Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Buitenfandsch Nieuws,
„NOORD-BRABAND"
Dit nummer bestaat uit twee bladen.
Eerste Blad.
?rr\
Zenuwachtig?
NUMMER 14.
ZATERDAG 31 MEI 1941.
64e JAARGANG.
DIT BLAD VERSCHIJNT
WOENSDAG EN ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs
Per 3 maanden 1.31. Franco per
post door 't geheele rijk \A?Y2.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Giro No. 50798. Telegr.-Adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel. Minimum 1.50
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
De tijd gaat immer voort. Hij be
kommert zich niet om oorlogen, noch
om wereldhcrvonningen of andere
vraagstukken van veelomvattende be-
teekenis, maar gaat zijn eigen gang,
onder alle omstandigheden. In steeds
evenwichtige rust en regelmatigheid
rijen de dagen zich ononderbroken aan"
een tot weken, maanden en jaren.
Tijd. Het is een onmetelijk begrip
waar men zich over verbazen kan
maar dat men nimmer zal kunnen
doorgronden. Men aanvaardt daarom
den dag op dezelfde wijze als men zijn
voorgangers aanvaardt heeft en waar
op men zijn opvolgers zal tegemoet
treden.
Toch zijn er dagen waarop men zich
even terugtrekt uit den dagelijkschen
tredmolen van het leven. Dagen, waar.
op de tijd even schijnt stil te staan,
omdat zij samen vallen met de her
denking van grootsche en indrukwek
kende gebeurtenissen, die hun stempel
op het leven van alle eeuwen gedrukt
hebben.
Zoo is het ook met Pinksteren, wan
neer wij herinnerd worden aan 't feit
dat de H. Geest eenmaal over de Apos
telen is neergedaald en welk verhaal
zich als volgt vertellen laat: De Apos
telen hadden zich met Maria in een
zaal te Jeruzalem teruggetrokken en
de deuren en vensters met sterke slo
ten afgesloten, uit vrees voor de-joden.
Zoo warenv zij daar gezamenlijk in
strenge afzondering vereenigd en ver
zonken in diep gebed tot den Meester,
die hen immers gezegd had: Ik zal U
een Vertrooster zenden. Eensklaps
steekt dan boven Jeruzalem een krach-
tigen wind op die aanzwelt tot een or
kaan en ieder met angst en vreeze
vervult. Al de stedelingen zijn stom
verschrikt van dezen plotselingen
storm en hun schrik neemt nog toe
als de hemel eensklaps openbarst in
al zijn bovennatuurlijke geweldigheid
en zijne majesteit toont door bliksem
flits en dondergekletter.
En te midden van dit geweld daalt
de H. Geest neer van den Hemel en
stort zich uit in de leerlingen, die nog
biddend liggen neergeknield in de zaal.
Vurige longen dalen op hunne hoof
den neer en zij worden verlicht en zij
voelen plotseling een kracht in zich,
sterk genoeg om de wereld te verove
ren voor den Meester, die hun dezen
Vertrooster gezonden heeft.
Dan worden deuren en vensters wijd
geopend en onbevreesd trekken de
mannen naar buiten. Petrus gaat
voorop. Zij gaan de leer van hun Mees
ter prediken en duizenden stroomen
toe en verstaan de woorden, van welk
land zij ook komen.
Zooals boven gezegd is dit een feit
geworden van de allergrootste betee-
kenis, want de nederdaling van den
H. Geest beteekende de vernieuwing
van de wereld; het geboorteuur van 't
Christendom, het begin van een nieu
wen tijd en van een geheel andere we
reldorde. De H. Geest verscheen im
mers op Pinksteren, niet om slechts
een kort oogenblik op de aarde te ver
toeven en daarna weer te verdwijnen,
maar om zijn tegenwoordigheid op de
aarde voorgoed te bevestigen.
Van die tegenwoordigheid spreekt
ons uitdrukkelijk de Goddelijke Zalig
maker, als hij zegt: „Ik zal den Vader
bidden en Hij zal U een anderen Troos
ter zenden, opdat Hij eeuwig bij U zij,
de Geest der Waarheid, dien de we
reld niet ontvangen kan, wijl ze Hem
niet ziet of kent. Gij echter zult Hem
kennen, omdat Hij bij U zal blijven en
in U zal zijn". Zoo is de H. Geest blij
vend op aarde gekomen en daar werk
zaam in de menschelijke samenleving,
die Hij leidt met Zijn licht en Zijn
genadekracht, om het algemeen wel
zijn te behartigen en te bevorderen.
Het is voor onze maatschappij jam
mer dat deze laatste waarheid niet al-
lijd voldoende wordt erkend, doordat
KANEA OP KRETA INGENOMEN.
