SPORT
FEUILLETON
HET WAS IN AUSTRALIË,
34
19 16
143
7 10
15 8
14
38 10
60
8 8
14 8
12 16
52
8
8
31 4
19 4
319 10
13 4
79 4
12
0
10 5
1
8
1207 7
CHURCHILL IN EEN
SCHUILKELDER.
40 jaar geleden!
De huidige premier Winston Chur
chill hij wordt in de andere maand 66
jaar oud is wellicht de eerste En-
gelschman. die ooit van zijn leven uit
oorlogsnoodzaak in een schuilkelder
moest kruipen. Hij deed dat n.l. al 40
jaar geleden, tijdens den Boerenoorlog.
Hij was toen oorlogscorrespondent van
de Morning Post en ervoer het in die
dagen, dat de regeering van zijn land
gemakkelijker oorlogen ontketent dan
dat ze deze vlot tot een zegevierend
einde weet te brengen. Het Britsche
leger, hetwelk Churchill volgde, werd
verslagen en onze oorlogscorrespondent
werd door de Boeren gevangen ge
maakt. Dat was een geweldige teiste
ring voor den actieven geest van den
jongen man en weldra bracht deze een
plan tot ontsnapping in uitvoering.
Hongerend en dorstig trok hij dagen
achtereen door vijandelijk gebied, tot hij
eindelijk zoo uitgeput raakte, dat hij
aan een woning aanklopte, bereid om
zich opnieuw gevangen te laten nemen.
Hij bleek echter terecht te zijn gekomen
bij een Engelschen mijnopzichter, die
ook in oorlogstijd eenige onmisbare
werkzaamheden aan de verlaten mijn
installaties moest blijven verrichten en
daartoe van de Boerenautoriteiten ver
lof had bekomen. Deze man verzorgde
den uitgeputten Churchill, maar hij
durfde hem niet binnenshuis houden.
Hij bracht hem enkele honderden me
ters onder den grond in de mijn, waar
de oorlogscorrespondent zich weken
achtereen verborgen heeft moeten hou
den, alvorens hij de gelegenheid be
kwam om zich wederom bij de Britsche
strijdkrachten te vervoegen. Over zijn
ervaringen schreef hij een succesvol
boek „The Boer War", dat hem op den
voorgrond der publieke belangstelling
plaatste. Dat Churchill een buitenge
woon goed stylist is, bleek ook uit de
bibliografie, welke hij over zijn vader
schreef, een vader, dien hij als mensch
en staatsman hoogelijk vereerde.
Deze vader, Lord Randolph Chur
chill, stierf in 1895, slechts 46 jaren
oud, maar zijn korte leven is vervuld
geweest van schitterende initiatieven en
belangrijke daden. Hij was een tegen
stander van den liberalen leider Glad
stone, maar meermalen richtte hij ook
hevige aanvallen, in en buiten het par
lement, tegen de politiek der conserva
tieven, van welke groep hij deel uit
maakte. Hij was slagvaardig, eerzuch
tig en vol zelfvertrouwen, eigenschap
pen, welke zijn zoon blijkbaar sterk
vererfd heeft. Randolph Churchill ver
wierf zich aanhangers voor zijn uitzon
derlijke standpunten en vormde weldra
met deze de z.g. „Fourth Party" (Vier
de Partij), welke de leer der Tory-de-
mocratie beleed; d.w.z.-conservatief van
staatkundig beginsel, maar hervor
mingsgezind ten behoeve eener betere
sociale positie van de massa. Hij kreeg
zitting in het kabinet-Salisbury (1885
'86) en regelde de expeditie van Bir
ma, welke hij ook tot een succesvol ein
de leidde. Ditzelfde Birma speelt als
bevoorradingsweg voor Tsjang Kai
Sjek, uit Br. Indië naar China, thans
een groote rol in de ontwikkeling der
BritschJapansche betrekkingen. In
Augustus '86 werd Randolph Churchill
Kanselier van de Schatkist, maar vrij
spoedig legde hij dit ambt neer, omdat
zijn collega's van oorlog en marine zich
niet met zijn bezuinigingsplannen kon
den vereenigen. In zijn laatste levens
jaren was hij oppositieleider in het La
gerhuis.
Winston Churchill, de huidige Brit
sche premier, kwam enkele jaren na
zijns vaders dood en nadat hij een deel
van den veldtocht in Transvaal had
meegemaakt, als vertegenwoordiger
van de Conservatieve Partij in het La
gerhuis.
