Toegewijd aan Handel, en Gemeentebelangen. Ruwe Handen, Ruwe Huid, Purol PERZIS®^ De Algemeene Toestand „NOORD- BRABAND" 1843 JONKERS7 Automatiek PULLES-HEESBEEN Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD Croquetten en Bitterbollen NUMMER 10. 63e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven. Ingezonden stukken, gelden iz. franco te zenden aan den Uitgever abonnementsprijsper 3 maanden f 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE, WAALW1JKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. GIRO-No. 50798. Advertentiën moeten Woensdag e| Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uuj in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum f 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. GETROUW TOT IN DEN DOOD. Toen verscheidene brave landszonen onlangs sneefden bij de uitoefening van een gevaarlijke taak ten behoeve der nationale verdediging het leggen en ruimen van mijnen hebben we er on ze teleurstelling over uitgesproken, dat voor de nabestaanden moest worden gebedeld, teneinde dezen voor gebrek te vrijwaren. Helpt spoedig", aldus werden we via pers en microfoon aan gemaand, ,,dan helpt ge dubbel". Bedelen voor de nabestaanden ten behoeve van de achtergeblevenen van hen. die in dienst van de verdediging en bescherming van heel ons volk vie len. we noemden het een nationale schande. t Is een schande welke voortduurt. Onlangs kwamen in Groningen vijf militairen om het leven bij .oefeningen met springstoffen", dus waarschijnlijk bij het leggen van grondmijnen. En in het Groninger dagblad ,,Ons Noorden" werd ons verhaald, wat de gevolgen daarvan waren voor de slachtoffers en hun nabestaanden. De slachtoffers, als slachtoffers, werden behoorlijk behan deld. Ze kregen een militaire begrafe nis, saluutschoten werden afgevuurd boven hun laatste rustplaats, - de na bestaanden kregen een brief van rouw beklag. Verder niets! De weduwen en weezen moeten maar zien hoe ze rond komen: desnoods kunnen ze als elke andere .hulpbehoevende" aankloppen om steun van maatschappelijk hulpbe toon of armbestuur. Die weduwen en weezen hadden een man en vader, die voor hen zorgde. Op een kwaden dag, toen wij en anderen rustig thuis mochten blijven en ons in komen bleven genieten, werden velen, w.o de vijf Groningsche slachtoffers, uit hun gezin weggehaald en aan hen werd de mogelijkheid ontnomen om voor de hunnen te blijven zorgen. Ze moesten liet nationale geheel, u en ons lezers, gaan helpen en beschermen. Ze vielen voor ons en onze gezamenlijke belangen, d.i. voor het Nederlandsche volk en den Nederlandschen staat. Wat doen we nu voor hen? We hebben losse piepers afgeschoten boven hun laatste rustplaats en voor de pie pers, waarvan hun vrouwen en kinde ren moeten eteri en leven, worden de zen het bedel- en bedeelpad opge stuurd. Mag zóó iets voortduren? De mobilisatie kost ons volk per dag: 1.700.000, één millioen en zevenhon derd duizend guldens. Hoelang dat zal duren, weten we op geen week, geen maand, ja op geen jaar na. Maar wél weten we. dat de kosten van één enkelen dag mobilisatie ruim voldoen de, méér dan voldoende zullen zijn om J de weduwen en weezen van allen, die in de mobilisatie in dienst van het land gevallen zijn en nog zullen vallen, een verschiet zonder zware materieele zor gen te openen. Immers stellen we de gemiddelde uit- keering per achtergelaten gezin op 20 per week, in een rond cijfer 1000 per jaar, dan blijkt, dat we 1700 jaaruitkee- ringen kunnen doen aan de nagelate nen van hen, die in dienst van land en volk sneefden. We kunnen dat betalen als we rekenen dat de mobilisatie één dag langer duurt dan ze duren zal. Moeten we om zulke berekening en zulke consequentie te ontgaan, zóó groote nationale schande aanvaarden en dragen? Is er ook maar