Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen;
Buitenlandsch Nieuws.
Opmerkingen over Nederland s Buitenlandsche en
Binneniandsche positie door den Rijkscommissaris
„NOORD BRABAND"
NUMMER 79.
WOENSDAG 2 OCTOBER 1940.
63e JAARGANG.
DIT BLAD VERSCHIJNT
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden 1.25. Franco per
post door 't geheele rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38 Telegr.-Adres: ECHO.
GIRO No. 50798.
Advertenficn moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel. Minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel
Bij contract flink rabat.
Te 's-Gravenhage is Zondagmiddag
in Pulchri Studio de Néderlandsche
Kuituurkring bijeengekomen, ondei
leiding van prof. dr. G. A. S. Snijder,
voorzitter, naast wie in het bestuur
zitting hebben de heer J. C. Nacheni-
us, secretaris, dr. T. Goedewagen, dr.
D. Hannema, dr. J. Smit, dr. F. Ver
meulen en prof. dr. J. de Vries.
De Rijkscommissaris Rijksminister
Seyss-Inquart, de commissarissen-ge
neraal en tal van andere Duitsche au
toriteiten woonden als gasten de ver
gadering hij. De zaal was zeer gevuld.
O.a. waren aanwezig de waarnemende
secretaris-generaal van het departe
ment van onderwijs, kunsten en we
tenschappen, mr. H. J. Reinink, rec-
tores-magnifici onzer universiteiten,
een zeer groot aantal hoogleeraren,
enz.
De voorzitter prof. dr. Snijder, be
groette in een kort openingswoord de
aanwezigen, in het hijzonder den
Rijkscommissaris en diens medewer
kers. Hij stelde in het licht, hoezeer
hij de aanwezigheid van den Rijks
commissaris op prijs stelde, niet in
de laatste plaats, omdat de Kuituur-
kring daardoor de gelegenheid had
een begin te maken met de verwerke
lijking van een der belangrijkste pun
ten, waarover alle medewerkers van
den Kuituurkring het reeds eens ge
worden zijn; de samenwerking met
de Duitsche overheid op het gebied
der vernieuwing van de Nederland-
sche cultuur.
In de veronderstelling, dat zijn Ne-
derlandsche toehoorders het hem als
een eenvoudigen plicht der hoffelijk
heid en de uitdrukking van den op
rechten wensch elkaar onmiddellijk
te begrijpen zouden gevoelen, wan
neer hij zelf de rol van tolk op zich
nam, zette spreker zijn rede in de
Duitsche taal voort.
Nadat prof. Snijder zijn rede had
beëindigd, nam de Rijkscommissaris
het woord.
In de eerste plaats dank ik u, aldus
richtte de Rijkscommissaris zich tot
den voorzitter, dat u uw voordracht
in de Duitsche taal gehouden hebt. Ik
vat het als een vriendelijke tegemoet
koming tegenover mij en mijn mede
werkers op. Maar ik heb ook de be-
teekenis van uw Ncdcrlandsehc woor
den goed begrepen.
Wanneer u sprak over uw samen
werking met ons, dan beschouw ik
dat niet zoozeer als een samenwerking
met ons in onze hoedanigheid van
Duitsch gezag, als wel veeleer een sa
menwerking met ons zelf als hier aan
wezige vertegenwoordigers en dragers
der Duitsche cultuur, opdat het tot
een juiste harmonie van het Neder-
landsche volk en het Duitsche cultu-
reele leven moge komen.
En juist daarom is deze bijeenkomst
voor mij niet een bijeenkomst van po
litici, maar van menschen, die naar
de geestelijke en daardoor moreele be-
teekenis van het leven streven en
daarmee dan tevens ook op weg zijn
den dieperen zin van het politieke ge
beuren te beseffen.
Met ware voldoening hoorde ik u
constateeren, dat u de door mij uitge
stoken vriendenhand wilt zien en wilt
grijpen, en daarmee heeft u tevens de
voor u belangrijkste vraag beant
woord. Vriendschap kan slechts tus-
schen zelfstandige, vrije, volkomen
verantwoordelijke menschen bestaan.
En wat het cultureele leven betreft,
zoo kan ik u slechts de verzekering
geven, dat juist wij een echt volksch
Nederlandsch cultureel leven willen,
ja er direct naar verlangen en er ze
ker van zijn, dat evenals het eigen ka
rakter van de Duitsche stammen, die
toch heden een door één geloof en één
wil bezield volk vormen, met lot split
sing maar tot verrijking van hel ge-
neoie JJuitsciie cultureele leven strekt,
evenzeer de versciieiuenlieid van liet
Neueriancisclie en Duitscne cultureele
leven geen splitsing beteekent, maar
slechts een verrijking van heide kan
ten.
