Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. Buitenlandsch Nieuws. AKKERTJE Binneniandsch Nieuws. „N00RD-BRABAND" Dit nummer bestaat uit twee bladen. Eerste Blad. De Duitsche successen in den strijd tegen Engeland. Dr. Fischböck over de taak van onze Volkshuishouding. NUMMER 48. ZATERDAG 14 JUNI 1941. 64e JAARGANG. dit blad verschijnt WOENSDAG EN ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs Per 3 maanden 1.31. Franco per post door 't geheele rijk 1.47J/£. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Giro No. 50798. Telegr.-Adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel. Minimum 1.50 Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Oorlogsbalans over de eerste maan den van dit jaar. Hel Duitsche opperbevel publiceer de een samenvattend overzicht van de oorlogssuccessen tegen Engeland in de eerste maanden van dit jaar. Hierin wordt o.m. verklaard: In de eerste maanden van liet oor logsjaar 1941 heeft de Duitsche weer macht in den strijd tegen Engeland te land, ter zee en in de lucht nieuwe groote overwinningen bevochten. De voornaamste taak van de vloot, de Vernieling van de vijandelijke levens aders door den handelsoorlog, werd in ononderbroken aanval door strijd krachten onder en boven het water volbracht. Duikbooten vielen op den Atlantischen Oceaan van de kusten van Groot-Britannië tot heelemaal aan de Westkust van Afrika 19 kon vooien aan, dreven ze in een taaie achtervolging, die vaak verscheidene dagen duurde, uiteen en vernietigden ze ten deele op weinige schepen na. Daarbij werd het Britsche linieschip Malaya, dat midden op den Atlanti schen Oceaan een convooi probeerde te beveiligen, door torpedotreffers zwaar beschadigd. In totaal werd in de eerste vier maanden van dit jaar door onderzeeërs 978.000 brt., door strijd krachten boven het water 493.000 brt., dus tezamen 1.471.000 brt. door de marine tot zinken gebracht. Daarbij komen de zeer groote, in bijzonder heden nog niet te constateeren verlie zen, die de vijand door mijnen in af gelegen en naburige wateren hééft ge leden. Voorts kon een alleszins groot aantal waardevolle prijzen door zee strijdkrachten op Duitsche steunpun ten afgeleverd worden. I)c marine heeft 71 vijandelijke vliegtuigen neergeschoten, waarvan ->2 door marine-artillerie te land en 19 door strijdkrachten ter zee. Tegenover deze successen bedroegen de verliezen van de marine in deze periode een torpedoboot, drie duik booten en drie kleinere oorlogsvaar tuigen. Niet minder succesvol is de lucht oorlog tegen de Britsche marine en koopvaardij geweest. Bij aanvallen overdag en 's nachts werden rondom Groot-Britannië en op den Atlantischen Oceaan acht Engelsche oorlogsschepen tot zinken gebracht en 24, waarondci twee kruisers en acht torpedobootja- gers, beschadigd. Bij onvermoeide activiteit tegen konvooien en afzonderlijk varende ge wapende koopvaarders brachten ge vechtsvliegtuigen, waaronder met grooten actieradius en stuka's, in 't zelfde gebied 170 schepen van om streeks 764.000 brt. tot zinken. In to taal verloor Engeland van het begin van het jaar tot eind April op dit ter rein van den strijd aan eigen of be schikbare scheepsruimte door ge vechtshandelingen van de Duitsche marine en het luchtwapen 2.235.000 brt., terwijl meer dan 1.200.000 brt. werd beschadigd. Met de grootste hevigheid zette het luchtwapen daarnaast den strijd tegen het Britsche eiland voort. 