land- en tuinbouw
amEPEH urn
DAMPO
FEUILLETON
ÜE QUBBELGANGSTER
Adverteeren
doet
verkoopen»
BONNEN.
Thans zijn geldig:
Brood: (wit, bruin, luxe, krenten
brood: dc met 1 genummerde
auüüele bonnen, rechigevende op
2oUU gram roggebrood of 2UUU gram
ander brood ot' 20 rantsoenen ge
bak, geldig t.e.m. 9 Februari (even
tueel t.e.m. Zondag 10 Februari).
Bon 25 (oude broodkaart) nog gel
dig t.e.m. 9 Februari.
Op de bloemkaart: Bon No. 4, rechi
gevende op 50 gram brood of y2
rantsoen gebak of 35 gram tarwe
meel, tarwebloem, roggemeel, rog
gebloem, zelfrijzend bakmeel ot
boekweitmeel.
Geldig t.e.m. Zondag 23 Februari.
Koffie en thee: Bon No. 02 van de
nieuw uitgereikte „bonkaart alge
meen" geeft recht op het koopen
van 125 gram koffie of 50 gr. thee.
Geldig gedurende het tijdvak van
3 Februari tot en met 16 Maart a.s.
Boter en margarine: Bon 28 van de
boter- en vetkaart geeft recht op
het koopen van een half pond boter
of margarine.
Geldig t.e.m. 9 Februari, (eventu
eel t.e.m. 16 Februari).
Bon 27 nog geldig t.e.m. 7 Februari.
Slaolie: Bon 21 van de boter- en vet
kaart geeft recht op het koopen van
i/2 flesch slaolie.
Geldig t.e.m. 28 Februari.
Eieren: Bon 03, rechtgevendc op één
ei, geldig t.e.m. Zondag 9 Februari,
(eventueel t.e.m. Zondag 16 Febr.).
Bon 59 (oud alg. distr. boekje) nog
geldig t.e.m. Zondag 9 Februari.
Kaas: Bon 19, 32, 45 en 58 geven elk
recht op het koopen van 100 gram
kaas, geldig t.e.m. 23 Februari.
Vleesch: Bon 01 (nieuwe vleesch-
kaart)- geeft recht op het koopen
van 100 gram vleesch, been inbe
grepen, of een rantsoen vleesch-
waren.
Op bon „01 worst, vleeschwaren", uit
sluitend een rantsoen vleeschwaren.
Geldig gedurende het tijdvak van
Donderdag 6 Februari tot en met
Zondag 16 Februari a.s.
Niet gebruikte bonnen blijven geldig
tot en met 19 Februari a.s.
Suiker: Bon 91 van het algemeen
distributiebonboekje geeft recht op
het koopen van 1 K.G. suiker.
Geldig t.e.m. 14 Februari.
Havermout of Havervlokken of Haver-
bloem of aardappelmeelvlokken:
Bon 57, rechtgevendc op 250 gram.
Geldig tot en met 21 Februari.
Gort: Bon 44, rechtgevende op 250
grain gort. gortmout of grutten, gel
dig tot en met 21 Februari.
Rijst: Bon 92 van het algemeen dis
tributiebonboekje geeft recht op I
koopen van 250 gram rijst of rijstc-
ineel of rijstgries of rijstebloem ot
grutlenmecl (gemengd meel).
Geldig tot 21 Februari.
Maizena of griesmeel- of puddingpoe
der of aardappelmeel of sago: No.
87, rechtgevende op 100 gram, gel
dig tot en met 21 Februari.
Vermicelli of macaroni of spaghetti:
No. 31, rechtgevende op 100 gram,
geldig lot en met 21 Februari.
Peulvruchten: Bon 102 van het al
gemeen distributiebonboekje geeft
recht op het koopen van V2 K.G.
erwten of bruine- en witte boonen
of capucijners, gedurende het tijd
vak van 27 Januari tot en met 16
Februari a.s.
