WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
DUITSCHLAND'S ONDERGANG.
DE LANGSTRAAT BEDREIGD.
van
9 APRIL 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 16
Voorheen en Thans.
Waalwijklei op Uw saeck".
Afbraak in plaats van opbouw.
Wij meenden dat met onze be
vrijding, onze herrijzenis, ook de
tijd van opbouw gekomen was en
dat het niet noodig zou zijn in 't
pas bevrijde gebied zoo spoedig
de noodklok te luiden.
Helaas, toch is dit noodig,
hoognoodig.
De nijvere Langstraat toch
wordt met ernstige afbraak be
dreigd, in stede van aller hulp
voor den weder-opbouw van wat
de oorlogsjaren aan onzen handel,
industrie en andere belangen
hebben vernield.
De geruchten worden meer en
meer bevestigd dat de spoorweg
autoriteiten weldra zullen over
gaan tot afbraak en opheffing der
spoorlijn 's Hertogenbosch-Lage-
Zwaluwe. Reeds zouden de sein-
toestellen e.d, zijn weggehaald.
Waarvoor onze voorvaderen vóór
60 jaar hebben gestreden met alle
macht en succes, nl. een spoor
wegverbinding door de Langstraat
waardoor deze werd verbonden
met de hartaders van handel en
industrie in den lande, zou alzoo
in één handomthaai, in den jare
1945 na jaren van onderdrukking
en stillegging van vrijwel alles,
worden vernietigd.
Zoo zou de Langstraat met z'n
groeiende en bloeiende industrie,
z'n belangrijke schoen- en leder
industrie, hooi- en fruithandel, z'n
voorname landbouwbedrijven en
wat dies meer zij, met een zielental
van plm. 100.000 inwoners ge
doemd zijn een doode streek te
worden, zonder fatsoenlijke ver
keersverbindingen, waardoor han
dels bedrijfs-, onderwijs- en
verkeers-belangen, met lamheid
worden geslagen.
't Gaat hier om een aangelegen
heid van primaire beteekenis en
daarom roepen wij gemeente
besturen, vereenigingen, organi-
HOE HET ONS EN ONS BLAD VERGING.
II.
Herstel Binnenscheepvaart.
In Noord-Brabant zijn enkele
vaarwegen in het Westen reeds
sedert eenigen tijd in gebruik
voor het vervoer van suikerbieten.
De belangrijkste vaarweg, name
lijk de Zuid-Willemsvaart, is thans
gedeeltelijk vrij gemaakt, waardoor
de kolenschepen weer zullen
kunnen varen.
Slagers protesteeren.
De vergadering van het R. K.
Gilde der Slagers ,.St. Nicolaa"
te Tilburg, waar meer dan 250
leden tegenwoordig waren, heeft
een motie aangenomen, waarin
zij protesteert tegen het feit, dat
de vleeschwaren fabrieken 20 pet.
toewijztng krijgen van den omzet
van het vleesch in blik, waardoor
het vleesch ook in kruideniers
winkels wordt verkocht en waar
door de omzet in de slagers
winkels kleiner wordt.
De motie zal worden ter kennis
gebracht van de Ned. regeering
te Londen, het Militair Gezag,
den directeur der Voedselvoor
ziening voor bevrijd Nederland
en aan het Bureau Vee en Vleesch.
(A. A.)
Katoenvoorraad overtreft
wereldvraag.
Dinsdag werd officieel mee
gedeeld, dat de afgevaardigden
naar het tweede internationale
raadgevende comité voor katoen
aangelegenheden op een bijeen
komst vaststelden, dat de ge
schatte wereldvoorraad van 50
millioen balen grootelijks de
wereldvraag voor dit product over
treft, (A. A.)
saties, industrieele en handels
zaken op de handen uit de mou
wen te steken en saam te werken
en al hun gewicht in de schaal
te werpen, om te trachten dit
onheil af te wenden.
Er valt hier geen oogenblik te
verliezen en geen invloed achter
wege te laten om deze afbraak
poging alsnog ongedaan te maken.
De belangen onzer streek, de
belangen van onzen handel en
industrie tellen even zwaar als
daar waar men deze outillage
noodig heeft. Als men dit als
argument wil bezigen, zijn er
misschien wel streken in den lande
te vinden van minder imporantie,
met minder nijverheid, met minder
verkeersbehoeften.
