Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. PARAAT ALS HIJ DE HUISVROUW m HUISHOUDWEEK „NOORD- BRABAND" 1843 PERZISSSIü^ H. Kolsteren-Lagarde Je Adres I Fa. CUNEN JONKERS' Dit nummer bestaat uit TWEE Bladen EERSTE BLAD IS OOK WAT ZIJ NOODIG HEEFT, LEVERT DE BICO. RECLAME-PRIJZEN VUL THANS UW LINNENKAST BIJ. ZIET ONZE SPECIALE ETALAGES. LEVENSVERZEKERING WAALWIJK Croquetten en Bitterbollen Automatiek PULLES-HttSBttN ra^,NJJCHTJNG voor f ij n e Comestibles 100 °l„ kwal iteit. NUMMER 16. ZATERDAG 24 FEBRUARI 1940. 63c JAARGANG. Dit blad verschijnt UITGAVE x Advertentiën moeten Woensdag e| WOENSDAG en ZATERDAG. Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uui Brieven, Ingezonden stukken, gelden, iz. franco te zenden aan den Uitgever. WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: Abonnementsprijsper 3 maanden Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. 20 cent per regel; minimum f 1.50. f 1.25. Franco per post door 't geheele GIRO-No. 50798. Reclames 40 cent per regel. rijk 1.40. Bij contract flink rabat. ONZE MÏLLIONNAIRS, OF WEL: DE KIP EN DE GOUDEN EIEREN. Ons land telt 816 millionnairs en on geveer 160Ö personen, die voor de in komstenbelasting zijn aangeslagen naar een inkomen van 100.000 en meer per jaar. Aldus uit de cijfers voor het belastingjaar 1938-1939. Tegenover dezen rijkdom staat veel armoede. Er zijn b.v. nog 130 gemeen ten in ons land met een gemiddeld in komen (van de belastingplichtigen) van minder dan 1500. Als men nu be denkt, dat in dergelijke gemeenten de meeste gezinshoofden en verzorgers niet in deze belasting zijn aangeslagen, omdat hun verdiensten zoo gering zijn, dan kan men begrijpen, op welke bit tere armoe het algemeen gemiddelde inkomen in zulke gemeenten moet wij zen.Rijkdom en armoe zijn uitersten, welke elkaar dichtbij grimmig aansta ren. De verschillen zijn groot. Tegen over de 130 gemeenten met een ge middeld inkomen van belastingplich tigen ad 1500 staan 8 gemeenten met een gemiddeld inkomen van 3500 (ook 8 gemeenten met een gemiddeld vermogen in de vermogensbelasting). De fiscus heeft een nauwkeurig aan gehouden lijst van de menschen, die heel rijk zijn en hij weet dus precies, waar hij moet wezen, wanneer de volks-vertegenwoordiging hem weer eens opdraagt om ten behoeve van het een of ander het „geld te (gaan) ha len, waar het zit". Wat we hierover tusschen aanha- lingsteekens plaatsen, is een door de magogen veelvuldig herhaalde leuze. Natuurlijk komen menschen, die bezit hebben, het eerst in aanmerking om daarvan af te staan ten behoeve van het algemeen. Belasting naar het in komen of vermogen is ontegenzegge lijk de rechtvaardigste verdeeling van lasten, maarMen moet het niet voorstellen, alsof de rijken ten onzent worden ontzien. De cijfers der belas ting-statistiek spreken een andere taal. Van alle inkomens der belasting plichtigen tezamen wordt 72 pet. ge noten door de menschen wier inkomen beneden 5000 per jaar blijft, maar zij dragen voor slechts 33 pet. in de inkomsten-belasting bij. Dat bewijst dus, dat de „gewone burgerij" terdege wordt ontzien door den fiscus. Daartegenover staat, dat ongeveer 1600 menschen in ons land ieder een ton of méér inkomen hadden, doch te zamen nog maar 3 pet. genoten van 't totale inkomen. Evenwel betaalden ze uit die 3 pet. niet minder dan 22 pet. van de belastingopbrengst! De millionnairs of in het alge meen gesproken de menschen met de grootste inkomens, zijn voor de pu blieke kas de kippen, die de gouden eieren leggen. Wanneer men nu ól te veel den regel van „halen waar het zit" zou gaan toepassen, m.a.w. voor dezulken de helastingschroef zóó zou gaan aandraaien, dat kapitaalvorming en behoud van kapitaal onmogelijk werd, dan zou men zich één keer te goed kunnen doen aan de kip, maar de eieren zouden we voortaan moeten missen. Een nivelleeringsproces op groote vermogens en -inkomsten, door een ól te progressieve belastingheffing of ont eigening van groot bezit, zou in ons De huisvrouwen nemen langzamerhand ook weer haar maatregelen om het huis te gaan inundeeren, barricades in huiskamer en slaapkamers op te richten; zolders, trappen en gangen onveilig te maken; gifgas sen tegen motten en vl... te gebruiken; mattenkloppers en dweilen te zwaaien; al les te camoufleeren met glas-, kast- en closetpapier, enz. enz. huidig economisch en financieel bestel de ruïne beteeketien van de heele staats-huishouding. Wanneer we de 22 pet. in de belastingopbrengst moes ten missen, welke het deel is van wei nige honderden menschen, die een in komen genieten van een ton of meer, dan zouden de lasten van allen, die een inkomen van minder dan 5000 heb ben, met ongeveer 25 pet. moeten wor den verhoogd! Dan hebben we nog niet verrekend dat het verdwijnen van het grootkapitaal de vernietiging van vele bedrijven en bedrijfjes met zich zou meebrengen (het verlies dus ook van arbeid en loonen). Misschien zal de menschhcid nog wel eens komen te leven in een wereld, waarin