WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT DUITSCHLAND'S ONDERGANG. DE LANGSTRAAT BEDREIGD. van 9 APRIL 1945 Losse nummers 10 cent 68e JAARGANG No. 16 Voorheen en Thans. Waalwijklei op Uw saeck". Afbraak in plaats van opbouw. Wij meenden dat met onze be vrijding, onze herrijzenis, ook de tijd van opbouw gekomen was en dat het niet noodig zou zijn in 't pas bevrijde gebied zoo spoedig de noodklok te luiden. Helaas, toch is dit noodig, hoognoodig. De nijvere Langstraat toch wordt met ernstige afbraak be dreigd, in stede van aller hulp voor den weder-opbouw van wat de oorlogsjaren aan onzen handel, industrie en andere belangen hebben vernield. De geruchten worden meer en meer bevestigd dat de spoorweg autoriteiten weldra zullen over gaan tot afbraak en opheffing der spoorlijn 's Hertogenbosch-Lage- Zwaluwe. Reeds zouden de sein- toestellen e.d, zijn weggehaald. Waarvoor onze voorvaderen vóór 60 jaar hebben gestreden met alle macht en succes, nl. een spoor wegverbinding door de Langstraat waardoor deze werd verbonden met de hartaders van handel en industrie in den lande, zou alzoo in één handomthaai, in den jare 1945 na jaren van onderdrukking en stillegging van vrijwel alles, worden vernietigd. Zoo zou de Langstraat met z'n groeiende en bloeiende industrie, z'n belangrijke schoen- en leder industrie, hooi- en fruithandel, z'n voorname landbouwbedrijven en wat dies meer zij, met een zielental van plm. 100.000 inwoners ge doemd zijn een doode streek te worden, zonder fatsoenlijke ver keersverbindingen, waardoor han dels bedrijfs-, onderwijs- en verkeers-belangen, met lamheid worden geslagen. 't Gaat hier om een aangelegen heid van primaire beteekenis en daarom roepen wij gemeente besturen, vereenigingen, organi- HOE HET ONS EN ONS BLAD VERGING. II. Herstel Binnenscheepvaart. In Noord-Brabant zijn enkele vaarwegen in het Westen reeds sedert eenigen tijd in gebruik voor het vervoer van suikerbieten. De belangrijkste vaarweg, name lijk de Zuid-Willemsvaart, is thans gedeeltelijk vrij gemaakt, waardoor de kolenschepen weer zullen kunnen varen. Slagers protesteeren. De vergadering van het R. K. Gilde der Slagers ,.St. Nicolaa" te Tilburg, waar meer dan 250 leden tegenwoordig waren, heeft een motie aangenomen, waarin zij protesteert tegen het feit, dat de vleeschwaren fabrieken 20 pet. toewijztng krijgen van den omzet van het vleesch in blik, waardoor het vleesch ook in kruideniers winkels wordt verkocht en waar door de omzet in de slagers winkels kleiner wordt. De motie zal worden ter kennis gebracht van de Ned. regeering te Londen, het Militair Gezag, den directeur der Voedselvoor ziening voor bevrijd Nederland en aan het Bureau Vee en Vleesch. (A. A.) Katoenvoorraad overtreft wereldvraag. Dinsdag werd officieel mee gedeeld, dat de afgevaardigden naar het tweede internationale raadgevende comité voor katoen aangelegenheden op een bijeen komst vaststelden, dat de ge schatte wereldvoorraad van 50 millioen balen grootelijks de wereldvraag voor dit product over treft, (A. A.) saties, industrieele en handels zaken op de handen uit de mou wen te steken en saam te werken en al hun gewicht in de schaal te werpen, om te trachten dit onheil af te wenden. Er valt hier geen oogenblik te verliezen en geen invloed achter wege te laten om deze afbraak poging alsnog ongedaan te maken. De belangen onzer streek, de belangen van onzen handel en industrie tellen even zwaar als daar waar men deze outillage noodig heeft. Als men dit als argument wil bezigen, zijn er misschien wel streken in den lande te vinden van minder imporantie, met minder nijverheid, met minder verkeersbehoeften. Men paaie ons