Weliswaar zooals u zelf zegt
kan het niet gaan om dat steeds naar
het Westen kijkende aestheticisme,
dat, evenals vroeger ons, ook uw cul
tureele streven beheerschte en leidde
tot splitsing, tot een bovenmatig ac:
centueeren der dialectiek en tot een
zich vermeien in de nuances van on
dergang en twijfel. Het cultureele le
ven van een volk moet in zijn diepste
diepte gegrondvest zijn op een hechte
wereldbeschouwing, die haar kracht
weer put uit het besef van wat eigen
volk en het opgaan in de gemeenschap
van dit volk eischt.
Ik sprak over het Nederlandsche en
het Duitsche volk als over twee broe
ders en daarmee raakt u aan den
grondslag van onze gemeenschappe
lijke Gennaansche afstamming. Ik wii
bovendien nog wijzen op de kameraad
schap, die deze beide volken moet om
sluiten. Kameraadschap der volken
beteekent evenzeer als bij kameraad
schap der enkelingen het vaste besluit
eikaars lot te deelen en voor elkaar
in te staan. Het Duitsche volk is tot
deze kameraadschap volkomen be
reid en zal voor deze kameraadschap
alles in het werk stellen, wanneer het
om het bestaan van den ander mocht
gaan. Hel mag dan op het oogenblik
schijnen, alsof van het Nederlandsche
volk op hel oogenblik meer gevergd
wordt. Doch dit Houdt alleen verband
met de uiterlijke levensomstandighe
den, die 'juist tengevolge van de ge
meenschap van het lot in dezelfde be
perkingen onderhevig zijn, in welke
het Duitsche volk zich op het oogen
blik schikt.
Doch Nederlanders, die een rui
meren kijk op de dingen hebben,
zullen begrijpen, wat het betcekc-
nen kan, wanneer de gansch reëe-
le macht van het Duitsche volk van
85 millioen en het Groot-Duitsche
rijk, als het er op aan komt, bereid
is op de bres te staan voor het be
stand van het Nederlandsche volk
en den Nederlandschen staat.
Want hierin schuilt, juist de kern
van het lot van dezen staat, dat zijn
reëele machtsbasis verre teq achter
bleef bij zijn uitgestrektheid. En
zonder mij nu bij deze gelegenheid
met politiek of zelfs problemen der
buitenlandsche politiek te willen
bezig houden, zoo dient u toch te
weten, dat onder alle omstandighe
den de gansche uitgestrektheid van
het toekomstige gebied, waarover
de invloed van het Duitsche rijk en
het nieuwe Europa zich uitstrekt,
te uwer beschikking zal staan en
wel ter beschikking van vrije Ne
derlanders, onze kameraden.
Het gaat dus niet om vrijheid, zelf
standigheid en onafhankelijkheid. En
het verwijt van heulen met den tegen
stander of zelfs verraad, treft volko
men ten onrechte de mannen, die voor
het Nederlandsche volk een weg aan
de zijde van het Duitsche volk zoeken.
Wat beteekent verraad dan eigenlijk?
Wij Duitschers weten het maar al te
goed. Wanneer wij volk en volkska
rakter als hoogste goed beschouwen,
dan pleegt diegene verraad, die zich
juist aan dit hoogste goed vergrijpt.
Wie volksvreemde of zelfs voor het
volk schadelijke biologische, geeste
lijke en moreele invloeden toelaat of
zelfs bevordert, is cvenzoo een verra
der, als diegene, die de kracht van het
volk meedoogenloos voor zelfzuchtige
doeleinden misbruikt.
In tijden van plotselinge nederla
gen hoort men dan ook steeds het
woord verraad, maar nooit hoort men
het uit den mond der dappere solda
ten in de voorste linies, die de over
weldigende militaire macht van den
tegenstander leerden kennen en res
pecteeren.
Men noemt ook die menschen graag
verraders, die tegen stands- en klas-
segrenzen optornen, wanneer deze ver
schillen hun oeconoinischen en ge
schiedkundigen zin verloren hadden
en het leven van het volk beklemmen.
Ik kan u verzekeren, dat juist die
Nederlandsche mannen, die men
hoosaardig of onnadenkend verra
der noemen wil, hij de opperste lei
ding van het rijk heel goede en
waardige vertegenwoordigers van
de Nederlandsche zaak en de Neder
landsche vrijheid waren, over welk
laatste punt door het rijk nooit eeni-
ge twijfel was gelaten.
