Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Denkt aan Finland!!
BINNENLAND.
de wereldvloot
in
oorlog.
DERDE BilAD
VÖÜH f-ïNLANÜ!
Steunt de collecte en de kleren
inzameling, geeft Uwe bijdragen*
Gemeenteraadsvergadering
1914
1915
1910
1917
1918
1939—1940
Schepen Bruto tonnen
11
25
32
49
10
14
19.383
41.393
72.347
84.331
9.791
00.028
Zweden
37
69.849
Denemarken
18
50.386
Griekenland
14
65.199
Finland
9
16.389
België
6
13.341
Italië
3
14.432
Estland
5
6.615
Panama
2
9.620
Letland
2.
8.157
Litauen
2
2.466
Japan
1
11.930
Joego-Slavië
1
6.371
Rusland
1
968
Neutrale landen
162
440.558
Totaal
395
1.368.102
17
1
204
29
233
14
47
85.390
14.294
768.457
159.087
927.544
60.628
104.192
NUMMER 16.
ZATERDAG 24 FEBRUARI 1940.
63e JAARGANG.
Waaiwyksclie en Langsfraatsrkr ('tirut,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
3rieven, Ingezonden stukken, gelden,
iz. franco te zenden aan den Uitgever,
abonnementsprijsper 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adre,: ECHO.
GIRO-No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag e|
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uw
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum f 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Vandaag heeft Waalwijk zijn FIN-
LAND-DaG!
Als overal elders zal men zich hier
beijveren om dit heldenvolk zijn steun
te verleenen.
Dit edele volk, die heldhaftige be
strijders der bolsjewisten, zoowel man
nen ais vrouwen, zijn onzen steun dub-
oei waardig.
i oonen wij dit dan vandaag door:
1. Een strikje te koopen en daarvoor
zooveel mogelijk te offeren.
2. Kleederen at te staan of geld daar
voor in de plaats te geven.
3. Kieedingstukken te breien of te
maken,
4. Een gift te doen aan een der leden
van c dames-comité.
Alles moet 28 Februari verzonden
worden, want de boot vertrekt 1
Maart. Geeft dus spoedig!
STEUNT FINLAND!
De afd. Waalwijk
Kleeren-Comité Finland,
Mevr. Tielen-v. Weiy,
Voorzitster.
Mej. T. Wiesman,
Secretaresse.
R. K. HUISHOUD- EN
INDUSTRIESCHOOL.
Gisteravond zijn de eerste iessen m
de nieuwe R.K. Huishouen in Industrie-
schooi alhier begonnen.
De pontonniers hebben een uiterst
behoorlijk voetpad van sintels aange
legd, waardoor het gebouw thans zon
der smerige schoenen te bereiken is.
Prae-aduies b{j punt 3.
Nieuwe liijz. U.K. Meisjesschool.
Onder dagteekening van 22 Januari
1940 zijn door het R.K. Kerkbestuur der
parochie van den H. Johannes den Doo-
per zijnde tevens het Bestuur der R.K.
Lagere Meisjesschool en der R.K. Meisjes
ulo-school, Grootestraat 244, alhier, ver
zoeken aan Uwen Raad ingediend:
le. om krachtens artikel 72 der La-
ger-Onderwfjswet 1920 medewerking te
verleenen tot den bouw van een 7-klas-
sige lagere school voor meisjes;
2e. om ipedewerking te verleenen tot
de verbouwing van het bestaande gebouw
tot 3-klassige ulo-school voor meisjes en
lol gymnastieklokaal.
Zooals in de bijbehoorende memorie
van toelichting wordt medegedeeld is
het tegenwoordig gebouw te klein voor
de beide scholen. De ulo-school is eens
deels ondergebracht in voor het onder
wijs minder geschikte en te kleine loka
len en anderdeels in een deel van het
gebouw der bijzondere school voor bui
tengewoon lager onderwijs. Deze toe
stand kan uiteraard niet bestendigd blij
ven. Het schoolbestuur behoeft daarme-
de ook op den duur geen genoegen te
nemen. Bij de stichting der ulo-school
in 1938 werd deze bij wijze van voor-
loopige regeling ondergebracht in het be
staande gebouw der lagere school. Toen
werd ook nog niet ineens met 3 klassen
begonnen. De 3e klasse kon in 1939 in
het geheel niet meer in het gebouw wor
den ondergebracht en werd tijdelijk ge
huisvest in de naast gelegen Don Bosco-
school.
Het schoolbestuur deelt mede, dat ver
schillende lokalen niet voldoen aan de
wettelijke eischen en dat uitbreiding van
het bestaande gebouw floor de situatie
niet mogelijk is. Dit erkennen wij ten
volle.
