ALGEMEENE TOESTAND
BINNENLAND
BE BROEDERS,
Bi| hoofdpijn en knagende kiespijn
mil! I PTflN
Hij is slechts bedacht op zijn Quis
lingkans. In ronde bewoordingen zei
hij het, dat hij eenonafhankelijk"
Nederland zal besturen, als de Duit-
schers den oorlog winnen en dat hij zal
hebben afgedaan, als Engeland wint.
Minister Deckers had toch wel ge
lijk, toen hij van ons volk zei, dat het
zich soms te veel als Lamme Goedzak
gedraagt. We moesten geen enkele ac
tiviteit dulden van een man, die op den
invloed eener overwinnende vreemde
regeering zit te wachten om zijn volks-
genooten te kunnen gaan knechten.
SABELGERINKEL IN ROME.
Het zijn zeer ernstige berichten, wel
ke in de laatste weken vanuit Rome
over de wereld werden verbreid; het
zijn berichten van oorlog en in de
jongste dagen hebben deze een climax
bereikt. Verscheidene fascistische lei
ders hebben het in persartikelen en
redevoeringen verklaard, dat Italië zich
met zwaard gaat aangorden. Men kan
deze uitingen beschouwen als bedrei
gingen. als afpersingen, als politieke
propaganda. Maar men kan dat niet
doen men moet er ernstiger betee-
kenis aan hechten als, zooals ge
beurde, in een officiecle bijeenkomst
van de Kamer van fasces, in tegen
woordigheid van Mussolini door den
Kamervoorzitter wordt verklaard, dat
Italië niet langer neutraal kan blijven
en zal gaan deelnemen aan,den oorlog,
een verklaring, welke nog eens her
haald werd door den gewezen Italiaan-
schen ambassadeur in Londen, Grandi.
Wanneer zoo iets gebeurde in een
rechtsstaat van andere orde, dan zou
het aanstonds voor ieder duidelijk zijn,
wat de consequentie was. Men zou zeg
gen: dat is een oorlogsverklaring.
Maar in Italië schijnt het niet hel
geval te zijn, terwijl, zooals we hier
boven zeiden, de sprekers en pers als
't ware tot den oorlog dwingen en En
geland besloot zijn handelscheepvaart
langs Kaap de Goede Hoop te leiden
en niet door de Middellandsche Zee,
om te voorkomen dat z'n handelssche
pen geconvoyeerd zouden moeten wor
den, waardoor een deel van z'n oor
logsschepen wordt vastgehouden, komt
uit Rome 't volgende bericht:
Mussolini heeft een onderhoud ge
had met den Amerikaanschen ambas
sadeur Philipps, die zich. alsdus Ha-
vas, op de hoogte wenschte te stellen
van de plannen van Italië. In Ameri-
kaansche kringen te Rome wordt ver
klaard, dat Mussolini den Amerikaan
schen ambassadeur de verzekering
heeft gegeven, dat Italië in de naaste
toekomst zijn houding van niet-oor-
logvoerendc niet zal wijzigen.
Ook van Britsche zijde is diploma
tiek contact gehouden met de Italiaan-
schc autoriteiten. De Engelsche zaak
gelastigde te Rome, sir Noel Charles,
heeft in het Chigi-paleis een onderhoud
van ruim een uur met graaf Ciano ge
had. Naar United Press uit betrouw
bare bron verneemt, heeft sir Noel
Charles eenzelfde verzekering gekre
gen als de Amerikaanschc ambassa
deur. Verklaard wordt, dat het onder
houd, dat van informatieven aard was,
hartelijk verliep.
Dus wel sabelgerinkel, maar thans
nog niet in den oorlog; tot mogelijk
hetere tijden.
Van den anderen kant voeren de
Britten weer onderhandelingen met de
Italianen over 'n handelsverdrag, zoo
als de Engelschen dal ook doen met
Moskou.