niet met een toe komstige autoweg langs de Langstraat van Den Bosch naar Rotterdam. Eer deze betonnen weg gelegd kan worden, eer er voldoende capaciteit is voor per sonen-, maar vooral goederenver voer, zullen er misschien een tien tal jaren over heengaan, meer dan voldoende om een nijvere streek met een industrie van wereldnaam, tot ondergang te brengen, En we kennen de bussen-misère al jaren bij ondervinding, het verschil tusschen spoor of bus verbinding is te groot! Daarom nogmaals De nood klok luidt „Langstraat strijdt voor Uw belangen 1" Oorlogsnieuws. Patrouilles dringen Arnhem binnen. Almelo veroverd. Geallieerde patrouilles die de Rijn waren overgestoken, zijn in Arnhem binnengedrongen zonder tegenstand te ontmoeten Ten noorden van de stad staan de geallieerden op 15 km. van de spoorlijn Amersfoort-Apel- doorn. In Zutfen wordt nog steeds gevochten. In Overijssel werd Almelo bevrijd en rukten Ca- nadeesche tanks 10 km. op voorbij deze stad. Een klein wegenknooppunt aan de grens werd bereikt, waardoor weer een ontsnappingsweg voor de duitschers werd afgesneden. De geallieerden staan 80 km. ten zuiden van Emden en ten noorden van Minden op een 25 km. breed front aandeWezer. Osnabrück is geheel veroverd en de geallieerden hebben vier bruggehoofden over het Dord- mund-Eemskanaal en 't Eems- Wezerkanaal. Amerikaansche troepen staan van Minden tot Hameln aan de Wezer. Ten noorden van het Roergebied werd Bielefeld veroverd en in het Roergebied staan de Ame rikanen nog slechts 5 km. van Dormund. In het Roergebied werden duitsche tegenaanvallen afgeslagen, maar de vijand blijft zich concentreeren bij Hamm en Paderborn. De tanks van ge neraal Patton zijn reeds 13 km. voorbij Mühlhauseu en ruim 10 km. voorbij Gotha. Tanks van generaal Patch zijn 13 km. voorbij Wurzburg opgerukt in de richting van Neurenberg. De Russen hebben dengrooten verkeersweg van Weenen naar Linz doorsneden en ten oosten van Weenen werd Bruck ver overd; Ook in de kleine Kar- pathen en in het Tatragebergte veroverden zij vele plaatsen. DE ECHO VAN HET ZUIDEN Hoofdredacteur Uitgever JAN TIELEN RedacteurJ. A. A. VAN DEN DUNGEN Abonnementsprijs 1 5 cent per wéék f 1.95 per kwartaal Drukker: WaalwIJksche Stoomdrukkerij Antoen Tlelen Kennummer2483 De volkomen ondergang van Duitsch- land staat voor de deur. Men telt den tijd die ons daarvan nog verwijderd houdt, niet meer in maanden, doch in weken. Men behoeft het daarmee niet geheel eens te zijn; het kan wat korter of het kan wat langer duren, maar onaf wendbaar zeker nadert toch de dag, dat aan een regierg van grenzelooze hoogmoed en machtswaanzin een einde wordt ge maakt. De Hunnen-droomen over een wereldheerschappij en een duizend-jarig rijk zijn ineen geschrompeld. Er rest hen niets meer dan het troostelooze beeld van een vernietigd en verslagen Duitsch- land, waar de puinhoopen van eens bloei ende steden een volkomen vernedering in alle scherpte accentueeren en in hun grootsche verlatenheid een stomme aan klacht vormen tegen de willekeur van een regiem dat met de nederlaag voor oogen een zinneloozen strijd voortzet. Zoo offert een land zichzelf op en zoo i verliest een land zijn laatste eer, want er f is niets heldhaftigs meer te bespeuren in een worsteling waarin men het onderspit reeds gedolven heeft. Hier geeft men een land moedwillig aan de vernietiging prijs en met deze daad zal Hitier zich ook straks voor het gerecht der historie voor immer veroordeeld hebben. In zijn eigen ondergang en in den ondergang van het regiem sleurt hij geheel duitschland mee, in de hoop een dusdanige ontreddering, verwarring en chaos achter te laten, dat den geallieerden alle vreugde