Gemeeoteraad Sprang-Mie.
De Geheime Ingang
FEUILLETON,
den, die niet in hun vredeswoon-
plaats gelegerd zijn, zijn thans als
volgt vastgesteld. Het bed ag tus~
schen haakjes geeft aan, welke
toelage de ongehuwden per dag
krijgenopperofficier f4 (f 1 50),
hoofdofficier f3 (f 1), subalterne-
ofTicieren 1 2 (10.75), onderofficieren
boven den rang van sergt.-majoor
(opperwachtmeester) fl.25 (10.50),
sergt.-majoor (opperwachtmeester)
fl (f0.40), overige onderofficieren
f0 65 (f0.30). Jaarwedde genietende
korporaals en soldaten f 6.40(f0.20,.
Voor soldij genietende korporaals
en soldaten is de mobilisatietoelage
f0.15) (hetzelfde gebleven.)
VERSTERKING VAN ONZE
MARITIEME DEFENSIE.
De keuze van de regeering zou op drie
slagkruisers gevallen z(jn.
Naar ons ter oore komt, is in den
j.l. Maandag gehouden ministerraad de
beslissing over de maritieme verster
king van Indië gevallen. Waarschijn
lijk kan de officieele mededeeling om
trent de plannen, welker uitvoering de
regeering thans voornemens zou zijn
te bevorderen, tegemoet worden gezien
in de Memorie van Antwoord op het
Voorloopig Verslag van de Tweede Ka
mer over de Indische begrooting, welk
stuk op het eind dezer week zal ver
schijnen. Het is intusschen mogelijk,
dat de regeering reeds eerder al dan
niet apn de Staten-Generaal medcdee-
ling van haar besluit zal doen.
Ofschoon op dit oogenblik geen en
kele inlichting van officieelen aard te
verkrijgen was aangaande den inhoud
van het door den ministerraad geno
men besluit, incenen wij voldoende
aanwijzingen te hebben, om het ver
moeden uit te spreken, dat bet neer
komt op een beslissing in de richting
van het advies van de z.g. technische
commissie, n.l. bet denkbeeld om de
vloot met drie slagkruisers te verster
ken.
Tevens zou, zoo hoorden wij nog
verluiden, wat de vlootbasis betreft,
besloten zijn' voor te stellen de be
slaande marinebasis te Soerabaja te
versterken.. De keuze is dan niet op
Batavia gevallen.
HET ONTSLAG VAN GENERAAL
REYNDERS.
Vragen van het Tweede Kamerlid
Van Poll.
Het Tweede-Kamerlid, de beer Van
Poll, heeft de volgende vraag gesteld
aan den voorzitter van den raad van
ministers en den minister van defen
sie:
Is de regeering bereid de Kamer vol
ledig in te lichten omtrent de aanlei
ding tot het verzoek van generaal
Reynders om ontslag als opperbevel
hebber van land- en zeemacht en om
trent de overwegingen, welke tot de
inwilliging tot dat verzoek hebben ge
leid?
DE NEDERLANDSCHE PATROUILLE
UIT DUITSCHLAND TERUG
GEKEERD.
Het A.N.P. meldde uit Roermond:
Naar wij vernemen is de Nederland-
sche patrouille van 15 wielrijders on
der bevel van een eersten luitenant,
welke Maandagochtend bij bet grens-
kantoor Maalbroek (gem. Maasniel) bij
vergissing over de Duitsche grens
raakte, op Nederlandsch gebied terug
gekeerd.
Nieuwjaarsrede - Voorloopig nog geen Huishoud- en Industrie
school Een compliment aan acht werkloozen. Herziening
salaris ambtenaren.
In de Vrijdagavond gehouden raads
vergadering van de gemeente Sprang-
Capelle, waren de heeren Kerst en Vos
afwezig.
Na de gebruikelijke opening met ge
bed. sprak de voorzitter, burgemeester
Smit, de volgende jaarrede uit:
De heer Adr. Verheijden dankte voor
de goede wenschen en bood. mede na
mens de raadsleden eveneens zijn beste
wenschen aan.
De notulen der vorige vergadering
werden hierna zonder wijzigingen vast
gesteld.
Onder de ingekomen stukken was
een proces-verbaal van kasopname bij
den gemeente-ontvanger, eenige berich
ten van Ged. Staten, houdende goed
keuring van raadsbesluiten en een adres
van de bewoners van den Winterdijk,
verzoekende straatverlichting.