Van de Russisch-Duitsche vriend
schap schijnt bitter weinig meer over;
de betrekkingen BerlijnMoskou ver
starren meer en meer. Dat een verkoe
ling was ingetreden bleek reeds uit het
feit, dat de Russische machthebbers
geen telegram van gelukwensch bij ge
legenheid van Hitler's verjaardag zon
den. Niemand wist en weet echter hoe
ver de verwijdering reeds is doorge
drongen. Men kan zeggen, dat Moskou
de doeleinden, welke het in de Oost
zee nastreefde, volledig heeft bereikt;
niet met de hulp, maar met de onver
mijdelijke dulding van Duitschland.
Zijn daarmede de „vriendschaps"-ban-
den weer verbroken?
Thans nog een en ander over
het oorlogstooncel in het hooge Noor
den van Europa, waar het momenteel
den Britten niet goed gaat, althans
niet in het zuidelijke deel van het land.
Nu hebben ze daar een inderdaad zeer
moeilijke Duitsche opgave tot een op
lossing te brengen. De Noorsche ha
vens zijn door Duitschland niet door
strijd bezet, niet na een voorafgaande
oorlogsverklaring, zelfs niet na het
stellen van eischen, maar gewoon bij
overrompeling in vollen vredestijd.
Maar de Duitschers zaten er en kon
den aanstonds allerlei zwaar en mid
den-zwaar materiaal ontschepen, ge
bruik makende van de moderne haven-
outillagc. Daarentegen konden de Brit
ten slechts landingen verrichten aan
harre kusten en tweede-rangs-vis-
schcrshaventjes. Op den duur zouden
de Britten natuurlijk in 't voordeel
hebben moeten komen, omdat ze de
zee beheerschen en dus regelmaat kun
nen brengen in aan- en toevoer, maar
de Duitschers hebben het van hun
kant zeer terecht niet afgewacht,
tot de Britten en Franschen in Noor
wegen talrijk genoeg zouden zijn om
tot een offensief te kunnen overgaan.
De Duitschers hebben in snelle en ge
forceerde marschen door de dalen de
verbinding tot stand gebracht tus-
schen hun geïsoleerde posities en spe
ciaal tusschen hun hoofdbasis Oslo en
de haven van Drontheim, op welker
vermeestering de geallieerden hun
krachten hadden ingezet om de be
schikking te verkrijgen over een mo
derne haven, welke de landing van
groote troepencontingenten toeliet.
Het is een wedloop geworden, welke
in eerste instantie door de Duitschers
schijnt tc zijn gewonnen. De Duit
schers veroverden op den verbindings
weg OsloDrontheim de belangrijke
knooppunten Dombaas. Opdal en Sto
ren, vóór de geallieerde versterkingen
er hun posities hadden geconsolideerd.
De geallieerden staan nu voor een
moeilijke keuze.
Ze kunnen Zuid-Noorwegen ontrui
men en zich tot de verdediging van
'l hun positie in Narvik (ertsvervoer)
bepalen, óf ze kunnen doorgaan met
in Zuid-Noorwegen steeds meer troe
pen aan land te zetten en aldus den
t ij d tot bondgenoot maken, die uit
eindelijk in hun voordeel moet werken.
Ondertusschen kunnen ze de verbin
ding der Duitschers van Oslo op Dront
heim blijven bestoken en in feite on
bruikbaar maken. Deze verbinding is
n.l. enkele honderden kilometers lang
en kan slechts op ijle wijze zijn bezet
door de in aantal nogal beperkte Duit
sche troepensterkte. Op elk punt dezer
verbinding moet een onverhoedsche
aanval tot een tijdelijk succes leiden.
Het schijnt, dat de geallieerden voor-
loopig hun posities in Zuid-Noorwegen
willen blijven verdedigen. Zij hebben
weer nieuwe versterkingen aan land
gezet en verdedigen thans met meer
succes hun linie hij Dombaas, het hart
van de verbinding OsloDrontheim.