der over winning zal ontgaan, wanneer zij het oog richten op den chaos die is achterge bleven. Inderdaad zal er straks een onbeschrij felijke verwarring heerschen, doch de ge allieerden hebben daarmede rekening ge houden en maatregelen voorbereid om te beletten dat de verwarring naar andere landen zal overslaan. Na den vorigen oorlog ontstond door de schommelingen van de Mark een toestand, die hoogst nadeelig was voor de internationale eco nomie, terwijl de meeste duitsche kapita len gevrijwaard bleven, doordat zij voor af naar het buitenland waren overge bracht. Sedert het uitbreken van dezen oor log hebben de Britsche en Amerikaan- sche overheden nauwlettend de beweging van de duitsche kapitalen gevolgd. On langs werd van Zwitserland en Zweden verkregen, dat geen onderkomen zou ver leend worden aan dergelijke kapitalen, zoomin als aan de bezittingen welke de duitschers in de bezette gebieden gesto ken hebben. De oorlogsverklaring van Argentinië aan Duitschland, beteekent dat de vele duitsche kapitalen in Ame rika die naar Argentinië waren overge bracht, in beslag genomen zullen worden. Hetzelfde heeft zich reeds voorgedaan in Turkije. Inlichtingen uit duitschland, zoo schrijft het Belgische blad „Het Laatste Nieuws" wijzen er op, dat de prijsstij ging er volop aan den gang is. In de eerste tijden van de ineenstorting zullen de inkomsten van het rijk gering blijken. Vermoedelijk zal men niet in staat zijn belastingen te innen en om de loonen en bezoldigingen te betalen men nieuwe bankbiljetten moeten drukken. Het in zicht bestaat om betaling in goederen te bevorderen. De Geallieerden zullen eveneens de prijzen controleeren. Alles zal gedaan worden om de ontreddering, waarvan de nazi's hopen dat zij aan de geallieerden groote moeilijkheden zal berokkenen, in te dijken. Het is trouwens geboden en van inter nationaal belang, dat de muntschomme- I lingen overal belet worden. Door het in stellen van vaste wisselkoersen heeft men dit gevaar reeds voor het grootste ge deelte afgewend en aldus vermeden dat een financieele crisis de economische moeilijkheden nog zou vergrooten. Dat die echer toch nog van enormen om vang zullen blijken te zijn, behoeft geen twijfel en dat de vernietiging van duitsch land het geheele economische leven na deelig zal beinvloeden, daarvan kan men zeker zijn. Daarop ook is Hitler's laatste hoop gebouwd. Om die reden heeft hij de bezette landen uitgeput, want als er van duitschland niets overblijft, moet er van de landen die duitschland omringen nog minder overblijven. Zoo zal duitsch land immers altijd nog sterker zijn dan de buurvolkeren en straks misschien op nieuw een kans krijgen de wereld in bloed en tranen te storten. Hitier hoopt dat de verwarring waarin duitschland straks zal verkeeren, op de andere lan den zal overslaan en de geallieerden voor onoverkomelijke moeilijkheden zal plaat sen. Men kan er echter zeker van zijn, dat onze bondgenooten duitschland vol komen met vaste hand omsloten zullen houden. Alle plannen en verwachtingen, die men in duitschland nog koestert om de nabuurvolkeren geheel of gedeeltelijk in de ellende mee te kunnen sleepen, zul len enkel en alleen tot gevolg hebben, dat het eigen land ng dieper wegzinkt in het graf dat men anderen heeft toegewenscht, maar waarin men thans zelf begraven zal worden. PINKSTEREN 1940. De Duitsche vliegmachines met bom men beladen gaan over onze landouwen. Ze zijn er al eenige dagen mee bezig. Ze zijn in den nacht van Donderdag op Vrijdag met daverend geweld over onze landouwen en steden heengedaverd. Toen wisten we het gauw, want de bommen werden neergeworpen; er was nog geen oorlogsverklaring, maar dat