Ik kom ook nog graag terug op uw
opmerking, dat de godsdienst de hoog
ste geestelijke uiting van alles om ons
heen is. Ook wij hebben deze vaste
overtuigng. Hoe zouden wij anders ook
zoo'n onmetelijk streven der hervor
ming en vernieuwing der geestelijke en
reëele betrekkingen der Europeeschc
menschen met het vaste vertrouwen
op succes kunnen beginnen, wanneer
wij ons in ons werk niet met God ver-
LEVENSVERZEKERING
1843 WAALWIJK 1843
bonden en aan God gebonden zouden
gevoelen. Misschien is dit ons geloof
niet zoo zeer vervuld van angst voor
het leven en gesmoord door den druk
van de onbeduidendheid daarvan als
wel gedragen door het bewustzijn van
de volkomen juiste invoeging in de
schepping, waarvan de beleekenis ons
meestal verborgen blijft.
Wij moeten er echter tegen op
komen, wanneer banden der dog
matiek als politieke kenteekenen
worden beschouwd en zoo tot splij
ting van liet volk leiden. Want voor
ons zijn de volkeren in hun dooi
den bloede bestemd karakter de
door God gewilde bouwsteenen der
menschheid.
U hebt er juist aan gedaan, toen u
zich in uw streven niet door mij liet
legitimeercn. Dit geldt voor u precies
zooals voor ieder de gemeenschap be
treffend en daarmee politiek streven.
U zult en u wilt zich geen macht door
den staat laten geven om deze macht
dan op politiek gebied uit te buiten,
maar het is u daarom te doen de Ne
derlandsche menschen van de juist
heid van uw weg te overtuigen en hen
voor uw overtuiging te winnen. Hier
is slechts één ding voor noodig, moed
en wel de moed van het inzicht, het
besluit en de volkomen toewijding.
U verzocht mij, u of wel het Neder
landsche volk tijd te laten. Wij haas
ten u niet. Want de beslissingen val
len hier niet voor ons. Onze beslissin
gen bevechten wij elders in de wereld.
Maar juist voor deze beslissing is het
van het grootste belang, dat het Duit
sche volk het Nederlandsche volk als
zijn kameraad beschouwt. De richting
van den weg moet hij het begin van
den marsch worden gekozen. De bouw
van den weg kan dan met uiterste
zorgvuldigheid en overleg geschieden.
In dezen zin is uw redevoering een
daad en wij zijn getuigen, dat mannen
in Nederland, die zich bewust zijn van
hun verantwoordelijkheid, reeds nu
op het oogenblik, de kameraadschap
van het Nederlandsche met het Duit
sche volk gekozen hebben, in het be
wustzijn, dat deze ineenvlechting van
ons beider lot ons groot maakt en bei
den ten goede komt. Daarvoor dank
ik U.
LONDEN ONDER DE DUITSCHE
BOMBARDEMENTEN.
Een Duitsch gevechtsvliegtuig
heeft Zondag van een hoogte van 50
meter bommen van het zwaarste ka
liber midden op de fabrieksinstallaties
der Rolls Royce inotorenfabriek in
Derby geworpen.
De Duitsche bommenwerper, die on
der commando stond van oberleutnant
Freiherr von Butler, maakte precies
boven de Montagehallen een steile
duikvlucht en wierp zijn bommen neer
op het moment, dat zij zonder man-
keeren de centrale installaties der fa
brieken moesten treffen. Bij het op
trekken van het vliegtuig konden de
inzittenden het instorten van hallen
en 't harsten van muren waarnemen.
Als opmerkelijke bijzonderheid van
de aanvallen in den nacht van Zater
dag op Zondag verneemt het D.N.B.
van welingelichte militaire zijde, dat
een reeks bommen van het zwaarste
kaliber op Edinburg is neergeworpen.
De inzittenden der vliegtuigen konden
nog ter hoogte van Middlesborough,
d.w.z. op een afstand van 200 k.m. dui
delijk den vuurgloed waarnemen. De
branden schijnen te zijn ontstaan in
getroffen olietanks en kruitmagazij
nen.
De Duitsche gevechtsvliegtuigen
hebben van den middag van 28 Sep
tember tot den ochtend van 29 Sep
tember een levendige bedrijvigheid
boven de Britsche hoofdstad ontwik
keld. Zonder ophouden bombardeer
den zij weer de belangrijkste doelen
van Londen alsmede de vliegvelden. In
Londen werd Maandag overdag vier
maal en des nachts onafgebroken
luchtalarm gemaakt.
Een Duitsch gevechtsescadrille heeft
Dinsdagnacht in totaal reeds 5000 ton
bommen boven Engeland uitgeworpen.
Meer dan 80 procent van deze bom
men viel op het stadsgebied van Lon
den.
Te Tilbury, Folkstone, Ramsgate en
Clacton-o-Sea, zijn de havens, de ha
venwerken en de pakhuizen aangeval
len en met zware hommen succesvol
bestookt. Te Tilbury en te Gravesend
woeden nog zware branden, die nog 't
gevolg zijn van de Duitsche aanvallen
van den vorigen nacht.