38 in om vang steeds toenemende groote ver- geldings-aanvallen waren gericht op Engelsche verkeerscentra, havens en industriegebieden. De hooldstad Lon den was het doel van 30 luchtaanval len, waaronder 12 groote vergeldings- aanvallen. Het zwaartepunt van de vergeldingsaanvallen van het lucht wapen nu lag op de voor den oorlog belangrijke Britsche havens met hun werkinstallaties. Dat haar prestatie vermogens hierdoor zeer sterk bena deeld werd, lijdt geen twijfel. Bijzon der hevig werden ook de sleutelposi ties van de Britsche oorlogsindustrie getroffen. Deze industrie is daarmee in haar productie-vermogen nog meer belemmerd. Een reeks succesrijke aan vallen op de uitgangspunten van het Britsche luchtwapen verminderde de trefkracht daarvan. De Duitsche oorlogvoering ter zee en in de lucht tegen Engeland heeft er bijzonder veel voordeel van, dal Italië in de Middellandsehe Zee voort durend sterke Britsche zee- en lucht strijdkrachten vast hield. Om de situa tie in de Middellandsehe Zee te ver lichten, werd begin Januari voorloo- pig een Duitsch vliegercorps omlei den generaal der vliegers Geisker in beneden-Italië gedetacheerd. In samen werking met Italiaansche vliegtuig formaties hield dit door aanvallen overdag en 's nachts het Engelsche steunpunt Malta onder den duim, be rokkende den Britschen strijdkrachten ter zee de zwaarste verliezen, bracht een groot aantal vijandelijke schepen tot zinken en bestreed met groot suc ces de Britsche luchthavens in Egypte en Cyrenaica. Korten tijd later besloot de Fülirer, zoo vervolgt het rapport, het „Duit sche Afrika-corps" onder leiding van luitenant-generaal Rommel uit te zen den naar Noord-At rika. Duitsche verkenners, die terstond na de ont scheping in actie kwamen, rukten 22 Februari lot een punt ten Westen van el Agheila op. Nog voor generaal Rom mel zijn strijdkrachten had geconcen treerd, schikte hij zich 24 Maart ten aanval. Reeds op 31 Maart braken pantsertroepen van dit corps door de Britsche stellingen ten Oosten van el Agheila. Bij een rustelooze achtervol ging van den tegenstander werden el Agheila, Bengazi en Bir Tengeder in genomen. Een deel van de troepen zwenkte hier af naar het Noorden, noopte nog denzelfden dag bij el Mo duli een sterke vijandelijke groep tot den strijd en versloeg haar vernieti gend. De tegenstander verloor hierbij behalve talrijke dooden en gewonden veel meer dan 2000 gevangenen en een groote hoeveelheid oorlogstuig. De overige strijdkrachten namen, zonder acht te slaan op hevige zandstormen en groote ravitailleeringsmoeilijkhe- den, 8 April de belangrijke kustplaats Derna in. Nog op 10 April bereikten Duitsche en Italiaansche troepen de omstreken van Tobroek, waar hun versche, sterke Britsche strijdkrachten tegemoet traden. Tobroek werd omsin geld, terwijl snelle strijdkrachten voor bij deze stad oprukten naar Bardia en dit 12 April innamen. Den dag daarop viel de grensvesting Capuzzo den bond. genooten in handen en de Egyptische grens werd overschreden. Tegenaan vallen van den vijand werden onder zware verliezen opgegeven. Evenzoo alle pogingen van den tegenstander i om uit Tobroek te breken. (lelijke afdeelingen die uit Palestina zijn gekomen en naar Beiroet trachten op te rukken. Deze Britsche strijd krachten worden gesteund door een eskader, bestaande uit een pantser schip, twee kruisers en lichte een heden, dat onze stellingen van zee uit beschiet. Desondanks is een tegen aanval, Dinsdagavond te negen uur door ons ondernomen, geslaagd. De strijd duurt voort. Bij Merdz Ajoem in de bergen van den Zuidelijken Libanon, is onze te genstand niet gebroken. In Zuid-Syrië is het tempo der operaties langzamer geworden. De Britsche strijdkrachten toonden zich minder geneigd tot aan vallen, doch onze patrouilles hebben contact gezocht. Bij den Djebel Droes is de toestand onveranderd. In tegen stelling tot de berichten van den Lon- denschen zender, die willen doen gc- looven, dat de vijandelijke troepen in Syrië en den Libanon oprukken, zon der tegenstand te ondervinden, kan ge constateerd worden, dat onze troepen overal hardnekkig verzet bieden tegen het opdringen der vijandelijke strijd krachten. Aan het Zuidelijke front in Syrië heeft een artillerie-afdeeling 7 vijandelijke pantserwagens vernield. De bevolking van Beiroet en Da mascus slaat de ontwikkeling der oor logsverrichtingen rustig gade, in