Men paaie ons niet met een toe
komstige autoweg langs de
Langstraat van Den Bosch naar
Rotterdam. Eer deze betonnen
weg gelegd kan worden, eer er
voldoende capaciteit is voor per
sonen-, maar vooral goederenver
voer, zullen er misschien een tien
tal jaren over heengaan, meer dan
voldoende om een nijvere streek
met een industrie van wereldnaam,
tot ondergang te brengen,
En we kennen de bussen-misère
al jaren bij ondervinding, het
verschil tusschen spoor of bus
verbinding is te groot!
Daarom nogmaals De nood
klok luidt „Langstraat strijdt voor
Uw belangen 1"
Oorlogsnieuws.
Patrouilles dringen Arnhem
binnen.
Almelo veroverd.
Geallieerde patrouilles die de
Rijn waren overgestoken, zijn
in Arnhem binnengedrongen
zonder tegenstand te ontmoeten
Ten noorden van de stad staan
de geallieerden op 15 km. van
de spoorlijn Amersfoort-Apel-
doorn.
In Zutfen wordt nog steeds
gevochten. In Overijssel werd
Almelo bevrijd en rukten Ca-
nadeesche tanks 10 km. op
voorbij deze stad. Een klein
wegenknooppunt aan de grens
werd bereikt, waardoor weer
een ontsnappingsweg voor de
duitschers werd afgesneden.
De geallieerden staan 80 km.
ten zuiden van Emden en ten
noorden van Minden op een 25
km. breed front aandeWezer.
Osnabrück is geheel veroverd
en de geallieerden hebben vier
bruggehoofden over het Dord-
mund-Eemskanaal en 't Eems-
Wezerkanaal. Amerikaansche
troepen staan van Minden tot
Hameln aan de Wezer. Ten
noorden van het Roergebied
werd Bielefeld veroverd en in
het Roergebied staan de Ame
rikanen nog slechts 5 km. van
Dormund. In het Roergebied
werden duitsche tegenaanvallen
afgeslagen, maar de vijand blijft
zich concentreeren bij Hamm
en Paderborn. De tanks van ge
neraal Patton zijn reeds 13 km.
voorbij Mühlhauseu en ruim 10
km. voorbij Gotha. Tanks van
generaal Patch zijn 13 km.
voorbij Wurzburg opgerukt in
de richting van Neurenberg.
De Russen hebben dengrooten
verkeersweg van Weenen naar
Linz doorsneden en ten oosten
van Weenen werd Bruck ver
overd; Ook in de kleine Kar-
pathen en in het Tatragebergte
veroverden zij vele plaatsen.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Hoofdredacteur Uitgever JAN TIELEN
RedacteurJ. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs 1 5 cent per wéék f 1.95 per kwartaal
Drukker: WaalwIJksche Stoomdrukkerij Antoen Tlelen
Kennummer2483
De volkomen ondergang van Duitsch-
land staat voor de deur. Men telt den
tijd die ons daarvan nog verwijderd
houdt, niet meer in maanden, doch in
weken. Men behoeft het daarmee niet
geheel eens te zijn; het kan wat korter
of het kan wat langer duren, maar onaf
wendbaar zeker nadert toch de dag, dat
aan een regierg van grenzelooze hoogmoed
en machtswaanzin een einde wordt ge
maakt. De Hunnen-droomen over een
wereldheerschappij en een duizend-jarig
rijk zijn ineen geschrompeld. Er rest hen
niets meer dan het troostelooze beeld
van een vernietigd en verslagen Duitsch-
land, waar de puinhoopen van eens bloei
ende steden een volkomen vernedering
in alle scherpte accentueeren en in hun
grootsche verlatenheid een stomme aan
klacht vormen tegen de willekeur van
een regiem dat met de nederlaag voor
oogen een zinneloozen strijd voortzet.
Zoo offert een land zichzelf op en zoo
i verliest een land zijn laatste eer, want er
f is niets heldhaftigs meer te bespeuren in
een worsteling waarin men het onderspit
reeds gedolven heeft. Hier geeft men een
land moedwillig aan de vernietiging prijs
en met deze daad zal Hitier zich ook
straks voor het gerecht der historie voor
immer veroordeeld hebben. In zijn eigen
ondergang en in den ondergang van het
regiem sleurt hij geheel duitschland mee,
in de hoop een dusdanige ontreddering,
verwarring en chaos achter te laten, dat
den geallieerden alle vreugde der over
winning zal ontgaan, wanneer zij het oog
richten op den chaos die is achterge
bleven.
