Toegewijdaan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
ALGEMEENE BERICHTEN.
NOORD-BRABAND'
WAALWIJK ma
abonneert u op dit blad
NUMMER 45.
WOENSDAG 5 JUNI 1940.
63c JAARGANG.
DIT BLAD VERSCHIJNT
WOENvSDAG EN ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.25. Franco per
post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:.
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38 Telegr.-Adres: ECHO.
GIRO No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel. Minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel
Bij contract flink rabat.
PROVINCIE
NOORD-BRABANT.
AAN DE BEVOLKING VAN
NOORD-BRABANT.
Verordening.
Betreft: Legergoederen van het
Nederlandsch leger.
Opnieuw wordt de aandacht erop
gevestigd, dat alle voertuigen (perso
nenauto's, vrachtauto's, motorrijwie
len, rijwielen, paardenvoertuigen en
dergelijke) van het Nederlandsche le
ger. welke thans nog in het bezit zijn
van actieve of reeds ontslagen Neder
landsche militairen of van Nederland
sche burgers, zonder uitstel moeten
worden afgeleverd bij het naastbij-
zijnd gemeentebestuur respectievelijk
kommandantur, alwaar deze goederen
afgesloten moeten worden.
Voorts moeten paarden van het Duit-
sche, het Nederlandsche, het Belgische,
hel Fransche en het Engelsche leger,
welke zijn achtergebleven, onverwijld
op de genoemde plaatsen worden aan
gegeven.
De Kommandanturen en de gemeente
besturen moeten van deze voertuigen
en paarden lijsten aanleggen en daar
van mededeeling doen bij de naastbij-
zijnde Duitsche Feldkommandantur op
den len, den lien en den 21sten van
elke maand.
Ik vestig er in het bijzonder de aan
dacht op, dat onjuiste of valsche aan
giften streng gestraft zullen worden.
Der Feldkommandant,
Haefner
Major.
Een ieder is verplicht deze verorde
ning van den Feldkommandant, be
voegd voor het gebied der provincie
Noord-Brabant, nauwgezet na te leven.
's Hertogenbosch, den ten Juni 40.
De Commissaris der Koningin
in de Provincie Noord-Brabant,
A. VAN RIJCKEVORSEL.
Aan de gemeentebesturen in Noord-
Brabant, ter verdere bekendmaking.
AANVALLEN BIJ FORBACH.
Het D.N.B. meldt uit het groote
Duitsche hoofdkwartier dd. 3 Juni:
De aanval op Duinkerken van het
Westen, Zuiden en Oosten uit maakt
langzame vorderingen. Het zware, door
tal van slooten doorbroken en onder
water gezette terrein, bemoeilijkt de
operaties. Niettemin gehikte het met
behulp van het luchtwapen in de sterk
bevestigde stad Bergues door te drin-
Het geheele nog in bezit van den
vijand zijnde terrein rondom Duin
kerken ligt nu onder het vuur van de
zware artillerie.
Ook de zware bombardeervliegtui
gen hebben hun aanvallen op Duin
kerken voortgezet.
Twee torpedobootjagers, een wacht
schip en twee koopvaarders van 5000
ton zijn tot zinken gebracht, een oor
logsschip, twee torpedobootjagers en
10 koopvaarders zijn door bommen
zwaar beschadigd.
Verder zijn de aanvallen van het
luchtwapen tot in het dal van de Rho
ne en tot Marseille uitgebreid.
Voor onze, aan weerszijden van
Forbach aanvallende troepen is de vij
and op de Maginotlinie teruggetrok
ken met achterlating van gevangenen
en materieel.
De bij den grooten slag in Vlaande
ren en Artois gevangen genomen En-
gelschen en Franschen hebben het ge
tal 330.000 bereikt.
Het opperbevel der Duitsche weer
macht maakte gisteren bekend:
In harden strijd is de door de En-
gelschen ook gisteren taai verdedigde
kuststrook ter weerszijden van Duin
kerken uit het Oosten verder inge
drukt. Nieuwpoort en de kust ten
Noordwesten daarvan zijn in Duitsche
handen. Adinkerke, ten Westen van
Furnes, en Ghyvelde, 10 km ten Oos
ten van Duinkerken, zijn genomen, t
Aantal gevangenen en de buit zijn ook
gisteren aanzienlijk gestegeh. Alleen
reeds bij één leger werden 200 stukken
geschut van allerlei kaliber buit ge
maakt.
Aan het zuidelijk front geen bijzon
dere gebeurtenissen.
