeschreeuwd, van plakbiljetten en van de adverten tie-pagina's der krant: wij ruimen op! Men beschouwe de opruimingsdriften der winkeliers geenszins als een mode van het seizoen, als een Januari-tradi- tie, welke haar sanctie vond in een wettelijke regeling. De Januari-uitverkoopen zijn een nuchtere noodzaak; ze hebben niets kunstmatigs aan zich. De winkelier heeft niet enkel als mensch, maar ook als koopman zijn balans moeten opma ken ter gelegenheid van de jaarwisse ling. En consequent volgt thans de opruiming. Hij kan het nieuwe jaar niet inzetten met het blijven besteden van aandacht en zorg aan de restanten van zijn eens volledige voorraden, noch mag hij zijn energie misbruiken aan ijver om voor den vollen prijs artikelen aan den man (of aan de yrouw) te brengen, welke ten aanzien van de mode zijn achter- geraakt. Wie een en ander zou doen, brengt zijn taak tot liquidatie, voert haar dus naar de opheffing toe. De winkelier, die méé en verder moet met zijn zaak, ruimt restanten en verle gen artikelen op voor 'n prijs, welke overeenkomt met de betrekkelijkheid van waarden naar tijd en smaak; hij maakt ruimte en geld voor nieuwe voor raden, die zich aanpassen aan de gewij zigde behoeften en verlangens. Zóó en enkel zóó kan hij weer vooruit en herwint hij de bezieling voor het nastreven van een succesvol za- kenjaar. Restanten en verlegen artikelen zijn voor degenen, die ze gebruiken kunnen waardevolle voorwerpen, die voor honderd procent voldoening kunnen verschaffen. Een levenstaak, die we verzaken om haar in anderen vorm hooger en zui verder te stelllen, wordt door anderen overgenomen, die gebaat zijn met het werk, dat wij reeds deden en tevreden zullen zijn, wanneer ze haar een eind verder hebben gevoerd. De restanten van den winkelier en zijn verlegen artikelen, zijn begeerens- waardige en daarom volwaardige za ken voor hen, die niet in staat zijn om aanstonds al het nieuwe, dat de markt biedt, zich aan te schaffen. Opruimin gen doen verlangens bevredigen, wel ke in normale omstandigheden onver vuld zouden moeten blijven. Opruimingen vernietigen daarom niets; ze zijn het consequente slotbe drijf van ons distributie-systeem, ze vullen de gebleven gaatjes van de maatschappelijke behoeften. „Opruimingen" nu enkel in den koopmanszin bedoeld zijn nuttig voor het publiek en noodzakelijk voor den winkelier. Tot onze goede voornemens van het Nieuwjaar be hoorde natuurlijk óók de gedachte: voortaan zal ik mijn test doen om de gemeenschap, waarin ik leef en werk, zoo hecht en sterk mogelijk te helpen maken. Welnu, herinner u dat voornemen, wanneer ge de uitverkoop-advertenties welke in dit blad verschijnen en nog zullen verschijnen, doorleest. Sluit nie mand uit vooroordeel uit van uw gunst maar bedenk, dat het geld, hetwelk plaatselijk circuleert, de plaatselijke en daarmee uw eigen welvaart ten goede komt. Met een waarlijk vaderlijk en wijs woord van opbeuring en vertroosting heeft onze min.-president zich Woens dag j.l. per radio tot het volk gewend ter gelegenheid van de jaarswisseling. Namens de regeering wenschte Jhr. de Geer ons allen veel goeds, in persoon, gezin en werk; stoffelijk en vooral gees telijk. Deze jaarswisseling bestormt ons met vragen, welke onbeantwoord blij ven. Zal de duisternis ook voor ons volk ondragelijk worden? We rekenen daarop, maar houden' brandende de hoop op nabijzijnde redding. Voor de volkeren is strijd en oorlog een gevolg van hun hunkering naar welvaart, maar oorlog is een kwaad, dat zich tegen zichzelve keert en ruïnes schept. Een goede vrede kan nooit vrucht van oor log zijn, wel vrucht van overleg. Ho pen we, aldus de min.-president, dat dit eindelijk zal worden ingezien. Wanneer de volkeren morgen zou den besluiten met te zeggen: we heb ben elkaar nu goed in de oogen gezien, laten we hebben afgedaan met den haat en één zijn in verlangen tot vreedzame samenwerking voor welvaart, dan zal dit besluit tot de conferentietafel voe ren en 'n zucht van verlichting zou op gaan. De dooden zouden dan niet te vergeefs zijn gevallen; en er zou geluk varen over de wereld. Als 1940 dat zou brengen, dan be- teekent dat het begin van een ver nieuwd Europa. Wat in het tegenover gestelde geval zou gebeuren, kan slechts tot sombere verwachtingen stemmen. Twee sterke worstelaars, vechtende aan den rand van