één behoorlijk-groote particuliere onderneming in ons land laten we zeggen van tenminste hon derd arbeiders welke nalaat om voorzieningen te treffen voor de nabe staanden van de slachtoffers van de „risico van den arbeid"? De staat verplicht zelf iederen par ticulier om zijn personeel, hoe gering in aantal ook, te verzekeren tegeri de gevolgen van invaliditeit, ouderdom en ongeluk. Maar wat doet de staat zelf ten aan zien der gevolgen, de risico's, van de gemeenschapstaak, waarmee hij wille keurig den een wél en den ander niet belast? Als de regeering prijs stelt op behoud van de geestelijke weerkracht van ons volk, laat ze dan geen dag aarzelen om een einde te stellen aan den wantoe stand, dien we schetsten, een wantoe stand. die het nationale bewustzijn en zelfrespect van ons volk en vooral van onze gemobiliseerde weermacht verlamt. DE GROOTEN WORDEN ONTZIEN. Een schip kan tenzij het naar het eigen land vaart, en dit tot een der oor logvoerenden behoort slechts twee bestemmingen hebben: het vaart ofwel naar een neutraal ofwel naar een vij andelijk land. Onze „Sliedrecht" deed het eerste en werd door een Duitsche duikboot getorpedeerd, evenals onze „Arendskerk", die het tweede deed (varen naar Zuid-Afrika) Is er nog hoop, dat de Duitsche re geering deze handelingen zal veroor- deelen? vraagt De Standaard zich af. En het blad meent van niet. „Omdat men van Duitsche zijde blijkbaar onderscheid maakt tusschen neutralen en neutralen. Het „Alg. Han delsblad gaf dezer dagen de volgende opsomming van de tot 1 December 1939 getorpedeerde vaartuigen, n.k: 4 Noorsche, 7 Zweedsche. 6 Finsche. 1 Belgisch, 5 Grieksche. 1 Russisch, 1 Deensch, 1 Roemeensch, 1 Nederlandsch (Sliedrecht). Daarentegen geen Italianen, geen Spanjaarden, geen Japanners, geen Amerikanen. Natuurlijk deelen schepen van deze nationaliteiten wel in het mijnengevaar, doch de duikbootcommandanten doen ten aanzien van de 4 grooteren blijk baar als Nelson voor Copenhagen: ze zien niet wat ze niet wenschen te zien. En waar men nu eenmaal uit is op ver nietiging van scheepsruimte en de En- gelsche schepen veelal in convooi va ren. daar vreezen we, dat de vloten der kleinere neutralen ook verder het gelag zullen hebben te betalen. DE STAATSSCHULD. Eén ding gaat ons verstand te bo ven, n.l. 's rijks financiën. In de goede na-oorlogsche jaren was het met die financiën al volkomen mis. Minister de Geer had toen een „potje en we waren nog breed-uit aan het dis cussieeren, of het al of niet geoorloofd was om dat potje voor het sluitend maken der begrootingen te gebruiken, toen hetleeg bleek te zijn en de crisis uitbrak. De crisis, zoo stond vast, zouden we niet lang kunnen over leven; die verslond het nationale inko men en nieuwe belastingen waren des wege niet meer te bedenken. De crisis nochtans verergerde van jaar tot jaar en werd tenslotte een „normaal" maat schappelijk verschijnsel. Toen brak de oorlog uit en we mobiliseerden ad 1.700.000 per dag. Nu is het gedaan met ons. zoo werd voorspeld. Wij lazen dat b.v. in het „Handels blad". Reeds thans moet 40 pet. van 1 ons nationale inkomen aldus de re dactie van genoemd blad worden besteed aan onze collectieve behoeften. En het spreekt vanzelf, aldus dezelf de redactie, „dat de ernst van den toe stand zich met den dag toespitst, want niet alleen worden de lasten eerder grooter dan kleiner, maar de daling van het nationale inkomen zal zich ook gaan uiten in verminderde belasting opbrengsten." Prof. mr. A. N. Molenaar geeft van die daling een schrikbarend beeld in het Januari-nummer van „De Gids". In 1930 bedroeg onze staatsschuld nog geen 2y2 milliard (2500 millioen gul dens) en thans beloopt deze reeds 4 milliard (4000 millioen guldens), onge rekend 600 millioen onqeconsolideerde schuld. Dat moet misgaan, zegt het Hbld.