ALGEMEENE TOESTAND BINNENLAND yfPCOÜ^ Na het verloop, welke de strijd in Noorwegen heeft genomen, is een dui delijke ontmoediging merkbaar in die neutrale, aan Duitschland grenzende landen, welke een zwakke verdediging hebben en geen vertrouwen meer heb ben in de doeltreffendheid van gealli eerde hulp bij een Duitschen inval. Het helpt niet te ontkennen, aldus de afge vaardigde Wedgwood Dinsdag j.l. in t Britsche Lagerhuis, dat alle neutralen, die aan Duitschland grenzen, den in druk hebben bekomen, dat zij aan Duitschland moeten gehoorzamen. ,,Het dient nergens toe zoo ver volgde hij te trachten den neutralen concessies te deen, daar zij klaarblij kelijk beheerscht moeten worden door vrees. Niets is van de neutralen te ver krijgen behalve door vrees, vrees voor ons, aldus Wedgwood, en anders vrees voor Duitschland Er zit misschien een kern van waar heid in deze woorden. Oorlog is actie en zoo lang een oorlogvoerende verze kerd is, dat acties gunstig zullen ver- loopen. dan zal hij niet al te veel res pect betoonen voor de rechten van neu tralen, maar door opeenvolgende on dernemingen den indruk versterken, dat zijn aanvalsmacht onweerstaan baar en zijn eindoverwinning verzekerd is. Uit verschillende berichten blijkt, dat b.v. den Zweden en den Hongaren de schrik reeds danig in de beenen is ge slagen. Met angstige spanning vraagt men zich in vele neutrale landen af, wie er aan de beurt zal zijn, na Dene marken en Noorwegen, voor een in vasie van een der twee oorlogvoerende partijen. We zeggen ,,van een der twee' want natuurlijk vermindert het vertrouwen, dat de geallieerden tot zóó iets niet in staat zijn. In Londen en Parijs zou men wel eens van meening kunnen geraken, dat men het element der verrassing niet uitsluitend ten voordeele van Duitschland kan laten blijven. Dus: wie volgt? Wie zich het zwakst voelt in zijn verdedigingsmogelijkhe den, loopt een leelijke kans. In Berlijn zal men het zeer goed inzien, dat het avontuur in Noorwegen wel een beetje anders had kunnen verloopen, als: le de geallieerden sneller waren geweest in hun reacties en 2e als en dit is het allervoornaamste punt de Noren (en Zweden) een waakzamer en krachti ger verdediging hadden gehad. Gealli eerde hulp kan en zal pas doeltreffend zijn, als het aangevallen volk zich in staat betoont om den eersten stoot op te vangen en te breken. In verband met het een en. ander zal het wel moeten worden verklaard, dat onze regeering niet afwachten wilde tot een der oorlogvoerende partijen de x keuze voor den nieuwen aanval had gedaan, maar vóóruit kenbaar heeft willen maken, dat wij niet onder den van „De Echo van het Zuiden". 22) Naar het Engelsch door RAYMOND PARSONS. Nadruk Verboden. HOOFDSTUK XV. Ho! Ho! Jij loopt hard van sla- pel! Waarom zou Sir John zijn broer vermoord hebben? Dal kan ik niet beoordeelen voor ik je verhaal gehoord heb, zei Willy. Ilallon dronk zijn thee op en vertel de toen aan één stuk door alles wat hij wist. Dorothy luisterde zwijgend, met haar handen op haar knieën ge vouwen en miss Minter maakte even min een opmerking, lot Percy klaar was. Toen knikte ze beslist. Ik heb het je wel gezegd. Sir John heeft zijn broer vermoord. Hij heeft het mes ge nomen dat op zijn bureau lag. Hij geeft zelf toe, dat hij naar het Koe koeksbosch is gegaan en dat hij daar zijn broer dood zag liggen. Hij heeft hem daar gevonden, zei Percy verbluft. Ja, dat ken ik. Hij vond hem le vend en heeft hem toen vermoord. En dat verhaal over die ontvoering, daar geloof ik niks van. Maar waarom zou Sir John zich dan verborgen hebben?, vroeg Doro thy. Hij dacht misschien dat hij ver dacht zou