Voor de eerste maal hebben gevechts
groepen van het luchtwapen de haven
van (Marseille aangevallen en daar 2
groote koopvaardijschepen met bom-
treffers in brand gestoken. Het spoor
wegtraject LyonMarseille werd op
verscheidene plaatsen door bomt rel -
fers beschadigd.
zet baat den overrompelden tegenstan
der. Elk verweer, ook elke poging tot
ontzet faalt tegenover het Duitsche
pantser en de actie der stuka's. Onder
den indruk hiervan besluit de koning
van België op 28 Mei te capitulccren
Hierdoor wordt het mogelijk het in
gesloten gebied verder te verkleinen.
Het Engelsche expeditieleger is aan de
kust op een steeds smallere strook sa
mengedrongen en vlucht de zee in, on
der achterlating van alle oorlogsma
teriaal; het Fransche leger hij Rijssel
is aan vernietiging prijsgegeven.
LEVENSVERZEKERING
1843
WAT ZAL DUITSCHLAND THANS
DOEN.
Een Duitsch antwoord.
wanneer gemotoriseerde afdeelingen
ver voor 't eigenlijke front operceren,
gelijk dat bij de Duitsche stoot naar
Calais het geval was.
Dan moeten de colonnes het dage-
lijksch gebruik aan munitie, olie, ben
zine en levensmiddelen dwars door 't
nog bezette vijandelijke land naar hun
troep in het terrein van het front
brengén. Na aflevering moeten zij ook
langs denzelfden weg naar hun uit
gangspunt achter het front terugkee-
ren. Dat eischl niet alleen zware dage-
lijksche marschprestaties, maar ook
voortdurende paraatheid met de wape
nen, om zich tegen verrassingen te
dekken.
HET OORDEEL VAN KARDINAAL
VAN ROEY OVER DE HOUDING
VAN KONING LEOPOLD.
Mgr. van Roey heeft in de kerken
van België den volgenden brief doen
voorlezen:
AAN ONZE ZEER BEMINDE
BROEDERS.
DE STRIJD SEDERT 10 MEI.
Een terugblik van Duitsche militaire
zijde.
Bij het slot van de operaties in Bel
gië en Noord-Frankrijk ontvangt het
D.N.B. van bijzondere militaire zijde
een eerste samenvattend overzicht. Een
vernietigingsslag is geleverd, gelijk nog
nimmer in de krijgsgeschiedenis kon
worden opgeteekend. Op 10 Mei werd
over een front van meer dan 500 km
de Duitsche grens overschreden. Voor
het eerst werden daarbij op groote
schaal valschermtroepen ingezet met
het doel in het vijandelijke achterland
strategische punten te nemen en te
houden, tot het landleger daarmee in
verbinding kon komen. Deze taktiek
maakte het mogelijk de strijd om de
vesting Holland reeds op 14 Mei te be
ëindigen en het sterke fort van de
vesting Luik te bedwingen. Uit de ei-
varingen van den oorlog in Nederland
was toen reeds gebleken, dal zei Is de
meest moderne versperringen, terrein
hindernissen versterkt met kazemat
ten, opgeblazen bruggen en spoorwe
gen alsook inundaties, de Duitsche
weermacht niet vermochten tegen te
houden. Al deze weerstanden werden
door samenwerking van leger en lucht
macht, onder toepassing van de meest
geperfectioneerde strijdmiddelen, ge
broken.
Op 14 Mei werd de wereld verrast
door het gat, dat de Duitsche strijd
krachten tusschen Sedan en Maubeuge
in de Maginotlinie sloegen. De omvang
van het reeds daardoor en later dooi
den daarop gevolgden opmarsch be
reikte resultaat blijkt uit het feit, dat
het aantal gevangenen, ongeacht het
Nederlandsche leger, op 19 Mei reeds
110.000 bedroeg.
Op 20 Mei werd een aanvang ge
maakt met een nieuwe aanvalsopera-
tie. Terwijl de Fransche, Engelsche en
Belgische legers óf vertwijield naar l
Zuiden pogen te ontsnappen, óf naai
de kanaalhavens vluchten, verneemt
de verbaasde wereld, dat oen geheel
Fransch leger, welks taak het was tus
schen België en het gebied ton Zuiden
van Sedan de verbinding in stand te
houden, verslagen is en in ontbinding
verkeert. Door de bres stroomen dan
Duitsche divisies, met aan de spits ge
pantserde en gemotoriseerde troepen.
In adembenemend te mpo worden
Atrecht, Amiens en Abbeville geno
men. In België zijn het geheele Belgi
sche leger en belangrijke Britsche en
Fransche eenheden ingesloten. Gedu
rende de volgende dagen worden ook
de Schelde en Leie-stellingeoi door
broken: de omsingeling in het Zuiden
wordt tot Calais uitgebr eid. Geen ver
in antwoord op de angstige vraag,
door de Engelsche pers gesteld, wat
Duitschland thans zal ondernemen,
wordt in een bericht, door het D.N.B.
van deskundige militaire zijde ontvan
gen, vastgesteld, dat Duitschland den
door Engeland en Frankrijk ontketen
den oorlog zal voeren tot Frankrijk en
Engeland op de knieën zijn gebracht.