den af grond kunnen ieder voor zich over tuigd zijn, dat ze den ander in de diep te zullen storten, maar in werkelijkheid hebben ze deze kans voor ten hoogste 50 pet. en veel méér gegrond is de ver wachting, dat ze beiden zullen vergaan. Daarom is het zoo verheugend, dat juist in den laatsten tijd uit Europa en Amerika stemmen opklinken, die tot bezinning oproepen. Deze stemmen vonden ook in de oorlogvoerende lan den weerklank, al mag men er daar niet van laten blijken om een schijn van bewustzijn van zwakte te vermijden. Wat ons eigen land betreft, tot nog tce zijn we bewaard gebleven voor den geesel des oorlogs en hebben we de ver zekering ontvangen, dat onze neutra- lite't zal worden ontzien, mits we deze zelve handhaven. Voor dat laatste staan regeering en volk borg. Zwaar drukken op ons noch:ans de gevolgen van den oorlog. Geestelijk wordt door ons een harde strijd doorgemaakt, zware offers worden gevergd, vooral van de gemobiliseerden en dezer gezin nen. Onze houding is er eene van waakzaamheid en vertrouwen. In economisch en politiek opzicht moeten we van dag tot dag op alle mo gelijke eventualiteiten zijn bedacht, maar tegelijkertijd kalmte en rust be waren. Zooals de Schrift ons dat voor beeldt: zorgend en niet bezorgd. Gelijk Jozef, toen hij het koren oplegde voor den kwaden dag; maar tevens luiste rend naar het „weest niet bezorgd voor den dag van morgen." Spr. besloot met een verwijzing naar de koelbloedigheid van kapitein en scheepsvolk van een schip, dat in nood verkeert. „Ik wensch u allen, den zegen, van rust en vertrouwen. Laten we ons daar toe stellen onder de hoede van den He- melschen Vader, Die oorlog of vre de bereid is, ons te schenken Zijn Vrede, welke naar het Paulinisch woord alle verstand te boven gaat." LEVENSVERZEKERING WAALWIJK Na een maand oorlog in Finland. Na een maand van verwoede ge vechten kan men zeggen, dat de Finsche troepen op de landengte van Karelië zich overal gehandhaafd hebben op de linies, die van de rivier Vuoksi uitgaan en door ver scheidene meren in het midden en westen van de landengte van Karelië loopen. Men schat, dat alleen in dezen sector van de Karelischeland- engte de Bussen ongeveer duizend tanks in het veld hebben gebracht. Het sovjetopperbevel heeft verschei dene malen versche troepen in den strijd geworpen, doch de aanvallers werden steeds met groote verliezen teruggeworpen. In het bijzonder in den strijd tegen de gemotoriseerde en gepanserde strijdkrachten is de Finsche taktiek uitstekend gebleken. Tot dusver zijn op verschillende fronten meer dan 300 tanks door de Finnen vernield of buitgemaakt, het meerendeel hiervan op de landengte van Karelië. De Finnen achten het dan ook hoogst waarschijnlijk, dat zij in de toekomst met succes tegen stand zullen kunnen blijven bieden, zelfs als de vijand zonder ophouden aanvalt en zelfs als de Russen door een hevig artillerievuur werden ge steund. Op de landengte van Karelië zoekt de vijand vooral zijn heil in een stelling oorlog Aan de anderefronten daarentegen was het een bewegings oorlog. In het begin beperkte de Finnen er zich toe, den Russischen troepen moeilijkheden en verliezen te berokkenen om hun opmarsen te vertragen. De Finnen trokken terug en verschanschten zich in tevoren gereed gemaakte stellingen. Van deze stellingen uit hebben zij met succes tegenaanvallen ondernomen en zijn zij er in geslaagd, een groot gedeelte van het verloren terrein te her winnen. Alle Russische offensieven in de eerste maand van den oorlog zijn volkomen mislukt. Ter zee heeft de kustarlillerie, die naar men weet voor Finland van groote beteekenis is, de sovjet- marine op eerbiedigen afstand van de kusten gehouden. In de Finsche Golf begint het ijs zich thans vast te zetten en de sovjet-marine ziet zich derhalve in haar vrijheid van optreden beperkt. Wat de F.nsche artillerie op de landengte van Karelië betrett, deze heeft belangrijke voordeelen boven de sovjet artillerie in verband met de kennis van het terrein. Zij kan de punten opsporen, waarvan ver wacht kan worden, dat zij zullen worden benut om het zware Rus sische geschut in stelling te brengen. Dit verklaart waarom het Russische lange-afstandgeschut sedert eenigen tijd heeft gezwegen. De Russische luchtstrijdkrachten hebben blijkbaar door hetbombar- deeren van steden en dorpen in