Het bestuur deelt verder mede, dat het
meent, dat de beste oplossing is te vin
den door het stichten van een nieuw
gebouw voor de lagere school. Het oude
gebouw kan aldus het bestuur voor
een deel behouden blyven voor de ulo
school en voor een ander deel worden
verbouwd tot gymnastieklokaal, dat thans
geheel ontbreekt en naar de meening van
net bestuur voor de beide scholen geen
overbodige weelde is.
.Nu hei schoolbestuur ook aanspraan
wenscht te maken op een gymnastieklo
kaal voor beide scholen, achten wy de
voorgestelde oplossing nog te meer ver
kieslijk boven een andere, welke hierin
kon bestaan, dat een nieuw gebouw voor
de ulo-school zou worden gebouwd. Wij
meenen dal door het beschikbaar stellen
van een gymnastieklokaal voor deze groo-
te lagere school en tegelijk voor de ulo
school (welke beschikbaarstelling ge
schiedt door verbouwing van een be
staand gebouw), de normale eischen,
aan het geven van lager onderwijs te-
stellen, niet worden overschreden.
Dit is evenmin hel geval bij de verbou
wing van een bestaand gebouw tot ulo
school, welke laatste thans provisorisch
is ondergebracht in onvoldoende ruim
te.
Wat betreft de stichting van een 7-klas-
sige lagere school moeten ook wij na
de uiteenzetting van het schoolbestuur
concludeeren, dat dit uiteindelijk wel
de beste oplossing zal zyn. Indien het
bestaande gebouw zoodanig verbouwd
zou moeten worden, dat het voor de la
gere school geheel zou voldoen aan de
wettelijke eischen en daarenboven nog
een gymnastieklokaal zou moeten bevat
ten, zouden de kosten van verbouwing
voor dit oude gebouw, dat bovendien
geen ideale ligging heeft, betrekkelijk
hoog worden en vooral zou het gebouw
daarvoor dan tenslotte nog te. weinig
geschikte ruimte bieden. Voor een 3-
klassige ulo-school en gymnastieklokaal
biedt het wel voldoende ruimte. Het is
zelfs mogelijk, dat er dan een of meer
lokaaltjes onbenut zullen blijven. Indien
dit het geval is, zullen wij Gedeputeerde
Staten verzoeken ingevolge artikel 205,
lid 10, der wet te verklaren^ dat dit ge
deelte van het gebouw blijvend niet meer
voor onderwijs bestemd is, waarna de
bestaande vergoeding ex artikel 205, lid
1, daardoor vervalt
Dit alles overwogen hebbende, stellen
wij U voor, ook voor de stichting der
nieuwe lagere school de gevraagde me
dewerking te verleenen. Nu het school
bestuur heeft besloten de lagere school
in het oude gebouw op te heffen, tellen
de leerlingen daarvan allen mede voor
de leerlingenljjst, over te leggen voor de
nieuwe school.
Wij deelen nog mede, dat de Rijks
schoolinspectie door ons over deze aan
gelegenheid is gehoord. Ook van die zij
de acht men de beoogde oplossing de
beste.
Betreffende de kosten kunnen wij mo
menteel nog geene mededeelingen doen.
Artikel 77 der wet bevat o.m. bepalin
gen betreffende het bestek, de keuze van
het terrein, de raming der kosten enz.
Indien ons College daartegen bezwaren
mocht hebben, welke niet tot oplossing
zijn te brengen, kan het de beslissing van
den Miniser inroepen. Dit alles behoort
tot de uitvoerende taak van ons College.
Een aanvrage om gelden voor meube
len of leermiddelen heeft het bestuur niet
gedaan. Wel deelt het mede, dat deze na
genoeg zonder uitzondering overgebracht
kunnen worden naar het nieuwe gebouw.
Onder verwijzing naar de voor de le
den ter inzage liggende verzoeken met
memorie van toelichting en verdere bij
lagen, stellen wij U voor de gevraagde
medewerking te verleenen voor de
stichting der lagere meisjesschool, als
mede voor de verbouwing van het be
staande schoolgebouw tot school voor
u.l.o. en tot gymnastieklokaal.
meente Besoyen tegen betaling van 1,
per jaar aigestaan het gebruik of genot
gedurende zyn leven van de beide aan
weerszijden van het oude raadhuis ge
legen erven (thans in gebruik als plant
soen).
lij in 1938 plaats gehad hebbende op
meting beek, dat hei tegenwoordige ka-
uasuaie perceel gemeente besoyen sectie
D nr. ii;uö (het perceel, waarop voren
bedoeld brandspuithuisje werd gebouwd)
slechts gedeeltelijk ten name der ge
meente staat en uat hei grootste gedeelte
nog staat ten name van Walther von
May (zoon van den schenker Ernest de
May, die in 1915 is overleden), niette
genstaande het geheele perceel van ouds
her bij de gemeente in gebruik is.