Het opperbevel van de Duitsche
weermacht maakt bekend:
Gelijk reeds is medegedeeld was hel
slagschip „Bismarck" na zijn zegevie
rend gevecht bij IJsland op 26 Mei
's avonds als gevolg van een torpedo-
treffer van een vijandelijk vliegtuig
onbestuurbaar geworden. Getrouw aan
het laatste radiogram van den vloot-
chef, admiraal Lutjens, is het slag
schip met zijn commandant, kapitein
ter-zee Lindemann, en zijn dappere be
manning op '27 Mei des morgens, voor
de veelvoudige vijandelijke overmacht
bezweken en met de vlag in top ge
zonken.
Op het eiland Kreta maken de ope
raties in nauwe samenwerking met de
bergjagers, valschermjagers en per
vliegtuig gelande troepen goede vor
deringen. Duitsche bergtroepen heb
ben, niettegenstaande moeilijke ter
reinomstandigheden het taaie verzet
van Britsche strijdkrachten en benden
insurgenten gebroken.
Zij hebben, met een koenen aanval,
den vijand uit zijn stellingen gewor
pen, de hoofdstad Kanca ingenomen
en achtervolgen de verslagen vijande
lijke strijdkrachten ten Zuiden van de
Soedabaai. Onder de talrijke gevange
nen beyindt zich ook dè Grieksche be
velhebber van Kreta.
NU OOK ITALIANEN OP KRETA.
De Duitsche aanvalshandelingen op
Kreta blijven goeden voortgang ma
ken. De buitengewoon belangrijke baai
van Soeda tot dusver bases van de
Britsche vloot is door Duitsche
troepen op 28 Mei veroverd en stevig
in Duitsche handen.
Denzelfden dag hebben de Duitsche
troepen de baai van Soeda achter zich
gelaten en rukken verder naar het
Oosten op.
Aan de Oostkust van de baai van
Soeda hebben Grieksche en Britsche
strijdkrachten bijzonder hardnekkigen
tegenstand geboden. Het gelukte den
Duitschen troepen den vijand uit zijn
stellingen te werpen en verscheidene
honderden gevangenen te maken. Het
betreft hier vooral Grieksche en Brit
sche soldaten. Bovendien werd een
groote hoeveelheid oorlogsbuit buit
gemaakt.
ENGELSCHE TROEPEN UITGEPUT.
Als voornaamste bericht na de rede
van Roosevelt bevatten de New York-
sche bladen, aldus D.N.B. uit New-
York, het nieuws van de bezetting van
Kanea op Kreta door de Duitsche troe
pen. Associated Press meldt uit Lon
den, dat volgens 'n officieele Britsche
verklaring de Duitsche troepen de nu-
er te weinig aandacht aan besteed
wordt, waardoor een krachtige steun
voor onze samenleving dreigt verloren
te gaan. Wat immers zou er niet be
reikt kunnen worden wanneer men
steeds met vast vertrouwen den bij
stand van den H. Geest inroept. Den
ken wij er wel voldoende aan dat de
H. Geest in deze wereld verblijft en dat
Hij met Zijn licht en Zijn genade ook
helpt in den arbeid met zuivere bedoe
lingen, zoowel in het sociale als in 't
politieke leven.
Zooals de H. Geest den woesten cha
os der stoffelijke elementen door de
natuurwetten geregeld heeft, zoo gaat
Hij ook met de menschelijke samen
leving te werk, door het vaststellen
van rechtvaardige wetten die, voor
zoover zij een uitvloeiing zijn van de
Tien Geboden, steeds het stempel dra
gen van den H. Geest en in Zijn naam
eerbied en onderworpenheid voor zich
moeten opeischen.
Zonder de gaven van den H. Geest
zijn noch onze sociale leiders en ver-
cenigingsbesturen, noch de gemeente
en de staatsoverheden bij machte, het
volk volgens God's inzichten te leiden
en te regeeren.
De H. Geest verblijft in ons midden
en Hij is het die door weldadigheids
zin, door liefde en qjoor geduld de
menschen met elkander verbindt en
in broederlijke genegenheid rijk en
arm, bemiddelden en onbemiddeldcn,
liefderijk vereenigt. Hij is het die het
verlangen naar vrede in de harten van
onderdanen en leiders uitstort, oorlog
en oneenigheid tegengaat en daardoor
de grondslagen legt voor aardsche wel
vaart.
De H. Geest is de grootste leider in
het leven der menschheid. Hij is de
grootste wereldhervormer. Als wij
daarom in onze dagen voor groote pro
blemen staan en met zorg in de toe
komst schouwen, dan mogen wij wel
vóór alles neerknielen en bidden tot
den H. Geest om diens hulp en voor
lichting.