Het is verbazingwekkend, aldus
luidt het bericht verder, hoe de vijan
delijke propaganda zich er het hoofd
over breekt, of het moreel van de Duit
sche troepen voor een voortzetting van
de aanvallen nog sterk genoeg is en of
het tot dusver gevoerde offensief niet
te veel van het Duitsche materiaal
heeft gevorderd, zoodat men een nieu
we onderneming niet zou aandurven.
Achter al deze woorden schemert de
zorg door, dat binnenkort nieuwe
machtige Duitsche slagen den gealli
eerden staan te wachten. Wanneer l
Duitsche legerbericht van gisteren als
uitslag van de voorloopige telling der
in gevangenschap geraakte Engelschen
en Franschen het getal 330.000 meldt,
dan is dat reeds een indrukwekkend
resultaat.
Men moet zich daarbij herinneren,
dat de slag van Tannenberg in Augus
tus 1914 met 93,000 en de slag aan de
Weichsel, in Sept. 1939, met 170.000
gevangenen eindigde, welks resultaten
toenmaals als overweldigend werden
beschouwd. Hierbij mag verder ook
niet uit het oog worden verloren, dat
als resultaat van het geheele tot dus
ver gevoerde offensief in het Westen,
ook nog de bij vroegere gevechten en
door capitulatie in gevangenschap ge
raakte Nederlandsche en Belgische le
gers geteld moesten worden.
Ongeveer 400.000 Nederlanders, on
geveer 500.000 Belgen en meer dan
300.000 Engelschen en Franschen ge
ven tezamen ongeveer een aantal van
1.200.000 gevangenen, na een strijd
van slechts drie weken. Ook de ver-,
heten worsteling om Duinkerken ver
andert niet aan het nu reeds vaststaan
de resultaat van de eerste fase van
het groote Duitsche offensief in het
Westen.
De vijandelijke propaganda put zich
uit om moeilijkheden te ontdekken,
waarmede de Duitsche leiding zou
hebben te kampen.
Hiertoe behoort ook de steeds weer
verbreide opvatting, dat moeilijkheden
met de ravitailleering, tengevolge van
het zeer snelle Duitsche oprukken, de
verdere bewegingen van de Duitsche
troepen in het Westen zouden belem
meren. In dit verband moet worden
vastgesteld, dat aan de ravitailleering
van de Duitsche troepen in het Westen
niets heeft ontbroken. Een zeer bijzon
der probleem moest worden opgelost,
De tragische beproeving, welke wij
ondergaan, is zoo juist tot het uiterste
verergerd door de zeer pijnlijke be
schuldigingen te Parijs tegen Z. M.
Koning Leopold III uitgebracht en
waarvan de echo zoo smartelijk het
Belgische volk heeft bereikt.
Om zoo noodig het noodlottig mis
verstand weg te nemen en om de nood
zakelijke ophelderingen te verkrijgen,
hebben wij gemeend dat 't onze plicht
was om den Souverein een persoon
lijk bezoek te brengen. De Koning
heeft ons welwillend ontvangen en ons
toegestaan de volgende verklaring he
kend te maken,
De beslissing, welke de Koning op
den morgen van den 28sten Mei heelt
moeten nemen om de wapens neer te
leggen was opgedrongen door den ab
soluut onhoudbaar geworden toestand
van het Belgische leger.
Onherroepelijk ingesloten, zonder
hoop op daadwerkelijke hulp van de
zijde der geallieerden, zouden onze
troepen, wanneer zij den strijd hadden
voortgezet en tot Tïet uiterste bereid
zich te geven, zonder eenig militair
nut, in hun lot hebben meegesleept de
honderdduizenden burgers, welke bin-,
nen een kleine oppervlakte waren op
gehoopt.
Deze beslissing van zuiver militairen
aard heeft de Koning genomen als
opperbevelhebber van het Belgische
leger in volledige overeenstemming
met den Generalen Staf. Hij heeft geen
enkele politieke daad beoogd en geen
enkele overeenkomst gesloten, met
welken vijand ook.
Hij heeft de Belgische grondwet op
geen enkele manier geschonden. Hij
'heeft gehandeld in de overtuiging, ver
sterkt door de eendrachtige meening
van drie eminente Belgische rechtsge
leerden, dat hij het recht had te han
delen volgens zijn volmachten, welke
de grondwet hem onder deze omstan
digheden toekent.
