MUSIS SACRUM
Hans Solinker
Charlotte Susa
CONCURRENTEN.
Kleine Villa
Arbeiderswoning.
Bouwgrond
Hu
s
San de Kleiniiandsiaars
in Aardapaeien.
Luxor-Bioscoop
VROUWENSTRIJD
PENSION
Opleiding Duits L. O.
DRUKWERK
Prima verzorgd Bijprogramma.
Te Huur gevraagd:
KUNNEN WIJ ONZE KLANTEN IN
OEZEN MOEILIJKEN TIJD OP BIJ-
ZüNOERE WiJZE l/AN DIENST ZIJN?
NATUURLIJK KUNNEN WIJ DAT!
HUIS MET ERF EN TUIN
Notaris Schreurs
„DE PELIKAAN"
WAALWIJK
SCHILDER- of BEHANGWERK?!
ANTOON TIELEM
VRIJDAG ZATERDAG - ZONDAG
Een spannende film vol intrigues en sensatie.
in Waalwijk of omgeving
EN EEN NETTE
CHR. J. KLERKX, Makelaar,
Grootestraat 192 a - Waalwijk.
gevraagd
e n
Oaze zaak is namelijk aangesloten bij Neêrlands
grootste inkoopcoöperatie met 5UU aangesloten
zaken, over geüeel Nederland verspreid.
Reeds 25 jaar beschikt onze inkoopcentrale over
een Uistriouiie-systeem dat er geheel op ingesteld
is, bet puuliek zoo goeü mogelijk te bedienen.
Iedere HOBO-ZAAK is door hareinkoopcenlrale
de grootste en voornaamste alneemster der
fabrikanten en wordt derhalve in de eerste
plaats en net neste bediend.
0 U»t zijn belangrijke voordeelen, waarvan al
onze vaste klanten kunnen profiteered.
Kenmerkt U zien daarom als HÜRÜ-KLANT.
Wij stellen een mapje ter Uwer beschikking,
waarin U alle distributiekaarten kunt bewaren.
Goeden stand. Spoed.
Brieven onder no. der adv.
Bureau v. d. blad. 63550
OPENBARE VERKOOPING
TE ELSHOUT.
te Druilen,
zal op Dinsdag 10September1940,
bij inzet, en op Dinsdag 24 Sep
tember 1940, bij toeslag, telkens
des nam. 7 uur precies, in calé
KLERKS te Elshout,krachtens
art. 1223 b. W.
puDliek verko^pen:
Onder de Gemeente Drunen.
Het huis met erf en tuin,
gelegen te Elshout aan
het Wieleinde kadastraal
bekend als Sectie F nr.
495, groot 13.20 aren.
Eigendom van den heer Ant.
Verdijk te Elshout.
Betaling der kooppenningen voor
ol op 5 Novembtr 194U.
Aanvaarding in eigen gebruik
5 November 1940.
Lasten voor kooper van 1
November 1940 af. 53547
Onder verwijzing naar de
uitvoerige mededeeling in dit
blad (zie pagina 1) wordt mede
gedeeld, dat de daarin bedoelde
aanvraag formulieren voor
den kleinhandelaar verkrijg
baar zijn bij
W. A. VAN DER LEE
Loonsch Hoekje 22
Kaatsheuvel.
BRENGT STEEDS DE BESTE PROGRAMMA'S.
VRIJDAG 8.J5 uur, ZATERDAG 8 uur, ZONDAG 6 en 8 30 uur
presenteeren wij het sterk dramatische filmwerk:
niet
©LGA TSCBECHOWJ1,
IRENE v. MEIJE&DQRFF.
Een film waarin moeder en dochter tegenover
elkaar staan als twee rivalen.
Een film spannend tot het einde toe.
Een Tobis-filmwerk dat iedereen moet gaan zien.
Prima verzorgd bij-programma gaat vooraf.
D ROG 1ST ER IJ
D. J. VAN OSS-VAN BUREN
Stationsstraat 69. Tel 280
gevraagd
voor 3 heeren en 1 dame,
gewone stand, ook elk af
zonderlijk.
Brieven onder no. der adv.
Bureau v. d. blad. 63552
flBIICBTCCagft
;doet verkoopkn
HPUE.lt I ËGitKII
CONVERSATIE.
BIJWERKEN VAN LEERLINGEN.
A. DUQUESNOY
LEERAAR DUITS M. O. A.
Stationsstr. 1G9 WAALWIJK.
Ga naar VAN LOON, lage prijzen en beter werk. g
Staalboeken gaarne ter inzage.
I
VAN LOON's SCHILDERSBEDRIJF.*
GROOTESTRAAT 282. TELEFOON 367.
■■■■bhbÜ
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ
HOOGMOED KOMT VOOR DEN
VAL.