Zeep: Bon 01 (nieuw alg. distr. boek
je)150 gr. toiletzeep (nieuwe sa
menstelling), 120 gr. huishoudzeep,
150 gr. zachte zeep, 250 gr. zeeppoe
der, (125 gr. zeepvlokken, 250 gr.
zelfwerkende waschmiddelen of 200
gram vloeibare zeep, oude voorraden
mogen worden uitverkocht), 20 kg.
dr. waschgoed.
300 gr. zachte zeeppasta, (600 gram
waschpoeder, alleen voor wassche-
rijen).
Geldig t.e.m. 28 Februari.
Bon 117: (extra bon, die afzonderlijk
aan personen hoven de 15 jaar is
uitgereikt) geeft recht op 't koopen
van 50 gram scheerzeep of één tube
scheercrême, of één pot scheerzeep,
geldig t.e.m. 30 April.
Petroleum: op zegel gemerkt: „Pe
riode „D", rechigevende op 2 liter,
t.e.m. 23 Februari.
Petroleumzegel „periode 8" geelt
recht op het koopen van twee liter
petroleum, gedurende het tijdvak
van Maandag 30 December tot en
met Zondag 23 Februari a.s.
Honden en kattenbrood: Bon 15 van
de vocderkaart voor honden en kat
ten.
Geldig t.e.m. 28 Februari.
Kinderschoenen: alle soorten tot en
met maat 23 zonder bon. Schoenen
en pantoffels blijven onveranderd.
BRANDSTOFFEN.
Bonnen 11, 12, 13 kaart haarden, ka
chels: één eenheid vaste brandstof.
Bonnen 25 t.e.m. 32 kaart centrale
verwarming één eenheid vaste
brandstof.
Geldig t.e.m. 28 Februari.
Bonnen „brandstoffen één eenheid,
4e periode", alsmede bonnen „cokes
één eenheid, 4e periode":
Geldig t.e.m. 28 Februari.
Geldigheidsduur bonnen 08, 09, 10
kaart haarden, kachels, en 15 t.e.m.
24 kaart centrale verwarming, ver
lengd t.e.m. 14 Februari.
Generator-anthraciet: B011 „generator-
anthraciet eerste periode" lhl. (max.
75 kg) anthracietnootjes V.
Bon „generator-turf eerste periode"
50 stuks baggerturf.
Geldig t.e.m. 28 Februari.
HET LYBISCHE
OORLOGSTERREIN.
II.
Een bezoek aan Bardia.
De bevolking van Lybië een
staalkaart van rassen en
kleuren. Ongeveer half zoo
veel Joden als Europeanen.
Maarschalk Balbo was
een humaan bestuurder.
Hoe de Italiaansche macht
in Lybië werd gevestigd.
Dat ik de „stad" Bardia heb bezocht,
ben ik eigenlijk pas te weten gekomen
uit de Britsche overwinningsberichten.
In den oorlog degradeert een stad tot
een onbeteekenend dorp, als ze onder
den druk der tegenpartij moet worden
ontruimd en een vuil dorp wordt een
stad in de oogen van wie het vermees
terden. In werkelijkheid is Bardia een
onnoemelijk gat, welke kwalificatie na
tuurlijk niets afdoet aan de militaire be-
teekenis dezer grensveste en de groote
doelmatigheid der haven. Heel Bardia
telt nauwelijks twee duizend inwoners:
de kern der bevolking wordt gevormd
door Egyptische Arabieren, die in ake
lige leemen hutten huizen, te midden
van hun kameelen, ezels en geiten. Ge
woonlijk liggen de leemen kotten in
groepjes bijeen rond een binnenplaats,
waar menschen en dieren het grootste
deel van den dag en ook gedurende de
meeste intens-warme nachten, tesamen
zijn; deze binnenplaatsen zijn zeer on
welriekend. Op soortgelijke wijze
maar ook wel in barakken en tenten
wonen in Bardia (en elders in Lybië)
voorts vele Abessiniërs, die door de
Italianen als arbeidskrachten zijn geïm
porteerd. De verschillende Arabische
volken munten niet bepaald uit door
arbeidslust, maar zij kennen onderlin-
gen naijver, voortspruitende uit tegen
stellingen van ras en godsdienst. Van
daar dat Abessiniërs in Lybië, waar ze
vreemd tegenover de inheemsche bevol
king staan, te waardeeren arbeids
krachten blijken, zoo goed als de Ly-
biërs in Abessinië! Door de plaats
zwerven voorts nogal wat Bedouïnen
(nomaden), die belang hebben bij den
trek langs de karavaanwegen; vooral
des Donderdags, in de uren tegen zons
ondergang. komt er heel wat van dat
volkje uit de woestijn opzetten om des
Vrijdags (den Mohammedaanschen
„Zondag gezamenlijk hun gebeden te
kunnen doen. Ze slaan dan aan den
buitenkant van de stad hun rommelige
tenten op en scheppen aldus tesamen
en met hun kameelen, een roezemoesig,
rookerig en kwalijk geurend kampe
ment.