Het Hoogfeest van Pinksteren wekt
ons daartoe op. Mogen wij op dit leest
de kracht ontvangen om het onze er
toe bij te dragen, dat ook te midden
der stormen van onzen tijd, de bouw-
selen van onze heilige cultuur sterk
blijven staan.
merieke overmacht hebben verkregen
en dat de situatie zeer precair is. De
Britsche troepen zijn als gevolg van de
voortdurende bombardementen licha
melijk en geestelijk volkomen uitge
put.
DE ENGELSCHEN GEVEN DE
ONTRUIMING VAN SOLLOEM TOE.
De Engelschen hebben de ontrui
ming van Solloem toegegeven. Zij noe
men deze ontruiming „tijdelijk".
Van Duitsche zijde wordt naar aan
leiding hiervan verklaard, dat Solloem
sedert 16 Mei des middags stevig in
Duitsche handen is en dat er van een
„tijdelijke ontruiming" nauwelijks
sprake kan zijn.
CHURCHILL GEEFT OVERZICHT
VAN DEN ZEESLAG.
In het Lagerhuis heeft Churchill
een gedetailleerd overzicht gegeven
van den zeeslag, waarbij de „Hoód en
later de „Bismarck" ten onder zijn ge
gaan.
Hij zeide, dat verleden week Britsche
luchtwachtvliegtuigen hadden gerap
porteerd, dat de „Bismarck" zich in de
Noorsche wateren bevond en dat bet
slagschip Bergen had verlaten. De
Britsche Admiraliteit gaf aan de krui
sers „Norfolk" en „Suffolk" opdracht
den Duitschen bodem op te sporen.
Daar men veronderstelde dat de „Bis
marck" naar het Westen op weg was,
zetten beide kruisers koers naar het
Noordwesten in de richting van Groen
land. In den nacht van Vrijdag op Za
terdag bemerkten de twee kruisers 't
Duitsche slagschip in de Straat van
Denemarken, tusschen Groenland en
IJsland. De twee Engelsche kruisers
gaven toen bij benadering de positie
van de „Bismarck" op aan 't eskader,
waarvan de „Hood" het vlaggeschip
was. Zaterdagmorgen kregen de
„Hood" en de „Prince of Wales" con
tact met de „Bismarck". Het zicht was
zeer slecht: regen, afgewisseld met
hagel- en sneeuwbuien bemoeilijkten
de operaties. Soms kon men niet ver
der zien dan een mijl. Op zes mijlen
afstand werd het vuur geopend. De
„Bismarck" werd getroffen, evenals de
„Prince of Wales". Een voltreffer van
de „Bismarck" kwam in de munitie
kamer van de „Hood" terecht en het
LEVENSVERZEKERING
1843 WAALWIJK 1843
schip zonk binnen korten tijd. De
„Prince of Wales" verloor spoedig
daarop, 350 mijl Z.Z.O. van Groenland,
het contact met het Duitsche schip.
Inmiddels was de geheele Home fleet
gealarmeerd, met de bedoeling de „Bis
marck", het kostte wat het wilde, den
terugtocht af te snijden. Vliegtuigen
van het vliegkampschip „Victorious"
stegen op en patrouilleerden boven een
uitgestrekt gebied, doch ook zij had
den met slecht weer te kampen en
keerden onverrichterzake terug. Za
terdagavond kreeg de „Prince of Wa
les" echter weer contact met de „Bis-
marek". Eenige salvo's werden afge
vuurd, waarop de „Bismarck" ant
woordde. Zondagochtend was het con
tact weer verbroken.
Inmiddels stoomde hel Britsche slag
schip „King George V" uit Noordelijke
richting op, terwijl de „Renown" uit
Gibraltar kwam opzetten. De slag
kruisers „Rodney" en „Ramillies", die
een convooi op den Atlantischen Oce
aan begeleidden, zetten eveneens koers
naar de plaats waar men dacht de
„Bismarck" te zullen aantreffen. Van
het vliegkampschip „Ark Royal" ste
gen vliegtuigen op en kregen 't L)uil-
sche slagschip in zicht. Op tamelijk
grooten afstand werden eenige torpe
do's afgeschoten, waarvan er twee doel
troffen. De „Bismarck" beschreef twee
maal 'n cirkel, hetgeen deed vermoe
den dat er een defect aan de stuurin
richting was ontstaan. Het schip min
derde ook vaart.
De kruiser „Sheffield" en de torpe
dojagers „Zule", „Maori" en „Cossack
vuurden torpedo's at die de „Bis
marck" troffen.