Inderdaad zal er straks een onbeschrij
felijke verwarring heerschen, doch de ge
allieerden hebben daarmede rekening ge
houden en maatregelen voorbereid om te
beletten dat de verwarring naar andere
landen zal overslaan. Na den vorigen
oorlog ontstond door de schommelingen
van de Mark een toestand, die hoogst
nadeelig was voor de internationale eco
nomie, terwijl de meeste duitsche kapita
len gevrijwaard bleven, doordat zij voor
af naar het buitenland waren overge
bracht.
Sedert het uitbreken van dezen oor
log hebben de Britsche en Amerikaan-
sche overheden nauwlettend de beweging
van de duitsche kapitalen gevolgd. On
langs werd van Zwitserland en Zweden
verkregen, dat geen onderkomen zou ver
leend worden aan dergelijke kapitalen,
zoomin als aan de bezittingen welke de
duitschers in de bezette gebieden gesto
ken hebben. De oorlogsverklaring van
Argentinië aan Duitschland, beteekent
dat de vele duitsche kapitalen in Ame
rika die naar Argentinië waren overge
bracht, in beslag genomen zullen worden.
Hetzelfde heeft zich reeds voorgedaan in
Turkije. Inlichtingen uit duitschland, zoo
schrijft het Belgische blad „Het Laatste
Nieuws" wijzen er op, dat de prijsstij
ging er volop aan den gang is. In de
eerste tijden van de ineenstorting zullen
de inkomsten van het rijk gering blijken.
Vermoedelijk zal men niet in staat zijn
belastingen te innen en om de loonen en
bezoldigingen te betalen men nieuwe
bankbiljetten moeten drukken. Het in
zicht bestaat om betaling in goederen te
bevorderen.
De Geallieerden zullen eveneens de
prijzen controleeren. Alles zal gedaan
worden om de ontreddering, waarvan de
nazi's hopen dat zij aan de geallieerden
groote moeilijkheden zal berokkenen, in
te dijken.
Het is trouwens geboden en van inter
nationaal belang, dat de muntschomme-
I lingen overal belet worden. Door het in
stellen van vaste wisselkoersen heeft men
dit gevaar reeds voor het grootste ge
deelte afgewend en aldus vermeden dat
een financieele crisis de economische
moeilijkheden nog zou vergrooten. Dat
die echer toch nog van enormen om
vang zullen blijken te zijn, behoeft geen
twijfel en dat de vernietiging van duitsch
land het geheele economische leven na
deelig zal beinvloeden, daarvan kan men
zeker zijn. Daarop ook is Hitler's laatste
hoop gebouwd. Om die reden heeft hij
de bezette landen uitgeput, want als er
van duitschland niets overblijft, moet er
van de landen die duitschland omringen
nog minder overblijven. Zoo zal duitsch
land immers altijd nog sterker zijn dan
de buurvolkeren en straks misschien op
nieuw een kans krijgen de wereld in
bloed en tranen te storten. Hitier hoopt
dat de verwarring waarin duitschland
straks zal verkeeren, op de andere lan
den zal overslaan en de geallieerden voor
onoverkomelijke moeilijkheden zal plaat
sen. Men kan er echter zeker van zijn,
dat onze bondgenooten duitschland vol
komen met vaste hand omsloten zullen
houden. Alle plannen en verwachtingen,
die men in duitschland nog koestert om
de nabuurvolkeren geheel of gedeeltelijk
in de ellende mee te kunnen sleepen, zul
len enkel en alleen tot gevolg hebben, dat
het eigen land ng dieper wegzinkt in het
graf dat men anderen heeft toegewenscht,
maar waarin men thans zelf begraven zal
worden.
PINKSTEREN 1940.
De Duitsche vliegmachines met bom
men beladen gaan over onze landouwen.
Ze zijn er al eenige dagen mee bezig.
Ze zijn in den nacht van Donderdag op
Vrijdag met daverend geweld over onze
landouwen en steden heengedaverd. Toen
wisten we het gauw, want de bommen
werden neergeworpen; er was nog geen
oorlogsverklaring, maar dat was geen
bezwaar. Zoo ging het ook.