Als vrijhandelaar was hij een tegen
stander van Chamberlains protectionis
tische politiek en dat werd aanleiding
tot zijn overgang naar de liberale par
tij. Als onderstaatssecretaris 1905-
'08in een liberaal kabinet, streefde hij
ernstig naaf het economisch herstel
van het door den oorlog zoo geleden
hebbende Zuid-Afrika en naar de zelf
standigheid van dit gebiedsdeel als
Britsch dominion.
In 1909 werd onder zijn leiding storm
geloopen tegen het veto-recht van het
Hoogerhuis inzake financiën en hij won
den slag. In 1911 zien we hem als Eer
ste Lord der Britsche Admiraliteit (mi
nister van marine), in welke functie hij
de vloot tot een maximum-sterkte op
voerde met het oog op den komenden
oorlog zooals hij later erkende
met Duitschland. In 1915 openbaarde
hij, dat hij deze aanzienlijke vlootuit-
breiding eigenlijk had volbracht inge
volge een belofte, welke hij daartoe had
gedaan aan den ouden liberalen leider
Asquith.
Tijdens den vorigen oorlog was
Churchill als initiatiefnemer verant
woordelijk voor twee ondernemingen
der geallieerden, welke op een groot
fiasco uitliepen, t.w. de aanval op Ant
werpen en de expeditie naar de Dar
danelles waar tienduizenden Fran-
schen en Engelschen zijn gevallen voor
een verloren zaak. (De expeditie moest
in 1916 aftrekken). In Mei 1915 trad
Churchill uit het kabinet. Toch hebben
zoo goed als alle deskundigen achteraf
de twee voornoemde initiatieven van
Churchill als schitterend erkend en de
mislukking geweten aan de hopeloos
slechte uitvoering. (Het Dakar-avon
tuur van onlangs herinnert eenigszins
aan het initiatief der Dardanellen-expe-
ditie).
Churchill ging na zijn aftreden strij
den in Frankrijk, waar hij het Kon.
Schotsche regiment commandeerde. In
1917 werd hij echter weer minister (van
munitievoorziening en later, van 1918
'21 van luchtvaart). Hij toonde zich
een groot tegenstander van het aan-
knoopen van betrekkingen met Sovjet-
Rusland en kwam daardoor in conflict
met Lloyd George. Van 1924—'28
maakte hij deel uit van de kabinetten
van Baldwin en Mac Donald; hij ex
celleerde in deze jaren als Kanselier
van de Schatkist; hij voerde krachtige
bezuinigingen door, gepaard aan niet
malsche belastingverhoogingen en
bracht aldus de Engelsche financiën
weer op gezonder basis.
Op het oogenblik staat hij aan 't hoofd
der regeering als gevolg van den roep
in het land om een krachtigen regee-
ringsleider. Van zijn verdiensten of
(en) tekortkomingen als chef van de
Britsche politiek in den meest benauw
den tijd, welke het imperium ooit heeft
doorgemaakt, gewagen we hier niet.
Voor een oordeel is het te vroeg; dat
zal blijven voorbehouden aan de ge
schiedenis.
N. V. B.
Programma voor Zondag:
Afdeeling IV. Eerste klasse.
NAC—MVV.
LONGA—Roermond.
NOADJuliana.
EindhovenBW.
HelmondWillem II.
LimburgiaPSV.
Tweede klasse C.
ZwaluwWilhelm i na.
SVDSchijndel.
TOPKolping.
De ValkHelmondia.
ESVBrabantia.
WSC—Picus, H. F. M. Druyts.
Nevel oR KT V V.
Derde klasse I.
SET—RKC, P. van' Drunen.
RWBOisterwijk, F. van Dun.
SartoGil dok.
Zal t bommelBaardwijk.
G. M. Stolzenbach.
Derde klasse K.
Breda—WVO.
DNLBoeimeer.
DongenRoode Ster
SCOGroen-Wit.
DESK—EKC, H. J. v. d. Burgt.
Vierde klasse I.
Dongen 2Veersche Bovs, J. L. Boks.
DESK 2—BWB 2, A. J.'Heesakkers.
RKC 2—WSC 2,
W. M. v. d. Oudenhoven.
Uno Animo—Sporters, G. van Nulaivd.
Eerste klas.