was geen bezwaar. Zoo ging het ook. En verdwaasde Duitschers stonden en thousiast omhoog te staren en juichten „Unsere Helden". O. het waren bekwame en stoutmoe dige vliegers, maar onder heldendaden verstaan wij andere daden dan een klein volk te overvallen en met bommen te bestrooien. PASCHEN 1945. Weer daveren vliegmachines over de Nederlandsche landouwen. Maar nu zijn het anderen, want Duitschers vertoonen zich niet meer. En zij vallen nu troepen aan, Duitsche troepen, die uit Nederland terugtrekken. De helden, vechters en on derdrukkers die ons volk hebben gety- raniseerd, bestolen, uitgehongerd en ge marteld. Zij tiekken terug in lange colon nes, allicht hebben zij, net als de ver slagenen, die uit Frankrijk en België vluchtten en hier door trokken nog ge roofde goederen bij zich. Maar bommen regenen op de colonnes; vernielde wa gens versperren de wegen, hier en daar staan ze te branden. Terug naar eigen land, maar daar te laat komend, nu om te helpen de Hei mat te verdedigen, want nu razen de Engelsche en Amerikaansche tanks over hun wegen, nu branden hun steden en dorpen. O, we behoeven een verslagen vijand niet te versmaden, de Duitsche legers hebben het lang, zeer lang volgehouden, Zij hebben in dezen oorlog daden van groote krijgsmansschap verricht, zij heb ben dapper aangevallen en taai verde digd. Waarom zouden wij het niet er kennen. Maar toch, dit is geen moedig, het is een laf volk, dat eerst zelf bukte voor een Hitier en zijn bondgenooten, die zich met alle, ook de meest ongure middelen de macht aanmatigden. Door moord en bedreiging, door concentratiekampen en schrikaanjaging hebben de Nazi's eerst binnenslands alle oppositie verstikt en alle verzet gedood. Met diezelfde middelen hebben zij daar na andere volken willen onderdrukken, 't Zal de eeuwige schande van het Duit sche volk blijven, dat het zichzelf in een slaafsche angst gebukt heeft Voor een stel onverlaten en daarna als willig werk tuig de misdadige middelen van die heer- schers is gaan bezigen om ook anderen te dwingen. Met de hoon en de vloek van ons volk beladen, dat zij een broedervolk noem den .trekken zij terug. Wij verstaan iets anders onder helden moed dan het op bevel verrichten van groote wreedheden, neerschieten van on- schuldigen, weghalen van voedsel, marte len van gevangenen. We weten heel goed, dat niet alle Duitschers dit goedkeuren, dat velen deze vuige, schandelijke misdaden in hun hart afkeurden. Maar het Duitsche volk miste den moed er een eind aan te maken, met al z'n vechtlust is het een laf volk, krui pend voor hem, wiens macht het voelt, trappend op degenen, die het in z'n macht meent te hebben. Het „Herren-volk" is geen heldenvolk. (Nwsbl. v. h. Z.) In „De Vrije Pers" lazen wij een ver slag omtrent eene te 's-Bosch gehouden vergadering van den Industriëelen Kring 's-Hertogenbosch e.o. In deze vergadering hield de wrnd. bur gemeester van 's-Bosch, mr. H. Loeff een interessante verhandeling over de indus trie van 's-Bosch in de toekomst, waarin hij o.m. aanleiding vond nader in te gaan op groote urgentieproblemen als energie voorziening en opbouw, op het uitgeven van industrieterreinen en den bouw van arbeiderswoningen. Aan sprekers betoog ontleenen wij o.m. nog, dat ons land op de eerste plaats een industrieland is en niet agrarisch. De in leider vond hierna de gelegenheid de be- teekenis te schetsen der industrie voor de gemeentefinanciën en aan de hand van een heele serie concrete gegevens en fei ten volgde hierover een gedocumenteerd betoog. Een zijner conclusies luidde, dat we onze bedrijfspolitiek veel meer moeten instellen op industrie en handel en ver volgens dat 's-Bosch gezien de om standigheden thans de kans van haar leven heeft tot het vestigen en stimulee- ren van industrieën, welke zij onder geen beding mag laten voorbijgaan." Wij hebben deze vergadering en deze inleiding aangehaald om te doen zien, hoe waakzaam men elders is, maar vooral om er op te wijzen dat die waakzaamheid en energie, ook van ons geëischt zal worden in het huidige tijdsgewricht. Wij moeten samenwerken en plannen beramen voor de toekomst, om te behou den wat we hebben op verschillend ge bied, maar vooral om nieuwe wegen te bewandelen, nieuwe bronnen aan te bo ren, zoowel op het terrein van industrie en handel, als op dat van het onderwijs en het cultureele leven. Wat handel en industrie betreft, daar van zien we langzaam aan symptonen van nieuwe energie, al wordt die nog steeds zeer gehandicapt. Verschillende fabrieken en bedrijven zijn weer op gang, zij het dan nog in beperkte mate, maar verschillende andere, waaronder groote bedrijven, staan nog geheel werkeloos; fabrieken die al te lang rust hadden, een rust door de moffen of hun handlangers opgelegd. Maar ook deze moeten op gang en niet op de laatste plaats, juist omdat ze zoolang zijn uitgeschakeld, maar ook voor het bevorderen der productie en niet minder ter verkrijging van meer normale en juiste toestanden. Laat ons overal waar mogelijk op onze tellen passen. Nu komt de kans, laat ons die aangrijpen, met vereende kracht en energie. „Waalwijk, let op Uw Saeck!" Alles verliep echter rustig, tot begin Juni 1941, des namiddags iemand van Sicherheits-Polizei te 's-Bosch, op ons Bureau verscheen, die ons kwam mede- deelen, dat wij vóór Vrijdag a.s. (het was Dinsdag) dus binnen 3 X 24 uur een boete moesten storten van 2500. op rekening van de Sonderkasse van den Rijkscommissaris in Den Haag. Op onze begrijpelijke vraag, waarom ons deze eer te beurt viel, zeide hij, hierop geen antwoord te kunnen geven, waar hij alleen opdracht had, deze boete te komen mededeelen en dat wij mogelijk op het bureau van de S.P. te 's-Bosch nadere inlichtingen konden verkrijgen. Toen hij vertrok sprak hij de hoop uit, hier niet meer terug behoeven te keeren, want dan zou het zoo goed niet afloopen! Den volgenden dag naar de S. P. te Den Bosch, om nadere inlichtingen. Na lang wachten, toegelaten, bleek dat wij hier stonden tegenover denzelfden per soon, die wij den vorigen dag in Waal wijk hadden ontvangen en die voorgaf niets te weten. Ook thans kon hij ons dus niet nader inlichten, want daarvoor moesten wij zijn bij den Presse-Referent Reussner, die resideerde op Raucouleur te Vught. Wij herinnerden ons dezen naam. Het was dezelfde man, die op een eerste pers conferentie met de Duitschers, zgn. ter kennismaking met de Brabantsche pers had verklaard: „Thans staan wij in Ne derland en het zal niet lang meer duren of wij hebben geheel Europa in onze macht. Wij zij-» dan zoo sterk geworden dat wij ook de geheele wereld kunnen veroveren en dan stelt de Fuehrer een dag vast, waarop alle Joden over de geheele wereld vernietigd zullen worden." Bij het ingehouden gelach, dat toen bij de meeste der aanwezige journalisten op steeg, viel R. krachtig uit, dat dit in derdaad zoo gebeurde. „De Fuehrer had het zelf gezegd en alles wat deze in het verleden reeds verklaard had en voor speld, was uitgekomen." Van denzelfden R. hadden wij ook voor eenigen tijd 'n brief ontvangen, waarin hij ons mede deelde, een gratis abonnement van ons blad te moeten verstrekken aan zekeren mijnheer Pecachek, wonende Kerkstraat Waalwijk en destijds modelleur-patronen- maker bij de TIMTUR-Schoenfabriek. Wij begrepen wel uit welken hoek de wind waaide, maar hielden ons van den domme en