Voor de Britsche oostkust hebben
Duitsche gevechtsvliegtuigen een sterk
verdedigd convooi verstrooid. Tenslot
te is nog met groot succes een bijzon
der belangrijke wapenfabriek in de
Midlands gebombardeerd.
Zeven branden bij de Theems.
Naar de Duitsche bemanningen der
vliegtuigen eensluidend rapporteeren,
was de afweer door luchtdoelartillerie
zwakker dan gewoonlijk De vliegers
gelooven, dat dit feit te wijten is aan
den laag boven Londen hangenden
rook en walm, welke van de sterk
uitgebreide branden in alle deelen der
stad, afkomstig was. Het uitzicht van
onderen uit moet daardoor sterk be
lemmerd zijn.
Een groep Duitsche vliegers meldt,
alleen in het cëntrum van Londen in
de buurt van de Theems, zeven grootc
branden te hebben waargenomen.
BRITSCHE VLIEGTUIGEN BOVEN
DUITSCHLAND.
Verschillende Britsche vliegtuigen
hebben getracht de rijkshoofdstad te
bereiken, waarin zij niet slaagden.
Eenige buitenwijken van Berlijn wer
den getroffen. Vervolgens werden
bommen geworpen op een kleine stad
in het Rijnland waar een kweekschool
getroffen werd, terwijl elders nog een
landbouwkundig museum van groote
waarde werd bestookt, doch ook hier
zonder groot resultaat.
WEL OF GEEN LANDING.
Voor afloop van den oorlog is het
antwoord van geen beteekenis.
Een belangwekkend artikel onder
den titel „Die Uberfallige Landung"
publiceert het Duitsche weekblad „Das
Reich" naar aanleiding van de Engel-
sche beweringen, dat thans de beste
tijd voor een landing in Engeland
voorbij is. Het blad constateert o.a.,
dat in werkelijkheid de vraag invasie
of geen invasie, invasie vandaag of
invasie morgen, in het geheel niet over
overwinning of nederlaag beslist. Deze
vraag is al door de Duitsche overwin
ning op het vasteland beantwoord.
SPANJE EN DE DRIE
MOGENDHEDEN.
Het Giornale d'Italia brengt in her
innering, dat het nieuwe Spanje ge
boren is als reactie op het oude po
litieke stelsel en dat de nieuwe gebeur
tenissen in Europa deze tegenstelling
slechts kunnen accentueeren.
Rij de ideologische redenen, die
Spanje met Italië en Duitschland ver
hinden, voegen zich thans belangen en
problemen als dat van Gibraltar. Dit
belangrijke thema is behandeld hij de
Italiaansche-Duitsche besprekingen te
Berlijn en Rome en in de gesprekken,
die Suner in de Duitsche hoofdstad ge
had heeft met den Fiihrer, von Rib-
bentrop en graaf Ciano. De laatste be
spreking, die gehouden werd door Cia
no, Ribbentrop, maarschalk Keitel en
Suner, leidde tot volledige omschrij
ving der posities en bedoelingen en tot
unificatie van de plannen der drie mo
gen dit eden.
Het bezoek van Serrano Suner aan
Rome, waar hij den Duce zal ontmoe
ten, heeft ten doel de laatste punten
in de betrekkingen tusschen Italië en
Spanje als naties der Middellandsche
Zee te preciseeren.
Het Giornale d'Italia besluit met de
verklaring, dat een der beginselen van
de politiek van de spil hierin bestaat,
dat de Middellandsche Zee moet toebe-
hooren aan de mediterrane volken. Op
den grondslag van dit beginsel be
hoort de Italiaansch-Spaansche soli
dariteit bij de fundamenteele bestand-
dcclen van de Italiaansche politiek en
van de nieuwe ontwikkeling in de ge
schiedenis van Europa.
JAPAN EN DE VEREENIGDE
STATEN.
De Amerikaansche vice-minister van
Buitenlandsche Zaken, Sumner Wel
les, heeft te Cleveland een rede gehou
den, waarin hij verklaarde, dat de
Vereenigde Staten zullen voortgaan
Engeland allen steun in den vorm van
leveringen van allerlei aard te ver-
leenen.
Wat het verre Oosten betreft, zeide
Welles, dat elke kwestie hieromtrent
op vreedzame wijze door onderhande
lingen kan worden opgelost. De Ver
eenigde Staten wenschen, dat in het
Verre Oosten de rechten van Amerika
en van de Amerikaansche burgers,
overeenkomstig de bestaande verdra
gen of overeenkomstig het volkenrecht
zullen worden geëerbiedigd. Alle han
deldrijvende landen dienen daar gelij-
Waaiwybsche en Langstraatschc loiiraiit,