In een volledig programma, openen
NAC en MVV de fij, met een wedstrijd
in Breda. Na aanvankelijk eenige suc
cesvolle wedstrijden gespeeld te hebben,
zakten de prestaties van beide elftallen
eenigszins. Toch geven wij NAC de voor
keur, nietje door het terreinvoordeel en
het feit, dat zij MVV in Limburg, reeds
wis te bedwingen. LONGA zal morgen
haar verdienstelijke prestatie, van vori
ge week, legen Juliana, waar moeten ma
ken, door een overwinning op Roermond.
Wij achten de Tilburgers daar wel toe
instaat. NOAD staat voor de lastige taak
om strijd: te gaan voeren tegen Juliana.
De Limburgers hebben hooge adspiraties
en zullen trachten deze door een over
winning in Tilburg te behouden, iets
wat ons zeer wel mogelijk lijkt. In Eind
hoven komt de club van dien naam in
aanraking met BW. Dit treffen zou de
Bosschenaren best twee puntjes kunnen
kosten. Naar onze meening heeft Willem
II in Roermond weinig kans. Mochten die
Tilbufgsche tricolores er andiers over
denken, dan zal het resultaat ons dit uit
wijzen. Limburgia zal het tegen PSV ver
re van gemakkelijk hebben. Al wordf de
wedstrijd dlan ook op haar terrein ge
speeld, is dit voor ons geen argument om
op iets anders dan een Eindhovenscbe
overwinning te rekenen.
Tweede klasse C.
Derbys in Den Bosch en Eindhoven.
W.S.C. legen Picas.
Het blijft hier gelukkig nogal vlot gaan
i met de afwerking der competitie en na
morgen zijn we weer een heel eind in
de goede richting geschoten.
Ongetwijfeld zaj Wilhelmina den dag
van morgen echter met vreeze tegemoet
zien, want een uitwedstrijd tegen het
Vughtsche Zwaluw is lang geen sinecure.
Niet dat wij de kracht der hoogvliegers
ook hoog aanslaan, maar het is hier het
plaatseiiik clement met (jen, onvermijde
lijk daaraan verbonden naijver, die wel
een voor verrassingen zou kunnen zor
gen. Zoo staat het ook in Eindhoven,
waar ESV Brabantia ontvangt. Mogelijk
brengt hier een gelijk spel een bevredi
gende oplossing. Schijndel slaat als hek
kensluiter nu geen direct fraai figuur en
wij zfjn van meening, dat dit er met een
uitwedstrijd tegen SVD niet beter op zal
worden. TOP ontvangt Kolping. Zeker is
hier wel een overwinning der thuisclub
mogelijk, maar dit zal dan slechts na de
uiterste krachtsinspanning bereikt kun
nen worden. Na een tweetal opeenvol
gende gelijke spelen, heeft de Valk mor
gen stellig weer de kans op een vollen
buit. Als Nevelo zich van de krach der
laatste weken hersteld heeft, kan zij op
eigen veld een gelijk spel tegen RKTVV
behalen, maar anders zal zij het met een
nederlaag nieten doen. Tenslotte zijn we
aangelegd op het interessante treffen
tusschen WSC en Picus. Interessant in
zooverre, dal het hier een bezoek van het
sterke Picus geldt, dat regelrecht op een
kampioenschap aanstevent. Wij achten
onze geel-zwarten niet in staal dezen on-
sluimigen gang der Eindhovenscbe col
lega's te belemmeren, maar dat zij als
een waardige tegenpartij zal fungecrcn,
staat voor ons ook vast. En och, wie
weet
Derde klasse I.
De drie' Waal wij kers komen morgen
alle in het geweer en alleen van RWB
kunnen we direct zeggen dat het zondter
kleerscheuren voor haar zal afloopen,
daar het zwakke zusje Oisterwijk op be
zoek komt. Toch zouden wij de tricolo
res voor onderschatting willen waar
schuwen. RKC ziet zich een bijzonder las
tige taak opgedragen, in den vorm van
een uitwedstrijd tegen SET. Het behoeft
in het geheel niet als een onderschatting
der combinatiekrachten beschouwd te
worden, als wij een Tilburgsche zege
voorspellen. Iejer weet immers dal het
bij SET moeilijk is te winnen. Zouden
de RKC'ers toch dit sloute stukje- uilha
len, dan reeds bij voorbaat ons welge
meend compliment. Baardwijk moet naar
Zaltbommel. Op dien uit ge droogden har
den kleigrond, zullen de geel-zwarten een
harde peer te verorberen krijgen, die hen
mogelijk wel eens in het kc< lgat kon blij
ven steken en al mochten zij er in slagen
ze toch daar door heen te krijgen, dan
kon zij wel eens moeilijk te verteeren
blijken. Het paalselijk geval tusschen
Sarto en Gudok zal wel een heimatliche
zege worden, waarmee Sarto dan bedoeld
wordt.
