r AKKERTJES 2 1/ FEUILLETON DE DUBBELGANGSTER J EEN WITTE KERSTMIS. Wat er ook vreemds aan de Kerst mis van dit jaar moge zijn geweest, er was althans in vele plaatsen des lands ook iets van een goede, oude, ofschoon niet geheel ononderbroken, traditie: er was sneeuw, welke de vel den wit maakte en ze tot zilveren klankborden omtooverde van de klok ken, welke de oude boodschap van vre de luidden en van verlossing. Maar be halve sneeuw was er ook dooi nu en dan, welke het ijs broos maakte, waar over tienduizenden gedurende de Kerstdagen hebben gezwierd. Onge lukken zijn niet uitgebleven; verschei dene jonge levens gingen verloren. Het is overigens nog maar een kwak kelwintertje tot nu toe, maar het kwam vroeg genoeg om ons nog een hoop na righeid te bezorgen, wanneer het stren gere vormen gaat aannemen. Hier en daar is er gebrek aan brandstof in de gezinnen. Heel wat arme menschen zijn niet in staat geweest om tijdig met hun bonnen de toegewezen portie kolen op te nemen en nu is brandstof schaarsch in de opslagplaatsen der handelaren.... Het traditioneele Kerstmaal heeft niet behoeven te ontbreken; er was ge zorgd, dat de slagers over voldoende vleesch beschikten, maar zeer velen moesten nochtans hun bonnen onge bruikt laten, omdat het vleesch te duur RADIO. Met het toestaan van zendtijd in de avonduren zijn de autoriteiten geleide lijk weer wat royaler geworden. Den laatsten tijd kwam het herhaaldelijk voor, dat Hilversum I de uitzendingen enkele minuten na de officieele sluiting van 7.15 uur de uitzending weer her vatte en tot middernacht voortzette. Ook gedurende de Kerstdagen hadden we niet te klagen over misdeeling met radio-genot en waarschijnlijk zal deze gunstiger regeling blijvend zijn. Heel 't radio-wezen ten onzent wordt gereor ganiseerd; bijzonderheden daarover i i i«i i i zouden heden-. Vrijdagavond te 6 uur, voor de microfoon worden gegeven. Waarschijnlijk zal dan blijken, dat er een algemeene Nederlandsche om roep wordt ingericht, waaraan de be staande omroepvereenigingen blijven medewerken, als uitvoersters van be paalde deelen van de dagelijksche pro gramma's. Van haar zelfstandigheid gaat echter veel te loor. AGRARISCH FRONT. Onder de auspiciën van oud-minis ter Posthuma, de Nederlandsche voed- seldictator uit de jaren van den vori- gen wereldoorlog, den man van de een heidsworst, is een agrarische eenheids beweging tot stand gekomen, beli chaamd in het Agrarisch Front, waar toe de boerenorganisatie van de N.S.B. en de vereeniging Landbouw en Maat schappij zijn samengesmolten. Dezer dagen werd het speciale gebouw van het Agrarisch Front in gebruik geno men en daarbij waren o.m. aanwezig de voornoemde oud-minister Dr. Post huma, Ir. Mussert, de leider der N.S.B. en Graf Grothe als vertegenwoordiger van den Duitschen Rijkscommissaris. Leider van het Agrarisch Front is de heer W. Slob te Hoofddorp. WINTERHULP. Heden, Vrijdag, en morgen, Zater dag, zal er weer worden gecollecteerd ten bate van Winterhulp. Voor deze collecte is een grootscheepsche propa ganda gevoerd, welke hopelijk haar uitwerking niet zal missen. Er moet im mers zooveel nood worden gelenigd. Ook de heer Piek, directeur-generaal van Winterhulp-Nederland, heeft zich in een radio-toespraak tot het volk ge wend ter aanbeveling van de collecte. Hij zeide o.m. ervaren te hebben, dat het collectewerk niet meevalt, omdat niet alle volksgenooten het schoone doel begrijpen. Hij zeide te hopen, dat de collectanten zich gesterkt zullen ge voelen door de wetenschap, dat hij, de heer Piek, met zijn gedachten steeds bij hen zal zijn. Meerdere notabele inge zetenen des lands hebben de collecte warm aanbevolen in gesproken of ge drukt woord. De Rijkscommissaris, die ter gelegenheid van de eerste collecte 50.000 beschikbaar had gesteld voor Winterhulp, heeft thans, ter gelegen heid van Kerstmis, een zelfde som ge schonken ten behoeve van de Neder landsche oorlogsweduwen. DE