het geld, kapitaal en bezit, geen rol spelen, maar zoolang we dien ide- aal-staat nog niet zijn binnengegaan, zal het een ramp beteekenen voor een volk, wanneer het geen kern heeft van rijke menschen. Wanneer morgen aan den dag het bezit der rijken onder allen van ons Iedere dag een draadje is een schortje in een jaar. Met andere woorden „vele kleintjes maken één groote." Eiken dag een paar centen gespaard, is tien gulden per jaar. Daarom is het voor de Waalwijksche huisvrouw van zoo'n groote beteekenis, dat ze ook haar kleine benoodigd- heden bij de „KOFa" koopt. Een klosje garen, een pijpje zij, een kaart knoopen, veters, band etc. etchoe gauw heeft U daar niet een paar centen op gespaard door alles te koonen bij de ,KOFA." Wij rekenen het als onze plicht ook met die kleine artikelen zoo voordeelig mogelijk te zijn. PROFITEERT NOG van deze voor de groote opslag komt welke onvermijdelijk is Twijnlinnen lakens en sloopen nu nog extra goedkoopl gelijkelijk zou worden verdeeld, dan zouden we als volk in één slag dood arm zijn geworden. „STIL" RESPECT. Op een avond werden vier gemobi liseerde jongemannen per radio naar huis geroepen, omdat vader ernstig ziek was geworden. Vier broers, die gemobiliseerd zijn. De redacteur van de „Avondpost", die het radio-bericht hoorde, verklaart in zijn krant: ,,'t Maakte ons stil". Hij zag er opeens uit, hoeveel er in deze dagen wordt geëischt. Wie dat beseft ,zoo mediteerde hij verder, be grijpt óók dat het plicht is voor hen, die géén offers van militairen aard behoeven te brengen, om met blijmoe digheid den last dezer tijden en de ei gen zorgen te dragen. En het blad eindigt: „Als straks de mobilisatie voorbij is, dan kan zulk een gezin met trots getuigen, dat het zijn aandeel in het waken voor onze hoogste vrijheden heeft gebracht". Dus: de „Avondpost" is stil van res pect en meent, dat het groote gezin „trotsch" mag zijn op z'n aandeel in de wake over onze nationale vrijheden. Juist. MaarreWij bedoelen: van trots kan een ouderpaar geen 4 jongens grootbrengen voor het vaderland en stille respecten brengen niet veel rente op. Wij vinden toch, dat de lasten des volks wel erg slecht verdeeld zijn, wan neer uit één gezin vier jongemannen onder de wapenen moeten komen. En dón wilden wij nog zeggen: nu toont men stille respecten voor het groote gezin en men gewaagt van trots op de vier broeders, die over onze na tionale vrijheden mogen waken. Het groote gezin is inderdaad de levens kracht van een volk. Maar wat doet men voor het groote gezin, nu we dat in Nederland nog rijk zijn? In de da- gelijksche conversatie hebben we er wat spot over; als er aan het groote gezin eenige meerdere aftrek van be lasting wordt toegestaan, honen velen dat met een woord, dat we hier niet willen neerschrijven; als voor arbeid loon naar behoeften kindertoeslag wordt bepleit, klinkt vaak hetzelfde woord van afschuw op. Men heeft een schamper lachje over voor de R.K. en Chr. bonden van groo te gezinnen, men vindt het belachelijk dat in België vaders van groote gezin nen uit dienst naar huis worden ge zonden enz. Vier gebroeders onder de wapenen. Stil respect. Maar 't mag niets kosten. Het „Hbld." betoogde van de week, KOMT EVEN SMULLEN. uitsluitend van Ie kwa liteit kaïfsvleesch. juist met het oog op de mobilisatie, nog eens de noodzaak van zuinigheid. Vraagstukken als die van „loon naar prestatie of behoefte", meent het blad, dienen voorloopig terzijde te worden gesteld. Maar de vier gebroeders staan onder de wapenen! We waardeeren onvoldoende het groote gezin, dat andere volkeren ons benijden en waarnaar zij met gelde lijke en andere belooningen, inderdaad op een dikwijls weinig fijne en discre te wijze, hopeloos het nationale be- geeren richten. LEVENSRUIMTE. De verovering van Bohemen en Mo- ravië werd door Berlijn gemotiveerd met de Duitsche behoefte aan levens ruimte. Is het niet eigenaardig, dat daarna de in het buitenland wonende volksduitschers bij tienduizenden te gelijk binnen de rijksgrenzen zijn ge haald, ja, gedreven? Menschen, die vele geslachten achtereen, honderden jaren lang, met den bodem waarop ze leefden waren vergroeid, zijn als kud den naar andere streken gedreven! Zoo is het ook de volksduitschers ver gaan uit de Baltische staten, uit (thans) Russisch Galicië en ten deele uit de Donau- en Balkanlanden. Een ander volk is trotsch op zijn zonen, die zich in den vreemde vestig den en daar de vaderlandsche cultuur eer aandoen. Zij verbreiden er de ken nis over- en banen de wegen voor den handel op- en van het land van her komst. Zij openbaren aan de achter geblevenen de bestaansmogelijkheden, welke elders zijn te vinden en ze ver wijden aldus de levensruimte van hun volk. Maar in Duitschland zegt men te stikken van benauwenis binnen de ei gen grenzen enmen haalt de volks- Waalwybscbe en Langstraatsclie Conrant^ OSS WAALWIJK VEGHEL OSS WAALWIJK - VEGHEL IN SAMENWERKING MET AMSTERDAM

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 1