En verdwaasde Duitschers stonden en
thousiast omhoog te staren en juichten
„Unsere Helden".
O. het waren bekwame en stoutmoe
dige vliegers, maar onder heldendaden
verstaan wij andere daden dan een klein
volk te overvallen en met bommen te
bestrooien.
PASCHEN 1945.
Weer daveren vliegmachines over de
Nederlandsche landouwen. Maar nu zijn
het anderen, want Duitschers vertoonen
zich niet meer. En zij vallen nu troepen
aan, Duitsche troepen, die uit Nederland
terugtrekken. De helden, vechters en on
derdrukkers die ons volk hebben gety-
raniseerd, bestolen, uitgehongerd en ge
marteld. Zij tiekken terug in lange colon
nes, allicht hebben zij, net als de ver
slagenen, die uit Frankrijk en België
vluchtten en hier door trokken nog ge
roofde goederen bij zich. Maar bommen
regenen op de colonnes; vernielde wa
gens versperren de wegen, hier en daar
staan ze te branden.
Terug naar eigen land, maar daar te
laat komend, nu om te helpen de Hei
mat te verdedigen, want nu razen de
Engelsche en Amerikaansche tanks over
hun wegen, nu branden hun steden en
dorpen.
O, we behoeven een verslagen vijand
niet te versmaden, de Duitsche legers
hebben het lang, zeer lang volgehouden,
Zij hebben in dezen oorlog daden van
groote krijgsmansschap verricht, zij heb
ben dapper aangevallen en taai verde
digd. Waarom zouden wij het niet er
kennen.
Maar toch, dit is geen moedig, het is
een laf volk, dat eerst zelf bukte voor
een Hitier en zijn bondgenooten, die zich
met alle, ook de meest ongure middelen
de macht aanmatigden. Door moord en
bedreiging, door concentratiekampen en
schrikaanjaging hebben de Nazi's eerst
binnenslands alle oppositie verstikt en
alle verzet gedood.
Met diezelfde middelen hebben zij daar
na andere volken willen onderdrukken, 't
Zal de eeuwige schande van het Duit
sche volk blijven, dat het zichzelf in een
slaafsche angst gebukt heeft Voor een
stel onverlaten en daarna als willig werk
tuig de misdadige middelen van die heer-
schers is gaan bezigen om ook anderen
te dwingen.
Met de hoon en de vloek van ons volk
beladen, dat zij een broedervolk noem
den .trekken zij terug.
Wij verstaan iets anders onder helden
moed dan het op bevel verrichten van
groote wreedheden, neerschieten van on-
schuldigen, weghalen van voedsel, marte
len van gevangenen.
We weten heel goed, dat niet alle
Duitschers dit goedkeuren, dat velen deze
vuige, schandelijke misdaden in hun hart
afkeurden. Maar het Duitsche volk miste
den moed er een eind aan te maken, met
al z'n vechtlust is het een laf volk, krui
pend voor hem, wiens macht het voelt,
trappend op degenen, die het in z'n macht
meent te hebben.
Het „Herren-volk" is geen heldenvolk.
(Nwsbl. v. h. Z.)
In „De Vrije Pers" lazen wij een ver
slag omtrent eene te 's-Bosch gehouden
vergadering van den Industriëelen Kring
's-Hertogenbosch e.o.
In deze vergadering hield de wrnd. bur
gemeester van 's-Bosch, mr. H. Loeff een
interessante verhandeling over de indus
trie van 's-Bosch in de toekomst, waarin
hij o.m. aanleiding vond nader in te gaan
op groote urgentieproblemen als energie
voorziening en opbouw, op het uitgeven
van industrieterreinen en den bouw van
arbeiderswoningen.
Aan sprekers betoog ontleenen wij o.m.
nog, dat ons land op de eerste plaats een
industrieland is en niet agrarisch. De in
leider vond hierna de gelegenheid de be-
teekenis te schetsen der industrie voor de
gemeentefinanciën en aan de hand van
een heele serie concrete gegevens en fei
ten volgde hierover een gedocumenteerd
betoog. Een zijner conclusies luidde, dat
we onze bedrijfspolitiek veel meer moeten
instellen op industrie en handel en ver
volgens dat 's-Bosch gezien de om
standigheden thans de kans van haar
leven heeft tot het vestigen en stimulee-
ren van industrieën, welke zij onder geen
beding mag laten voorbijgaan."