De voorzitter zegt, dat B. en W. de
zaak opnieuw hebben bezien, maar het
is nog niet mogelijk een electrische
straatverlichting aan te leggen, want
het materiaal van de P.N.E.M. blijft
voorloopig gereserveerd. Om evenwel
toch wat licht in deze duisternis te bren
gen willen B. en W. voorloopig vier
petroleum-lantaarns plaatsen.
Op een desbetreffende vraag van den
heer J. Vos deelt de voorzitter nog me
de, dat dit een tijdelijke maatregel is,
waaraan later geen enkel recht kan
worden ontleend.
De heer Verheijden vraagt wie de
lantaarns moet aansteken, waarop de
voorzitter antwoordt dat hij denkt in
de buurt van den Winterdijk wel een
persoon, een bejaarde man, te vinden,
die dit werk voor een kleine gratificatie
b.v. 5.per jaar, wil doen.
Tevens is er nog een bericht van
Ged. Staten onder de ingekomen stuk
ken, waarin zij melden, dat de begroo
ting 1939 en de rekening 1938 zijn
goedgekeurd.
De Huishoud- en Industrieschool
Aan de orde komt dan de kwestie
betreffende de eventueele stichting van
een huishoud- en industrieschool.
(Zooals bekend heeft destijds de
stichting ,,Protestantsche Ontwikke
ling aan den raad een verzoek gericht
om de noodzakelijkheidsverklaring af
te geven, die evenwel werd geweigerd,
daar er geen samenwerking was ge
zocht tusschen de twee groote bevol
kingsgroepen. De raad adviseerde toen
eerst samenwerking te zoeken, waarna
hij het vraagstuk opnieuw zou bekijken.
Red.)
De voorzitter deelt mede, dat het be
stuur der genoemde stichting op het
schrijven van het gemeente-bestuur als
volgt heeft geantwoord:
In de eerste plaats de algeheele mis
kenning van de goede bedoelingen van
den Raad.
Zooals U bekend is, heeft de Raad
besloten aan de stichting „Protestant
sche Ontwikkeling' in overweging te
geven ook het kerkelijk Gereformeerde
volksdeel in hun actie te betrekken.
Een goede bedoeling dus om de zaak,
waarvoor de heeren dier stichting zich
interesseeren, te helpen.
Hierop nu is een waarlijk schoolmees
terachtig antwoord gekomen.
Men voert aan daf de wet geen
ruimte overlaat tot het uitspreken van
een beperkende of voorwaardelijke
weigering, m.a.w. de Raad had ,,ja' of
,,neen" moeten antwoorden.
Volgens deze heeren zou dus, als de
Raad door een of andere goede raad
geving aan die stichting, in het belang
van hun eigen plannen, welwillend iets
in overweging geeft, dit niet mogen
doen, geen enkele opmerking mogen
maken, doch eenvoudig moeten weige
ren of uitspreken dat een huishoud
school noodig wordt geoordeeld.
B. en W. zijn van oordeel, dat dan
maar aan het verlangen dier stichting
moet worden voldaan, dat de Raad dus
maar geen opmerkingen ten beste moet
geven of verlangens moet uiten, alvo
rens te beslissen wat hierop neerkomt
dat Burgemeester en Wethouder^; voor
stellen de bedoelde verklaring te wei
geren.
De heer Verheijden: In België
spreekt en stelt men beter Neder
landsch dan in Holland.
De heer Versteeg vraagt, wanneer
dit stuk is ingekomen.
De Voorzitter antwoordt op 9 De
cember '39.
De heer Versteeg vindt de houding
van B en W. niet goed. Er zijn veel
hervormden. Waarom zouden dan de
Hervormden opzij moeten gaan voor de
Gereformeerden.
De heer Verheijden zegt dat hij de
stukken goed heeft doorgelezen en naar
aanleiding daarvan enkele dingen wil
zeggen:
Met stomme verbazing heb ik de
twee aanvragen gelezen, onderteekend
door Ds. Hofman, Besoijen c.s. en het
schoolhoofd de heer Dees te Sprang.
Een dergelijke aandrang had ik wel
kunnen verwachten van uiterst links,
doch niet van uiterst rechts. Het schijnt
dat men om de 100 .jaren, wanneer
door oorlogen de schatkist ledig is, men
op verdere herrie gesteld is. Zie op
1834 toen op kerkelijk gebied, nu 100
jaren later de eeuwigdurende school-
strijd, die weldra de 200 millioen per
jaar gaat-kosten. Nu ziet men hier ter
plaatse en in onze omgeving dat het op
het gebied van Christelijk Onderwijs
tusschen de Gereformeerde Kerk en de
Gereformeerde Bond in de Herv. Kerk
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch door
JOHN FINNEMORE.