vol ledig vertrouwen op de Fransche strijdkrachten, die de taak op zich hebben genomen het gebied van dc Levant te verdedigen. LEVENSVERZEKERING 1843 WAALWIJK 1843 Naar Reuter meldt, hebben de Brit sche troepen en de strijdkrachten van de Gaulle ten Zuiden van Damascus tegenstand ontmoet. Verder wordt be vestigd, dat de door de marine in Sy rië aan land gezette troepen op een „tamelijk hardnekkigen tegenstand" zijn gestuit. Aan de Libaneesche kust worden de Australische troepen gesteund door een Rritsch eskader. REDE VAN DARLAN. In een radio-rede tot het Fransche volk zeide admiraal Darlan o.m.: Franschen, steunt de regeering in haar zware, ja zeer zware taak. Deze taak der regeering is een drievoudige: de verbetering van den huidigen toe stand van het Fransche volk, de voor bereiding van den vrede in de mate, waarin de overwonnene dit kan doen, de voorbereiding van de toekomst van Frankrijk in het nieuwe Europa. Er is naar voren gebracht, dat de wapen stilstand geen vrede is. De wapenstil stand is een onderbreking van de vij andelijkheden op de door den over winnaar vastgestelde en door den over wonnene aanvaarde voorwaarden. Hij kan eenzijdig door den overwinnaar worden opgezegd. Den wapenstilstand niet loyaal toe te passen en daardoor den overwinnaar aanleiding te geven hem op te zeggen, zou voor Frankrijk gelijk staan met zelfmoord, zoowel voor Frankrijk alsook voor zijn im perium. Den wapenstilstand uitvoeren zonder te trachten zijn voorwaarden te verzachten, beteekent de instand houding van een toestand, waarondei gij zeer lijdt. ADMIRAAL LüTJENS OM HEI LEVEN GEKOMEN. De vlootvoogd, admiraal Liitjens, heeft bij den ondergang van het slag schip Bismarck den heldendood ge vonden. Tot zijn opvolger heeft de Führcr en opperbevelhebber der weermacht den chef van den staf der oorlogvoe ring ter zee, admiraal Schniewind, be noemd. Hoofdpijn Kiespijn^ Zenuwpijn DE STRIJD IN SYRIë. Uit Beiroet meldt Ofi: Aan de Li baneesche kust, tusschen Tyrus en Saida, zijn onze troepen in nauw con tact met den linkervleugel der vijan- Onder den titel Twaalf maanden Nederlandsche oeconomie, schrijft dr. Hans Fischböck, commissaris-gene raal voor financiën en oeconomic, in de Deutsche Zeitung in den Nieder- landen, die ter gelegenheid van haar 1-jarig bestaan op 5 Juni j.l. sedert dien een aantal overzichten op ver schillend gebied publiceert, onder meer het volgende: Evenals in den oorlog 1914'18 verwacht Engeland in de eerste plaats resultaten van zijn blokkade, die oor spronkelijk alleen voor het Duitsche Rijk was bestemd. Door de gebeurte. nissen v5n Mei verleden jaar is Ne derland binnen dien kring getrokken en de Duitsche leiding is thans in staat, ook de oeconomische politiek van het Nederlandsche gebied te bepa len. Ook thans schijnt men er in Ne derland nog voor te willen zorgen, dat geen noodzakelijke goederen uit Ne derland naar het Duitsche Rijk gaan, evenals vóór 9 Mei het geval was, toen er een organisatie werd gesticht om te garandeeren, dat geen voor Duitschland belangrijke goederen zon der toestemming van Engeland uit Nederland naar Duitschland zouden gaan (die van overzee naar Nederland werden vervoerd. (Red.) Daartegenover is het Duitsche stand punt ondubbelzinnig het volgende: De oeconomische oorlog, die overigens niet door Duitschland is begonnen, is van Duitsche zijde aanvaard en zal met alle oeconomische middelen, die Duitschland ten dienste staan, worden gevoerd. Het spreekt vanzei 1, dat dc oeconomische krachten van de door de Duitsche weermacht bezette gebie den precies evenzoo voor den strijd, doch nu aan Duitsche zijde, moeten worden ingezet, zooals de veroverde kanonnen van het Nederlandsche le> ger thans aan de Duitsche militaire oorlogvoering dienstbaar zijn. Grond- en hulpstoffen op het zelfde plan als oorlogsmateriaal Dr. Fischböck wijst er dan verder op, dat hij herhaaldelijk heeft