GEMENGD NIEUWS JAN VERAA INGEZONDEN STUKKEN FEUILLETON DE DUBBELGANGSTER E.BRINCKMAN, Gedipl.Pédicure maakt bekend j MIDDENSTAKDS- BORGSTELLINGSFONDS voor de Langstraat-te Waalwijk Advertentiën t HOE BEWAART MEN VLEESCH EN EIEREN? Verschillende slagers leveren al het vleesch voor een distributieperiode te gelijk af aan hun klanten. Deze ne men dat voor alle zekerheid maar aan. Daarom is het goed ook over het be waren van vleesch even te spreken. In ongebraden toestand kan men het vleesch zelfs in een goeden kelder maar één dag bewaren. Door het te zouten of te marineeren kan men deze periode rekken. Bij het zouten trekt echter veel vocht uit het vleesch, wel ke vocht men alleen hij het afmaken van de jus kan gebruiken. Het mari neeren (met water, azijn en kruiden overgoten wegzetten) is alleen vooi taai rundvleesch en voor lamsvleesch aan te raden. Beter is het, het vleesch kort na ontvangst te braden, in een kleine pan of kom over te zetten, vlug af te koe len en met de jus te overgieten. Wan neer het geheel onder jus of vet staat, blijft het op een koele plaats wel een paar weken goed. Heeft men misschien, nu er weinig vleesch te krijgen is, op de bonnen rookworst gekocht voor de stamppot? Denk er dan aan, dat deze zachte worst beslist niet langer bewaard kan worden dan twee weken. Alleen de harde, droge worsten zijn duurzamer. Deze moeten dan op een koele, tochti ge plaats ongehangcn worden. De wit te uitslag, die soms ontstaat, is afkom stig van het zout of van een onscha delijk schimmel. Zij wordt met een droge doek er afgeveegd en de worst met wat vet ingewreven. Bij een aan gesneden worst bestrijkt men de snij- vlakte met een weinig boter of vet. Gebruikt men de voor het gezin be stemde eieren niet direct dan komen zij op een eierrekje te staan. Eieren hebben een poreuze schaal en nemen gemakkelijk geuren uit hun omgeving over. Plaats ze daarom nooit in de buurt van sterk riekende stoffen. Wie wat eieren in kalk of waterglas heeft, zorge er voor dat deze een „vorstvrije" maar koele standplaats hebben. Als er geen vleesch is, moet men er direct maar aan beginnen, daar zij niet langer dan gedurende den wintel bewaard moeten worden. Alleen zeer versch in waterglas in gemaakte eieren kunnen in een koe len kelder in een volgenden winter nog gebruikt worden. Een overgeble ven eierdooier bewaart men in een kopje met water, anders droogt bij te veel uit. Hierbij nog een waarschuwing voor het gebruik van eendeneieren bij de spijsbereiding. Eendeneieren kunnen ziekte overbrengen, zij moeten daarom uitsluitend in hard gekookten toe stand gebruikt worden. In de bakke rij mag men ze alleen voor de be schuitbereiding gebruiken, omdat geen ander gebak voldoende verhit wordt om de ziektekiemen in het eendenei te dooden. Koop alleen eendeneieren voorzien van een stempel. (Buiten verantwoordelijkheid der Red.i Mijnheer de Redacteur! Men kan moeilijk zeggen, dat bij het nieuwe belastingstelsel geen reke ning gehouden is met gezinssterkte. De verhoogde omzetbelasting drukt wel het zwaarst het kinderrijke gezin van den kleinen en kleineren man. Ongehuwden die sparen wilden voor een te vormen gezin krijgen het ook moeilijker. Oorlog, bezetting met al de aankle ve ervan gaan gewoonlijk met alge- meene volks verarming gepaard. La ten we hopen, dat we als volk er gees telijk nogtverrijkt en beter op wor den. De booze geest die eenmaal Kain de grimmige vraag deed uitspreken. Ben ik mijns broeders hoeder! zal te gengegaan moeten worden. De chris telijke levenswet: Als het sterke ver heerlijkt wordt het zwakke mede ver heerlijkt moet worden en als een lid lijdt alle leden mede lijden, zal weer opnieuw gelezen en opnieuw beoefend moeten worden. Een herlevend natio naal bewust volksleven, geleid door een krachtig regeerbeleid, dat het volk naar God toevoert, mag een zegen zijn. Terwijl ik U en Uw blad Mijnheer de Redacteur voor 1941 alles wat wen- schelijk is toewensch besluit