Wij hebben deze vergadering en deze
inleiding aangehaald om te doen zien, hoe
waakzaam men elders is, maar vooral om
er op te wijzen dat die waakzaamheid en
energie, ook van ons geëischt zal worden
in het huidige tijdsgewricht.
Wij moeten samenwerken en plannen
beramen voor de toekomst, om te behou
den wat we hebben op verschillend ge
bied, maar vooral om nieuwe wegen te
bewandelen, nieuwe bronnen aan te bo
ren, zoowel op het terrein van industrie
en handel, als op dat van het onderwijs
en het cultureele leven.
Wat handel en industrie betreft, daar
van zien we langzaam aan symptonen
van nieuwe energie, al wordt die nog
steeds zeer gehandicapt. Verschillende
fabrieken en bedrijven zijn weer op gang,
zij het dan nog in beperkte mate, maar
verschillende andere, waaronder groote
bedrijven, staan nog geheel werkeloos;
fabrieken die al te lang rust hadden, een
rust door de moffen of hun handlangers
opgelegd. Maar ook deze moeten op
gang en niet op de laatste plaats, juist
omdat ze zoolang zijn uitgeschakeld, maar
ook voor het bevorderen der productie
en niet minder ter verkrijging van meer
normale en juiste toestanden.
Laat ons overal waar mogelijk op onze
tellen passen. Nu komt de kans, laat ons
die aangrijpen, met vereende kracht en
energie.
„Waalwijk, let op Uw Saeck!"
Alles verliep echter rustig, tot begin
Juni 1941, des namiddags iemand van
Sicherheits-Polizei te 's-Bosch, op ons
Bureau verscheen, die ons kwam mede-
deelen, dat wij vóór Vrijdag a.s. (het
was Dinsdag) dus binnen 3 X 24 uur
een boete moesten storten van 2500.
op rekening van de Sonderkasse van den
Rijkscommissaris in Den Haag. Op onze
begrijpelijke vraag, waarom ons deze
eer te beurt viel, zeide hij, hierop geen
antwoord te kunnen geven, waar hij
alleen opdracht had, deze boete te komen
mededeelen en dat wij mogelijk op het
bureau van de S.P. te 's-Bosch nadere
inlichtingen konden verkrijgen.
Toen hij vertrok sprak hij de hoop
uit, hier niet meer terug behoeven te
keeren, want dan zou het zoo goed niet
afloopen!
Den volgenden dag naar de S. P. te
Den Bosch, om nadere inlichtingen. Na
lang wachten, toegelaten, bleek dat wij
hier stonden tegenover denzelfden per
soon, die wij den vorigen dag in Waal
wijk hadden ontvangen en die voorgaf
niets te weten. Ook thans kon hij ons
dus niet nader inlichten, want daarvoor
moesten wij zijn bij den Presse-Referent
Reussner, die resideerde op Raucouleur
te Vught.
Wij herinnerden ons dezen naam. Het
was dezelfde man, die op een eerste pers
conferentie met de Duitschers, zgn. ter
kennismaking met de Brabantsche pers
had verklaard: „Thans staan wij in Ne
derland en het zal niet lang meer duren
of wij hebben geheel Europa in onze
macht. Wij zij-» dan zoo sterk geworden
dat wij ook de geheele wereld kunnen
veroveren en dan stelt de Fuehrer een
dag vast, waarop alle Joden over de
geheele wereld vernietigd zullen worden."
Bij het ingehouden gelach, dat toen bij
de meeste der aanwezige journalisten op
steeg, viel R. krachtig uit, dat dit in
derdaad zoo gebeurde. „De Fuehrer had
het zelf gezegd en alles wat deze in het
verleden reeds verklaard had en voor
speld, was uitgekomen." Van denzelfden
R. hadden wij ook voor eenigen tijd 'n
brief ontvangen, waarin hij ons mede
deelde, een gratis abonnement van ons
blad te moeten verstrekken aan zekeren
mijnheer Pecachek, wonende Kerkstraat
Waalwijk en destijds modelleur-patronen-
maker bij de TIMTUR-Schoenfabriek.