K. R. O. Pater J. Dito O.P., voorzitter van den Katholieken Radio-Omroep, schrijft ons: Onze luisteraars hebben recht op een verklaring over de huidige positie van den K.R.O., in verband met de re cente overheidsmaatregelen op het ter rein van den omroep, welke in de dag bladen en voor de microfoon bekend zijn gemaakt. Uit de talrijke binnenge komen vragen blijkt trouwens, dat er een algemeene en zeer intensieve be langstelling voor bestaat. Wat de gevolgen van de genoemde maatregelen in een verdere toekomst zullen zijn, is nog niet in alle opzichten duidelijk, waarom wij ons thans beper ken tot de positie van den K.R.O. in de naaste toekomst. Hierover kunnen wij de volgende mededeelingen geven: 1. Er blijven in de naaste toekomst K.R.O.-uitzendingen verzorgd worden op dezelfde wijze als dit in het verleden geschiedde. 2. Deze K.R.O.-uitzendingen staan onder volledige verantwoordelijkheid van het bestuur onzer Stichting. Zij zullen derhalve in principieel opzicht volkomen vrij en ongerept blijven. 3. Aan den K.R.O. zal niets wor den opgelegd, wat in strijd is met de katholieke beginselen. 4. Bij de uitzendingen zal duidelijk tot uitdrukking gebracht worden, wat K.R.O.- en wat andere uitzendingen zijn; het kan dus voor allen duidelijk zijn, welke uitzendingen door de ver antwoordelijkheid van den K.R.O. ge dekt worden. KERSTREDE VAN DEN H. VADER. NED. POLITIEHOND VEREENIGING. De Nederlandsche politiehondver- eenigng heeft in ,Den Haag haar jaar- lijkschc algemeene vergadering gehou- .den. Bij atwezigheid van den voorzit ter, jhr. A. D. Laman Trip, werd de vergadering geleid door den vice-voor- zitter, mr. F. A. .1. Deelen uit Breda. Het oud-hoofdbestuurslid, de heei M. K. Westendorp uit Nijmegen, werd met algemeene stemmen benoemd tot eerelid. De kampioenswisselbekei werd uitgereikt aan den dresseur Jac. Brouwer, Zeist, die op de gehouden keuringen met zijn hond 3U2 punten had behaald. De heer J. C. van Helsland uil Kaatsheuvel, penningmeester van het hoofdbestuur, die aan de beurt van aftreden was, werd bij acclamatie her kozen. De H. Vader heeft in de zaal van liet Consistorie de leden van het H. College van Kardinalen in plechtige audiëntie ontvangen, die Zijne Heilig heid hun Kerstwenschen kwamen aan bieden. De kardinaal-deken las den Paus een boodschap van eerbetoon voor, waarop Zijne Heiligheid met een per radio verspreide Kerstrede ant woordde. De Paus begon zijn Kerstrede met de leden van het H. College van kar dinalen voor hun Kerstwenschen te danken en hun op Zijn beurt een Zalig Kerstmis te wenschen, van welk feest Hij de groote beteekenis roemde voor de Christenheid. Geen enkele gebeurtenis in het men- schelijk leven, zoo betoogde Zijne Hei ligheid, kan het Goddelijk geheim ver troebelen der geboorte van Jesus Christus, aangezien aan Zijn kribbe troost gevonden wordt voor al het menschelijk leed. Met nadruk wees de Paus op de be zorgdheid, waarmede Hij het onheil gadeslaat van het groote conflict, waaronder de wereld gebukt gaat, en Hij onderstreepte dat thans, maar vooral ook wanneer het conflict voor bij zal zijn, het werk der geestelijke opbeuring in het bijzonder gewijd zal moeten zijn aan de taak om de diepe wonden te helen, welke door dit con flict geslagen worden. Vervolgens verklaarde de Paus, dat Zijn vaderlijke zorgen thans heel bij zonder uitgaan naar de krijgsgevange nen en hij zeide zich gelukkig te ach ten, dat Hij hun bijna overal door mid del van Zijn vertegenwoordigers een woord van troost en opbeuring had kunnen doen toekomen. In dit verband maakte de Paus ge wag van de genomen initiatieven voor de krijgsgevangenen en vluchtelingen, alsmede voor hun familieleden, in de verschillende landen. Daarna herinnerde de Paus aan de principieele verklaringen, welke Hij een jaaf geleden heeft afgelegd over essentieele vredeswaarden, welke ge baseerd moeten zijn op gerechtigheid, waarna Hij er den nadruk op legde, dal