ik met de vurige hoop uit te spreken, dat het jaar 1941 het tijdstip in zich bergen mag waarop van Almachtige lippen, mede tot heil van de menschheid, het bevel moge uitgaan: Houdt op! Het is genoeg! Zwaard keer weder in uwe scheede. Met vr. dank en hoogachting, een der medelezers van Uw blad. NOG DRIE GEWONDEN BEZWEKEN. Het A. N. P. meldt: Doordat nog drie gewonden bezweken zijn, is het aantal dooden, in den nacht van Don derdag op Vrijdag in een plaats in het Noorden des lands bij een Engel- schen luchtaanval gevallen, tot zeven gestegen. Daarnaast is er een aantal zwaar en licht gewonden. Er ontston den vier groote branden. Verscheide ne brandbommen heeft men tijdig on schadelijk kunnen maken. Tot nu toe is de vrees, dat zich nog vermisten on- der het puin zouden bevinden, niet be vestigd. In den nacht van Vrijdag op Zater dag is een aanval gedaan op een ande re plaats. De schade aan woonhuizen was niet aanzienlijk. Een man werd licht gewond, een paard werd gedood. IN EEN' WAK VERDRONKEN. Zondagmorgen om kwart voor twaalf is in het Wilhelminakanaal on der Oirschot het twaalfjarige zoon tje van de familie Louwers in een wak terecht gekomen. Na ongeveer een uur dreggen heeft men den jongen opgehaald. De levensgeesten waren toen geweken. Heden overleed te Hos- malen tot onze diepe droefheid, voorzien van de H.H. Sacramenten der stervenden, in den ouder dom van 53 jaar, onze innig geliefde Znsler, Be huwdzuster en Tante Mejuffrouw JOHANNA FRAN CISCA VAN ER P. Wij bevelen de ziel van de dierbare overledene in U wegodvruchtigegebeden aan. Waalwijk Jan van Erp en Kind. Frans van Erp Marie van Erp H. de Kort-van Erp J. de Kort en Kinderen. 's-Bosch, C. Sevenster-van Erp I. Sevensler en Kinderen. Waalwijk, 7 Jan. 1941. Heden overleed plotseling te 's Grevelriuin-Ca pelle onze lieve Moeder, Be huwd-, Groot- en Over grootmoeder JACOBA NEELTJE DE ROOY Weduwe van A. M. SOETERS, in den leeftijd van ruim 81 jaar. A. Soeters J. Soeters Richard N. Soeters- v. Bal en Blanken A. J. Bom-Soeters G. Theod. Bom J. Zeydner-Soeters J. Zcydner Klein- en Achter kleinkinderen. Amsterdam, 5 Jan. 1941. Volstrekt eenige en alge meene kennisgeving. Acbter bel Stadhuis 30 - Tel. 4869 -BOSCH DES MAANDAGS ADRES: HOTEL VERWIEL TEL. '26 WAALWIJK. Heden overleed plotse ling ten huize van den Heer M. L. Vermeulen onze lieve Zuster en Behuwdzuster JACOBA NEELTJE DE ROOY Weduwe van A. M. SOETERS, in den leeftijd van 81 jaar. Klein-Dongen, W A. van Alphen- de Rooy V rij hoeve- Capelle, J. M. Oerlemans. 's-Grevelduin-Capelle, S. C Vermeulen- de Rooy M. L. Vermeulen. 5 Januari 1941. De Ru rgemet ster der ge meente GEERTRUIDENBERG lo. dat, ter voldoening aan ar tikel 10 der Onteigeningswet, eene commissie uit Gedepu teerde Staten der provincie Noord Brabant, bijgestaan door den daartoe door het algemeen bestuuraangewezen deskundige en het hoofd van het bestuur der gemeente Geertruidenherg, in het ge meentehuis aldaar zitting zal honden den 23an Januari 1941 te 2 ure n m., teneinde de bezwaren van helanghebben den aan te hooren tegen het plan van uitbreiding van de electrische centrale te Geer truidenherg van de N V. Pio- vinciale Noordhrahantsche Electriciteits Maatschappij te 's-Hertogenbosch met bijko mende werken en noodigt belanghebbenden uit om hun. ne bezwaren, ter plaatse en ure vermeld, mondeling of schriftelijk aan genoemde commissie mede te deelei 2o dat de stukken, bedoeld in het eerste lid \an artikel 12 der Onteigenirgswet en ter voldoening aan het tweede lid van dat artikel ter inzage van een ieder worden neder- gelegd ter secretarie der Ge meente, van 9 Januari 1941, totdat de commissie hare werkzaamheden binnen de gemeente heeft volbracht 3o. dat het uitgewerkt plan van het geheele werk, bedoeld in het laatste lid van artikel 12 van meergenoemde wet, voor een ieder ter inzage za! liggen ter secretarie der gemeente, van 9 Januari 1941 totdat de commissie hare werkzaam heden