Gemeeoteraad Sprang-Mie. De Geheime Ingang FEUILLETON, den, die niet in hun vredeswoon- plaats gelegerd zijn, zijn thans als volgt vastgesteld. Het bed ag tus~ schen haakjes geeft aan, welke toelage de ongehuwden per dag krijgenopperofficier f4 (f 1 50), hoofdofficier f3 (f 1), subalterne- ofTicieren 1 2 (10.75), onderofficieren boven den rang van sergt.-majoor (opperwachtmeester) fl.25 (10.50), sergt.-majoor (opperwachtmeester) fl (f0.40), overige onderofficieren f0 65 (f0.30). Jaarwedde genietende korporaals en soldaten f 6.40(f0.20,. Voor soldij genietende korporaals en soldaten is de mobilisatietoelage f0.15) (hetzelfde gebleven.) VERSTERKING VAN ONZE MARITIEME DEFENSIE. De keuze van de regeering zou op drie slagkruisers gevallen z(jn. Naar ons ter oore komt, is in den j.l. Maandag gehouden ministerraad de beslissing over de maritieme verster king van Indië gevallen. Waarschijn lijk kan de officieele mededeeling om trent de plannen, welker uitvoering de regeering thans voornemens zou zijn te bevorderen, tegemoet worden gezien in de Memorie van Antwoord op het Voorloopig Verslag van de Tweede Ka mer over de Indische begrooting, welk stuk op het eind dezer week zal ver schijnen. Het is intusschen mogelijk, dat de regeering reeds eerder al dan niet apn de Staten-Generaal medcdee- ling van haar besluit zal doen. Ofschoon op dit oogenblik geen en kele inlichting van officieelen aard te verkrijgen was aangaande den inhoud van het door den ministerraad geno men besluit, incenen wij voldoende aanwijzingen te hebben, om het ver moeden uit te spreken, dat bet neer komt op een beslissing in de richting van het advies van de z.g. technische commissie, n.l. bet denkbeeld om de vloot met drie slagkruisers te verster ken. Tevens zou, zoo hoorden wij nog verluiden, wat de vlootbasis betreft, besloten zijn' voor te stellen de be slaande marinebasis te Soerabaja te versterken.. De keuze is dan niet op Batavia gevallen. HET ONTSLAG VAN GENERAAL REYNDERS. Vragen van het Tweede Kamerlid Van Poll. Het Tweede-Kamerlid, de beer Van Poll, heeft de volgende vraag gesteld aan den voorzitter van den raad van ministers en den minister van defen sie: Is de regeering bereid de Kamer vol ledig in te lichten omtrent de aanlei ding tot het verzoek van generaal Reynders om ontslag als opperbevel hebber van land- en zeemacht en om trent de overwegingen, welke tot de inwilliging tot dat verzoek hebben ge leid? DE NEDERLANDSCHE PATROUILLE UIT DUITSCHLAND TERUG GEKEERD. Het A.N.P. meldde uit Roermond: Naar wij vernemen is de Nederland- sche patrouille van 15 wielrijders on der bevel van een eersten luitenant, welke Maandagochtend bij bet grens- kantoor Maalbroek (gem. Maasniel) bij vergissing over de Duitsche grens raakte, op Nederlandsch gebied terug gekeerd. Nieuwjaarsrede - Voorloopig nog geen Huishoud- en Industrie school Een compliment aan acht werkloozen. Herziening salaris ambtenaren. In de Vrijdagavond gehouden raads vergadering van de gemeente Sprang- Capelle, waren de heeren Kerst en Vos afwezig. Na de gebruikelijke opening met ge bed. sprak de voorzitter, burgemeester Smit, de volgende jaarrede uit: De heer Adr. Verheijden dankte voor de goede wenschen en bood. mede na mens de raadsleden eveneens zijn beste wenschen aan. De notulen der vorige vergadering werden hierna zonder wijzigingen vast gesteld. Onder de ingekomen stukken was een proces-verbaal van kasopname bij den gemeente-ontvanger, eenige berich ten van Ged. Staten, houdende goed keuring van raadsbesluiten en een adres van de bewoners van den Winterdijk, verzoekende straatverlichting. De voorzitter zegt, dat B. en W. de zaak opnieuw hebben bezien, maar het is nog niet mogelijk een electrische