Even benauwd als de geallieerden in
Zuid-Noorwegen, hebben de Duitschers
het in het Noorden des lands, in de.
streek van de haven van Narvik tot
de Zweedsche grens. Hier zitten de
Duitschers ingesloten in drie groepen
(tezamen waarschijnlijk 2500 man
sterk) en nog slechts vanuit vliegtui
gen kunnen ze cenïgcrmate worden
geapproviandeerd door middel van
voorraden, welke met parachutes wor
den neergelaten.
Het Noorden van Noorwegen valt
vrij zeker in handen van de geallieer
den; in de eerstkomende dagen zal
worden beslist, of de geallieerden zich
uit het Zuiden des lands zullen terug
trekken, dan wel of ze er van dag tot
dag, maar bij gemis aan een geschikte
haven langzaam-aan, hun macht zullen
vergrooten, totdat ze slag kunnen le
veren aan de Duitsche bezetters. Dat
kan een langdurige geschiedenis wor
den, welke de landing van steeds aan
zienlijker contingenten zal vereischen.
BRITSCHE MIJNENVEGER
GEZONKEN.
27 Opvarenden vermist.
De Britsche admiraliteit heeft mede
gedeeld dat de mijnenveger „Dunoon"
op een mijn geloopen is en gezonken.
Drie officieren ön 24 manschappen
worden vermist.
De „Dunoon" behoort tot de verbe
terde „Hunt"-klasse. AI de tot deze
klasse behoorende mijnenvegers (2.4
in totaal) zijn tusschen 1917 en 1919 te
water gelaten. Ze hebben een water
verplaatsing van 710 ton.
ABONNEERT U OP DIT BLAD
BRITSCHE KRUISER BIJ
NAMSOS GEZONKEN.
Hel D.N.B. deelt mede: „Duitsche
escadrilles gevechtsvliegtuigen heb
ben Dinsdag bij aanvallen op Britsche
zeestrijdkrachten in het gebied van
Namsos een Britschen kruiser, waar
op luchtdoelgeschut stond, met twee
voltreffers tot zinken gebracht. Een
andere kruiser werd door een voltref
fer van een bom van middelmatig ka
liber op het achterschip zwaar bescha
digd.
Bij een aanval van Britsche vliegtui
gen op Sta vanger zijn acht vijandelijke
vliegtuigen neergeschoten.
KINDERDIENSTPLICHT IN
DUITSCHLAND.
Van het tiende jaar af.
Op een appèl van de Hitlerjeugd te
Duisburg heeft Hartmann Lautbacher,
de adjunct-leider van de rijksjeugd,
volgens het Duitsche Nieuwsbureau
meegedeeld, dat voortaan alle kinde
ren van hun tiende jaar af verplicht
zijn lid te worden van de Hitler-jugend
en aan den dienst van dit kindercorps
deel tc nemen.
Men zal beginnen met de jongens
en meisjes van 17 jaar, die geen deel
hebben uitgemaakt van de Hitier-jeugd
op te roepen en daarna geleidelijk de
jongere jaren.
DE 1 MEI-DAG IN ZWEDEN.
De 1 Mei-dag is dit jaar in Zweden
gevierd als een dag van nationale een
heid, nadat de verschillende politieke
partijen, zooals gemeld, waren over
eengekomen, in Stockholm een groo-
ten gemcensch appel ij ken optocht te
houden, waaraan de geheele bevolking,
onafhankelijk van politieke schakee
ring, deelnam.
In de daarop volgende groote verga
dering, heeft de minister-president
Hansson het woord gevoerd.
REYNAUD TOT DE
FRANSCHE ARBEIDERS.
Reynaud, de Fransche minister-pre
sident, heefteen radio-rede gehouden,
waarin hij zich tot de arbeiders richtte.
„Zonder u, zoo verklaarde Reynaud,
zou het leger der strijdenden z'n kracht
missen. De geweldige oorlogsmachine,
die tegenover ons staat en die over
wonnen zal moeten worden, wordt in
de Duitsche fabrieken geboren. Zij is
gesmeed en wordt thans door Duit-
schen dwangarbeid geravitailleerd. Een
der wetten van den modernen oorlog
is: onze wet-is die van den vijand. In
oorlogstijd hangt het van den arbeid
af, of de oorlog gewonnen of verloren
zal worden. De strijd om de vrijheid
zal hard zijn, doch verdient de vrijheid
geen offers?