schreven terug, waarom wij dezen mijnheer een gratis abonnement moesten bezorgen, daar het niet onze ge woonte was gratis abonnementen te ver strekken aan willekeurige personen, in casu den heer Pecachek. Wij kregen toen ten antwoord, dat deze een der mede werkers van den Presse-Referent was en dat ons verzocht werd voortaan geen na vraag meer te doen naar het waarom, wanneer zijnerzijds een opdracht werd gegeven. Daaruit bleek ons voldoende, dat Pecachek de eerste censor van ons blad was en het was bij hem wel in „goede" handen. Wij vroegen een onderhoud aan bij den heer Reussner. Dit werd ons den volgenden dag toegestaan. Wij begaver. ons dus naar het prach tige Raucouleur te Vught. De ontvangst was al even voornaam. Het geleek wel iets op een audiëntie bij de Koningin. Wij werden binnengelaten door een def tig gegaloneerü oud-militair, die ons het doel onzer komst liet inschrijven. Wach ten tot er gebeld werd. Toen de prach tige trap op; eerste kamer rechts; daar zaten een paar jongedames te typen. Wachten tot er gebeld werd; toen twee de verdieping, eerste kamer links; weer een jongedame. Wachten, want de heer Reussner was in conferentie; tenslotte werden we bij Zijne Hoogheid toege laten Een joviaal type, die echter de ge wone Duitsche hebbelijkheden had. Na een korte begroeting en uitleg van het doel van onze komst, begon hij te foe teren en te fulmineeren, wat echter al vrij spoedig bedaarde. Hij was de kwaad ste niet, maar ons bezoek had natuurlijk geen succes. Wij kwamen om te infor- meeren naar de oorzaak van het opleg gen der boete en te trachten kwijtschel ding of vermindering te krijgen. Op onze vraag: waarom? moest hij het antwoord schuidig blijven: dat wist men alleen in Den Haag Op onze opmerking dat wij op zijn bureau een dossier met uitknip sels uit ons blad zagen liggen en of 't dit misschien betrof, antwoordde hij, dat hij deze stukken van de S. P. te Den Bosch had laten komen. Hij meende dat in deze knipsels wel de oorzaak gezocht zou moeten worden, want als het hem te doen was geweest, zau hij die courant al lang verboden hebben. Wij de den niets om de nieuwe orde ingang te doen vinden; om de pogingen der Duit schers die zulke goede bedoelingen met ons hadden, te steunen. Hij moest toe geven, dat wij er goed slag van hadden, het zoo in te richten, dat men er weinig of geen vat op had, terwijl toch onze eigen meening en overtuiging voldoende tot de lezers spraken, zoowel in eigen als in overgenomen artikelen in de ru briek „Uit de Pers" en vooral die laatste waren juist de meest gevaarlijke. Een belangrijke rede van Hitier, hoe werd die b.v. weergegeven? Wij maak ten de opmerking, dat wij in ons blad van slechts vier pagina's er een geheeld pagina aan hadden gewijd, maar dat we toch alleen een samenvatting konden ge ven, waarop hij repliceerde, dat we juist de stukken van het grootste belang, de essentieele punten over het hoofd zagen. (Wordt vervolgd) Wij hebben ons, voor het verkrijgen van nadere inlichtingen terzake, gewend tot dê Directie der Ned. Spoorwegen te Tilburg hier wenschte men ons geen nadere inlichtingen over deze, toch zeer belangrijke aangelegenheid te ver strekken. Later werd gemeld dat Doesburg door de Canadeezen werd bevrijd. In Overijs sel werden Delden en Ootmarsum bevrijd, benevens Wierden, ten W. van Almelo. Goevorden is bevrijd en de geallieerden drongen reeds 25 km. verdar door in O, en N.O. richting. Ganadeesche tanks staan 2 km, van Deventer. De Britsche en Ganadeesche troepen naderen Bremen, Embden, Hamburg en Hannover en in Nederland de Zuiderzee. (H. N., B,B.C.)

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1945 | | pagina 1