Nadruk Verboden.
38) M
Den vorigen avond had hij het
gevoel gehad, dat de mededeeling
dat Levinge nog in leven was, een ver
pletterende verrassing voor kolonel
Blount en zijn vrouw was ge wee; t. Nu
was hij overtuigd dal Levinge zich
vertoond had en dat zij wisten dat hij
op het huiten verborgen was. En Ba
tes' oordeel over de zaak had hem
aanleidng gegeven te antwoorden zo>
als hij gedaan had, om den nuh n
dronkelap aan te sporen.
XXXI.
Lady Anne was de hall doorgeloo-
pen, omdat zij wel inzag, dat een huis
zoeking onvermijdelijk was. Zij wilde
daarom Richard zoeken en hem waar
schuwen. Als er niets gedaan werd,
zouden zij met fatale zekerheid be
trokken worden in onthullingen van
de onaangenaamste soort. Want wan
neer Levinge in het hol van den pries
ter aangetroffen werd, kennelijk goed
verzorgd, moest het feit dat zij hem
verborgen en geholpen hadden, onver
mijdelijk aan het licht komen. En hoe
in vredesnaam kon de kolonel zich in
zijn functie handhaven dan, om niet
te spreken van veel erger dingen, die
daaruit voor hen konden voortvloeien?
Maar Richard was al gewaar
schuwd en nam snel maatregelen om,
zoo hel nog mogelijk was, een ramp
te voorkomen. Toevalligerwijze liep
hij. terwijl het gesprek in de hall
plaats vond, juist naar een deur,
waarvan het pad door de tuinen voer
de. Na de lunch had hij zitten lezen,
maar kon zijn aandacht niet hij zijn
lectuur houden. Margaret was op
haar kamer gebleven.
Zij lijdt er vreesdijk onder, ver
telde de kolonel aan zijn neef. Zij
heeft je tante alles verteld en ik voor
mij neem het haar absoluut niet kwa
lijk, dat zij gepoogd heeft dien schurk
geld te geven, om hem zoo, zonder dal
iemand van zijn aanwezigheid wist,
weg te krijgen. 'Ze heeft dal zonder
twijfel ook met het oog op ons gedaan.
Als ooit een jonge vrouw in een ellen
dig parket verkeerd heeft, is zij het
wel! En je tante denkt er net zoo over
als ik!
Doch voor niemand was de ontdek
king een vreeselijker schok geweest
dan voor Richard zelf. Dit bcteekendc
hel einde van zijn vurigste hoop. Tel
kens en telkens weer hield hij het
zich met nameloozc bitterheid voor:
een onoverkomelijke slagboom was
neergevallenVerstrooid en gedrukt
was hij van zijn boek opgestaan en
had zijn schreden naar den tuin ge
richt. Hij opende de deur en vond, tot
zijn groote ontsteltenis, daarvoor een
onbekende geposteerd. Het kostte
weinig moeite in de lange gestalte met
de vierkante schouders den politie
man in burger te herkennen.
Pardon meneer, zei de man be
leefd, u kunt hier niet passeeren.
Waarom niet? vroeg Richard, on
danks zijn schrik met geveinsde ver
bazing. want hij had niets gezien van
de aankomst van het groepje mannen.
Ik kan u geen reden opgeven,
meneer; ik heb alleen mijn orders op
te volgen, was het antwoord, en die
luiden dat ik niemand mag toestaan
het huis door deze deur te verlaten.
Op dit oogenblik kwam sergeant
Bassett op zijn ronde van post tot
post een hoek om. Richard kende den
sergeant en richtte zich onmiddellijk
tot hém.
Wat heeft dit te beteekenen,
Bassett? riep hij hem toe.
Wel, meneer Viliers, het is mij
niet veroorloofd uitleg te geven. Ik
sta zelf onder orders. Inspecteur Wi
thers heeft de leiding hier.
Weet kolonel Blount hiervan?
informeerde Richard.
Ik geloof dat u kolonel Blount
en mr. Withers hij de voordeur in ge
sprek kunt vinden.
O, dank je, antwoordde Richard
en wendde zich naar het huis, alsof
hij hij de bespreking tegenwoordig
wilde zijn. Hij deed de tuindeur weer
achter zich dicht, liep met kalmen pas
terug totdat hij zeker was dat zijn
voetstappen niet meer hoorbaar wa
ren voor de mannen buiten en storm
de toen met een paar groote sprongen
de achtertrap van de groote galerij op.