Bij dezelfde gelegenheid kwam even
eens vast te staan, dat de gemeente sedert
1915 (na het overlijden van Ernest de
May) wederrechtelijk in gebruik heeft
gehad de erven aan weerszijden van het
oude raadhuis, waarop in 1921 een plant
soen werd aangelegd (kadastraal bekend
gemeente Besoyeh sectie 1) nrs. 1202 (ge
deeltelijk) en 1204 (geheel).
In verband met de bestemming, welke
de vooromschreven perceelen en gedeel
ten van perceelen thans hebben, oordeel
den wij het nuttig om met den tegenwoor-
digen eigenaar in onderhandeling te tre
den over volledigen afstand der bedoel
de terreinen aan de gemeente. Deze heeft
zich tot volledigen afstand bereid ver
klaard tegen betaling door de gemeente
van een bedrag van 2306,—, waarin
dan is begrepen de afstand van alle rech
ten op senauevergoeüing wegens betaal
de grond- en anuere lasten, alsmede al-
siand van alle zakelijke rechten, welke
de eigenaar tot dusver op het terrein kon
doen gelden.
Nadat aldus overeenstemming was be
reikt omtrent de voorwaarden van over
dracht der vooromschreven terreinen,
hebben wij eveneens gevraagd om over
schrijving op naam der gemeente van het
terrein, groot 29 are 50 centiare (kada
straal bekend gemeente Besoyen sectie
D nr. 1203), gelegen tusschen het oude
raadhuis en de Loint, welk terrein moet
beschouwd woruen ids achtererf van het
oude raadhuis, daar het zich, evenals alle
erven en tuinen der woningen aan de
Zuidzijde der Groote Straat, uitstrekt lot
de Loint. De eigenaar heeft zich bereid
verklaard, ook dat terrein aan de ge
meente af te staan voor de som van
885,—.
Wij aebten het om verschillende rede
nen raadzaam, dat ook dit terrein in het
bezit der gemeente komt. De gevraagde
prijs is in verband met de voor de ge-
meene gunstige ligging billijk te achten.
Wij stellen U mitsdien voor, lot aan
koop der hiervoor vermelde terreinen te
besluiten voor een bedrag van fe samen
2306,— 885,— 3191,—. Een
ontwerp-raadsbesluit ligt ter inzage.
Burgemeester en Wethouders
van Waalwijk.
Prae-advies punt 5.
Aankoop grond.
In 1876 werden door Ernest de May,
heer van Waalwijk en Besoyen, aan de
voormalige gemeente Besoyen een twee
tal strooken grond geschonken, n.l. de
strook grond, waarop een brandspuit
huisje werd gebouwd (later uitgebreid
en als transformatorgebouwtje bij de
P.N.E.M. in gebruik genomen) en een
strook grond, gelegen vóór het oude raad
huis (thans gedeeltelijk openbare straat).
Verder werden in 1900 door Ernest de
May voornoemd aan de voormalige ge-
Nederland ernstig getroffen.
I
Het groote aantal koopvaardijsche
pen, dat de laatste dagen ten gevolge
van het oorlogsgeweld ten onder ging
en de torpedeering van een onzer trot-
sche koopvaarders, de „Burgerdijk" en
de rampdag van Woensdag, hebben
den zee-oorlog weder in het teeken der
belangstelling geplaatst. De verscherp
te instructies aan de Duitsche duik-
bootcommandanten doen vreezen, dat
het gevaar voor de neutrale scheep
vaart aanmerkelijk grooter wordt, al
dient men nog af te wachten, welke de
gevolgen van den verscherpten zee
oorlog zullen zijn.
Tot dusver heeft de strijd ter zee
nog niet de resultaten gehad, die, naar
velen vóór het uitbreken van de vijan
delijkheden vreesden, een nieuwe oor
log met zich zou brengen. De verliezen
in 5^2 maand oorlog zijn, wanneer men
de statistieken raadpleegt, nog niet
groot. Slechts 1,26% van de volgens
Lloyd's Register in 1939 uit 31.186
schepen bestaande wereldkoopvaardij-
vloot ging verloren, terwijl het per
centage voor de tonnage 1.97% be
draagt.
Voor de verschillende landen heb
ben de verliezen, naar onze berekening
in de periode van 3 September 1939-19
Februari 1940 als volgt bedragen:
Engeland
Frankrijk
Polen
Geallieerden
Duitschland
Totaal oorlog
voerenden
Nederland
Noorwegen
Aantal
schepen B.R.T.