die verklaringen ook heden ten dage nog haar actueele karakter be zitten- „De Kerk, zoo betoogde Zijne Hei ligheid, is niet geroepen om partij te kiezen in de elkaar soms contrastee- rende stelsels betreffende de middelen, waarmede de ommekeer in Europa naar een betere toekomst zal moeten worden tot stand gebracht. Wij hopen dat alle volkeren uit dit conflict te voorschijn treden, bezield met een nieuwen en beteren geest". De essentieele voorwaarden, zoo ver volgde de Paus, voor elke nieuwe orde zijn evenwel de volgende: 1. Een overwinning op den haat, welke thans dé volkeren gescheiden houdt. 2. Een overwinning op het weder- zijdsche wantrouwen. 3. Een overwinning op het begin sel, dat hetgeen men nuttig acht de grondslag vorm van het recht. 4. Een overwinning op de al te scherpe verschillen op het gebied van de wereld-economie, opdat aan alle landen de middelen verschaft worden om een behoorlijk leven te leiden. 5. Een overwinning op het egoïsme, dat vervangen moet worden door een oprechte solidariteit en broederlijke samenwerking. „Wanneer dit conflict voorbij is, dan hopen wij, dat de verantwoorde lijke mannen een rechtvaardige oplos sing zullen weten te vinden, teneinde een werkelijke nieuwe orde te vesti gen, welke een bron van geluk ge noemd kan worden voor alle volke- Onder deze VQQfl vaart de rooker wèlDan heeft hij het beste van het beste in zijn pijp! De heerlijke Speciaal-Melange „No. 33". mild. zacht en geurig als geen andereGekorven en gemêleerd volgens het bijzondere Nicmcijer NON-SHARP principe! S? ECIAAI VOOR DE ren De Paus eindigde zijn rede met allen Zijn apostolischen zegen te geven. DUITSCHLAND ZIET 1941 ONBEZORGD TEGEMOET. Het jaar 1940 heeft practisch de vol tooiing gebracht van de groote voor bereidingen, waarmede in 1930 met 't Vierjarenplan begonnen was, om de Duitsche vitale behoeften uit eigen middelen te verzekeren. Vanzelfspre kend worden over het in bedrijf stel len van nieuwe fabrieken, over de op voering der capaciteit, over de om schakeling van de productie op oor- logsvoct geen mededeelingen open baar gemaakt. Men weet echter, dat in hel afgeloopen jaar zeer intensief is gewerkt. Dit blijkt zeer duidelijk uit de ontwikkeling der cijfers over de tewerkstelling. Wanneer het on danks. de inkrimping of zelfs stilleg ging van tal van bedrijven, die voor de oorlogvoering geen belang hebben, ondanks de tewerkstelling van hon- deruduizenden buitenlandsche werk krachten, het aan het werk zetten van gevangenen, de herscholing van vak- inenscnen in het Rijk zelf, de tewerk stelling van vrouwen, de opschuiving an de ouderdomsgrens voor pensioen gerechtigden e.d. thans nog noodig is alle Duitsche bedrijven „door te kam men en daar alle overbodige werk krachten weg te halen, kan men daar uit concludeeren, hoe groot de pro ductie van oorlogsmateriaal is. Adoll' Hitler heeft in zijn jongste redevoe ring meermalen op het feit gewezen, dat hij in „tijden van rust" niet slaapt, doch zich grondig met andere dingen bezig houdt. Hel valt aan te nemen, dat de intensieve inspanning van de leiding van hel Rijk in de eerste plaats op een uitbreiding van dié productie programma's gericht is, welke voor de naaste toekomst van belang zijn. Voorsprong op Engeland. Hadden in de afgeloopen jaren de in aanbouw zijnde fabrieken uitge breide hoeveelheden materiaal noodig ol blokkeerden de geprojecteerde pro ducties de capaciteit der machine-in dustrie, dit is intusschen in hoofd zaak opgeheven. Die bedrijven zijn thans zelt gaan produceeren en vor men zoowel voor de grondstoffenvoor- ziening van Duilschland als ook voor den aanmaak van oorlogsmateriaal 'n waardevollen steun. Het valt niet te ontkennen, dat Duitschland in dit op zicht tegenover Engeland een voor sprong van eenige jaren bezit, welke niet in te halen is. Het is verder van zei isprekend, dat bepaalde speciale productieprogramma's pas bij het uit breken van den oorlog