uiteen- gezet, dat de doelstellingen van de Duitsche oorlogvoering evenals voor iederen Duitscher, ook voor het Duit sche civiele bestuur in Nederland het eerste gebod vormen. Daarom kan men zich bij de Duitsche autoriteiten niet beklagen over de gevolgen van de Engelsche blokkade en zoo moge lijk een voorkeursbehandeling vragen. Wanneer de in Nederland aanwezige benzine-voorraden ter beschikking van het Duitsche Rijk komen of dc grondstoffen voor margarine ter ver betering van de Duitsche vetvoorzie- ning worden gebruikt, dan komen klachten daarover precies op hetzelf de neer als klachten over het verlies van de uitrusting van het vroegere Nederlandsche leger. Het Duitsche bestuur in Nederland doet intusschen zooveel mogelijk om het Nederlandsche oeconomische le ven, binnen de getrokken grenzen, zooveel mogelijk te bevorderen. an Nedprlandsche zijde verwachtte men, na Mei 1940 in verband met het ge brek aan grondstoffen, een belangrij ke stijging van de werkloosheid boven het peil van 1940. Dr. Fischböck had echter onmiddellijk vertrouwen in een betere ontwikkeling en al heelt het langer geduurd dan hij had voorzien, men heeft de werkloosheid met suc ces bestreden, ofschoon de Nederland sche arbeiders aanvankelijk bezwaren hadden tegen werk in Duitschland, waar nog gelegenheid daartoe genoeg is. Inzake de werkloosheid hangt alles af van twee factoren, n.l. de bereid heid van Nederlandsche arbeiders om te werken, waar daartoe gelegenheid is en verder van de organisatorische prestaties van de Nederlandsche auto riteiten op arbeidsgebied. In de ont wikkeling van beide factoren heelt dr. Fischböck vertrouwen Vervolgens schetste hij de nieuwe opvattingen omtrent het financieel beheer, die in Duitschland heerschen, waarbij een vlotte circulatie in den goederen kringloop primair is en waar aan de financiën ondergeschikt zijn. Dc behoeften van de oorlogvoering staan, zooals gezegd, op den voor grond. doch een goed systeem van distributie van goederen en prijs-con- tröle voorkomt moeilijkheden voor de Nederlandsche occonomie, al vermin dert het onderhoud van de Duitsche bezetting de hoeveelheid voor allen beschikbare goederen. De door het verbruik van goederen vrij komende koopkracht moet in een geordende fi- nancieele huishouding worden afge roomd door belastingen of door het opnemen van kort of langloopend cre- diet. Leeningen zijn het minst pijn lijk voor de bezitters van die vrije koopkracht, doch deze weg kan alleen worden gevolgd, zoo lang men het geld ter beschikking van den staat wil stellen in den vorm van rechtstreek- sche leeningen, maar ook door inleg gingen bij allerlei geldinstellingen ot door het koopen van schatkistpapier. Het komt er op aan, dat het geld op deze wijze vrijwillig rechtstreeks ot indirect ter beschikking van den staat komt, waardoor dwangmaatregelen kunnen uitblijven. Dr. Fischböck besluit zijn uiteen zetting als volgt: De nieuwe ordening in Europa moest door de definitieve Duitsche zege worden verzekerd. Tot dat tijdstip moet men aan het berei ken van dit doel medewerken. Zulks geldt ook voor de Nederlandsche volkshuishouding, indien zij wil le ven. JAPANS DELEGATIE ZAL NEDERL.-INDIë VERLATEN. In een zitting, die ruim vier uur heeft geduurd, heeft het Japansche kabinet, naar officieel wordt medege deeld, zijn definitieve houding tegen over Nederlandsch-Indië bepaald. De publicatie van de nieuwe in structies voor de Japansche delegatie zou binnenkort kunnen worden ver wacht. In welingelichte kringen verluidt, dat besloten is tot terugtrekken van dc Japansche delegatie en dat alle daaruit voortvloeiende gevolgen zijn besproken. N.S.B.-FUNCTIONARISSEN BIJ HIMMLER. De persdienst van de N.S.B. meldt: Op Dinsdag 10 Juni hebben de Luiptraatscne ('unit Hoofdredacteur: Jan Tielen, Waalwijk. 8 De Nederlandsche Pijnstiller

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1941 | | pagina 1