worden, maar toen hij merkte dat de inenschen dachten dat hij het slachtoffer was, kwam hij weer te voorschijn. Dan zou hij wel eerder te voor- indruk van de gebeurtenissen in Noor wegen ontmoedigd zijn geraakt, dat we dus niet bereid zijn om brieven of boodschappen met orders uit den vreemde aan te nemen en dat we ons derhalve met alle krachten en mach ten waarover we beschikken, zullen verweren tegen een schending van ons rechtsgebied en tegen een aanval op onze onafhankelijke positie. Het heeft intusschen de aandacht ge trokken, dat de voorzorgsmaatregelen, welke onze regeering trof, van 'n zeer straf karakter zijn en scherper dan in eenig ander neutraal land. In België b.v. heeft men in den internationalen toestand van het oogenblik geen aan leiding gevonden tot het treffen van eenigerlei bijzondere voorziening. Het kan natuurlijk zijn, dat onze regeering duidelijker dan eenige andere, te ken nen heeft willen geven, dat zij ook thans vastbesloten blijft tot verweer tegen een aanval, maar als vanzelf komt ook de vraag naar voren, of de regeering van Nederland aanwijzingen heeft over een of ander aanvalsplan, dat speciaal op ons betrekking zou hebben. Men hoort allerlei vermoedens als .vaststaande feiten-- uiten. Een bui- tenlandsche regeering zou eischen heb ben gesteld over de behandeling van politieke vrienden; de Duitschers zou den een aanval naar het Westen wil len inzetten om de geallieerden af te houden van een offensieve actie in het Zuiden en Z.-Oosten van Europa; En geland zou als antwoord op den Duit schen overval in Noorwegen tot een bezetting va nde Nederlandsche ha vens hebben besloten, enz. enz. Natuur lijk weten al die verspreiders van ge ruchten er niets van; ze gooien eenvou dig met hun pet in de hoogte om er de waarheid in te vangen. De regeering kan en mag niet mëdedeelen, wat ze weet of meent te weten. Laten we er ook niet naar gaan raden, maar onze rust zoeken in het besef, dat de over heid op alle gebeurlijkheden is voor bereid. dat leger en vloot paraat zijn, dat honderdduizenden jonge Neder landers tot de tanden gewapend ge reed staan om een aanval, van welke zijde ook ondernomen, te breken en dat de zwaar bewapende waakzaamheid de beste waarborg onzer veiligheid is en het hoogste percentage kans biedt, dat we den oorlogsdans toch weer zullen ontspringen. Chamberlain heeft in het Lagerhuis zijn verantwoording over Noorwegen gegeven, waarvoor een geweldige be langstelling van diplomatieke zijde be stond. Hij heeft toegegeven, dat de ge allieerden in Zuid-Noorwegen 'n échec hebben geleden, doordat ze hun doel stellingen hebben moeten loslaten, maar hij becijferde uitvoerig, dat de Duitsche verliezen veel grooter zijn geweest dan die der geallieerden en hij trachtte aan te toonen, dat dezen door hun verrassende overweldiging van het land zich omstandigheden hadden ge schapen, welke het den geallieerden technisch onmogelijk maakten om met kans op succes in Zuid-Noorwegen een oorlogsfront te scheppen. De geallieerde troepen hebben het terrein eigener beweging ontruimd, om dat regeering en oorlogsleiding van Andalsnes (het Noorsche haventje, dat basis der geallieerde oorlogsvoering in Zuid-Noorwegen was), ,geen Gallipo- li" wilden maken. (We herinneren er aan, dat de geallieerden in den vorigen oorlog ten behoeve van een poging om de doorvaart door de Dardanellen te forceeren, troepen hebben geland op het Turksche schiereiland Gallipoli. Na 8 maanden waren de geallieerden er niet noemenswaard vooruit gekomen en 100.000 man waren gesneuveld, w.o. 4 pet. officieren. Toen het zoover was, werden de troepen weer ingescheept). Chamberlain erkende overigens, dat het gebeurde een verlies van prestige tegenover de neutrale wereld betee- kent, omdat deze geneigd is een on evenwichtig groote beteekenis aan de zaak toe te kennen. In wezen is de manoeuvre echter een onbeteekenende episode in de oorlogvoering geweest; het betrof niet veel meer dan een divisie manschappen, welke uit Zuid-Noorwe gen moest worden teruggenomen. Het sprookje der Duitsche onoverwinne lijkheid te land, "aldus Chamberlain, heeft nieuwe kleur gekregen, maar meer dan een sprookje zal die onover winnelijkheid niet blijken te zijn. Van uit Engeland kunnen de geallieerde bommenwerpers zeer goed opereeren tegen de Duitschers in Noorwegen, maar de Britsche jachttoestellen, wier actieradius veel kleiner is dan die van bommenwerpers, konden de geallieer de troepen in Noorwegen niet tegen de Duitsche luchtaanvallen beschermen, omdat ze niet over landingsterreinen in Noorwegen als bases beschikten. Chamberlain stelde een actiever oor logspolitiek in het vooruitzicht; de ge allieerden zullen zelf het initiatief ne men van snelle, belangrijke besluiten, zal worden mogelijk gemaakt door de instelling van een commissie van de chefs der generale staven, waarin de Eerste Lord der Britsche admiraliteit, minister Churchill, der egeering zal vertegenwoordigen. Deze door Chur chill geleide commissie krijgt volledige bevoegdheden voor de verdere oorlog voering. i Chamberlain hééft de oppositie met zijn verklaring niet kunnen bevredigen, VERSCHAFT U WOLKEN VAN GENOT! wat blijkt uit de stemmen over de re- geerings-motie, die slechts met 81 stem men meerderheid werd aangenomen. De positie der huidige regeering wordt algemeen wankel geacht en men meent, dat binnen afzienbaren tijd een nieuw kabinet zal word engevormd, dat een hardere-- oorlogsvoering zal verzeke ren. Rest ons nog een enkel woord over den toestand in Zuid- (Italië) en Zuid- Oost Europa (Balkan). De Balkansta- ten komen meer en meer tot samenwer- Het Huis van Oranje verlaat zijn post nooit Een aanbod van den in Nederland geboren schrijver Hendrik van Loon om zijn huis op Long Island als toevluchtsoord ter beschikking te stellen van het Nederlandsche ko ningshuis, in geval Nederland zou worden binnengevallen, is op hoffe lijke, maar besliste wijze afgewezen. De heer Van Loon heeft, zoo meldt de „Daily Telegraph'' uit de Amerikaansche stad Greenwich, in antwoord op zijn telegram, een schrijven van Prinses Juliana ont vangen,- waarin Zij namens Haar Moeder en Prins Bernhard zegt, dat de schrijver als een geboren Neder- lander en een student in de Neder landsche geschiedenis behoorde te weten, dat vijf eeuwen lang het Huis van Oranje voor geen enkel gevaar op de vlucht is geslagen. .,0nze schijn zijn gekomen, zei Percy. Ik zie niet in, wat voor voordeel hij daar bij had. Jawel, zei Willy koppig. Hij heeft iijd gehad om te overleggen wat hij doen zou. Hij zal de schuld wel op iemand anders gooien, daar kun je zeker van zijn. Maar zijn motief? O, wel Willy was een beetje in de war gebracht dat weet ik nog niet, zie je. Maar Richard heeft vol gens Sir John cheques vervalschl. Misschien heeft Sir John hem gedood om verder schandaal te voorkomen. En daardoor een erger schan daal veroorzaken, zei Percy. Maar wat moet er nu gedaan worden? Ik moet het vader gaan vertel len, zei Dorothy, terwijl ze opstond. - En ik, zei Willy krachtig, zal wachten lot ik Sir John's verdediging heb gehoord en dan zien of ik bewij zen kan dat hij de moordenaar is. Precies wat ik wil, zei Hallon, die was opgestaan om met Dorothy mee te gaan. Ik vind dat hij heel vreemd deed, toen ik het zei. Hij is schuldig, verklaarde Wil ly gedecideerd. Wat vind jij er van, Dorothy? Ik weet niet wat ik cr van vin. den moet, zei het meisje aarzelend. Ik weet alleen dat het nog heel wat voeten in de aarde zal hebben vóór ik met Percy trouw. Ze gingen samen» weg. Willy probeerde niet hen tegen U houden. Ze verlangde om alleen te zijn en over alles te kunnen naden ken. Ze vond het leven in de lande lijke stilte een beetje vervelend wor den en ze had een actieven geest. Dus was dit probleem haar zeer welkom omdat het haar gelegenheid tot na denken en interessante bezigheid ver schafte. En ze wilde ook, dat Dorothy met Hallon zou trouwen en begreep dat mr. Clair weer dezelfde houding zou aannemen nu Sir John nog leef de. Het is moeilijk precies te beschrij ven wat er in mr. Clair omging toen hij het vreemde nieuws hoorde. Hij was verdrietig, omdat hij zijn inko men weer verliezen zou, maar oprecht verheugd omdat zijn rijke vriend nog leefde en hij Dorothy nu tot een mil- lionnaire maken kon. Maar zoowel Percy als Dorothy verklaarden met nadruk en heftigheid, dat ze elkaar onder alle omstandigheden trouw ble ven. Het onderhoud eindigde met de mededeeling van mr. Clair, die zich buitengewoon opwond, dat Percy het huis maar moest verlaten. En Doro thy werd naar haar kamer gestuurd. En zoo was de toestand toen Sir John den volgenden middag laat op de Manor arriveerde. Hij kwam net op tijd voor het diner, precies zooals hij had moeten doen op dien noodlot- tigen avond, toen Richard vermoord was. Mr. Clair verwelkomde hem met vreugde, al was die vreugde innerlijk een beetje getemperd door den spijt over hel verlies, van zijn tweeduizend pond per jaar, maar Lady Panwin ge droeg zich als een ijsberg. Dorothy bleef liever op haar kamer en had geen zin den lastigen aanbidder te ontmoeten die op zoo'n ongelegen mo ment weer te voorschijn gekomen was. Maar Newby toonde zich nogal ver gevensgezind in dit opzicht. Maar ondertusschen wil ik er achter komen wie mijn broer ver moord heeft. Heb je er geen idee van? Die Hallon beschuldigde mij Wat zeg jij daarvan, Clair? Wat een brutaliteit! En op wel ken grond? Ik héb hem gèen gelegenheid ge geven dat uit te leggen, zei de milli- onnair op zijn gewone, grimmige ma nier. Ik heb hém direct de deur uitgegooid. Maar ik kan het wel ra den. Dat eigenaardige mes heeft op mijn bureau gelegen en dat schijnt hij te weten. Martha had het eens bij een vechtpartij in een achterbuurt buit gemaakt. Maar dat is toch geen motief om jou te beschuldigen? Het is natuurlijk een bezwaren de omstandigheid. Het mes lag altijd op mijn schrijftafel, dus de combina tie van Hallon is heel begrijpelijk. Al leen vergeet hij dat ik geen enkele re den had om Richard te vermoorden. Richard was een deugniet, zei Mr. Clair nadenkend. Wat doet dat er toe, vroeg Sir John heftig. Denk je soms dat ik hem daarom vermoord heb? Weineen, kerel; je moet me niet verkeerd begrijpen! Ik bedoel alleen dat Richard met allerlei minderwaar dige lui in aanraking kwam en mis schien door een van die vermoord is. Dat zou niet onmogelijk zijn. Je herinnert je zeker wel dat ik je ver teld heb dat Richard mijn handtceke- ning onder cheques vervalscht heeft. Om hem uit den weg te hebben terwijl ik de zaak onderzocht, heb ik hem naar Rusland gestuurd. Toen ik op den dag dat ik hierheen zou komen, van het kantoor wegging, heb ik mijn valies zoolang in Fenchurch-Strcet Station afgegeven en ben naar een achterbuurt gegaan om den man op te zoeken aan wien hij een van de vervalschte cheques had afgegeven. Ik vond de herberg waar de man woont, maar ik denk dat Richard hem gewaarschuwd had, want hij was