186 668.773
Door de Britsche en Fransche ma
rine werden 23 Duitsche koopvaarders,
metende 93.313 ton in beslag genomen,
zoodat het netto-verlies der geallieer
den 181 schepen met 675.144 ton be
draagt.
Totaal niet groot.
Het totaal der verloren gegane ton
nage is in vergelijking met den vori-
gen oorlog nog niet groot. In de viji'
oorlogsmaanden van 1914 gingen in
totaal 476 schepen door oorlogsdaden
ten onder, in totaal metende 870.662
ton, in 1915 verdwenen 992 schepen
en met 1.893.718 ton in de golven, in
1916 1288 schepen met 2.724.041 ton,
in 1917 2605 schepen met 6.607.261 ton
en in 1918 1294 schepen met 3.332.791
ton. In totaal 6670 schepen met
15.428.473 ton.
De Nederlandsche verliezen.
Het tonnageverlies van ons land is
reeds net zoo groot als in 1914 en 1915
te samen. Gelukkig was onze handels
vloot bij hel uitbreken van den oorlog
bijna tweemaal zoo groot dan in 1914,
zoodat, gezien het grootere risico het
verlies nog meevalt.
De verlieslijst groeit echter nog on
rustbarend.
In September 1939: de „Mark" (1514
ton) op een mijn geloopen.
I" October 1939: de „Binnendijk"
(6873 ton) op een mijn geloopen.
In November 1939: de „Sliedrecht"
(5133 ton) getorpedeerd met 26 slacht
offers; de „Simon Solivar" (8309 ton)
op een mijn geloopen met 86 slachtof
fers; de „Spaarndam" (8857 ton) op
een mijn geloopen met 5 slachtoffers.
In December 1939: de „Tajandoen'
(8159 ton) na ontploffing gezonken
met 6 slachtoffers: de „Immingham
(400 ton) op een mijn geloopen.
In Januari 1940: de „Truida" (176
ton) op 'n mijn geloopen; de „Arends-
kerk (7906 ton) getorpedeerd; de
„Nora (276 ton) op een mijn geloo
pen.
In Februari 1940: de „Burgerdijk"
(6835 ton) getorpedeerd; de „Ame
land (4537 ton) op een mijn geloo
pen.
Vergeten we daarbij niet de marine
vaartuigen, de mijnenleggers „Van
Ewijck" met 30 slachtoffers en de „Van
Gelder met 6 slachtoffers, alsmede de
schepen, waarvan nooit bericht meer
binnenkwam: de „Tegri" (280 ton) met
7 slachtoffers, de „Safe" (375 ton) met
7 slachtoffers, de ljmuiden 116 „Sil-
vain met 11 slachtoffers.
Woensdag j.l. „Den Haag" 8971
ton, slachtoffers?
„Petten" 162 ton.
„Tara" 4760 ton.
„Alja" 385 ton.
RIJK VOOR MEER DAN EEN
TON BENADEELD.
Fraude bij schatten van auto's.
De onregelmatigheden, gepleegd door
te Haarlem gelegerde militairen bij de
schatting van gevorderde auto's, blij
ken van grooten omvang té zijn.
Het onderzoek door de militaire po
litie, in samenwerking met de Haarlem-
sche recherche, is vrijwel gesloten en
het dossier is zeer omvangrijk gewor
den. Zooals men weet, hebben eenige
militairen steekpenningen aangenomen
en medegewerkt aan een opzettelijk te
hooge schatting van particuliere auto's.
Wat men echter nog niet algemeen
wist, is, dat het Rijk door deze corrup-
tieve handelingen benadeeld is voor
meer dan honderdduizend gulden.
Het betrof hier hoofdzakelijk de
schatting van auto's in Den Haag.
De twee schatters verzekerden zich
van de medewerking van eenige on
derofficieren.
Een sergeant met twintig dienstja
ren, een sergeant-milicien en nog eeni
ge andere militairen, die als goede ken
nissen in vertrouwen waren genomen,
bleken wel bereid tegen een behoor
lijke betaling deel uit te maken- van het
complot en zij ontvingen doosjes siga
ren waarin een bankbiljet van aanzien
lijke waarde was verstopt.
Tegen de twee burger-schatters
heeft men blijkbaar geen bewijs kunnen
construeeren, althans zij zijn weer op
vrije voeten gesteld. Het juiste aantal
militairen, dat achter slot en grendej
zit, is niet bekend, maar bij deze onre
gelmatigheden is een groot aantal per7
sonen betrokken.