Op dezen eersten Mei-dag voel ik,
wat deze offers voor velen uwer bc-
teekenen en de vrees, dat u nog zwaar-
En toch moeten wij, om ons lot te be-
on toch moeten wij, om ons lot te be-
oordeelen, niet de oogen naar achteren
richten, doch moeten wij naar voren
zien.
De grootheid van den soldaat is he/
gevaar, de grootheid van den arbeider
is de krachtsinspanning. Eén ding weet
gij allen en dat is, dat zoo eens uw
krachtsinspanning mocht verminde
ren, hel de soldaat aan het front is,
die een stoot in den rug zou krijgen.
De soldaat heeft u noodig, zooals gij
hem noodig hebt. Daarom moet niet
berusting de grondslag zijn van uw ar
beid, doch geestdrift, vuur en geloof".
De minister verklaarde tenslotte, dat
de regeering op sociaal gebied, on
danks den oorlog, actief wil optreden.
Hij kondigde o.a. een uitbreiding aan
van het arbeidsveld van het ministerie
van volksgezondheid, dat een anderen
naam zal krijgen, want het zal niet
langer alleen het ministerie der zieken
zijn, doch dat der geheele Fransche be
volking.
„Ondanks alle beproevingen, zoo be
sloot Reynaud, zullen wij naar de over
winning marcheeren".
OM DE CONTRöLE OVER
DEN DONAU.
De diplomatieke correspondent van
Reuter verneemt, dat een aantal Duit
sche gepantserde patrouillevaartuigen,
die zoo vermomd waren dat zij op
aken geleken, de wateren van den be-
neden-Donau hebben bereikt.
Eenige van deze schepen zijn voor
anker gegaan in de Bulgaarsche haven
Rustchuk.
In dit verband wordt er aan herin
nerd, dat de Duitschers aangedrongen
hebben op een aandeel in de controle
hij het uitoefenen van politiediensten
op den Donau. De internationale Do-
nau-commissie echter is met algemee-
ne stemmen overeengekomen, dat ieder
aan den Donau liggend land politie
diensten zal uitoefenen in zijn eigen
wateren. De aankomst van Duitsche
patrouillevaartuigen wordt beschouwd
als een karakteristiek gebaar van de
Duitsche regeering, dat een bespotting
vormt voor het gezag der aan den Do
nau liggende landen en der Donau-
commissic.
BUITENGEWOON DIENST
PLICHTIGEN LICHTING 1940.
Data van opkomst.
De regeeringspersdienst deelt hier
onder mede de data van opkomst in
werkelijken dienst van gewoon dienst
plichtigen van de lichting 1940, die
verkeeren in de positie van buitenge
woon dienstplichtige.
regimenten inotorarlillerie en korps
rijdende artillerie 17 Juni 1940.
artilleriemeetafdeeling 17 Juni 1940.
regimenten luchtdoelartillerie
17 Juni 1940.
regimenten infanterie (inbegrepen
de reg. grenadiers en jagers) 8 Juli '40.
korps motordienst 8 Juli 1940.
eskadrons pantserwagens (le ploeg)
6 Aug. 1940.
reg. huzaren-motorrijder (le ploeg)
6 Aug. 1940.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
door
RAYMOND PARSONS.
Nadruk Verboden. -
20)
IlalIon gaf geen antwoord. Hij vond
het vreemd dat Sir John zoo weinig
wist, terwijl hij toch op de plaats was
geweest waar de moord gepleegd was
en nog wel op het tijdstip van den
moord. En waarom Richard Newby,
die in Rusland had moeten zijn, John
voorgegaan was naar het Koekoeks
bosch, was een vraag, die waarschijn
lijk alleen zijn tweelingbroer kon be
antwoorden, vooral omdat Richard
Newby zich vermomd had in zijn
broers kleeren. Maar de millionnair
scheen niet erg mededeelzaam en Hal-
Ion oordeelde het 't best terug te gaan
naar Bel tan en Dorothy op de hoogte
te brengen van de herleving der moei
lijkheden, die hun huwelijk in den weg
stonden. Hij was op het punt zich te
verwijderen, toen Newby hem weer
hield.