on vindbaar. Toen ben ik naar het sta tion gegaan en hierheen gereisd. Wat er toen verder gebeurd is weet je. Maar waarom is Richard hier gekomen inplaats van naar Rusland te vertrekken? Hij was waarlijk bang geworden door den anonymen brief en toen zelf naar het Koekoeksbosch gegaan met de bedoeling zich voor Sir John uil te geven. De politie moet maar uitzoeken of mijn veronderstelling juist is. Hoe moet de politie een weg vin king ten behoeve van de handhaving hunner neutraliteit. Opmerkelijk was deze week 'n verbroederingsfeest aan de Bulgaarsch-Turksche grens tusschen troepenafdeelingen van over en weer. Ook de Italiaansche pers zingt een toontje lager. Nu de geallieerden door het zenden van een vlooteskader naar Alexandrië zijn ingegaan op de Itali aansche dreigementen, is het, of de moed van Rome gezakt is. Meer en meer wordt het duidelijk, dat Italië zijn positie van niet oorlogvoerende voorloopig niet zal prijsgeven. plaats is hier in Nederland", zoo voegde de prinses er aan toe,of er gevaar dreigt of niet. Wij zullen nooit onzen post verlaten." Alweer spanning! We beginnen zoetjes aan er aan te wennen, dat nu en dan een nieuwe spanning intreedt in de internatio- betrekkingen en dat deze het noodig maakt, dat de maatregelen van af weer zoo hoog mogelijk worden op gevoerd. Maar deze keer kwam er toch iets van angst onder de bevol king, toen Dinsdagmiddag elk half half uur per radio werd verkondigd, wie er met spoed diende terug te komen onder de wapenen. Dat zelfs „afgezwaaiden", n.l. groot-verlof gangers (zeemiliciens der lichtingen 1927 en 1928) onder de wapenen werden teruggeroepen naast dienst plichtigen van zekere lichtingen der landmacht, die in het genot van onbepaald klein verlof waren en alle overige dienstplichtigen, die perio dieke en andere verloven hadden, verhoogde de bezorgdheid. De regeering heeft direct laten weten dat al deze maatregelen slechts steunden, op de internationale situ atie, welke zich hadtoegespitst, maar velen vroegen zich af, waarom dan enkel in Nederland zulke krasse maatregelen waren getroffen. Zou den in dit hopelooze warnet? vroeg mr. Clair. Ze zullen beginnen met het huis te zoeken waar ik gevangen werd ge houden. Hebben ze dat nog niet gevon den? Nog niet. Toen ik vrij was, was ik zoo geagiteerd dat ik niet op do straat en het nummer heb gelet en nu weet ik niet meer waar het is. Maai er is nog iets, dat ik de verslaggevers niet verteld heb. Maar jou wil ik liet wel vertellen. Toen de zak over mijn hoofd gegooid werd verweerde ik mij natuurlijk. Ik greep naar mijn aanval ler, hoewel ik hem natuurlijk niet zien kon. Mijn handen kwamen er gens bij zijn hals terecht en ik kreeg iets te pakken wat ik bewaard hel). En Newby overhandigde den ouden landedelman een sierlijke gouden dasspeld in den vorm van een dubbe len adelaar, met oogen van robijnen. Heb je ooit iemand zoo iets zien dragen, Clair? vroeg Sir John terwijl zijn vriend de speld aandachtig be studeerde. Neen, antwoordde Clair. Een dubbele adelaar? Dat is Duitsch! En ook Russisch, zei Sir John langzaam en veelbeteekenend. Mr. Clair stond op. Bedoel je Bezkoff? Juist! Sir John Newby stond ook op, bonkig en zwaar. Ik hel) hem die dasspeld zien dragen. Oef, hij wuifde zich met zijn zakdoek koelte toe wat is het hier warm in de kamer. Laten we naar buiten gaan Ze gingen de openstaande balcon- deuren door en liepen het grasveld op. Het was nog tamelijk licht en het was een heerlijk-stille zomeravond. Dus je denkt dat Graaf Bezkoff je ontvoerd heeft? Ja. Die speld is van hem, daar ben ik zeker van. (Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2