Hij had geen klaar idee van den toe
stand, maar in ieder geval was het
hem duidelijk, dat het huis door de
politie bewaakt werd en dat dit ge
vaar kon beteekenen.
Hij vervolgde haastig zijn weg langs
de galerij en ging de hoofdtrap ver
genoeg af om een blik in de hall te
kunnen werpen. Hij zag kolonel
Blount en een tweede geheimzinnige
vreemde, van wien hij nu wist dat het
een detective was, samen pratenZijn
blik dwaalde verder door de halfge
opende voordeur en bleef rusten op
twee mannen, die verderop stonden.
Eén was eveneens een veldwachter in
burger, dat was duidelijk genoeg en
de andere had zijn gezicht naar de
deur gewend, zichtbaar verlangend
om ieder woord op te vangen, dal bin
nen gesproken werd.
Richard herkende hem direct en
werd zich op hetzelfde moment be
wust, dat een héél ernstig gevaar
dreigde. Wat deed de oude Bates hier?
Er was maar één antwoord op. Zijn
kennis van de verborgen gangen zou
ten dienste van de politie worden aan
gewend Levinge's ontsnapping was
niet zoo'n meesterstuk geweest, als
hij zelf in zijn eigenwaan had geloofd.
Hij was voor een poosje den dans ont
sprongen, maar zijn onvermoeibare
vervolger was hem al weer op het
spoor.
Richard rende naar zijn eigen ka
mer, vloog haar binnen en sloot de
deur achter zich af. Toen holde hij or>
het paneel toe, opende het en haastte
zich de gang in. In luttele minuten
had hij het hol van den priester be
reikt, waar Levinge op zijn gemak in
een ouden eiken stoel bij het licht van
een klein reislampje de „Times" van
Zaterdag zat te lezen. In een hoek lag
een hoop dekens en kleine tapijtjes,
die hem als bed hadden gediend. Een
blad met voedsel stond op de tafel.
Wat is er aan de hand?
schreeuwde Levinge, direct onraad
bespeurend bij Richards gehaast bin
nenkomen.
Het is heelemaal mis, antwoord
de Richard kort. Die detective is he
neden en heeft dien ouden Bates mee
gebracht.
Levinge floot en verwenschte Bales
uit den grond van zijn hart.
Die oude hoef kent hier den weg
precies, stiet hij ontzet uit. Wat moe
ten we in 's hemelsnaam beginnen?
Je moet naar de ruimten hierbo
ven gaan in de hoop dat hij die niet
kent, adviseerde Richard. Voor zoo
ver ik mij herinner was hij niet zoo
nauwkeurig op de hoogte als wij.
Dat is zoo, stemde Levinge toe.
Wij hielden den plattegrond voor ons
en lieten dien aan niemand zien. Ik
zal dadelijk dien kant uitgaan.
Neen, dat zul je niet, verklaarde
Richard droog. Je moet mij eerst hel
pen deze dingen hier op te bergen.
Begrijp je dan niet hoe verschrikke
lijk comproinilteerend die voor den
kolonel zijn, als ze hier gevonden
worden?
Levinge vond zijn eigen ontsnap
ping belangrijker, maar hij waagde
het niet tegenwerpingen te maken.
Hij nam de kleedjes in een grooten
bundel in zijn armen.
Het paneel naar mijn kamer is open,
ging Richard voort. Leg ze daar maar
neer. Ik ruim den boel later wel op.
(Wordt vervolgd).
Hoewel de eerste maand van 1940 reeds ver
streken is wil ik deze eerste vergadering van
dgt jaar, der gewoonte getrouw, een kort over
zicht geven van den toestand der gemeente.
Voor ik dit echter doe wilde ik U gaarne,
onder dankzegging voor Uw belangstelling bij
de wisseling des jaars ondervonden, wederkee-
rig mijn beste wenschen voor U, Uw gezin en
Uw arbeid toewenschen.
Het aantal inwoners der gemeente vermeer
derde door geboorte met 107 en door vestiging
met 144 personen, totaal 251 personen.
Daartegenover staat een vermindering door
overlijden van 55 en door vertrek van 169 per
sonen, in totaal 224 personen.
Door deze mutaties groeide het irrwonertal
dus met 27, zoodat de gemeente momenteel 5103
zielen telt.