Komt u terug en gaat u zitten, mr.
Halion, zei hij zonder zich om te draai
en, In de kranten heb ik gezien dat
u het lijk in den grafkelder gevonden
hebt.
Miss Clair en ik hebben het ge
vonden.
Wat deden u en Miss Clair in
den grafkelder? vroeg Sir John som-
her.
Hallon's gezicht verstrakte. Daar
u tegen mij niet openhartig wilt zijn,
Sir John, zult u het mij niet kwalijk
nemen als ik geen reden zie om het
wel tegen u te zijn. Miss Clair zal het
u wel uitleggen.
Ik kan Miss Clair pas morgen
bezoeken, zei Newby, terwijl hij ner
veus op en neer liep. Het bericht
van mijn dood heeft zoo'n verwarring
teweeg gebracht dat ik het druk zal
hebben met alles weer in orde te ma
ken. En ik moet er ook achter komen
wie Richard vermoord heeft.
Weet u dat dan niet vroeg Hal-
Ion onwillekeurig.
Neen. U dan wel?
Natuurlijk niet. Ik ben hier ge
komen in de hoop, dat ik, terwille van
mr. Clair den man zou kunnen opspo
ren, die zooals we allemaal dach
ten u vermoord had. Nu ik u in
leven vind, is natuurlijk alles veran
derd.
Juist. Tusschen twee haakjes, u
zegt dat u hier ter wille van mr. Clair
kwam. Hoe zit dat?
Mr. Clair wordt ervan beschul
digd u vermoord te hebben.
Newby haalde zijn zware grijze
wenkbrauwen op. Heusch? Door
wie?
Door een Rus, graaf Bezkoff,
die
Newby's gezicht werd donkerrood.
Bedoelt u, dat hij durft tc... te...
O!... hij klemde zijn. handen ineen.
Wat een ploert! En gelooft u die
beschuldiging, mr. Hallon?
Neen, antwoordde Percy onmid
dellijk. En toch verklaart graaf
Bezkoff dat een spion gezien heeft dat
mr. Clair den doodclijken steek toe
bracht.
Ah! Newby veegde het zweet
van zijn voorhoofd en liep weer de
kamer op en neer. Toen bleef hij plot
seling vlak voor den jongen man, die
nog hij de halfgeopende deur stond,
met den knop in zijn hand, staan. Ik
zal u vertellen wat er gebeurd is. U
moogt 't eigenlijk gerust weten, want
het komt toch in de avondbladen.
HOOFDSTUK XIV.
Percy ging weer zitten, nieuwsgie
rig naar wat hij hooren zou, maar hij
liet het aan Sir John over het gesprek
te beginnen.
Ik zie dat u goed op de hoogte
bent van de details van deze zaak, zei
Newby.
O, nee! Toevallig was ik het die
het lichaam van uw broer ontdekte
en ik hoorde ook graaf Bezkoff's be--
schuldiging. Maar verder weet ik
niets. Ik zou denken, dat u, Sir John,
waarschijnlijk het mysterie van uw
broers dood zult kunnen oplossen,
want u was om even over zeven, toen
de misdaad volgens het dokters
oordeel begaan werd, in het Ivoe-
koeksbosch.
Ik zal u vertellen wat ik de ver
slaggevers van de kranten verteld heb,
zei Newby en dan kunt u zelf oor-
deelen. U herinnert zich den brief ze
ker wel, die met mijn broer in ver
hand stond.
Juist. Hij was aan u gericht en
bevatte een toespeling op de een of
andere onbehoorlijke daad, die met
uw broer in verband stond.
Ja. Wat ik u nu ga vertellen, heb
ik niet aan de verslaggevers gezegd.