straatverlichting aan te leggen, want het materiaal van de P.N.E.M. blijft voorloopig gereserveerd. Om evenwel toch wat licht in deze duisternis te bren gen willen B. en W. voorloopig vier petroleum-lantaarns plaatsen. Op een desbetreffende vraag van den heer J. Vos deelt de voorzitter nog me de, dat dit een tijdelijke maatregel is, waaraan later geen enkel recht kan worden ontleend. De heer Verheijden vraagt wie de lantaarns moet aansteken, waarop de voorzitter antwoordt dat hij denkt in de buurt van den Winterdijk wel een persoon, een bejaarde man, te vinden, die dit werk voor een kleine gratificatie b.v. 5.per jaar, wil doen. Tevens is er nog een bericht van Ged. Staten onder de ingekomen stuk ken, waarin zij melden, dat de begroo ting 1939 en de rekening 1938 zijn goedgekeurd. De Huishoud- en Industrieschool Aan de orde komt dan de kwestie betreffende de eventueele stichting van een huishoud- en industrieschool. (Zooals bekend heeft destijds de stichting ,,Protestantsche Ontwikke ling aan den raad een verzoek gericht om de noodzakelijkheidsverklaring af te geven, die evenwel werd geweigerd, daar er geen samenwerking was ge zocht tusschen de twee groote bevol kingsgroepen. De raad adviseerde toen eerst samenwerking te zoeken, waarna hij het vraagstuk opnieuw zou bekijken. Red.) De voorzitter deelt mede, dat het be stuur der genoemde stichting op het schrijven van het gemeente-bestuur als volgt heeft geantwoord: In de eerste plaats de algeheele mis kenning van de goede bedoelingen van den Raad. Zooals U bekend is, heeft de Raad besloten aan de stichting „Protestant sche Ontwikkeling' in overweging te geven ook het kerkelijk Gereformeerde volksdeel in hun actie te betrekken. Een goede bedoeling dus om de zaak, waarvoor de heeren dier stichting zich interesseeren, te helpen. Hierop nu is een waarlijk schoolmees terachtig antwoord gekomen. Men voert aan daf de wet geen ruimte overlaat tot het uitspreken van een beperkende of voorwaardelijke weigering, m.a.w. de Raad had ,,ja' of ,,neen" moeten antwoorden. Volgens deze heeren zou dus, als de Raad door een of andere goede raad geving aan die stichting, in het belang van hun eigen plannen, welwillend iets in overweging geeft, dit niet mogen doen, geen enkele opmerking mogen maken, doch eenvoudig moeten weige ren of uitspreken dat een huishoud school noodig wordt geoordeeld. B. en W. zijn van oordeel, dat dan maar aan het verlangen dier stichting moet worden voldaan, dat de Raad dus maar geen opmerkingen ten beste moet geven of verlangens moet uiten, alvo rens te beslissen wat hierop neerkomt dat Burgemeester en Wethouder^; voor stellen de bedoelde verklaring te wei geren. De heer Verheijden: In België spreekt en stelt men beter Neder landsch dan in Holland. De heer Versteeg vraagt, wanneer dit stuk is ingekomen. De Voorzitter antwoordt op 9 De cember '39. De heer Versteeg vindt de houding van B en W. niet goed. Er zijn veel hervormden. Waarom zouden dan de Hervormden opzij moeten gaan voor de Gereformeerden. De heer Verheijden zegt dat hij de stukken goed heeft doorgelezen en naar aanleiding daarvan enkele dingen wil zeggen: Met stomme verbazing heb ik de twee aanvragen gelezen, onderteekend door Ds. Hofman, Besoijen c.s. en het schoolhoofd de heer Dees te Sprang. Een dergelijke aandrang had ik wel kunnen verwachten van uiterst links, doch niet van uiterst rechts. Het schijnt dat men om de 100 .jaren, wanneer door oorlogen de schatkist ledig is, men op verdere herrie gesteld is. Zie op 1834 toen op kerkelijk gebied, nu 100 jaren later de eeuwigdurende school- strijd, die weldra de 200 millioen per jaar gaat-kosten. Nu ziet men hier ter plaatse en in onze omgeving dat het op het gebied van Christelijk Onderwijs tusschen de Gereformeerde Kerk en de Gereformeerde Bond in de Herv. Kerk van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch door JOHN FINNEMORE. Nadruk Verboden. 