180
63
Derde klasse K.
eda zal er goed aan doen, zich al-
vn^st voor te bereiden op een nederlaag,
want wij geloovcn niet, dat een ander re
sultaat tegen het bezoekende WVO mo
gelijk is. Gelijkwaardige krachten ont
moeten elkaar in den wedstrijd DNL
Boeimeer, zoodal een punten verdeeling
niet onmogelijk is. Dongen zal op volle
toeren moeten draaien om aan Roode
Ster te ontkomen, doch de Dongenaren
achten wij daartoe wel in staat. Hoe het
zal gaan tusschen SCO en Groen-Wit kun
nen wij vooralsnog moeilijk beoordeelen,
al is een klein succes voor de thuisclub
niet uitgesloten.
DESK zal zich zonder meer wel over
EKC ontfermen aan laatstgenoemde de
taak het aantal doelpunten tol minstens
zes te beperken.
INVENTARIS
VAN EEN SCHOENWINKEL
UIT HET JAAR 1759.
Wij ondergetekende(n) Volkert de Blok en
Hendrik ten Bosch, als bij appoinctement van
de Ed: agtb: Heeren Scheepenen dezer stadt
van dato 8 Meij 1759, gecommitteerd oin de
schoenmakers winkel van Christoffel Mange-
laar Wedüenaar van Anna Christina Belkin,
met alle deszelfs ap en dependentie te taxee-
ren, verklaaren na(ar) onze beste kennis en
wetenschap dezelve Christoffel Mangelaar ten
tij.iie van gemelde zijns vroüws overleijden is
geconstitueerd geweest, te hebben getaüxeert,
invoegen als hier onder agter ij der post is
uytgedrukt te weeten:
Een hondert en twintig Paar
mans schoenen a 30 stfrs 't
paar
Drie en sestig paar jongens
schoenen' in soorten a 20
st(uij)fers 't paar f
Negentien paar Cainoesde Mans
schoenen a 36 st(uij)frs 't
paar
Twee en twintig paar vrouwe
Camoesde Muijlcn ongeboort
a 18 st.fers 't paar
Een hondert drie en veertig
paar vrouwe MuijJen divers
a 20 st.frs 't paar
Vijftien paar dunne schoenen
a 10 st.frs 't paar
Veertien paar vrouwe schoenen
a 22 st.frs 't paar
Twintig paar Ivindere schoenen
a 14 st.frs 'l paar
Vijf en dertig paar Mans Muijlen
divers a 22 st.frs 't paar
Vijftig paar vrouwe Muijlcn a
24 st.frs 't paar
Ses paar vrouwe schoenen a
28 st.frs 't paar
Sêstien paar jongens Roode
Muijlen a 18 st.frs 't paar
drie en twintig paar jongens
Muijlen a 12 st.frs 't paar
Vijf deekens Camoest Leer, we
gen 40 pont a 26 st.frs 't pont
tien vellen Rood en blauw leer
agt Doseijn basaan a 3:18 't
dose ij n
Ses en Negentig doseijne Mans
en Vrouwe houten a 4 st.frs
't dozijn
Een en seventigh Twijfelaars
zo vrak als gaaf, wegendie
door elkander 'I stuk 18 pont,
a 5 st.frs 't p(ond)
Twee en twintig klijne buy den,
de hyijt 4 pond a 3 st.frs 't
pond
Een en een half dosijn suijgers
wegende 144 pond a 11 st.frs
't pond
twee dosijn wit kalfs leer en
eenige stukken en brokken,
te zanten
gaaren en twijn
Een en veertig paar geborduur
de blaaden a 5 st.frs 't paar
Veertien paar gedrukte blaaden
a 2 st.frs 't paar
twee paar geborduurde en een
paar gedrukte schoenblaaden
te zamen
Eenige lappen sloff
Eenig Zilver Lint en Mantel-
koort
De schoenmakers en winkelge
reedschappen en planken,
toonbank en uythangbord te
zamen 30
Actum Amsteldam den Meij 1759.
(was geteekent)Volkert de Blok
Hendrik Ten Bosch
(gedeelte eener notarieele akte gepasseert door
Notaris Haac Pool in dato Meij 1759. Notariee
le band: 12698, akte No. 1. Stedelijk oud
archief van Amsterdam. Geschreven Stuk.