Zóó is Bardia, uitgezonderd dan
een kleine wijk, welke kort aan den
rand van de steile rots is gebouwd,
welke de westzijde van de baai be
schermt: deze wijk dient tot woonoord
van de kleine kolonie Italianen bur
gerlijke en militaire ambtenaren,
welke in deze onherbergzame woestijn
plaats hun moeilijke taak verrichten
zonder ander liefs dan de gedachte aan
het verlof, dat ze eens in de twee jaren
genieten. Overigens moeten ze elkaar
maar bezighouden en is de eenige af
wisseling ih hun eentonig bestaan het
bezoek nu en dan van vrienden, die ze
zich maakten onder de militairen, wel
ke tot de bezetting behooren van de
londom Bardia in twee gordels gelegen
cn breed-uit met prikkeldraad versper
de betonnen „pillendoozen", of wel in
fort Capuzzo, ruim 20 K.M. de woes
tijn in. aan de Egyptisch-Lybische
grens.
Men moet erkennen, dat de Italianen
zich niet onverschillig hebben betoond
ten aanzien van het lot der inboorlin
gen. Ze richten zich in hoofdzaak tot
de jeugd, voor welke scholen werden
opgericht. Men tracht de inlandsche
kinderen ook te organiseeren in fascis
tische jeugdorganisaties en het is eigen
lijk een grappig gezicht om de jongens,
die zich daartoe lieten overhalen en
geen andere kleeding gewend waren
dan enkel een soort hemd of nog min
der parmantig te zien rondstappen
in hun mooie uniform, met hun zwarte
snoeten en bloote beenen en voeten.
Maar zoo mooi zijn ze enkel, als er een
oefening moet worden gehouden; zoo
gauw deze is afgeloopen, gaat 't mooie
pakje uit en hullen de knapen zich weer
in hun zoo-goed-als-niets.
Ik kreeg overigens niet den indruk,
dat de volwassen inlandsche bevolking
veel op had met de fascistische jeugd
beweging. De inheemschen van Lybië
vormen een nogal bont en voor een be
langrijk deel zelfs zwart samenstel van
volkeren en rassen, Arabieren, Ber
bers, Bedouïnen, negers (Soedaneezen
en Senegaleezen) en Abessiniërs. In de
twee voornaamste steden des lands.
Tripoli en Bengasi, wonen bovendien
vele joden. In heel Lybië wonen naast
circa 40.000 Europeanen ongeveer
20000 Joden. Hun positie is er anders
dan in Europa: ze zijn eigenlijk inheem
schen; in de steden wonen ze meeren-
deels tesamen in Joodsche wijken, maar
hun kleeding en beschaving zijn „Eu-
ropeesch".
De Joden in Lybië hadden veel res
pect voor maarschalk Balbo, den on
langs in den oorlog omgekomen Gou
verneur. Hij behandelde hen. naar het
Joodsche getuigenis, zeer humaan en
volgens verscheidene Lybische Joden,
met wie ik sprak, zou Balbo op den
eisch daartoe van Rome, vierkant ge- f
weigerd hebben om de Italiaansche
rascistische wetgeving in het Lybische
generaal gouvernement toe te passen.
Wat daarvan waar is, kan ik natuur
lijk niet zeggen.
Om den tegenzin der Lybiërs tegen
het Italiaansche fascisme te begrijpen,
herinnere men zich, dat Lybië eerst in
1911 door de Italianen op Turkije werd
veroverd, dat de Lybiërs tijdens den
vorigen wereldoorlog de bezetters tot
aan de kust terugdreven en dat eerst
in 1920 het verzet der oases Fezzan en
Koefra werd gebroken. Onder de Tur
ken genoten de Lybische stammen een
groote mate van zelfstandigheid.
(Wordt vervolgd).
12. Groenvoederverbouw.
Wat met bewonderenswaardige
energie door den helaas te vroeg
overleden prof. Broekema is gepro
pageerd en door meerderen reeds in
praktijk gebracht, zal, naar het ons
voorkoml, door de tijdsomstandig
heden nog meer op den voorgrond
komen. Wij bedoelen de uitbreiding
van den groenvoedeibouw.
Het is wel gebleken, dat deze
groenvoederverbouw, gepaard met
een op de meest doelma'ige wijze
van inkuilen, onze bedrijven ten
goede komt en zeer goed in onze
bedrijfsvoering ingeschakeld kan
worden.
Voornamelijk bestaat deze groen
voederverbouw in het benutiea van
den stoppelgiond. Hierdoor bereikt
men dat per hectare een gro tere
hoeveelheid voedsel gepioduc erd
wordt. De daarvoor in aanmerking
komende gewassin zijn o.m. klager,
mergkool, knollen, zonnebloemen,
die alle waardevolle opbrengsten
kunnen geven, welke virreweg op
wegen tegen de schaduw/ij len van
dezen groenvoeder* ei houw De scha
duwzijde ziin de extra onkosten er
aan verbonden door het aanschaffen
van het zaaizaad of de planten, de
exD a bemesting, die noodzakelijk is,
de kosten,die verbonden zijn aan de
vereischte werkzaamheden: zaaien,
verplegen en oogsten en het inkuilen.
Daarbij komt nog, dat men in vele
gevallen de grond niet vóór den
winter tot zijn beschikking heelt voor
een wintergewas Met al deze factoren
moet gerekend worden en zal iedere
hoer ook rekenen. Maar de hoe
veelheid voeder, die men verkiijgt
is van dien aard, dat deze, zooals
wij opmerkten, ruimschoots de on
kosten vergoeden.
Men overdenke bij het begin van
het seizoen goed wat er dit jaar te
doen zal zijn en gedaan kan worden
om de eigen productie zoo groot
mogelijk te doen zijn. Daarbij moet
dan ook nieerdan ooit aar den groen
voederverbouw gedacht worden.
AGBICOLA.
(Nadruk verboden
,DE ECHO VAN HET ZUIDEN".
21)
Hoe staat het met de toebereid
selen voor dc vlucht naar Australië?
vroeg zijn tante. Het gaat toch door,
hè?
Het gaat door, ja, bromde Teren
ce, wiens opgeruimdheid bij tooverslag
leek te verdwijnen. Om u de waarheid
te zeggen wilde ik, dat ik er nooit aan
begonnen was. Maar ik heb nu een
maal toegezegd d&t ik mee zou vliegen
en Lord Randall verstaat geen gek
heid. Ik kan elk oogenblik bericht krij
gen dat het zoo ver is en juist op het
oogenblik heb ik niet den minsten
lust van huis te gaan om allerlei
redenen. Hij waagde een blik in Irene's
richting.
Heb je lang tijd noodig om je te
verkleeden? vroeg hij na dc lunch on
geduldig.
Vijf minuten! beloofde ze la
chend; ze verheugde zich er op er
eens uit te komen.
Toen ze een kwartiertje gereden
hadden en op een stillen, rechten land
weg waren gekomen, vroeg Irene, die
een klein beetje chauffeuren kon, of
ze het weer eens mocht probeeren.
Terence stond haar de plaats aan het
wiel af en prees haar rustig en vast
sturen.
Ik zal toch mijn rijbewijs eens
zien te halen, zei ze, bemoedigend door
haar succes.
Ja, dat moet je zeker doen! zei
hij vlug.
Irene?
En? vroeg ze argeloos, al haar
aandacht hij het sturen.
Heb je al eens nagedacht over
over wat ik je onlangs gevraagd
heb? vroeg hij. Je herinnert het je nog
wel hè? Ik ik vroeg je om om
met me te trouwen.
Ja. zei ze, ik heb er over nage
dacht en Weet je zeker dat je 't
erg graag wilt, Terence?
Of ik dat zeker weet? vroeg hij;
en toen hij naar haar lief gezichtje
keek, naar de diepe grijze oogen, die
strak op den weg waren gericht, begon
zijn hart luid en zwaar te bonzen. Na
tuurlijk weet ik dat zeker!
Dan dan zal ik „ja" zeg
gen! zei ze. Ik wist zelf nog niet wat
ik doen moest, totdat ik totdat ik
mijnheer Hedmayne om raad had ge
vraagd.
Mijnheer Hedmayne om raad ge
vraagd? echode hij verwonderd en iet
wat ontstemd.
Ja, zei ze, terwijl ze haar hoofdje
een oogenblik naar hem toekeerde en
hem onschuldig aankeek. Ik heb hem
er van verteld; dat vind je toch niet
erg? Ik vertel hem altijd alles en
hij raadde me aan
Ja? vroeg hij snel.
Om „ja" te zeggen. En daarom
zeg ik „ja".
Irene! riep hij. en sloeg zijn arm
om haar heen.
Pas op! riep ze waarschuwend.
Ten slotte hen ik nog niet zoo'n goede
rijdster dat ik mijn aandacht kan ver
deden
En Lord Terence trok zijn arm te
rug, terwijl hij op zijn lippen beet en
de wenkbrauwen fronste. Maar een
oogenblik later klaarde zijn gezicht
weer op.
Hij was verloofd met de dochter
van Lord Mersia, en kon zijn geld
schieters in hun gezicht uitlachen
HOOFDSTUK XI.
Terence en Irene zwegen een paar
minuten, nadat ze zijn liefkozing
vriendelijk had afgeweerd; en ze ging
voort, met gespannen aandacht oen
wagen te besturen, alsof haar verlo
ving, die zoojuist een feit was gewor
den. haar hart geen oogenblik sneller
had doen kloppen, haar volmaakte
kalmte verbaasde Terence en irriteer
de hem zelfs eenigszins. Ze had nau
welijks gebloosd en haar lieve, helde
re stem had zelfs niet getrild.
We moeten het tante vertellen,
zei hij; en dan zal ik naar de stad
gaan en mijn opwachting maken bij
Lord Mersia. Denk je dat hij dat
hij zijn toestemming zal geven, lief
ste?
Ja. natuurlijk, antwoordde zij.
Waarom niet? Hij kent je al van je
kinderjaren af. Waarom zou hij er
iets tegen hebben, Terence?
- O, dat weet ik niet, zei hij vaag.
Vaders maken soms allerlei bezwa
ren; en en jij bent zijn oogappel.
En dan ben je zoo onmetelijk rijk,
weet je.
Maar wat heeft dat er nu mee te
maken? zei ze met een glimlach. Jij
zelf bent toch ook gefortuneerd of
zult dat toch ooit zijn, is 't niet? Ik
weet zeker, dat mijn vader zijn toe
stemming niet zal weigeren, als hij
weet, dat het mijn wensch is.
Dat is dan in orde, zei hij, blijk
baar opgelucht. Wat zullen we geluk
kig zijn, Irene! Denk toch eens
man en vrouw! En weer sloop zijn
hand naar de hare, maar Irene schud
de het hoofd.
Niet terwijl ik sturen moet! zei
ze, een beetje kort.
Terence beet op zijn lippen.
Maar ik zou je zoo graag eens
een oogenblikje voor mezelf hebben,
al is 't maar een paar minuten, fluis
terde hij. Ik kan nauwelijks gelooven,
dat je werkelijk om me geeft, dat je
mijn vrouw zult worden. Ja, wc zul
len gelukkig zijn! Zul je gauw met me
trouwen, liefste?