38) M Den vorigen avond had hij het gevoel gehad, dat de mededeeling dat Levinge nog in leven was, een ver pletterende verrassing voor kolonel Blount en zijn vrouw was ge wee; t. Nu was hij overtuigd dal Levinge zich vertoond had en dat zij wisten dat hij op het huiten verborgen was. En Ba tes' oordeel over de zaak had hem aanleidng gegeven te antwoorden zo> als hij gedaan had, om den nuh n dronkelap aan te sporen. XXXI. Lady Anne was de hall doorgeloo- pen, omdat zij wel inzag, dat een huis zoeking onvermijdelijk was. Zij wilde daarom Richard zoeken en hem waar schuwen. Als er niets gedaan werd, zouden zij met fatale zekerheid be trokken worden in onthullingen van de onaangenaamste soort. Want wan neer Levinge in het hol van den pries ter aangetroffen werd, kennelijk goed verzorgd, moest het feit dat zij hem verborgen en geholpen hadden, onver mijdelijk aan het licht komen. En hoe in vredesnaam kon de kolonel zich in zijn functie handhaven dan, om niet te spreken van veel erger dingen, die daaruit voor hen konden voortvloeien? Maar Richard was al gewaar schuwd en nam snel maatregelen om, zoo hel nog mogelijk was, een ramp te voorkomen. Toevalligerwijze liep hij. terwijl het gesprek in de hall plaats vond, juist naar een deur, waarvan het pad door de tuinen voer de. Na de lunch had hij zitten lezen, maar kon zijn aandacht niet hij zijn lectuur houden. Margaret was op haar kamer gebleven. Zij lijdt er vreesdijk onder, ver telde de kolonel aan zijn neef. Zij heeft je tante alles verteld en ik voor mij neem het haar absoluut niet kwa lijk, dat zij gepoogd heeft dien schurk geld te geven, om hem zoo, zonder dal iemand van zijn aanwezigheid wist, weg te krijgen. 'Ze heeft dal zonder twijfel ook met het oog op ons gedaan. Als ooit een jonge vrouw in een ellen dig parket verkeerd heeft, is zij het wel! En je tante denkt er net zoo over als ik! Doch voor niemand was de ontdek king een vreeselijker schok geweest dan voor Richard zelf. Dit bcteekendc hel einde van zijn vurigste hoop. Tel kens en telkens weer hield hij het zich met nameloozc bitterheid voor: een onoverkomelijke slagboom was neergevallenVerstrooid en gedrukt was hij van zijn boek opgestaan en had zijn schreden naar den tuin ge richt. Hij opende de deur en vond, tot zijn groote ontsteltenis, daarvoor een onbekende geposteerd. Het kostte weinig moeite in de lange gestalte met de vierkante schouders den politie man in burger te herkennen. Pardon meneer, zei de man be leefd, u kunt hier niet passeeren. Waarom niet? vroeg Richard, on danks zijn schrik met geveinsde ver bazing. want hij had niets gezien van de aankomst van het groepje mannen. Ik kan u geen reden opgeven, meneer; ik heb alleen mijn orders op te volgen, was het antwoord, en die luiden dat ik niemand mag toestaan het huis door deze deur te verlaten. Op dit oogenblik kwam sergeant Bassett op zijn ronde van post tot post een hoek om. Richard kende den sergeant en richtte zich onmiddellijk tot hém. Wat heeft dit te beteekenen, Bassett? riep hij hem toe. Wel, meneer Viliers, het is mij niet veroorloofd uitleg te geven. Ik sta zelf onder orders. Inspecteur Wi thers heeft de leiding hier. Weet kolonel Blount hiervan? informeerde Richard. Ik geloof dat u kolonel Blount en mr. Withers hij de voordeur in ge sprek kunt vinden. O, dank je, antwoordde Richard en wendde zich naar het huis, alsof hij hij de bespreking tegenwoordig wilde zijn. Hij deed de tuindeur weer achter zich dicht, liep met kalmen pas terug totdat hij zeker was dat zijn voetstappen niet meer hoorbaar wa ren voor de mannen buiten en storm de toen met een paar groote sprongen de achtertrap van de groote galerij op. Hij had geen klaar idee van den toe stand, maar in ieder geval was het hem duidelijk, dat het huis door de politie bewaakt werd en dat dit ge vaar kon beteekenen. Hij vervolgde haastig zijn weg langs de galerij en ging de hoofdtrap ver genoeg af om een blik in de hall te kunnen werpen. Hij zag kolonel Blount en een tweede geheimzinnige vreemde, van wien hij nu wist dat het een detective was, samen pratenZijn blik dwaalde verder door de halfge opende voordeur en bleef rusten op twee mannen, die verderop stonden. Eén was eveneens een veldwachter in burger, dat was duidelijk genoeg en de andere had zijn gezicht naar de deur gewend, zichtbaar verlangend om ieder woord op te vangen, dal bin nen gesproken werd. Richard herkende hem direct en werd zich op hetzelfde moment be wust, dat een héél ernstig gevaar dreigde. Wat deed de oude Bates hier? Er was maar één antwoord op. Zijn kennis van de verborgen gangen zou ten dienste van de politie worden aan gewend Levinge's ontsnapping was niet zoo'n meesterstuk geweest, als hij zelf in zijn eigenwaan had geloofd. Hij was voor een poosje den dans ont sprongen, maar zijn onvermoeibare vervolger was hem al weer op het spoor. Richard rende naar zijn eigen ka mer, vloog haar binnen en sloot de deur achter zich af. Toen holde hij or> het paneel toe, opende het en haastte zich de gang in. In luttele minuten had hij het hol van den priester be reikt, waar Levinge op zijn gemak in een ouden eiken stoel bij het licht van een klein reislampje de „Times" van Zaterdag zat te lezen. In een hoek lag een hoop dekens en kleine tapijtjes, die hem als bed hadden gediend. Een blad met voedsel stond op de tafel. Wat is er aan de hand? schreeuwde Levinge, direct onraad bespeurend bij Richards gehaast bin nenkomen. Het is heelemaal mis, antwoord de Richard kort. Die detective is he neden en heeft dien ouden Bates mee gebracht. Levinge floot en verwenschte Bales uit den grond van zijn hart. Die oude hoef kent hier den weg precies, stiet hij ontzet uit. Wat moe ten we in 's hemelsnaam beginnen? Je moet naar de ruimten hierbo ven gaan in de hoop dat hij die niet kent, adviseerde Richard. Voor zoo ver ik mij herinner was hij niet zoo nauwkeurig op de hoogte als wij. Dat is zoo, stemde Levinge toe. Wij hielden den plattegrond voor ons en lieten dien aan niemand zien. Ik zal dadelijk dien kant uitgaan. Neen, dat zul je niet, verklaarde Richard droog. Je moet mij eerst hel pen deze dingen hier op te bergen. Begrijp je dan niet hoe verschrikke lijk comproinilteerend die voor den kolonel zijn, als ze hier gevonden worden? Levinge vond zijn eigen ontsnap ping belangrijker, maar hij waagde het niet tegenwerpingen te maken. Hij nam de kleedjes in een grooten bundel in zijn armen. Het paneel naar mijn kamer is open, ging Richard voort. Leg ze daar maar neer. Ik ruim den boel later wel op. (Wordt vervolgd). Hoewel de eerste maand van 1940 reeds ver streken is wil ik deze eerste vergadering van dgt jaar, der gewoonte getrouw, een kort over zicht geven van den toestand der gemeente. Voor ik dit echter doe wilde ik U gaarne, onder dankzegging voor Uw belangstelling bij de wisseling des jaars ondervonden, wederkee- rig mijn beste wenschen voor U, Uw gezin en Uw arbeid toewenschen. Het aantal inwoners der gemeente vermeer derde door geboorte met 107 en door vestiging met 144 personen, totaal 251 personen. Daartegenover staat een vermindering door overlijden van 55 en door vertrek van 169 per sonen, in totaal 224 personen. Door deze mutaties groeide het irrwonertal dus met 27, zoodat de gemeente momenteel 