%en t is heel gemakkelijk gezegd, moeilij ker is het den weg tot verbetering in deze tijden aan te geven! Den 30en Januari 1933 is Hitler in Duitschland aan bet bewind gekomen en sedertdien is deze dag elk jaar met groot feestvertoon gevierd. Maar deze keer was het anders; de open bare herdenking is beperkt gebleven lot een manifestatie in het Berlijnsche Sportpaleis, waarbij de Fiihrer het woord voerde. Een betrekkelijk kort woord en zonder den pathetischen in slag van andere jaren. Hitier beeft in de zevenjarige perio de van zijn bewind inderdaad veel voor bet Duitsche volk tot stand gebracht; hij beeft de boeien van zijn volk ge slaakt. waardoor bij Duitschland ten zegen was en hij heeft zijn volk daar voor genoegzaam bewapend, maar ook om anderen desgewenscht de boeien te kunnen omleggen. Bij vorige herdenkingen van den 30en Januari heeft Hi tier kunnen glo rieeren als triomfator van den vrede, een rol. waarop hij trotsch kan zijn. En zijn volk was inderdaad trotsch op hem. En gelukkig. LEVENSVERZEKERING WAALWIJK Nog in zijn rede van bet vorige jaar. welke twee uren en een kwartier duur de, kon Hitier wijzen op het vele, wat hij had bereikt, zonder dat er strijd voor was gevoerd. Zijn woorden waren toen een merk waardig maximum van vredesklanken en dreigementen. Hij meende op dien weg te kunnen voortgaan en verzeker de zijn gehoor, dat Europa een lang durige periode van vrede tegemoet ging. Duitschland, riep Hitier uit, moet „exporteeren of sterven En er was in Europa begrip voor het dilemma, waar de verjong de Duitsche natie voor was geplaatst. Men wilde Duitschland economisch tegemoet komen, hopende dat, al dus Hitler's voorspelling, van een „langdurigen vrede" zou worden ver wezenlijkt. Men sprak van een groot milioenen-crediet aan het Derde Rijk, van een Economische wereldconferen tie en van een toegankelijk stellen der wéreldgrondstoffen voor de behoeften van het Derde Rijk. Maar jammer is altijd geweest dat Hitier overleg heeft afgewezen, althans ontloopen. Zijn Dinsdag j.l. gehouden rede was een mat betoog, een teruggrijpen naar de voorgeschiedenis van den oorlog, een terugwijzen op eerder behaalde successen, een „haken" naar den goe den tijd van politieke samenwerking met Italië, welke zoovele vruchten heeft opgeleverd. Slechts als terloops wees hij op de nieuwe vriendschap met Rusland, geenszins om deze als voor- deelig voor te stellen bij het uitvech ten der huidige conflicten, maar als een veilig-stellen en traditie, waarover bij wel eens anders dacht. Hij schimpte op de Britsche politiek en de staatslieden, verzekerde zijn ge hoor, dat in het Derde Rijk gedurende de vijf maanden van den oorlog méér is bereikt ten behoeve van Duitsch- lands militaire kracht dan in de zeven voorafgaande jaren en besloot met een nadrukkelijke verzekering van de over winning der Duitsche wapenen. „De huidige generatie zoo zei hij draagt het lot van Duitschland. Onze tegenstanders schreeuwen: Duitsch land moet ondergaan. Duitschland kan steeds maar één antwoord geven: Duitschland zal leven en Duitschland zal daarom overwinnen. Ook voor Engeland en Frankrijk trouwens staat evengoed het behoud van wereldmacht op het spel in dezen oorlog en daarom verzekeren ook zij dat ze overwinnen zullen. Daladier zei hetzelfde wat Hitier zei en niet minder heftig: „Wij moeten en zullen overwinnen", verzekerde de Fransche min.