Een schaduw kwam over Irene's ge
zichtje.
O nee, nog niet gauwzei zc
haastig. Waarom zouden we eerst nog
niet een poosje verloofd blijven? Er
is tijd genoeg; we zijn allebei nog zoo
jong.
Niet te jong om te trouwen, ant
woordde hij. En waarop zouden we
moeten wachten?
Ik wilde liever nog niet dadelijk
trouwen, Terence, zei ze zachtjes, dc
wenkbrauwen peinzend gefronst. Ik
zou werkelijk liever nog een tijdje
wachten.
Zoodra zc Fairlawn bereikt hadden,
volgde Terence haar naar den salon,
nam haar hand en leidde haar naar de
hertogin, terwijl zijn oogen triomfan
telijk flitsten.
Tante, Irene heeft me beloofd,
mijn vrouw te worden, zei hij.
Zijn tante kreeg een kleur en slaak
te een uitroep van blijdschap, die Te
rence ervan overtuigde, dat zij er in
elk geval mee ingenomen was.
Mijn lieve Irene! Mijn lief kind!
riep ze, terwijl ze het meisje tegen zich
aantrok. O, ik ben zoo blij, zoo echt
blij! Maar is het werkelijk waar? on
derbrak ze zichzelf, want Irene had
haar omhelzing met een rustigen kus
beantwoord en geen blozend gezicht
je aan haar schouder verborgen, zoo
als de hertogin eigenlijk verwacht
had.
Irene keek met een glimlach naar
haar op.
Het is werkelijk waar, zei ze met
zachte stem. Ik ben zoo blij, dat het
u plezier doet.
Plezier doet! Het is het beste
nieuws, dat ik ooit van mijn leven ge
hoord heb! riep de hertogin. Al jaren
heb ik er naar verlangd en er op ge
wacht! Maar zooiets moest ik eigen
lijk niet zeggen vóór Terence met je
vader gesproken heeft. O liefje, ik zal
meer clan ooit het gevoel hebben, dat
je mijn eigen kind bent!
Dc tranen sprongen haar in de
oogen, maar die van Irene bleven even
helder en rustig.
Ja, stemde ze in, hartelijk ge
noeg, doch zonder eenig teeken van
de ontroering, die zulke tooneeltjes
pleegt te kenmerken. Misschien hel)
ik daar wel aan gedacht, toen ik „ja"
zei tegen Terence.
Vertel me er van, liefje, zei de
oude dame, haar meetrekkend naar
een sofa. Terence was de kamer uit
gegaan, wijselijk beseffend, dat hij nu
uitstekend gemist kon worden.
Irene glimlachte.
Er is eigenlijk niet veel te vertel
len. Terence vroeg me kort geleden
na na dat ongeluk op de rivier,
en ik zei, dat ik er over na zou den
ken; en nu, vandaag, vroeg hij me
weer en ik zei „ja". Dat is alles.
De eetlust van de jongelui scheen
door de gebeurtenissen van den mid
dag hoegenaamd niet geleden te heb
ben, en zij deden de welvoorziene thee
tafel alle eer aan. Onder de warme
blijdschap en hartelijkheid van de
hertogin verdwenen Irene's vage twij
fel en onbehagelijkheid, voor het
oogenblik althans; want de oudere
vrouw behandelde het meisje, alsof ze
iets buitengewoon verdienstelijks had
gedaan, en Terence omringde haa;
met al die kleine voorkomendheden,
die den zoo juist-geaccepteerden aan
bidder zoo vlot en zwierig afgaan. Hij
bleef zoo lang hangen als hij maar
kon; maar eindelijk moest hij zich
toch losrukken en afscheid nemen.
(Wordt vervolgd).
Dan rug en borst flink met Dampo
inwrijven en Dampo diep inademen.
Wonderlijk zooals dat helpt!
Dooi 30 el.
Tub# 40 el. Pol 50 el.