Wij begrepen wel uit welken hoek de
wind waaide, maar hielden ons van den
domme en schreven terug, waarom wij
dezen mijnheer een gratis abonnement
moesten bezorgen, daar het niet onze ge
woonte was gratis abonnementen te ver
strekken aan willekeurige personen, in
casu den heer Pecachek. Wij kregen toen
ten antwoord, dat deze een der mede
werkers van den Presse-Referent was en
dat ons verzocht werd voortaan geen na
vraag meer te doen naar het waarom,
wanneer zijnerzijds een opdracht werd
gegeven. Daaruit bleek ons voldoende,
dat Pecachek de eerste censor van ons
blad was en het was bij hem wel in
„goede" handen.
Wij vroegen een onderhoud aan bij
den heer Reussner. Dit werd ons den
volgenden dag toegestaan.
Wij begaver. ons dus naar het prach
tige Raucouleur te Vught. De ontvangst
was al even voornaam. Het geleek wel
iets op een audiëntie bij de Koningin.
Wij werden binnengelaten door een def
tig gegaloneerü oud-militair, die ons het
doel onzer komst liet inschrijven. Wach
ten tot er gebeld werd. Toen de prach
tige trap op; eerste kamer rechts; daar
zaten een paar jongedames te typen.
Wachten tot er gebeld werd; toen twee
de verdieping, eerste kamer links; weer
een jongedame. Wachten, want de heer
Reussner was in conferentie; tenslotte
werden we bij Zijne Hoogheid toege
laten
Een joviaal type, die echter de ge
wone Duitsche hebbelijkheden had. Na
een korte begroeting en uitleg van het
doel van onze komst, begon hij te foe
teren en te fulmineeren, wat echter al
vrij spoedig bedaarde. Hij was de kwaad
ste niet, maar ons bezoek had natuurlijk
geen succes. Wij kwamen om te infor-
meeren naar de oorzaak van het opleg
gen der boete en te trachten kwijtschel
ding of vermindering te krijgen. Op onze
vraag: waarom? moest hij het antwoord
schuidig blijven: dat wist men alleen in
Den Haag Op onze opmerking dat wij
op zijn bureau een dossier met uitknip
sels uit ons blad zagen liggen en of 't
dit misschien betrof, antwoordde hij, dat
hij deze stukken van de S. P. te Den
Bosch had laten komen. Hij meende dat
in deze knipsels wel de oorzaak gezocht
zou moeten worden, want als het hem te
doen was geweest, zau hij die courant
al lang verboden hebben. Wij de
den niets om de nieuwe orde ingang te
doen vinden; om de pogingen der Duit
schers die zulke goede bedoelingen met
ons hadden, te steunen. Hij moest toe
geven, dat wij er goed slag van hadden,
het zoo in te richten, dat men er weinig
of geen vat op had, terwijl toch onze
eigen meening en overtuiging voldoende
tot de lezers spraken, zoowel in eigen
als in overgenomen artikelen in de ru
briek „Uit de Pers" en vooral die laatste
waren juist de meest gevaarlijke.
Een belangrijke rede van Hitier, hoe
werd die b.v. weergegeven? Wij maak
ten de opmerking, dat wij in ons blad
van slechts vier pagina's er een geheeld
pagina aan hadden gewijd, maar dat we
toch alleen een samenvatting konden ge
ven, waarop hij repliceerde, dat we juist
de stukken van het grootste belang, de
essentieele punten over het hoofd zagen.
(Wordt vervolgd)
Wij hebben ons, voor het verkrijgen
van nadere inlichtingen terzake, gewend
tot dê Directie der Ned. Spoorwegen
te Tilburg hier wenschte men ons geen
nadere inlichtingen over deze, toch
zeer belangrijke aangelegenheid te ver
strekken.
Later werd gemeld dat Doesburg door
de Canadeezen werd bevrijd. In Overijs
sel werden Delden en Ootmarsum
bevrijd, benevens Wierden, ten W. van
Almelo. Goevorden is bevrijd en de
geallieerden drongen reeds 25 km.
verdar door in O, en N.O. richting.
Ganadeesche tanks staan 2 km, van
Deventer.
De Britsche en Ganadeesche troepen
naderen Bremen, Embden, Hamburg en
Hannover en in Nederland de Zuiderzee.
(H. N., B,B.C.)