het achterland de' Finsche bevolking willen demoraliseeren. Het is thans duidelijk, dat dit doel niet is bereikt. Telkens wanneer de sovjet lucht macht militaire objectieven bombar deerde, kon zij dit slechts van zeer groote hoogte doen ea richtte zij geen noemenswaaidige schade aan. De door het Finsche l ichtafweer- geschut behaalde resultaten over treffen alle verwachtingen. Van haar kant heeft de Finsche luchtmacht, hoewel het aantal en de snelheid dier toestellen bescheiden zijn, den Russen groote verliezen toegebracht. Men schat, dat 150 Russische vlieg tuigen, hetzij door het luchtafweer geschut als door de Finsche jagers zijn neergehaald, ongerekend nog de toestellen, die in de wouden terecht zijn gekomen en pas veel later gevonden zullen worden. FINSCHE WAPENFEITEN. Op de Karelische landengte was, naar Havas meldt, een kleine Finsche forti ficatie eergisteren geblokkeerd door 3 Russische tanks, die alle uitgangen on der controle hadden. De Finnen beza ten slechts twee anti-tankkanonnen en spoedig verschenen nog drie Russische tanks, ter ondersteuning van de eerste en om te trachten de fortificatie mees ter te worden. De veldtelefoon der Fin nen was afgesneden. Een soldaat zag kans om uit de sterkte te komen en de draden te herstellen, waarop de bevel voerende officier de Finsche artillerie zulke nauwkeurige aanwijzigingen wist te geven, dat vijf der Russische tanks vernield werden. De zesde werd on schadelijk gemaakt door een soldaat uit de fortificatie met behulp van een handgranaat. KOMT EVEN SMULLEN. uitsluitend van Ie kwa liteit kalfsvleesch. Op een ander punt van de landeng te slaagden Finsche soldaten er in een achter de Russische linies rustend rood detachement te verrassen. Zij verni^ tigden een deel van het detachemen* wj vonden op den Russischen be?7 jjÈ renden officier het plan voor I val, die den volgenden moj g moeten v/orden ingezet. Z Finsche art.dlerie waarschijB Russische tanks bij naderin I Deze tanks hadden den aan volgenden dag moeten steurjl DUITSCHLAND'S HOUDlNG TEN OPZICHTE VAN FINLAND. Het is opmerkelijk hoe de Duitsche pers zich de laatste dagen bezig houdt met de houding die Duitschland moet aannemen tegen die landen, die recht streeks hulp aan Finland gaan verlee- nen, in den vorm van manschappen enz., zooals van Engeland en Frank rijk verwacht wordt, maar ook tegen over het neutrale Scandinavië, die deze hulp ongehinderd zou doorlaten. Men zegt dat Frankrijk en Engeland dit doen om het oorlogsfront uit te breiden en Duitschland meer en meer te omsingelen, niet om Finland *0 hel pen evenmin als zij kleine geholpen hebben, zie maar De bladen komen tenslc volgende conclusie: Indien Engeland en Franl terdaad de Finnen niet allet maar ook kunnen helpen, Duitschland tegenmaatregeleB en zullen de Noordsche staten een hulp mogelijk maken, door L land als bondgenooten van de vij« Jn worden beschouwd. Een conclusie die oorzaak kan wor den van een geheel ander aanzien van den oorlog, maar zoover is het nog niet. ITALIAANSCH VLIEGER WERPT BOMMEN OP ESTLAND. Finsche bommenwerpers, met een Italiaansch Savoia-vliegtuig, bestuurd door een Italiaanschen vrijwilliger, aan het hoofd, hebben gisteren, naar Reu ter meldt, het Estlandsche eiland Oesel gebombardeerd, welk eiland, naar men gelooft, door de Russen gebruikt wordt als aanvalsbasis voor de vliegtuigen, die tegen de Finsche Westkust operee- ren. De aanvallende vliegtuigen vlogen op geringe hoogte over Oesel, waar een aantal branden ontstond. Later keerden zij, nog lager vliegend, terug en be stookten de Russen, die de branden trachtten te blusschen, met machinege weervuur. De Finnen werden door het luchtafweergeschut onder vuur geno men, doch zij konden zonder verliezen thuiskomen. Een verkenningsvliegtuig, dat later over Oesel vloog, stelde vast, dat aan zienlijke schade was aangericht en dat de branden nog voortwoedden. AUSTRALISCHE HULPTROEPEN. Te Sydney zijn gisteren 6000 man der Australische hulptroepen, die vol gende week naar Frantcrijk vertrekken, voor de laatste maal in optocht door de stad gegaan, waar zij door een menigte van meer dan een half millioen men- De Echo van het Zuiden, Waaiwpschc en Langstraatscbe Courant, Wrijf dan keel. rug en ■V Dampo.Wonderlijk'zo ,/\Pot 50 ct. Tube 40

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 1