Een modern sprookje
door Wil Bokhorst.
I F-rttfK
,,Hè hè, dat is al weer gebeurd!" zei
de eerste locomotief. ,,Nou, ik moet
zeggen, ik ben doodmoe. Die vacanties
matten me af. Ik zal blij zijn als alle
groote mensen en kinderen weer naar
hun werk moeten en dat heen en weer
gereis een poosje ophoudt. Pfff!" Dit
verhaal hield ze tegen haar vriendin,
de locomotief die achter haar kwam.
Die was helemaal uit haar humeur. Ze
bromde iets en gaf verder geen ant
woord. Zij hield ook niet van die druk
ke vacanties en bovendien verveelde
het haar allang dat ze altijd achter haar
vriendin aan moest sukkelen. Ze wilde
ook wel eens numero één zijn. Was dat
een manier van doen! Ze was toch net
zo goed een behoorlijke locomotief!
„Ik ken jou niet anders dan nieuws
gierig!" klonk het nijdig. „En wat ik je
verder zeggen wilde: je vervelende
praatjes interesseren me niet!"
Locomotief nummer één was even
stil. Jammer dat haar vriendin in zo n
boze bui was. Ze konden anders altijd
zo goed met elkaar opschieten en op
hun lange reizen hadden ze wat een
plezier onder elkaar. Kom, ze zou eens
over iets anders beginnen.
„Wat stormt het vandaag! Ik waai
haast om!" begon ze met nieuwe moed.
„Ik zal blij zijn als het weer een beetje
beter is!"
„Val om, voor mijn part!" was het
onvriendelijke antwoord. Plotseling
werden de twee vriendinnen afgeleid.
Ze hoorden lawaai achter zich en even
later schoof er iets naast heneen
1 s
„Voor mijn part heeft hij er hon
derd!' De» andere locomotief was
woest. Haar vriendin schraapte intus
sen al haar moed bij elkaar en zei:
„Goeie morgen collega! Hoe maak je
het? Je bent nieuw hè? Ik heb je ten
minste nog nooit gezien! Jij rijdt zeker
wel geweldig hard, hè, met al je moto
ren. Toe, vertel eens!"
De reus verroerde zich niet, maar
keek geringschattend op het locomo
tiefje neer. Eindelijk zei hij langzaam:
„Ik herinner me niet dat ik u al eens
eerder ontmoet heb en ik denk er niet
over met u een gesprek te beginnen.
Dat ik veel meer ben dan u ziet u zeker
wel. Ik moet weg! Goedendag!"
Met deze woorden zette hij zich in
beweging en was even later van het
station verdwenen.
De tweede locomotief stond te schud
den van het lachen. „Hi, hi, hij moest
niets van je hebben, hè?" lachte ze.
„Goedenmorgen, goedenmorgen, aapte
ze na. Wat een vent. Een echte op
schepper, maar hij heeft jou fijn afge
poeierd!"
De andere locomotief was zwaar be
ledigd. „Zo n vlegel! Wat een toon te
gen een oude vrouw als ik! De jeugd
van tegenwoordig heeft geen manieren
meer!" Van woede blies ze een paar
eentra dikke rookwolken uit. „Maar
rijden kan hij!" gaf ze toe en keek den
reus, die de wagons als lichte karretjes
over de rails trok, jaloers na.
Nu stonden ze allebei op het station
en bliezen uit van hun vermoeiende
reis. De eerste locomotief was 'n klets
kous en kon haar mond niet houden.
„Zeg eens", zei ze tegen haar vrien
din, „ik heb gehoord dat er een nieuwe
collega van ons gekomen is! Het moet
een reus van een locomotief zijn en nog
wel een electrische! Ik zou die vent wel
eens willen zien. Hè, ik ben toch zo
nieuwsgierig!"
reuzen-lichaam, glimmend van nieuwig
heid. De reus nam geen notitie van de
twee kleine vriendinnen en keek ver
waand in 't rond, alsof hij dacht: Tus
sen welk grut ben ik nu verzeild ge
raakt!"
„Zeg", fluisterde locomotief nummer
één, „de nieuwe! Hoe vindt je hem?"
„Laat me koud!" autwoordde de an
dere, nog altijd even uit haar humeur.
„Ik ga eens een praatje met hem ma
ken", zei de eerste locomotief weer, ver
baasd over haar eigen moed, „kijk eens,
hij heeft acht motoren! Nee maar, wat
een kanjer!" voegde ze er vol ontzag
aan toe.
te;
vriendin nog een afscheidssisser had
gegeven.
Nu stond ze op de plaats waar ze de
nacht zou doorbrengen. Plotseling
hoorde ze drukte om haar heen, er
moest iets aan de hand zijn. Daar kwam
de stationschef opgewonden aangelo
pen.