Mijn broer was een deugniet en had
verscheidene chéques met mijn naam
vervalscht. Ik waarschuwde hem dat
ik dat wist en zond hem voor particu
liere zaken naar Rusland.
In verband met die revolution*
naire plannen van Graaf Bezkoff?
Dat kan ik u niet vertellen. Ik
heb gezegd dat hij voor particuliere
zaken ging, nietwaar?
Neemt u me niet kwalijk. Sir
John. Gaat u door.
In plaats van naar Rusland te
gaan en dit heb ik de reporters wèl
verteld, mr. Hallon &ihg hij naar
Bel tan met het oog op den brief.
Hoe kreeg hij dien brief, hij was
toch aan u geadresseerd?
Richard was mijn secretaris en
maakte mijn correspondentie open.
Toen hij dien brief vond, liet hij hem
natuurlijk niet aan mij zien omdat hij
verhand hield met nog weer andere
schurkenstreken van hem, maar ging
zelf naar Beltan om een ontmoeting
te hebben met dengene, die het ge
schreven had.
Maar waarom in uw kleeren?
Dat is nog niet opgehelderd, mr.
Hallon. Misschien wilde hij zich voor
mij uitgeven. Maar mijn verzorgster
of liever mijn huishoudster, Mrs.
Broil, kreeg dien anoniemen brief te
zien en dacht dat Richard misschien
kwaad zou kunnen overkomen ze
was dol op hem kan ik wel zeggen
en haalde mij toen over om óók naar
het Koekoeksbosch te gaan. Daarom
liet ik mijn valies achter in het sta
tion in Beltan met de bedoeling het
later op te halen en wandelde naar
het Koekoeksbosch. Bij het hek vond
ik het lichaam van mijn broer, in
mijn kleeren. Hij was dood, vermoord
door een messteek in zijn rug. Ik
schrok ontzettend en was op het punt
terug te gaan naar het dorp om hulp
le halen toen er een zak over mijn
hoofd gegooid werd en ik aan handen
en voeten werd gebonden.
Door wie?
Dat zou ik niet kunnen vertel
len die zak zat voor mijn oogen.
Toen werd er een hand onder gesto
ken die een prop in mijn mond stop
te. Daarna werd ik naar het kreupel
hout gesleept en moest daar uren en
uren blijven. Later ik denk toen
het donker werd want ik kon dooi
den zak niets zien, namen ze de prop
weg en gaven me eten en drinken. Ik
at niets, maar omdat ik wanhopigen
dorst had, dronk ik den wijn op, dien
ze mij in mijn handen duwden. Er
was waarschijnlijk een slaapmiddel
in, want ik kan me niets meer herin
neren, totdat ik wakker werd in een
kleine, kale kamer in Soho.
Hoe wist u dat hel in Soho was?,
vroeg Hallon snel.
Dat vond ik later uit, toen ik
weg kon komen. Ik heb nooit iemand
gezien van de menschen die me ont
voerden. Eten en drinken en de kran
ten met de berichten over den moord,
werden in mijn kamer geschoven,
maar er kwam nooit iemand te voor
schijn. U kunt u waarschijnlijk wel
voorstellen, mr. Hallon, wat ik voel
de toen ik mijn eigen doodsbericht las
en wist dat ik hij de dooden gerekend
werd. Ik probeerde tc ontsnappen,
maar ik kon niet, want het raam was
getralied en de deur op slot.
Maar gisteravond laat ontdekte ik
dal het huis verlaten was. Toen hen
ik naar huis geloopen en Mrs. Broil
heeft voor me gezorgd. Vanmorgen^
heb ik om de politie getelefoneerd en
verteld wat ik nu vertel. Ik hen van
plan te probeeren dat huis in Soho te
vinden en dan kan ik er misschien
achter komen waarom ik ontvoerd en
mijn broer vermoord werd. Misschien
kan ik ook ontdekken waarom ze me
hebben laten ontsnappen, want die
deur was naturlijk met opzet open
gelaten. Het heele geval is me een
raadsel.
(Wordt vervolgd).
helpen Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachets) snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct