DE ECHO VAK HET ZUIDEN"
H.M. DE KONINGIN WEER IN ONS LAND.
Extra-Uitgave van
Uitbundige vreugde en diepe ontroering.
Waalwijk, 25 Maart 1945.
I
H.M. spreekt.
Breda.
Tilburg.
Eindhoven.
H.M. Koningin Wilhelmina is op 13 Maart in het vaderland teruggekeerd.
Dit historische feit voor ons land wel het belangrijkste van den geheelen
oorlog vond plaats in het kleine geheel verwoeste Zeeuwsch-Vlaamsche
dorpje Eede, welks naam van nu af aan gegrift zal staan in de annalen
onzer vaderlandsche geschiedenis.
H.M. was gekleed in een bruin mantelcostuum met een bruinen bont
en bruine hooge schoenen. Ze droeg een bruin fluweelen hoed gegarneerd
met zwart astrakan en een licht bruine veer. Op Haar mantel droeg Ze
een rood-wit-blauwe rozette met in het midden een groote zijden margriet.
H.M. had deze rozette zelf ontworpen.
Eenvoudige boeren en arbeiders verdrongen zich om H.M. De ontroering
van het oogenblik werd velen te machtig. Het was een aangrijpend gezicht
deze eenvoudige plechtigheid tusschen deze ruïnes van dit kleine land-
bouwdorpje. Hier werd geschiedenis gemaakt. De heroverde vrijheid werd
hier bezegeld door de terugkomst van Haar, wier persoon voor allen die
vriiheid symboliseert. t
Spontaan zetten de aanwezigen het Wilhelmus in. Dit was wel het
orootste oogenblik van deze treffende gebeurtenis, dit eerste Wilhelmus op
vrijen bodem. Het publiek hield niet op en zette het „Wij leven vrij, wij
leven blij" in. Honderden malen hebben we dit prachtige vaderlandsche
lied gehoord, maar nog nooit heeft het zooveel inhoud gehad en ons zoo
diep bewogen als op dezen dag.
bezoek bracht aan de plaats van den
grooten dijkdoorbraak bij Westkapelle,
welke dijk op 3 October 1.1. door de
R.A.F. werd gebombardeerd en doorbro
ken als een eerste fase van den strijd
voor de bevrijding van Walcheren.
In dezen strijd heeft Westkapelle
zwaar geleden. Het is letterlijk van den
aardbodem weggevaagd. De meeste hui
zen in het dorpje waren uit hout opge
trokken, slechts stukken hout, weinig
grooter dan brandhout, zijn overgeble
ven. Twee honderd Kapellenaars zijn bij
dit bombardement omgekomen in de gol
ven; meer dan 80 percent van de manne
lijke bevolking is door de Duitschers weg
gevoerd. Zwaar, ontzettend zwaar heeft
dit dorp geleden.
Na een kort bezoek aan Aardenburg
stond de zwaar beschadigde historische
stad Sluys, waar zoo verwoed gevochten
is, op het programa. Te voet overschreed
H.M. de grenslijn van de gemeente. Een
diepe stilte hing over het stadje, toen de
Koningin door de totaal verwoeste straten
liep. Dp het marktplein in de schaduw
van de monumentale zwaar beschadigde
kerk stonden de bewoners in carré opge
steld. Up het oogenblik, dat de Hooge
Bezoekster dit marktplein betrad, brak een
gejuich los, dat voor immer gegrift zal
blijven in de harten van allen, die er ge
tuige van waren. Ook hier zong de be
volking spontaan het Wilhelmus. Pas
onder deze dramatische omstandigheden
kan men de ware schoonheid en de die
pere beteekenis van de woorden onzer
vaderlandsche liederen ten volle beseffen.
Dit eerste bezoek van de landsvrouwe
na de bevrijding droeg een zeer eenvou
dig karakter. Geen groots opgezette mili
taire parades, geen tot in de puntjes ge
organiseerde bijeenkomsten met vervelen
de moeizaam uitgesproken speeches.
Niets van dit alles. Eenvoudige spontane
demonstraties, zonder eenige voorberei
ding. Een paar uur voor de Hooge
Bezoekster de verschillende steden en dor
pen bezocht,waren de inwoners nog on
kundig van Haar komst. De schoolkinde
ren hadden geen speciale liederen ge
leerd. Zij zongen uit volle borst de
liederen, die ze tijdens de bezetting niet
mochten zingen; zij zongen ze nu met een
ijver en een gloed, die allen, die aanwezig
waren, diep trof.
De Koningin sprak met de waardig
heidsbekleders, die getoond hadden hun
autoriteit waardig te zijn. Ze sprak met
de familieleden van gefusilleerden, met
ondergrondsche werkers en menschen,
die door de oorlogshandelingen zwaar
waren getroffen, kortom met de nieuwe
aristocratie van Nederland. De menschen,
die actief aan den verzetsstrijd hebben
meegedaan. Een Koningin kwam tot haar
volk, een moeder tot haar kinderen. Dit
kwam overal zoo prachtig tot uiting. Met
tranen in de oogen sprak de Sluysenaar
Gustaaf Tange met de Koningin en ver
telde Haar van zijn zestienjarig dochter
tje, dat bij het bombardement was omge
komen. Vader Scheerens vertelde van
zijn zoon: „Als een held is hij gestorven
antwoordde de Landsvrouwe.
Via Oostburg, waar de menschen als
het ware uit de ruïnes puilden, Schoon-
dijke, Breskens, IJzendijke en Philippine
werd de reis voortgezet naar Sluiskil,
waar de nacht werd doorgebracht. Maar
alvorens deze plaats bereikt werd, moest
H.M. het GentTerneuzen-kanaal op een
veerpont oversteken. Duizenden juichen
de landgenooten stonden aan beide oevers
opgesteld, toen de langzame veerpont het
kanaal overstak. Het was een waarlijk
majestueuze apotheose van dezen eersten
dag, die H.M. weer doorbracht temidden
Harer onderdanen.
In al de genoemde plaatsen, onderhield
H.M. zich op ongedwongen wijze gedu
rende langeren of korteren tijd, met de
bevolking en overal speelde zich hetzelfde
enthousiaste en aandoenlijke tooneel af.
Het hoogtepunt van den tweeden dag
van het bezoek van H.M. Koningin Wil
helmina aan Zeeuwsch-Vlaanderen was
een op het laatste oogenblik geïmprovi
seerde diep treffende plechtigheid, die
plaats vond in Terneuzen.
Na afloop van het vastgestelde pro
grama stelde de burgemeester aan H.M.
voor een bezoek te brengen aan de
Westsluis, waar in September van het
vorige jaar, tijdens den bevrijdingsstrijd
vier Terneuzenaren, die poogden de Duit-
sche springstoffen onder de sluis weg te
nemen, door de Duitschers waren dood
geschoten.
Diep bewogen stond H.M. voor deze
plek stil. Daar deze plechtigheid geheel
geïmproviseerd was, had de Hooge Be
zoekster geen krans of bloementuil om op
deze plaats neer te leggen. Ze nam de
groote rood-wit-blauwe rozet, die ze op
den mantel droeg en legde deze op den
bazaltsteen.
Twee minuten lang bleef H.M. voor
deze plek de dooden herdenken. H.M.
had een persoonlijk woord voor de na
bestaanden der overleden helden. „Op
deze plaats moet een monument worden
opgericht", besloot H.M.
De reis werd voortgezet en onderbroken
in Zaamslag, Axel en Hulst en overal
daverden in de prille lentelucht de toe
juichingen.
Heerlijke zonneschijn zette op de eerste
twee dagen praal bij aan den tocht.
Op den derden dag van Haar bezoek
aan de provincie Zeeland maakte H.M.
een tocht per „duck" door het over
stroomde gebied van Walcheren. Zes
uur lang reed en vaarde H.M. in dit
amphibie voertuig over het zwaar ge
troffen eiland.
Geen pen ter wereld kan de ontroering
beschrijven, die zich meester maakte van
de luttele honderden menschen, die nog
in het vrijwel geheel verwoeste West
kapelle wonen, toen H.M. te voet een
geweest, reiken wij elkander weer voor
het eerst de hand, zien elkander van aan
gezicht tot aangezicht in diepe bewogen
heid over al hetgeen over U, en door Uw
leven is heengegaan. Gij kunt U moeilijk
de ontroering voorstellen, die zich bij
deze hereeniging met U van mij meester
maakt.
Mijn reis door Zeeuwsch-Vlaanderen
en door Walcheren zal steeds behooren
tot de grootste belevenis in mijn leven;
diep ben ik getroffen door het groote
leed, dat over velen Uwer is gekomen en
dat gij allen zoo moedig met vele
dappere leden van de verzetsbeweging
weet te dragen. Met trots heb ik kennis
gemaakt
In dit diep ernstige oogenblik, waarin
wij thans verkeeren, waarin de orkaan
van den oorlog over ons vaderland
woedt, en de bevrijding van ons volk
nog niet is voltooid, waarin onze toe
komst nog moet worden opgebouwd,
geestelijk en stoffelijk, reiken wij elkan
der de hand, als bewijs van onze eens
gezindheid, van onzen vasten wil voor
dat eene doel: een waarachtige volksge
meenschap op te bouwen, en een nieuw
en schooner vaderland te doen herrijzen.
Dit oogenblik vraagt niet om woorden,
maar om daden, bevrijdingsdaden, die
ons brengen moeten uit de zorgen en den
druk, waaronder wij leven tot het eind
doel, dat wij voor ons geestesoog zien.
Wij weten, dat het een langen weg is,
die voor ons ligt, die niet gemakkelijk
zal zijn, maar met de beproefde Zeeuw-
sche taaiheid en volharding zullen wij er
komen.
Hoe zwaar Uw druk en benauwenis
geweest is, hoeveel offers Uw dapperen
(Namaak en nadruk uitdrukkelijk verboden.
Theo van Delft
Alle rechten voorbehouden.)
Nog slechts enkele honderden menschen
leven tusschen deze ruïnes. Zij, met het
gevolg van Hare Majesteit, waren de
eenigen, die aanwezig waren bij het meest
ontroerende schouwspel, dat zich tot nu
toe op dezen tocht afspeelde.
Nadat H.M. zich door den burgemees
ter had laten voorlichten omtrent den om
vang van den ramp, liep H.M. door het
geheel verwoeste dorp naar de plaats van
den dijkdoorbraak. Diep ontroerd zwij
gend keek de Koningin naar het groote
gat. Een stokoud vrouwtje in Zeeuwsch
costuum zette plotseling met een zwakke
stem het Wilhelmus in, dat onmiddellijk
werd overgenomen door de aanwezigen.
Het vrouwtje gaf met haar oude hand de
maat van het Volkslied aan. Het was een
moment, dat allen, die er bij tegenwoor
dig waren, nooit meer zullen vergeten.
Doch evenmin zullen de bewoners van
Middelburg, Serooskerken, Oost-Kapelle
en Domburg de indrukwekkende momen
ten vergeten, tijdens welke H.M. in hun
midden vertoefde en zoo intens van Hare
algemeene belangstelling blijk gaf.
De bewoners van deze streken hebben
van het oorlogsgeweld gruwelijk geleden
maar geen klacht kwam over de lippen
der bewoners over het leed, dat over hen
gekomen was, als zij zich met de Konin
gin mochten onderhouden.
Op den laatsten dag van Haar bezoek
aan Zeeland heeft H.M. een kleine groep
Zeeuwen toegesproken in het Paleis van
Justitie te Middelburg. Voor deze gele
genheid had H.M. een select gezelschap
rond zich heen geschaard. Naast de
ouders van gefusilleerden, de oud-illegale
werkers en de voornaamste oorlogs
slachtoffers merkten wij ook de voor
naamste provinciale hoogwaardigheidsbe-
kleeders op. In het gezelschap, dat in de
rechtszaal met spanning de komst van
H.M. afwachtte, bevonden zich velen in
Zeeuwsche kleederdracht.
Bij den ingang van het Paleis werd
H.M. welkom geheeten door den waar-
nemenden Burgemeester van de stad.
Vrijwel onmiddellijk na het betreden van
de zaal, nam H.M. het woord:
„Na bijna vijl jaar gescheiden té zijn
hebben gebracht, hoezeer Uw steden en
Uw dorpen verwoest zijn, Uw akkers en
hofsteden onder water staan, gij zijt weer
vrije menschen en het grootste gedeelte
van Zeeland is van den vijand gezui
verd. Voor U staat dus de weg open
voor opbouw en herstel.
Temidden van onze zorgen en ons ont
zaggelijk leed over onze landgenooten,
die nog niet bevrijd zijn, zorgen en leed,
die ons geen oogenblik met rust laten, is
Uw weer vrij zijn het groote lichtpunt.
Met U dank ik God daarvoor. Ik breng
hulde aan al Uw mannen en vrouwen,
die in de donkere jaren, die achter ons
liggen, taaien, onverzettelijken weerstand
boden. Ik breng hulde aan de legers on
zer bondgenooten voor htm, voor ons
gevoerden moedigen strijd, hulde aan de
mannen van onze Brigade, die zijde aan
zijde met hen den bevrijdingsveldtocht
hebben meegestreden. Hulde aan onze
wakkere jonge mannen van het verzet,
die zoo dapper hebben meegevochten en
zich, evenals de Brigade, met krijgsmans-
roem en lauweren hebben overdekt.
Ik houd mij overtuigd in aller geest te
handelen, indien ik U voorstel, thans
eenige oogenblikken van eerbiedige stilte
in acht te nemen als hulde aan al Uw
helden, die vielen bij het volbrengen van
hun plicht in hun prachtigen onverzette
lijken weerstand tegen den overweldiger,
aan hen, die schouder aan schouder stre
den met onze bondgenooten en den dood
vonden, bij den strijd om onze bevrijding
en aan hun Canadeesche, Poolsche en
Britsche strijdmakkers".
De woorden van H.M. werden door de
aanwezigen in ontroerende stilte aange
hoord. Nu en dan tijdens de rede hoorde
men het zachte geschrei van een baby,
het dochtertje van een gefusilleerde, dat
met haar moeder de plechtigheid bij-
woond. Een dramatische noot, die de
velen, die later per radio naar deze rede
zullen luisteren, een idee zal geven van
het karakter van dezen tocht.
Het hoofd van de illegale beweging
in Walcheren nam daarna het woord. In
eenvoudige, maar diep treffende woorden
schilderde hij de groote trouw der Zeeu
wen jegens H. M. Hij wees op het werk,
dat de ondergrondsche werkers tijdens
de bezetting voor hef vaderland hebben
gedaan. „Prachtkerels zijn het, Majesteit,
prachtkerels". Hij wees er op, dat de rol
van de illegaliteit nu een andere is ge
worden en dat allen eendrachtig moeten
samenwerken voor een nieuw en beter
Nederland. Hij legde er den nadruk op,
dat een nieuw Nederland moet herrijzen,
waar hervormingen op velerlei gebied in
gevoerd zullen moeten worden en beves
tigde plechtig dat de voormalige onder
grondsche werkers loyaal zullen mee wer
ken om dat groote doel te bereiken.
Deze rede van den leider van de ver
zetsbeweging in Walcheren was een de
monstratie van groote beteekenis. Hier
stond de woordvoerder van de nieuwe
aristocratie van Nederland. De aristo
cratie van het verzet, die hier haar trouw
aan H. M. bevestigde.
Als vroeger H. M. de Koningin een
bezoek aan een stad bracht, werden de
gewoonte getrouw de plaatselijke autori
teiten aan H. M. voorgesteld: de burge
meester, het hoofd van de school, de
directeur van de gemeentelijke waterlei
ding etc. Positie, meer dan karakter, was
de maatstaf, die werd aangelegd bij de
keuze der uitverkorenen. Op dezen tocht
is dat geheel veranderd. De Koningin on
derhoudt zich met de menschen, die daad
werkelijk bewezen hebben hun leven veil
te hebben voor het vaderland; de men
schen, wier trouw boven allen twijfel ver
heven is.
H. M. beëindigde Haar drledaagsch
bezoek aan Zeeland in Goes, alwaar aan
het gejuich, dat hier zooals op alle plaat
sen opsteeg, een nieuwe noot werd toe
gevoegd. De aanwezige auto's mengden
hun claxons in het pandemonium.
Ongeveer een half uur verbleef de
Hooge Bezoekster in Goes. Op de grens
van de provincie nam H. M. afscheid
van den Commissaris en dankte hem voor
de vele zorgen en attenties, Haar tijdens
dit bezoek betoond.
De waarnemend Commissaris der Ko
ningin in Noord-Brabant Jhr. Smits van
Oyen verwelkomde H. M., toen Deze
de provincie betrad. Het eerste officieele
bezoek van H. M. aan Noord-Brabant
gold Bergen-op-Zoom, waarna Roosen
daal aan de beurt was. Ook hier was
df belangstelling enorm. In tegenstelling
met Zeeland waren te Bergen-op-Zoom
cn Eter ook in Roosendaal de groepen,
die aan H. M. werden voorgesteld, niet
in de openlucht opgesteld, maar stonden
deze binnen het stadhuis.
Het te Zeeland gevolgde systeem gaf
aan de aanwezigen en het publiek veel
meer voldoening; bovendien was de keuze
van diegenen, die aan H. M. werden
voorgesteld in Zeeland ruimer geweest.
Oud-illegale werkers, oorlogsslacht
offers en familieleden van getroffenen
en gefusilleerden waren thans de auto
riteiten op het Bredasche stadhuis.
De in het purper gekleede bisschop
van Breda bracht een bezoek aan de
Koningin.
In een plas zon voor het Bredasche
stadhuis stonden zij opgesteld: de nieuwe
autoriteiten der stad, mannen en vrou
wen, die in de jaren der bezetting ge
toond hebben karakter en een warmvoe
lend vaderlandsch hart te bezitten.
Zij stonden niet óp, maar terzijde van
de trappen naar het bordes. Karakteris
tiek voor hun houding en hun daden,
die niet om een officieel „voetstuk vra
gen. De moeder van ons zoo zwaar ge
troffen land praat er in allen eenvoud met
een moeder van een door de brute slagen
van den overweldiger gehavend gezin.
Zij praat er met een eenvoudig man, een
jachtopziener. Wat offerde hij voor het
vaderland? Hij geeft een sober relaas: er
was een geheime zender in zijn woning
ondergebracht. Er vertoefden langen tijd
een aantal dappere ondergrondsche wer
kers in zijn huis. De groep was in Sep
tember tot 12 leden aangegroeid. Toen
kwamen de Duitschers. Een hevig vuur
gevecht. Verschillende Hunnen werden
gedood. Maar de strijd was ongelijk. Vijf
dappere vaderlanders werden vermoord,
zeven anderen werden gevangen geno
men, gemarteld en later gefusilleerd. In
den kelder werden handgranaten gegooid
en fosforprojectielen. De vrouw en drie
kinderen van den jachtopziener werden
vermoord, de vijf overige kinderen moes
ten naar het ziekenhuis worden overge
bracht. Zij herstelden, maar dragen nog
de wonden, die moordenaarshanden hun
toebrachten.De jachtopziener ontsnapte,
doch werd later gegrepen. Kort voordat
hij ter dood zou worden gebracht, werd
hij uit de Duitsche beulshanden gered.
Een sober relaas. Maar hoe aangrijpend
moet de indruk geweest zijn, die onze
Koningin in deze eenvoudige gesprekken
van mensch tot mensch opdeed.
Voor alle vensters verdringen zich de
kijkers, ja tot zelfs op de transen van de
prachtige O. L. Vrouwe kerk, exempel
van Brabantsche Gothiek, waar o.a.
Graaf Hendrik III van Nassau, Reinier
van Chalons en Anna van Eg mond van
Buren, de eerste gemalin van Willem den
Zwijger, begraven liggen, hebben zij een
plaatsje gevonden.
De belangstelling is enorm, maar bui
ten worden de eenige duizenden niet af
geschrikt door het lange wachten. Ook
al vertoeft de Koningin ruim twee uur
op het Bredasche stadhuis, de wachtende
schare blijft hardnekkig samengepakt
rondom het Marktplein. Even wordt het
gezicht der Koningin zichtbaar voor een
der geopende ramen op een bovenverdie
ping van het raadhuis. Met Brabantsch
enthousiasme wordt een samenzang aan
geheven: „Oranje boven, Oranje boven,
leve de Willemien!" De Koningin kan
niet nalaten er voor het geopende ven
ster wuivend voor te danken.
Om half zes komt er beweging in de
rij van auto's voor het stadhuis. Een
chauffeur manoeuvreert zijn wagen over
het trottoir tot bij de trappen van het
bordes: de Bisschop van Breda, Mgr. P.
Hopmans, in het bisschoppelijk purper ge
kleed, komt zijn opwachting bij de Ko
ningin maken. In een der zalen heeft een
hartelijk onderhoud plaats tusschen de
hoogste landelijke en hoogste kerkelijke
autoriteit in het Bredasche diocees. Twee
hoogwaardigheidsbekleeders, die hun le
vensavond bereikt hebben en voor wie
deze jaren van bezetting, jaren van groote
kommer en zorg beteekenden.
De rijen van wachtenden hebben zich
door den langen duur van het bezoek
binnen eenigszins gedund, maar toch ble
ven yelen samengedrongen, om het ver
trek der Koningin te zien. Een wacht
meester der marechaussee beloont inmid
dels eenige hardnekkig met hun vlaggen
wapperende kleuters met een stuk cho
cola. Zij houden het stevig in hun knuist
jes, want „het is chocolade van onze
Koningin", zoo roepen ze triomfantelijk.
De wachtmeester lacht eens. Hij heeft
zelf kinderen
Te ongeveer kwart voor zes komt er
opnieuw beweging in de rij der volg
auto's. Halzen worden uitgerekt, vlagge
tjes zwaaiend opgeheven. Voor de ge
opende vensters verdringen zich weer de
hoofden van wachtenden. Een enthousiast
gejuich golft over het Marktplein als de
Koningin, zichtbaar onder den indruk van
al hetgeen zij ook hier weer vernam, naar
buiten treedt. Zij lijkt eenigszins ver
moeid, maar dat weerhoudt haar niet om
vriendelijk wuivend afscheid te nemen
van de wachtende Bredanaars, die Haar
het laatst zagen in de twintiger jaren bij
het eeuwfeest van de Koninklijke Mili
taire Academie.
Den volgenden ochtend, op den zesden
dag van Haar verblijf in bevrijd gebied,
bracht H. M. de Koningin geheel onver
wacht nog een bezoek aan de Groote
Kerk op de Markt te Breda, waar Zij
gezeten tusschen de eenvoudige kerk
gangers den dienst bijwoonde, die werd
voorgegaan door Dominee Mijnaartse.
In den middag bracht H. M. een be
zoek aan Tilburg, waar een contingent
van de Stoottroepen stond opgesteld. H.
M. inspecteerde de soldaten en onderhield
zich geruimen tijd met de leden van den
staf. Om lid van de stoottroepen te kun
nen worden, moet men actief hebben deel
genomen aan het verzet tijdens de be
zetting.
H. M. liet zich door vele leden van
de stoottroepen vertellen, hoe zij actief
aan den ondergrondschen weerstand had
den deelgenomen. Na afloop van de in
spectie marcheerde het contingent langs
H. M„ die met zichtbaar genoegen de
parade gadesloeg. Zoo groot was Haar
enthousiasme, dat Zij met luid handge
klap uitdrukking aan Haar voldoening
gaf.
Na afloop van de parade liet H. M. de
leden van het College van Commissa
rissen van Landbouw, Handel en Nijver
heid aan zich voorstellen, waarna Zij
zich naar het Paleis-Raadhuis begaf om
te confereeren met de leiders der ver
zetsbeweging en de nagelaten betrekkin
gen van gefusilleerden en oorlogsslacht
offers. Bij het bereiken van het Trappis
tenklooster „de Koningshoeve" op den
weg van Tilburg naar Eindhoven hield
H. M. even stil. De Trappisten, die voor
deze gelegenheid hun zwijgplicht hadden
mogen breken, stelde deze geste zeer op
prijs.
Een heerlijke lentezon stond boven het
met vlaggen en Oranjedoeken versierde
Eindhoven, toen H. M. de Koningin zich
Maandagochtend op weg begaf naar het
samenzijn met de daartoe uitverkorenen.
De doffe stemming, die hier zoolang
had geheerscht als gevolg van den oor
logsdruk had als bij tooverslag plaats,
gemaakt voor een verkwikkende feest
vreugde.
Als een electrische schok was het door
de menschen gegaan: „De Koningin is
erl" Het klonk nog ietwat onwezenlijk,
als iets uit een heel ver verleden.
Wie zich op straat begaf en wie
deed dat niet? ontwaarde al spoedig
het van ouds vertrouwde beeld der na
tionale hoogtijdagen: Het rood-wit-blauw
wapperde fierder dan ooit van gevels en
daken de doorde Nazi's besmeurde Prin-
cevlag was thans verdwenen de men
schen, getooid met oranje, de kinderen
met mutsen en vlaggetjes; het jarenlang
met zooveel zorg gehamsterde materiaal
voor het feest, dat toch eens gevierd
zou worden, kwam rijkelijk voor den dag
en het enthousiasme, evenaarde de geest
drift van de Zeeuwen.
Op het voorplein en het bordes van
het van Abbe-Museum, waar H. M. ont
vangen zou worden, hadden ontelbaren
een plaats gevonden. Padvindsters en
padvinders vormden met de Stoottroepen
de eerehaag en daarachter blonk het ko
per van de Eindhovensche Postharmonie,
die in gala-uniform was aangetreden en
ae nationale liederen blies. De kleuren
van vlaggen en uniformen van allerlei
aard vormden een bont geheel, -dat nog
gemarkeerd werd door het prille groen
van de bottende boomen. Een tafereel,
zooals in geen jaren aanschouwd.
Eindelijk was dan het groote moment
aangebroken. Om tien minuten over half
elf naderde de stoet en even later stonden
de wachtenden van aangezicht tot aan
gezicht met Haar, Wier komst men zoo
lang had verbeid.
De Koningin stapte uit de auto en
lachte en wuifde naar alle kanten. De
„hoera's" schenen geen einde te nemen.
De afzettingwerd verbroken, iedereen
stormde naar voren en om toch maar
een glimp van de Koningin op te vangen.
Plechtig klonk het Wilhelmus, dat allen
daarop aanhieven.
Begeleid door den minister van Bin-
nenlandsche Zaken, dr. Beel en den bur
gemeester van Eindhoven, den heer Ver
dijk, die de Koningin bij Haar aankomst
had begroet, betrad H. M. het Museum.
In de groote zaal van het gebouw werd
H. M door een honderdtal Eindhovena-
ren hartelijk begroet; het waren plaatse-
selijkc notabelen, zoowel als leden van
de voormalige verzetsbeweging, vroegere
gijzelaars en nagelaten betrekkingen van
oorlogsslachtoffers. H. M., die bij het be
treden van het Museum een bouquet in
ontvangst had genomen, aangeboden door
Carla Huismans, de dochter van den
nieuw benoemden minister van Financiën,
zette zich aan de aan het einde der zaal
geplaatste tafel en sprak met heldere
klankvolle stem de volgende rede uit.
DE KONINGIN SPREEKT.
„Eindelijk heb ik gevolg kunnen ge
ven aan een lang gekoesterden wensch
bevrijd Nederland te bezoeken en U
allen weer te zien.
Gij zult U moeilijk kunnen voor
stellen wat het voor mij beteekent na
bijna vijf jaren scheiding thans voor
de eerste keer op vaderlandschen bo
dem te toeven, met het beeld voor
oogen van al wat gij heb moeten door
staan van den meedoogenloozen en
niets ontzienden vijand, gevolgd door
Uw bevrijding die nog zooveel offer»