zijn opgesteld. Er valt op te rekenen, dat de volle stroom van het nieuwe Duitsche ma teriaal pas in 1941 zal beginnen te vloeien. In het jongste filmjournaal wordt de tewaterlating van tal van duikbooten vertoond, een bewijs, dat ook op dit gebied stijgende prestaties worden geleverd. „DE ECHO VAN HET ZUIDEN' 9) - Ik weet het niet. Het is niet ern stig met haar. Dokter Marsdon zegt, dat ze een stoot heeft gehad, en dal ze in orde zal zijn als ze weer bijkomt. Ik moet haar goed in het oog houden en hem alles rapporteeren wat ze doet. Is het geen beeld? Maar, Agues t is gek, dat ik dat niet eerder heb opgemerkt ze lijkt sprekend op jou! Dat kan ik niet vinden; je ver beeldt 't je maar. Zou 't? Maar nu moet je die lin gerie eens bekijken! Heb je ooit zoo» iets gezien? Is die kant niet om te ste len? Ze zeggen beneden, dat ze heel 'ijk moet zijn, en daarom hebben ze haar ook op de eerste klas gelegd. An ders gaan verkeers-slachtoffers van wie we nog geen naam weten, altijd naar de zaal. Ik zou wel eens willen weten, wie ze was! Madge schude het hoofd en ging aarzelend naar de deur. Ik moet weg, zei ze. Ik ben al te Jang gebleven. Er zal wel gauw ie mand voor haar komen. Als je dan oplet, kun je er wel achter komen, wie ze is, en dan hoor ik het later wel van je. Om acht uur, dienzelfden morgen, was Mayne Redmayne door zijn ka merdienaar gewekt. Neemt u me niet kwalijk, mijn heer, zei hij op zijn plechtige manier, maar Lord Mersia wenscht u onmid dellijk te spreken, en terwijl Redmay ne zich op zijn elleboog, oprichtte, kwam de graaf het vertrek binnen. Hij was heel bleek; zijn oogen ston den hol en zijn smalle lippen waren opeengeperst. Vergeef me, dat ik je zoo kom storen, Redmayne, zei hij; maar ik ben erg van streek. Hij brak af, en hoewel hij niet naai den bediende keek, wenkte Redmay ne dezen toch, de kamer te verlaten. Dank je. Ik ben volkomen rade loos, Redmayne. Ik kom bij jou God weet waarom misschien alleen maar, omdat ik weet, dat ik op je kan vertrouwen, op je hulp kan rekenen: ik ben Irene verloren! Maar het was teekenend voor den jongeren man, dat hij eindelijk ant woordde, klonk zijn stem zacht en stil; tè zacht en stil om iets anders te kunnen zijn dan een masker voor de aandoening, die hem tot in het diepst van zijn hart doorschokte. Verloren! Bedoelt u, dat zij dood is? vroeg hij, en de laatste woor den vielen van zijn lippen, alsof er in hemzelf iets gestorven was. Neen, neen! Dat verhoede God! zei Mersia met bevende stem. Ze is weg verdwenen. Redmayne sprong het bed uit en begon zich haastig aan te kleeden; zijn gezicht, hoewel strak en bc- heerscht, was even bleek als dat •\.n den beangsten vader. Vertel me er alles van, zei hij schor. Gisteren is ze uitgegaan met Prosper om te winkelen. Bij Steele Smart wilden ze op haar gemak een paar dingen aanpassen, en omdat 't al laat was, stuurde ze Prosper met den wagen naar een anderen winkel, zeggend, dat ze zelf wel met een taxi thuis zou komen. Hij zweeg even en bevochtigde zijn droge lippen. Ze is niet thuis gekomen. Redmayne strikte machinaal zijn das op het gevoel, en zonder te zien wat hij deed. Wat hebt u tot dusver gedaan? vroeg hij, langzaam, alsof hij vreesde, zijn zelfbeheersching te verliezen, wanneer hij meer dan enkele woorden sprak. Ik ben naar de politie geweest; ik heb er is alles gedaan, wat maai bij mogelijkheid te bedenken is.. We hebben haar niet gemist vóór het etenstijd was. Prosper was bang, me ongerust te maken, en vertelde me dus niet, dat ze er al had moeten zijn. Ze verwachtte haar elk oogenblik. Ik ging naar Steele; ze was daar al om zes uur weggegaan. Redmayne, help me! Voor 't eerst van mijn leven heb ik mijn hoofd verloren. Ik voel me hulpeloos; de vreesdijkste vermoe dens maken ine bijna gek. Ik vraag je excuus voor dit binnenvallen; ik kon onmogelijk wachten tot je gekleed was ieder minuut is een eeuwigheid van doodsangst voor me. Mijn kind