heeft volbracht. Bezwaarschriften zijn vrij gesteld van het recht van zegel«. Geertruidenherg, 7 Jan. 1941. De Burgemeester voornoemd, J. B1ANCH1. Op karwei MARKT WAALWIJK Inlichtingen of aanvragen GR001E STRAAT 205 BAARDWIJKSCHE STRAAT 4 „DE ECHO VAN HET ZUIDEN 12) O, kijk! Wees voorzichtig! riep ze, hem in de rede vallend. We zijn vlak hij den stuwdam Hij keek zorgeloos over zijn schou der en draaide wat hij met zijn linker- riem. Ik wilde je zeggen, Irene, dat ik Pas op! riep ze weer, en geen seconde te vroeg, want de boot was in den sterken stroom vóór den stuw dam beland en ze verkeerden in on middellijk gevaar. Terence keek om zich heen en trachtte met forsche slagen weer in kalmer water te komen, maar de stroom had de ranke hoot in zijn greep en weerstond al zijn pogingen. Gaan we er overheen? vroeg Ire ne rustig. Zullen we Houd je aan de boot vaststiet hij uit. Houdt je zoo stevig vast als je maar kunt. Het moet gezegd worden, dat hij zijn krachten tot het uiterste inspan de maar tegen het zachte, verraderlij ke „trekken" van den stroom was geen menschelijke macht opgewassen. Irene zag den stuwdam vlak voor zich, en stelde zich al voor, hoe ze door het kolkende water zou worden wegge- werveld, toen een stem in haar ooren klonk. De stem bereikte haar onduidelijk, en toen ze haar hoofd in de richting draaide, vanwaar ze scheen te komen, zag ze niets. Er bleef haar ook geen tijd meer om iets te zien of te hooren. De boot schoot sneller en sneller op den stuw dam toe en sloeg een oogenblik latei om. I-rene voelde het water donderend bruisen over haar iioofd, voelde hoe het zich boven haar sloot; toen ver loor ze het bewustzijn. De hoot was tegen een der palen van den stuwdam gedreven en juist gekanteld door Terence's pogingen om ze weer vlot te krijgen. Hij greep wild naar Irene, toen ze overboord schoot, maar miste haar, en werd het volgend oogenblik over den dam gespoeld. Toen hij weer bovenkwam, kon hij haar zien drijven, een paar meter voor hem uit; ze werd snel meegevoerd door den stroom, en zoo goed het in het woelende water ging trachtte hij haar na te zwemmen. Doch elke se conde voerde haar verder van hem weg. Ze dreef nog steeds aan de op pervlakte; haar dunne zomerkleeren vingen bijna geen water. De sluiswachter had Terence's kreet gehoord en rende zoo hard hij kon naar een roeiboot, die aan den oever gemeerd lag; maar nog vóór hij ze kon hereiken, kwam een ruiter, die langs den kant had gereden, in vollen galop aan. Zorg jij voor den man! schreeuwde hij; en zonder een oogen blik te aarzelen, dreef hij het paard in de rivier. Pas op, mijnheer! riep de sluis wachter. 't Is diep daarginds, en de stroom Het paard steigerde en snoof onrus tig, toen het water zijn pooten raakte, maar zijn berijder drukte de sporen diep in de flanken en slóeg er on barmhartig op los; tenslotte waadde het dier het water in en begon te zwemmen. Zooals de sluiswachter ge zegd had, was de rivier op dit punt zeer diep, maar in het midden van den stroom had het water van den stuwdam een bank aangeslipt, en daar dreef Irene heen. De ruiter hield recht op haar aan. Nu zijn paard zich eenmaal in het ge vaarlijk avontuur hegeven had, ge hoorzaamde het bij de minste aanspo ring van den teugel of zijns meesters knieën; en in enkele oogenblikken j hadden ze het zinkende meisje be reikt. De ruiter hoog zich neer in het zadel en greep de witte jurk, en hoe wel hij bijna van zijn paard getrokken werd, gelukte het hem, in evenwicht te blijven. Even later waren ze veilig in on diep water, waar het dier steun voor de pooten vond, en de man liet zich uit het zadel glijden en hief Irene in zijn armen op. Geen honderd tellen later was de boot, met Terence aan boord, naast hen. Terence was zoo bleek als een geest en beefde van angst; niet voor zichzelf, dat moet gezegd worden, maar voor Irene. De eerste paar minu ten had hij slechts oogen voor haar, en pas toen de man, die haar had