„Hé Bruin!" riep hij tegen den ma
chinist, „je moet direct weg! Door de
storm is de leiding kapot gegaan en
kan de electrische trein niet verder! De
wagons zijn al door van Sant meegeno
men, maar de locomotief staat er nog
en moet gehaald worden!"
Onze locomotief spitste haar oren.
Ze was met één slag helder wakker.
W at hoorde ze daar? Zij zou den reus
moeten trekken? Want de trein waar
over de stationschef sprak, was de trein
met de reuzenlocomotief! Dat was een
kolfje naar haar hand. Nu kon die reus
niet eens verder en moest zij er aan te
pas komen. Wat leuk!
Tevreden stoomde ze weg. Ze vloog
over de rails! Daar stond hij al! Die
opschepper, geen stap kon hij verzet
ten en vanmiddag had hij nog wel zo
opgeschept! Maar toen ze hem zo zie
lig en hulpeloos zag staan, kreeg ze
toch weer medelijden. Hij had 't waar
schijnlijk niet zo kwaad bedoeld. Kom,
ze zou hem weer vergeven! Trouwens,
ze zag dat de grote jongen haar be
schaamd en vol berouw aankeek.
KLOKGELUI.
„Wie wil er klokgelui horen?" vroeg
Wim. „Moeder, jij houdt toch zo van
klokgelui?"
„Ja jongen, maar er luiden op 't ogen
blik geen klokken, dus houdt me niet
van m n werk en laat ine rustig naaien".
Wim keek beledigd. „Als je wilt kan
ik zorgen dat je klokgelui hoort!" zei
hiJ.
Nu schoot haar vriendin uit haar
slof: „Rijden kan hij! Rijden kan hij!
Moest er nog bijkomen dat hij 't niet
kon! Met zo n reuzenlichaam! En als je
't mij vraagt is 't een stuk metaal en
verder niets!" Ze kon niet hebben als
ze zelf achteruit gezet werd.
„Gelijk heb je!" zei haar vriendin
hartelijk. „Ik ben een echte stommeling,
dat ik zo praat. Wat kan mij die reus
eigenlijk schelen! Wij hebben elkaar
toch en we zullen altijd vriendinnen
blijven, nietwaar? Ik geloof anders dat
we voor vandaag afscheid van elkaar
moeten nemen, want ze zijn bezig ons
af te koppelen. Tot ziens dus!" En weg
stoomde de locomotief, nadat ze haar
„Zo, daar sta je nu", zei ze. „Net
jes ben je niet tegen me geweest, maar
voor deze keer zal ik 't je vergeven; ik
zal je wel naar 't station brengen, hoor,
maar vergeet nooit wat ik je nu ga
zeggen:
Denk nooit dat je meer bent dan
nemand anders, omdat je groter of
mooier bent. Je ziet dat er eens een tijd
kan komen dat je een zwakkere nodig
hebt om je te helpen en dat je zonder
die zwakkere piets kunt doen. We heb
ben elkaar allemaal nodig, denk daar
aan! En nu zullen we gaan!"
Weg suisde ze en de reuzenjongen
volgde haar gewillig en dankbaar. Hij
was voor z'n hele leven genezen en was
nooit meer verwaand en opschepperig.
„Nu, laat dan maar horen", zei z'n
zusje Petri, die ook aan de tafel zat te
naaien.
Wim liep naar de kast, haalde er een
draad, een mes en een schaar uit en
bond de schaar aan de draad. Toen
nam hij de draad tussen z'n tanden en
sloeg met het mes Zachtjes tegen de
schaar.
I ot hun grote verbazing hoorden
moeder en Petri, die Wim's doen en
laten nieuwsgierig hadden gevolgd,
klanken, die op klokgelui leken, in elk
geval net zo hard waren.
Hoe was dat mogelijk? Nu, dit is mo
gelijk omdat het geluid zich namelijk
niet alleen door de lucht voortjlant,
maar ook door vaste lichamen, in dit
geval door de schaar, de draad, de tan
den en de beenderen van het hoofd.
Die weg wordt vlugger afgelegd dan
de weg door de lucht. Om dezelfde re
den horen we het tikken van een hor
loge veel duidelijker als we het tegen
ons voorhoofd of tussen de tanden hou
den.
In ^uid-Amerika leeft een struisvo
gel, de rhea. Daar wordt met honden
en paarden jacht op gemaakt. Als de
rhea achtervolgd wordt, spreidt hij één
vleugel uit, die hij met behulp van de
wind als zeil gebruikt. Op deze manier
rent hij zo vlug, dat de honden en
paarden hem meestal niet bij kunnen
houden.
Het wereldrecord springen van kik
vorsen bedraagt 13 voet en vijf duim.
Dat is twee voet meer dan het record
van den mens.