Ofschoon volledige inlichtingen over
hetgeen toen gebeurde nog niet wa
ren binnengekomen, zeide Churchill
voorts, kan ik nog mededeelen, dat de
kruiser „Dorsetshire" het bevel kreeg
de „Bismarck" tot zinken te brengen.
Dit heeft zij dan ook met torpedo's
gedaan.
JAPANS MARINE EN DE
WERELDSITUATIE.
Nu de oogen van de wereld gericht
zijn op de houding van de Vereenigdc
Staten en men zich afvraagt, of Ame
rika aan den oorlog zal gaan deel
nemen, waardoor de crisis in den
Grooten Oceaan verhaast zou worden,
wijden de bladen aldus Domei
bijzondere aandacht aan de verklaring
van kapitein Hiraide.
Kapitein Hideo Hiraide, de chef van
dè persafdeeling der marine in het
keizerlijke hoofdkwartier, heeft voor
de radio een toespraak van tien minu
ten gehouden, waarin hij de houding
van de Japansche marine verduidelijk
te ten aanzien van de huidige inter
nationale situatie.
Kapitein Hiraide, aldus Domei, heeft
de mogelijkheid van een Japansche
deelneming aan den oorlog onder
oogen gezien. Hij zag twee mogelijk
heden voor die deelneming:
1. een deelneming, voortvloeiende
uil de bepalingen van het Driemogend-
hedenpact;
2. een zoodanige economische druk
op Japan door een groep vijandige mo
gendheden, dat Japans bestaansrecht
er door geschonden wordt en 't land
gedwongen om, ter zelfverdediging,
naar de wapens te grijpen.
Of het zoover komt, aldus Hiraide,
hangt geheel en al af van de houding
van andere landen ten opzichte van
Japan. Het ligt niet in de bedoeling
van Japan, anderen een oorlog op te
dwingen, doch de keizerlijke marine is
waakzaam en voltooit haar voorbe
reidingen, om iederen machtigen vij
and in de volste overtuiging van de
overwinning te bestrijden.
De Japansche vloot.
Sprekende over de positie vuil de
Japansche marine, onthulde Hiraide,
dat op het oogenblik meer dan twee
honderd Japansche oorlogsschepen bij
de operaties in de Chineesche wateren
betrokken zijn, terwijl meer dan drie
honderd schepen zich in hun bases
bevinden ter verdediging van 't Wes
telijk deel van den Grooten Oceaan.
„De keizerlijke marine is nimmer in
de Japansche geschiedenis beter in
vorm geweest, terwijl op de steun
punten de versterkingen en de overige
noodzakelijke uitrusting voltooid wor
den. De keizerlijke marine heeft posi
ties ingenomen, vanwaar zij in staat
is iederen vijand te vernietigen, die
Japan mocht uitdagen". Er op wijzen
de, dat er maar heel weinig landen in
de wereld zijn die een even sterke
strijdmacht te land, ter zee en in de
lucht bezitten, verklaarde Hiraide, dat
Japan in dit opzicht een gevestigde
reputatie bezit; zijn wapens, zoowel
ter zee als te land en in de lucht zijn
even machtig.
Za/ruiA ütcL&Cette rt
DE DIPLO OVER I)E REDE.
„President Roosevelt heeft in zijn
redevoering een nieuwen stap gezet op
den weg naar onbeperkten steun aan
Engeland", zoo schrijft de Deutsche
diplomatisch-politische Korrespondenz.
Roosevelt ging, ook al had hij daar
voor geen bewijzen, er van uit, dat
Duitschland de wereldheerschappij na
streeft. Hij meende blijkbaar aan zijn
beweringen over de bedreiging van t
Westelijke Halfrond kracht te kunnen
bijzetten door zooveel mogelijk verte
genwoordigers van de Zuid-Ameri-
kaansche republieken bij zijn toehoor
ders te halen, aannemende, dat hun
zwijgend luisteren als instemming
wordt opgevat.
De ware vrijheid der zeeën berust
daarop, dat altijd tusschen de neutrale
landen een vrije handel kan worden
gedreven. Van deze vrijheid spreekt
Roosevelt echter niet. Integendeel, hij
steunt de mogendheid, welke met alle
middelen haar tyrannnie ter zee wil
handhaven. Al deze tegenstrijdigheden
zijn ook Roosevelt wel bekend. Hij ge
looft ze te kunnen verdrijven door ge
varen op te roepen, die hij eerst kuntft-
matig moet verwekken. Daar hij met
zijn vijandschap niet alleen wil staan
Waaiwyksclie en Uagstraatsrlt Courant,
„„J-£ 1 01 c
a. ijö
Hoofdredacteur: Jan Tielen, Waalwijk.
PINK
r- v -
maken en houden U kalm Buisje 75ct