ge red, rustig zeide: En nu naar de sluiswachterswoning vlug! keek Terence naar hem op en uitte een kreet van verbaasd herkennen. Mijnheer Redmayne! Redmayne schonk geen aandacht aan hem, maar stapte, met Irene in zijn armen, in de boot; en ook daar bleef hij haar nog steeds vasthouden, zijn oogen strak gericht, zooals ze te gen zijn horst lag; met de vrije hand drukte hij het water uit heur haar. Toen de boot, die door den sluis wachter zoo snel mogelijk werd voort- geroeid, den oever bereikte, droeg Redmayne haar naar het huisje, waar vrouw en dochter van den bewoner reeds toebereidselen hadden gemaakt om hen te ontvangen. Wees u maar niet ongerust, mijnheer, er scheelt haar niets, kal meerde de vrouw; want Rechnayne's wit, strak gezicht was meelijwekkend om aan te zien. Ze is flauwgevallen van den schok ik geloof niet, dat ze meer dan één keer onder is ge weest de kracht van den stroom houdt ze altijd boven, weet u. Redmayne knikte zonder een woord te kunnen uitbrengen en ging naar huiten, terwijl de vrouw haar zorgen aan het bewustelooze meisje wijdde. Terence leunde tegen de deur, bevend van vrees en spanning. O, mijnheer Redmayne! Is zc Denkt u dal Redmayne beduidde hem met een ongeduldig gebaar, te zwijgen en bleef met gekruiste armen strak voor zich uit staan staren. De uitdrukking van zijn gezicht joeg den jongen man vrees aan. Ein delijk, na een eeuwigheid, kwam de vrouw van den sluiswachter weer naar buiten. Ze is bijgekomen, mijnheer, zei ze opgewekt. Het was net als ik zei enkel maar een flauwte. Ik heb haar een beetje cognac gegeven, dat ik nog in huis had, en haar in warme dekens gewikkeld. Maakt u zich maar niet bezorgd, mijnheer, ze zal er niets uit overhouden, hoor! Redmayne keerde zich met een ruk naar de vrouw om. Weet u het zeker? Een dokter Beware me, meneer, dat is ner gens voor noodig! onderbrak ze hem geruststellend. Heusch, gelooft u me, binnen een uur is de jongedame weer heelemaal opgeknapt. Toen ze naar binnen wilde gaan, wenkte Redmayne haar, nog even te wachten. hebt haar nog niet verteld, dal ik hoe ze uit het water werd ge haald? vroeg hij. Neen, mijnheer, daar heb ik nog geen tijd voor gehad; maar ik zal 't haar dadelijk vertellen, 't Was waar achtig geen kleinigheid, wat u ge waagd hebt; een dapper stukje, dat zeg ik! Halt! zei Redmayne, bijna streng. Ik wensch niet, dat de jonge dame er iets van verneemt. Wil jij dat ook onthouden, Terence? vroeg hij den jongen man. De boot kwam juist bijtijds zooals ook inderdaad het geval geweest zou zijn. Maar mijnheer Redmayne be gon Terence op gedempten toon. Redmayne keerde zich bijna driftig naar hem om, beheerschte zich ech ter en zei koud: Ik sta er op. Ik verzoek je, me je woord te geven. Goed dan, ik beloof je, dat ik mijn mond zal houden. Maar die men- schen zullen haar toch wel op de hoogte brengen. Laat dat maar aan mij over, zei Redmayne. Hij nam een banknoot van vijf pond uit zijn portefeuille en gaf die aan de vrouw van den sluiswach ter. Als uw man niet juist op tijd gekomen was zei hij veelbeteeke- nend. De vrouw maakte van verras sing en dankbaarheid haar mooiste buiging, maar leek toch niet weinig verbaasd, dat de moedige redder zijn daad zoo angstvallig verborgen wilde houden voor haar, die hij aan den dood ontrukt had. (Wordt vervolgd). Dc plechtige Uitvaart zal plaats hebben op Donderdag 9 Januari a.s. op het R.K. Kerkhof te Rosmalen. Eenige algemeene kennisgeving. Kerkstraat 310. De teraardebestelling zal plaats hebben Donderdag 9 Janua ides namiddags te 3 uur op de begraaf plaats Zorgvliet te Amsterdam. Welgemoed waar voor Fraaie bladwijzer (kunstdruk) gratis voor onze klanten kant U toCh niet met een «tob- berig werkpak loo pen. Draag d« vlotte, keurige Jumbo Overall, de overall met de 10 groote voor- deelen. Stof en uitvoering bere kend op zeer langen levensduur! Zie de mooie, practische modellen b*

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 8