D. M. Vieyra.
„De Schoen".
van „De Echo van het Zuiden".
bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
Nadruk verboden.
21)
Ja, zei Ralston met vroolijk tin
telende oogen. Ik ben bevorderd tot
commandant van het koninklijke schip
de „Coot", een zeldzaam prachtig schip
dat lekt als een zeef en zoo snel zeilt,
dat een paard met één poot het kan
bijhouden.
De beide mannen kenden het be
doelde schip en lachten.
Er zijn n.l. gevangenen ontsnapt
en de gouverneur zond vanmorgen om
den commandeur. Het resultaat van
het gesprek was, dat de „Coot" onmid
dellijk zeilree gemaakt moest worden.
Daarop zei de commandeur mij, dat ik
met het commando er van was be
last en dat ik bij den gouverneur moest
komen. Deze was heel vriendelijk en
zei mij, dat ik moest zoeken naar een
Amerikaansche brik, de „Palmyra",
die verdacht werd de ontvluchte ge
vangenen adh boord te hebben. Als ik
het schip had gevonden met de ge
vangenen er op, moest ik het hierheen
terugbrengen. Het schijnt een vreemd
zaakje te zijn en de oude heer is er
heelemaal van ondersteboven.
Er schijnt een zekere kapitein Lu-
gard bij betrokken te wezen.
Hij zweeg plotseling, daar hij wist,
dat Lugard Rutlands gast was ge
weest.
Ga voort Ralston, dr. Haldane en
ik stellen veel belang in je vertelling.
Het spijt mij dat- kapitein Lugard er
bij betrokken is.
Het schijnt den gouverneur ook te
spijten. Hij zei mij, dat ik met de
grootste omzichtigheid te werk moest
gaan, daar er geen zekerheid is om
trent Lugards schuld.
Wanneer zeil je uit, mijnheer
Ralston? vroeg Haldane snel.
Tegen zes uur vanavond zoodra
ik alles wat ik noodig heb aan boord
heb laten brengen.
Hij drukte beide mannen de hand
en ging heen. Daarop stond Haldane
op en zei tot den commissaris:
Rutland, ik weet niet of ik ver
standig handel of niet, maar ik ga on
middellijk naar den gouverneur ver
lof vragen met de Coot te mogen uit
zeilen. Hij zal mij die gunst niet wei
geren. En als hij mij vraagt waarom,
vertel ik hem alles. Hij is een trouw
vriend van Fred Lathom.
Je bent een beste kerel, Haldane.
Maar wat zal je doen als je Wray en
mevrouw Lathom op dat schip vindt?
Dat weet ik nog niet, ik zal al
les doen om Lathom te sparen. Maai
Rutland, bet is een ellendige geschie
denis.
Je hebt gelijk, zei de commissa
ris vriendelijk, zeg, heb je soms
geld noodig?
Wil je mij 500 pond leenen tot
ik terug kom?
Meer dan dat, als je wilt, Halda
ne. Ga naar den gouverneur, dan zal
ik zorgen bij je terugkomst het geld
in goud voor je gereed te hebben.
Met een hartclijken handdruk na
men de beide mannen afscheid.
HOOFDSTUK XIII.
Juist toen de „Palmyra" om Smoky
Cape heenzcilde en in kalm water
kwam, stierf John Adair rustig en
vreedzaam in de armen van Helen.
Het schip lag voor anker en Vincent
Hewitt kwam op bet dek om den ka
pitein te zeggen dat zijn oom dood
was.
Arm kind, zei de goede man bewo
gen. En tot zijn matrozen vervolgde
hij: Weest bedaard mannen,
maak zoo weinig mogelijk geraas.
Mijnheer Dawson, de vlag halfstoks.
Een oogenblik later kwam ook He
len uit de hut baars vaders. Zwijgend
drukten allen haar de hand.
Kapitein Lugard en ik moeten
hel schip voor eenige oogenbiikken
verlaten, jufrouw Adair, zei de kapi
tein. Wij willen een geschikte
plaats zoeken om het schip aan land
te brengen, maar mijnheer Grey en de
hofmeester staan tot uw dienst, en
uw neef blijft bij u.
U zijt allen zoo vriendelijk vooi
mij, kapitein Caroll en ik ben u heel,
heel dankbaar voor alles wat u voor
mijn vader hebt gedaan.
Zij trachtte door haar tranen heen
te glimlachen en vervolgde:
Ik zal nu trachten niet meer te
schreien; ik moet onthouden dat n
veel hebt te doen en ik wil u helpen
en niet hinderen. Zeg mij als 't u
blieft wanneer u... vader denkt te...