5103 zielen telt. Mocht ik U vorig jaar bij een soortgelijke ge legenheid opmerken dat toen het aantal steun- trekkenden met pl.m. 25 was gedaald, thans kan ik LI mededeelen, dat over 1939 de daling van dat getal in nog sterker mate voort ging en dat over 1939 deze vermindering op nieuw pl.m. 30 bedroeg, daar er gemiddeld 58 steuntrekkenden per week waren. Deze cijfers waren in de laatste 3 jaren als volgt: In 1937 gemiddeld 111 In 1938 gemiddeld 85 In 1939 gemiddeld 58 Aan steungelden en werkverschaffing werd in 1939 uitbetaald respectievelijk 16865.78 en 4258.10, totaal 21123.88. Dit bedrag was 2 jaren geleden nog 45728.42. Voorts zijn de volgende uitgaven ten behoeve van de steunverleening gedaan: Toelage ziekenkassen 571.87 Subsidie werkloozenkassen 4340. Subsidie Steuncomité B 1301.38 Steun kleine boeren 2340.55 Steun kleine tuinders 778.63 Subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur van Capelle 2400.— Subsidie aan het Burgerlijk Armbestuur van Sprang 2350. Waar vooral de eerste cijfers en de vergelij king met 1937 teveel aanleiding tot optimisme zouden kunnen geven, wil ik hierbij nog in her innering roepen dat de gemeente-begrooting voor 1940 een nadeelig saldo aanwees van pl.m. 9000.-. De schuldenlast der gemeente verminderde dit jaar met 22158.54, doch vermeerderde met 27000.door het aangaan van een geldlee- ning, zoodat thans de gemeenteschuld bedraagt 624840.45 of 122.24 per inwoner. Hiermede heb ik U het gebruikelijke overzicht gegeven. Zouden in normale tijden deze mededeelingen bevrediging kunnen schenken, in den tijd waar in we nu leven hangt als het zwaard van Da mocles boven ons hoofd de vraag: Wat zal een volgend jaar in het jaarlijksch overzicht moeten worden gezegd? De geruststellende gedachte dat God regeert en de teugels van het wereldbestuur in handen heeft, geve ons vertrouwen om, elk zijn plicht doende, de toekomst in te gaan. Hij spare ons land voor de gruwel van den oorlog en neme ons allen. Koninklijk Huis en volk te samen, in Zijn veilige hoede. Aan het Gemeentebestuur van Sprang-Capelle. Het Bestuur der stichting Protestantsche Ont wikkeling, gevestigd te Sprang-Capelle, kennis nemende van Uw anwoord No. 1048 van 30 November 1939 op haar verzoek van 2 November j.l. om de noodzakelijkheidsverkla ring, bedoeld in art. 25, 2e lid, der Nijverheids onderwijswet, overwegende, dat nog genoemde wet, noch andere Wetten of Koninklijke Besluiten voorschrijven aan wel ke kerkelijke of godsdienstige samenstelling een vereeniging of stichting, die een huishoud en (of) industrieschool wil oprichten, moet vol doen: dat art. 25 der Nijverheidsonderwijswet be paalt, dat de Raad der gemeente, waar de school gevestigd zal worden, de oprichting en instandhouding dier school kan noodig oordee- len, het verzoek om zoodanige verklaring kan afwijzen, of ook geen beslissing kan nemen, maar dat dit art. geen ruimte overlaat tot het uitspreken van een beperkende („vooralsnog' of voorwaardelijke („Het Gereformeerde volks deel bij de voorbereiding niet had moeten wor den uitgeschakeld weigering: dat het Gereformeerde volksdeel wel in onze stichting is vertegenwoordigd in verschillende nuances, daar deze in het leven is geroepen door en verantwoording schuldig is aan de ge- zamelijke Kerkraden der Nederduitsch Hervorm de Gemeenten Loon op Zand (Loonschendijk) Spang-Capelle (Capelle en Sprang), Waalwijk (Baardwijk, Besoijen en Waalwijk) en Waspik, welke Kerkraden elk een belijdend lidmaat der Ned. Herv. Kerk als bestuurder aanwijzen, waardoor thans als zoodanig fungeeren de pre dikanten A. Hoffman te Besoijen, T. H. Oos- tenbrug te Capelle, R. de Bruijn te Waspik en de heeren A. Dees te Sprang, A. van der Plas te Kaatsheuvel, J. H. Scholt te Waalwijk en A. Nieuwenhuize te Baardwijk, 'terwijl bo vendien het Gereformeerde volksdeel meer om vat dan enkel de kleine groep leden der Ge reformeerde Kerken alhier, waarmee dat volks deel in Uw antwoord wordt vereenzelvigd: dat volgens de laatst gehouden volkstelling het aantal Hervormden te Loon op Zand. Sprang-Capelle, Waalwijk en Waspik respect. 