Hij bevond zich overigens in de on
mogelijkheid hij zijn ministers te rade
te gaan. waarvan er vier het Belgische
grondgebied op 25 Mei verlaten had
den.
Het is strijdig met de waarheid te
beweren dat de leiding van de gealli
eerde troepen niet bekend was met
den onhoudbaren toestand van het
Belgische leger en de noodzakelijkheid
om den strijd te staken.
De hatelijke beschuldigingen van
verraad valt daarbij in het niet.
Op het laatste oogenhlik heeft de
Koning, zooals anderen hem aanrie
den. de vlucht naar het buitenland met
een vliegmachine kunnen nemen. Hij
heeft echter verkozen het lot te deelen
met zijn soldaten en met het Hi(1cn
van zijn volk, hetgeen hij riddelijker
en eervoller achtte.
De feiten, zooals zij zich volgens de
Koninklijke verklaring hebben voor
gedaan en waarop het gemakkelijk zal
zijn, aangevuld met andere geautori
seerde getuigenissen het licht te laten
vallen, zouden het noodlottig misver
stand moeten wegvagen dat aanleiding
heeft gegeven tot zekere ondoordachte
woorden, alsmede lot zekere diep be
treurenswaardige gedragingen.
Wij van onzen kant, ons één we
tend met de gevoelens van bijna d'e
geheele eensgezindheid van het Belgi
sche volk, betuigen den Koning onzen
eerbied, onze trouw en onze toewijding.
Wij verzoeken de priesters voort te
gaan met de voorgeschreven liturgi
sche gebeden voor den Koning.
Wij noodigen de geloovigcn onver
wijld uil God zonder ophouden te vra
gen in hun gebeden en Communies de
zaak des Konings en tegelijkertijd die
van het heil van het vaderland aan te
bevelen.
Wij zouden wenschen dat alle Bel
gen, meelevend met den ernst van het
tegenwoordig tijdsgewricht, als één
man eendrachtig rond den Koning zul
len blijven staan, die toch de hoogste
verpersoonlijking is van het vaderland
in gevaar.
Tenslotte, weest overtuigd dat wij
op dit oogenhlik willen medewerken
om de Goddelijke Voorzienigheid te
bewegen haar Almacht te toonen door
de geweldige gebeurtenissen, in het
aangezicht waarvan wij ons zoo klein
gevoelen.
(Meer dan ooit, laten wij ons ver
trouwen stellen op de oneindige Barm
hartigheid van het H .Hart van Jezus
en met den psalmist zeggen: „Zelfs al
wandelen wij in de schaduw des doods,
wij vreezen geen enkel onheil, want
Gij zijt met ons".
t J. E. KARDINAAL VAN ROEY,
Aartsbisschop van Mechelen.
„ITALIE'S MOBILISATIE
IN VOLLEN GANG".
Oorlogsdoeleinden: Corsica, Tunis,
Gibraltar en Suez.
De bekende journalist en schrijver
van buitenlandsche overzichten, An-
saldo, die de politieke hoofdredacteur
is van de „Telegrafo" een blad, dat
in nauw contact staat met het Itali-
aansche departement van Buitenland
sche Zaken heeft in een radiotoe
spraak tot het Italiaansche leger als
Italiës' oorlogsdoelen genoemd: Cor
sica, Tunis, Gibraltar en Suez.
Iedereen weet, zoo verklaarde An-
saldo, hoe de Italianen sedert ruim
vijftig jaar in Tunis behandeld wor
den. Gibraltar is een vesting in han
den der Engelschen. Suez vormt een
nauwen pas, voor het passeeren waar
van een hoog bedrag moet worden
betaald. Corsica, Tunis, Gibraltar en
Suez zijn controle-steunpunten tegen
de Italiaansche onafhankelijkheid.
Deze steunpunten, deze misbruiken
en inbreuken, moeten verdwijnen,
m.a.w. Italië moet zijn recht en vrij
heid in de Middellandsche Zee ver
krijgen.
Dat moet Italië met eigen middelen
en eigen overwinningen hereiken. Het
zou dwaas zijn er op te willen wach
ten, dat deze aanspraken ons door den
hemel in den schoot worden gewor-
pen.
In zijn toespraak sprak Ansaldo
verder over de voorbereidingen van
Italië, die in de laatste week zèer in
tensief zijn geworden. De voorberei-
dingswerkzaamheden bevinden zich
in de laatste phase, de mobilisatie is
reeds in vollen gang. Toch betreft het
hier geen overijlde mobilisatie, doch
een in alle rust uitgevoerden arbeid,
waarbij het aantal troepen steeds
grooter wordt.
en Langstraatstiie Courant*
gen' j