-president in een radio rede tot het volk. Woordelijk heette het daarin o.m.: „De materieele kracht van Duitsch land is een der geweldigste van de wereld. Alle ontberingen die het Duit sche volk sedert verscheidene jaren heeft moeten doorstaan, dienden slechts om het te versterken. Om haar te breken, moeten wij sterk zijn. Daarom is het noodig, dat zij, die achter het front zijn, in een geest van algeheele ontzegging en opoffering zich wijden aan den arbeid zooals de genen aan het front zich aan den strijd wijden. Wij moeten namelijk den oorlog winnen en wij zullen hem winnen, doch wij moeten ook een overwinning behalen, die de overwinning der wa pens verre te boven gaat. Tegenover de wereld van heeren en slaven, welke de dwazen die te Berlijn regceren, wil len scheppen, moeten wij de mensche- lijkc vrijheid en waardigheid redden". Men ziet het, ook al heftig genoeg! Chamberlain sprak evenzoo in een tafelrede, welke hij Woensdag ter ver vanging van zijn wekelijksche uiteen zetting van den politieken toestand in het Lagerhuis, voor de commissie van de landsverdediging hield. Ja, zoo moet elke oorlogvoerende partij spreken. Wie aan de overwinning gaat twijfe len, raakt verloren en wie zijn twijfel uitspreekt, is verloren. Chamberlain heeft bij deze gelegen heid ook het een en ander over de KOMT EVhN SMULLEN uitsluitend van le kwa liteit kalfsvleesch. neutralen gezegd en wederom dezer begrip gevraagd voor de moeilijk heden, welke Engeland zich moet ge troosten in een strijd, welke zoo is de Engelsche zienswijze in aller ge meenschappelijk belang wordt gevoerd. Chamberlain verklaarde, dat Groot- Brittannië in het binnenland en over zee meer dan 1.250.000 man onder de wapenen beeft. Hij zeidc verder, dat de bedoelingen der geallieerden bij herhaling zijn uit eengezet. Doch één ding wordt met den dag duidelijker, niet uit hetgeen wij zeggen, doch door het optreden van de Duitschers zelf, h.l. dat wij niet alleen voor onszelf strijden, doch voor ieder land dat gedrukt wordt door den vrees, dat het zich den een of anderen dag in de positie zou kun nen bevinden, welke achtereenvolgens v^c°^N|INJICHTING is ingenomen door Tsjecho-Slowakije, Polen en thans door Finland. Natuurlijk betwisten wij geen oogen- blik het recht der neutralen te beslis sen of zij in het conflict zullen gera ken of dat zij verkiezen er buiten te blijven en op welke wijze zij de neu traliteit zullen gebruiken, welke zij hebben verkozen. Doch wij mogen hun vragen en wij vragen, of zij klein en zwak zijn of groot en machtig, er re kening mede te willen houden, dat. hoewel wij bij de uitoefening van ons onbetwist recht van oorlogvoerenden zouden kunnen optreden op een wijze, welke hen ongemakken of zelfs ver liezen bezorgt, wij in geen geval nooit neutrale schepen hebben tot zinken gebracht en nimmer bewust een enkel neutraal leven in gevaar hebben ge bracht. Wij erkennen, dat de internationale handel voor een volledige ontwikke ling veelzijdige kanalen moet volgen en dat wij een einde moeten maken aan de vicieuze politiek van econo misch nationalisme en autarkie, welke zooveel heeft gedaan om de laatste groote vredesregeling omver te wer pen. Een van onze eerste bedoelingen zal zijn een herstel van den internatio nalen handel, welke ons voorkomt de beste gelegenheid te zijn om op zijn heurt voor een herstel van het stan- daardleger en de consumptiekracht der natie. Dit is de politiek, welke wij in gedachten hebben wanneer de tijd zal komen, opnieuw van oorlog tot vrede terug te kunnen keeren. Ontegenzeggelijk was Chamberlain's rede de meest bezadigde. Hij heeft over de neutralen heel wat verstandiger ge sproken dan Churchil deed. Al met al, die redevoeringen der machthebbers gaan de neutralen al heel weinig intcresseeren. ieder praalt toch voor eigen stiel. Een ander geluid kwam uit den mond van den .Tapanschen minister van buitenlandsche zaken, Arita, wiens regeering ernstig voornemens is om een anderen koers in te slaan. Japan zoekt naar alle kanten vrede en rela ties, in de eerste plaats met China en Waaiwpsebe «ii Dutslraatsrke ('airait. in samenwerking met AMSTERDAM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 1