719 - 4106 - 1361 en 535, totaal 6721, bedroeg, terwijl het aantal leden der Gereformeerde Ker ken in elk dier plaatsen achtereenvolgens slechts 15 - 505 - 56 en 16, totaal 592 beliep, zoodat indien de Wetgever vertegenwoordiging van alle kerkelijke gezindten der Protestanten eisch- te uit Uw gemeente, de verhouding^van het aan tal Herv. bestuursleden tot het aantal uit de Geref. Kerken zeker naar evenredigheid be hoorde gesteld te worden van 11 op 1, terwijl dan zeker ook de nog kleinere volksdeelen der geheele Christenheid Uwer Gemeente behoorden te worden bedacht, waardoor de deelname van al die kleine groepen aan het bestuur der stich ting geen merkbare invloed op samenstelling van leerplan en benoeming van leerkrachten hebben kan en die deelname voor de betrokken groepjes dus slechts voor den vorm zou zijn; dat ons bestuur, door zulke kleine groepen niet tot deelneming aan haar taak te roepen, meent gehandeld te hebben in den geest en naar de methode onzer Regeering, die ook de kleine groepen door onevenredig zware druk van de parlementaire buiten sluit: dat van de leerlingen, die de Openbare en Protestantsche scholen in deze omgeving bezoe ken (zooals wij in vorige toelichting reeds aan gaven: Openbare school Capelle 111, Kaats heuvel 50, Waalwijk 77: Protest, school Sprang 213, Heistraat 164, Kaatsheuvel 149, Besoijen 113 en Waspik 66, op 31 Dec. 1938 totaal 943 leerl.) er zeker 875 behooren tot de Herv. Kerk, waardoor er jaalijks 40 a 60 Herv. meis jes de school verlaten en gemiddeld slechts 5 Gereformeerde, zoodat ook indien de Gerefor meerde adressanten hun bedreiging gestand zou den doen en hun kinderen niet naar een Prot. Christ. Huishoudschool zouden zenden en wan neer slechts de helft van het aantal Herv. meis jes de ^chool zou bezoeken, er toch nog gemid deld 20 a 30 leerlingen per jaar zouden worden toegelaten; dat er Christelijke Nijverheids-Onderwijsscho- len bestaan met 12 leerl. (Marken), 20 (Erme- lo). 21 (Andelst-Herveld), 22 (Zevenber gen), zoodat onze Prot. school met waarschijn lijk 20 a 30 of meer leerlingen per jaar en met mogelijk 3 leerkrachten ook zelfs zonder de kinderen der Gereformeerde Kerken geen slecht figuur zou slaan; dat, ofschoon het gering aantal leden der Ger. Kerken misschien niet bereid blijkt haar enkele kinderen te zenden naar een Prot. Chr. huishoud (industrie)school, die bestaansrecht kan hebben, wij toch altijd bereid blijven, deze leerlingen volgaarne toe te laten; dat wij bovendien als vertegenwoordigers der Nederduitsch-Hervormde Gemeenten in deze streek, waar wij een behoorlijk aantal leerlingen mogen veronderstellen, evenals de Roomsch- Katholieke Kerk recht meenen te hebben op een eigen school en dat er geen enkele Wetsbepa ling is, die ons in dit opzicht dwingen kan met minder rechten tevreden te zijn, dan die kerk geniet. j- .i n- Besluit, haar verzoek om de noodzakelijk heidsverklaring met de daarbij gegeven tóelich ting d.d. 2 November j.l. onverzwakt en onge wijzigd te handhaven, of. zoo noodig, te her nieuwen, hetwelk ze dan hierbij doet. Sprang, 8 December 1939. Het Bestuur der Stichting voornoemd. Voorzitter, get. Hoffman. Secretaris, get. Dees. De voorzitter maakt naar aanleiding van dit adres enkele opmerkingen, waarbij hij spreekt als volgt:

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2