Vandaag niet, juffrouw Adair,
zei Lugard zacht. Kapitein Caroll
dacht dat u het liever morgenochtend
had. En bij dacht ook dat u gaarne
zelve de plaats zoudt uitkiezen waar
ge uw vader begraven zaagt.
O, kapitein Lugard, zei het meis
je dankbaar. U bent altijd zoo vol at
tentie voor mij. Wij, mijn neef en ik,
zullen uw vriendelijkheid nooit ver
geten, want wij danken u onze vrij
heid.
Het is kapitein Caroll en mij
steeds een groot geluk u van dienst te
kunnen zijn, antwoordde de jonge
Amerikaan ernstig. Zou het U schik
ken over twee uren met ons aan land
te gaan. Het waait nog wel hard, maar
het regent niet meer.
Gaarne, kapitein Lugard, ik zal
gereed zijn.
Tien minuten later vertrokken de
beide kapiteins in de sloep naar den
ingang van een klein riviertje dat op
driehonderd meter afstand van de lig
plaats der boot in zee stortte.
Je moet trachten de jonge dame
minstens twee uren van boord te
houden, Lugard. Ik wil den armen
ouden heer in een behoorlijke doods
kist laten rusten en je kunt nagaan
wat een vrouw moet gevoelen als zij
het liefste wat zij op aarde heeft, aan
den grond moet toevertrouwen.
Je bent eeii beste man, Caroll,
zei de jonge zeeman bewogen, het
arme meisje zal je in haar gebeden
niet vergeten.
De regen had opgehouden toen de
beide kapiteins aan land stapten en
bier en daar was een blauwe vlek-
zichtbaar in het grauwe hemelgewelf;
een oogenblik viel een zonnestraal op
het strand en de inct hoornen begroei
de heuvels. Dicht bij het strand zwom
men groote scholen visschen als, har
ders, geepen en wijtings, die volstrekt
geen angst toonden bij de nadering
van de mannen.
Wij kunnen hier de netten uit
werpen, Lugard, wij kunnen binnen
een uur de boot vol hebben en dat zal
eens een afwisseling zijn van het eeu
wige gezouten vleesch en de stok-
visch.
Er zijn hier stellig ook veel kan-
garoes, zei Lugard. Het is pre
cies zoo 'n land als in den omtrek van
Post Macquarie en Cattai Creek en
daar heb ik er iederen dag honderden
gezien. Wij kunnen er eenigen schie
ten en even goed versch vleesch als
versche visch krijgen. Het zou hier een
prachtig plekje voor een jacht van
een paard agen zijn en ik wou dat wij
er tijd voor hadden.
Dal zal wel gaan. Wij sleepen
de brik op het strand, Grey stopt het
lek en wij schieten kangaroes. Om je
de waarheid te zeggen vrees ik dat de
ergste storm nog moet komen en dan
zijn wij hier in ieder geval beter at
dan in volle zee.
Na korten tijd keerde de sloep te
rug en haalde Lugard Helen. Hij ging
weer naar land terwijl de bemanning
bestond uit den stuurman Manuel
Castro, een jongen Portugees, die een
uitmuntend schutter was en uil twee
matrozen.
Twee dagen waren verloopen. John
Adair was begraven in een klein
boschje dat uitzag op de zee, een
boschje van wilde appelboomcn en
hooge statige palmen. Lugard had het
plekje ontdekt en Manuel Castro en
de twee andere matrozen maakten een
doorgang door 't dichte kreupelhout.
Patrick Montgomery en Cole plaat
sten een groot houten kruis bij bet
graf.
Op den derden dag was de „Pal
myra" weer opgekalefaterd en gereed
zee te kiezen. De lucht was helderder
geworden en de wind was gaan liggen,
ofschoon het nog vrij hard woei en
Carroll was blij dat hij zoo'n veilig
plekje had gevonden voor de hoog-
noodige reparaties. De mannen en He
len zaten aan strand onder een groote
tent die gemaakt was van een fokzeil
waar Helen den meesten tijd had
doorgebracht, 's nachts bewaakt door
Patrick Montgomery, Colo en Manuel
Castro.
Helen was bezig een bouquet te ma
ken van zacht fluweelige bloemen die
zij tijdens haar wandeling dicht bij
het boschje, dat haar altijd dierbaar
zou blijven, had gevonden.
(Wordt vervolgd).