Mocht ik U vorig jaar bij een soortgelijke ge
legenheid opmerken dat toen het aantal steun-
trekkenden met pl.m. 25 was gedaald,
thans kan ik LI mededeelen, dat over 1939 de
daling van dat getal in nog sterker mate voort
ging en dat over 1939 deze vermindering op
nieuw pl.m. 30 bedroeg, daar er gemiddeld
58 steuntrekkenden per week waren.
Deze cijfers waren in de laatste 3 jaren als
volgt:
In 1937 gemiddeld 111
In 1938 gemiddeld 85
In 1939 gemiddeld 58
Aan steungelden en werkverschaffing werd
in 1939 uitbetaald respectievelijk 16865.78 en
4258.10, totaal 21123.88. Dit bedrag was
2 jaren geleden nog 45728.42.
Voorts zijn de volgende uitgaven ten behoeve
van de steunverleening gedaan:
Toelage ziekenkassen 571.87
Subsidie werkloozenkassen 4340.
Subsidie Steuncomité B 1301.38
Steun kleine boeren 2340.55
Steun kleine tuinders 778.63
Subsidie aan het Burgerlijk
Armbestuur van Capelle 2400.—
Subsidie aan het Burgerlijk
Armbestuur van Sprang 2350.
Waar vooral de eerste cijfers en de vergelij
king met 1937 teveel aanleiding tot optimisme
zouden kunnen geven, wil ik hierbij nog in her
innering roepen dat de gemeente-begrooting
voor 1940 een nadeelig saldo aanwees van pl.m.
9000.-.
De schuldenlast der gemeente verminderde dit
jaar met 22158.54, doch vermeerderde met
27000.door het aangaan van een geldlee-
ning, zoodat thans de gemeenteschuld bedraagt
624840.45 of 122.24 per inwoner.
Hiermede heb ik U het gebruikelijke overzicht
gegeven.
Zouden in normale tijden deze mededeelingen
bevrediging kunnen schenken, in den tijd waar
in we nu leven hangt als het zwaard van Da
mocles boven ons hoofd de vraag: Wat zal een
volgend jaar in het jaarlijksch overzicht moeten
worden gezegd?
De geruststellende gedachte dat God regeert
en de teugels van het wereldbestuur in handen
heeft, geve ons vertrouwen om, elk zijn plicht
doende, de toekomst in te gaan.
Hij spare ons land voor de gruwel van den
oorlog en neme ons allen. Koninklijk Huis en
volk te samen, in Zijn veilige hoede.
Aan het Gemeentebestuur
van Sprang-Capelle.
Het Bestuur der stichting Protestantsche Ont
wikkeling, gevestigd te Sprang-Capelle,
kennis nemende van Uw anwoord No. 1048
van 30 November 1939 op haar verzoek van 2
November j.l. om de noodzakelijkheidsverkla
ring, bedoeld in art. 25, 2e lid, der Nijverheids
onderwijswet, overwegende,
dat nog genoemde wet, noch andere Wetten
of Koninklijke Besluiten voorschrijven aan wel
ke kerkelijke of godsdienstige samenstelling een
vereeniging of stichting, die een huishoud en
(of) industrieschool wil oprichten, moet vol
doen:
dat art. 25 der Nijverheidsonderwijswet be
paalt, dat de Raad der gemeente, waar de
school gevestigd zal worden, de oprichting en
instandhouding dier school kan noodig oordee-
len, het verzoek om zoodanige verklaring kan
afwijzen, of ook geen beslissing kan nemen,
maar dat dit art. geen ruimte overlaat tot het
uitspreken van een beperkende („vooralsnog'
of voorwaardelijke („Het Gereformeerde volks
deel bij de voorbereiding niet had moeten wor
den uitgeschakeld weigering:
dat het Gereformeerde volksdeel wel in onze
stichting is vertegenwoordigd in verschillende
nuances, daar deze in het leven is geroepen
door en verantwoording schuldig is aan de ge-
zamelijke Kerkraden der Nederduitsch Hervorm
de Gemeenten Loon op Zand (Loonschendijk)
Spang-Capelle (Capelle en Sprang), Waalwijk
(Baardwijk, Besoijen en Waalwijk) en Waspik,
welke Kerkraden elk een belijdend lidmaat der
Ned. Herv. Kerk als bestuurder aanwijzen,
waardoor thans als zoodanig fungeeren de pre
dikanten A. Hoffman te Besoijen, T. H. Oos-
tenbrug te Capelle, R. de Bruijn te Waspik en
de heeren A. Dees te Sprang, A. van der Plas
te Kaatsheuvel, J. H. Scholt te Waalwijk en
A. Nieuwenhuize te Baardwijk, 'terwijl bo
vendien het Gereformeerde volksdeel meer om
vat dan enkel de kleine groep leden der Ge
reformeerde Kerken alhier, waarmee dat volks
deel in Uw antwoord wordt vereenzelvigd:
dat volgens de laatst gehouden volkstelling
het aantal Hervormden te Loon op Zand.