mijn kind! Laten we naar beneden gaan, zei Redmayne heesch; en alsof het vanzelf sprak, liepen ze de straat op. Nogmaals, het spijt me erg, dat ik je zoo ben komen lastig vallen, Red mayne, zei Mersia, toen ze een oogen blik stilstonden, met de aarzelende besluiteloosheid van hen, die niet we ten, welken weg ze zullen inslaan of waar ze eigenlijk heen willen. Het is vreemd, maar ik denk altijd het eerst aan jou, als ik in eenige moeilijkheid verkeer. En en we hebben je den laatsten tijd zooveel gezien; je je staat bijzonder goed bij haar aange schreven. Redmayne keek op met een plotse- lingen glans in zijn oogen. Waar is die winkel, waar Pros per haar heeft achtergelaten? vroeg hij. In Regent Street. Gaat u dan naar het St. John's Hospitaal, zei hij, dan ga ik naar het St. Matthias. Een oogenblikje, Lord Mersia! U moei maar niet uw naam noemenLady Irene zou niets voelen voor publiciteit in al die blaadjes, die het doen en laten der society uitrafe len en bepraten. Juist. Ik heb de politie ook al ge vraagd, den naam uit de kranten te houden. Je denkt aan alles, Redmay- ,ne. Wil je bij me thuis komen als je haar niet vindt? Redmayne knikte en wendde zich af. In Oxford Street gelukte het hem, een taxi te krijgen en nadat hij den chauffeur gezegd had, zoo vlug hij kon naar St. Matthias te rijden, leun de hij achterover tegen de bank, be dekte zijn oogen met de hand en zag met angstwekkende duidelijkheid het mooie gezichtje van Irene voor zich, wit, en verstard in de kilheid van den dood. Maar toen hij voor dokter Marsdon, den inwonenend chirurg stond, was er niets van zijn doodelijken angst in zijn oogen te lezen, en zijn stem klonk vast en effen. Ja. Ze is hier, mijnheer Redmay ne, zei de dokter, want hij herkende den staatsman, wiens portret zoo dik wijls in de geïllustreerde bladen ver scheen. Ze is hier; en ik ben blij, dal ik u kan geruststellen. Hoewel ze nog steeds buiten bewustzijn is, verkeert ze niet in levensgevaar. Na uw be schrijving twijfel ik er niet aan, dat de patient Lady Irene is; maar net lijkt me toch het beste, dat u haar zelf even identificeert. Redmayna boog licht het hoofd en volgde den geneesheer door de gan gen. In de deur van het kamertje, waar Irene lag, scheen hij nauw merk baar te aarzelen. Is ze bewusteloos? vroeg hij. Ja; en het kan nog wel uren du ren, eer ze bij komt. Maar er is wer kelijk geen reden voor bezorgdheid. Ze zal misschien wat zwak en wat koortsig zijn in het begin, maar u zult har vandaag nog mogen vervoeren. Redmayne liep om het kamer scherm heen en stond neer te zien op Irene. Wilt u even uit mijn kamer een fleschje reukzout halen, zuster? Hel staat op mijn schrijftafel, links, zei dokter Marsbin. Het is Lady Irene, zei Redmay ne met gedempte stem. Zou het mo gelijk zijn, haar identiteit geheim te houden? Lord Mersia wenscht niet... - De kranten zouden er vol van staan, natuurlijk, knikte de dokter be grijpend. Het zou hinderlijk zijn voor den graaf, en voor haar ladyschap evenzeer. Er is niet de minste reden, waarom wij den naam bekend zouden moeten maken. Ik zal nu eerst zien, of ik den graaf telefonisch kan bereiken. En mag ik hier dan nog een poosje wach ten? Als ze bijkwam en niemand om zich heen zag, dien ze kende mag ik blijven tot zijn lordschap komt? Maar zeker, zeker! zei dokter Marsdon. (Wordt vervolgd) De beste behandeling is: onder de wol, eens flink transpireeren en drie maal daags'n "AKKERTJE"nemen. "AKKERTJES"bevorderen ten zeerste het zweeten, gaan de koorts tegen, verdrijven het ellendige pijnlijke gevoel en bestrijden de infectie. "AKKERTJES" zijn beioemd om hun snelle, uitstekende jwerking. Vaak nagemaakt, /maar nog nooit geëvenaard. Op elk "AKKERTJE" staat »t AkKER-merk: Uw garantie! tegen pijnen, hoofdpijn, "nare dagen" Doos: 13 stuks - 12 stuivers: 2 stuks - 2stuivers. is.. 1 5 cent per hall ons

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1940 | | pagina 2