Sprang-Capelle, Waalwijk en Waspik respect.
719 - 4106 - 1361 en 535, totaal 6721, bedroeg,
terwijl het aantal leden der Gereformeerde Ker
ken in elk dier plaatsen achtereenvolgens slechts
15 - 505 - 56 en 16, totaal 592 beliep, zoodat
indien de Wetgever vertegenwoordiging van
alle kerkelijke gezindten der Protestanten eisch-
te uit Uw gemeente, de verhouding^van het aan
tal Herv. bestuursleden tot het aantal uit de
Geref. Kerken zeker naar evenredigheid be
hoorde gesteld te worden van 11 op 1, terwijl
dan zeker ook de nog kleinere volksdeelen der
geheele Christenheid Uwer Gemeente behoorden
te worden bedacht, waardoor de deelname van
al die kleine groepen aan het bestuur der stich
ting geen merkbare invloed op samenstelling
van leerplan en benoeming van leerkrachten
hebben kan en die deelname voor de betrokken
groepjes dus slechts voor den vorm zou zijn;
dat ons bestuur, door zulke kleine groepen
niet tot deelneming aan haar taak te roepen,
meent gehandeld te hebben in den geest en naar
de methode onzer Regeering, die ook de kleine
groepen door onevenredig zware druk van de
parlementaire buiten sluit:
dat van de leerlingen, die de Openbare en
Protestantsche scholen in deze omgeving bezoe
ken (zooals wij in vorige toelichting reeds aan
gaven: Openbare school Capelle 111, Kaats
heuvel 50, Waalwijk 77: Protest, school Sprang
213, Heistraat 164, Kaatsheuvel 149, Besoijen
113 en Waspik 66, op 31 Dec. 1938 totaal
943 leerl.) er zeker 875 behooren tot de Herv.
Kerk, waardoor er jaalijks 40 a 60 Herv. meis
jes de school verlaten en gemiddeld slechts 5
Gereformeerde, zoodat ook indien de Gerefor
meerde adressanten hun bedreiging gestand zou
den doen en hun kinderen niet naar een Prot.
Christ. Huishoudschool zouden zenden en wan
neer slechts de helft van het aantal Herv. meis
jes de ^chool zou bezoeken, er toch nog gemid
deld 20 a 30 leerlingen per jaar zouden worden
toegelaten;
dat er Christelijke Nijverheids-Onderwijsscho-
len bestaan met 12 leerl. (Marken), 20 (Erme-
lo). 21 (Andelst-Herveld), 22 (Zevenber
gen), zoodat onze Prot. school met waarschijn
lijk 20 a 30 of meer leerlingen per jaar en met
mogelijk 3 leerkrachten ook zelfs zonder de
kinderen der Gereformeerde Kerken geen slecht
figuur zou slaan;
dat, ofschoon het gering aantal leden der
Ger. Kerken misschien niet bereid blijkt haar
enkele kinderen te zenden naar een Prot. Chr.
huishoud (industrie)school, die bestaansrecht
kan hebben, wij toch altijd bereid blijven, deze
leerlingen volgaarne toe te laten;
dat wij bovendien als vertegenwoordigers der
Nederduitsch-Hervormde Gemeenten in deze
streek, waar wij een behoorlijk aantal leerlingen
mogen veronderstellen, evenals de Roomsch-
Katholieke Kerk recht meenen te hebben op een
eigen school en dat er geen enkele Wetsbepa
ling is, die ons in dit opzicht dwingen kan met
minder rechten tevreden te zijn, dan die kerk
geniet. j- .i n-
Besluit, haar verzoek om de noodzakelijk
heidsverklaring met de daarbij gegeven tóelich
ting d.d. 2 November j.l. onverzwakt en onge
wijzigd te handhaven, of. zoo noodig, te her
nieuwen, hetwelk ze dan hierbij doet.
Sprang, 8 December 1939.
Het Bestuur der Stichting voornoemd.
Voorzitter, get. Hoffman.
Secretaris, get. Dees.
De voorzitter maakt naar aanleiding
van dit adres enkele opmerkingen,
waarbij hij spreekt als volgt: