WAALWIJKSCHE EN LANGSTRAATSCHE COURANT
ONZE TAAK.
13 APRIL 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 17
V
Wederopbouw vraagt arbeidskrachten.
1940-1945
OFF. MEDEDEELINGEN.
Nieuwe ministers.
Prof. Dr. J. de Quay is be
noemd tot minister van oorlog,
Ir. Tromp tot minister van
Waterstaathiermee is het
ministerie volledig,
HOE HET ONS EN ONS BLAD VERGING.
III.
Weigerachtige arbeider
gearresteerd.
Tot zijn leedwezen heeft het
Militair Gezag te Tilburg dezer
dagen zich gedwongen gezien
eenige personen te laten arres
teeren. die niet hebben willen
voldoen aan den oproep van het
Arbeidsbureau. Het Militair Ge
zag heeft door den Bijzonderen
Staat van Beleg de bevoegdheid
personen, die geroepen zijn en niet
willen, tot werken te dwingen
De weigeraars zijn geinterneerd
in 't Lyceum te Tilburg, Gelukkig
komen dergelijke gevallen in be
vrijd gebied sporadisch voor.
Ontslag en aanstelling.
De aandacht wordt er nogmaals
op, gevestigd, dat het niet geoor
loofd is mannelijk of vrouwelijk
personeel in dienst te nemen of
tewerk te stellen zonder dat wordt
overgelegd een geldig ontslag-
bewijs van den vorigen werkgever
of een ontslagvergunning van het
arbeidsbureau. Bij twijfelgevallen
informeere men op het Arbeids
bureau. Terzake van overtreding
der betreffende verordening is in
Waalwijk reeds één proces verbaal
opgemaakt.
Wanneer geen ontslag vergun
ning is verleend, hetzij door den
werkgever, hetzij door 't Arbeids
bureau kunnen mannelijke en
vrouwelijke arbeidskrachten hun
werkgever niet verlaten en kunnen
zij verplicht worden het werk te
hervatten. Bij het nemen van
ontslag wende men zich steeds
om inlichtingen tot het Arbeids
bureau.
Inroepen van arbitrage.
De Afdeeling Vee en Vleesch
maakt bekend
Koopers van op taxatie-markten
aangekochte paarden die meenen
dat zij bij dezen koop op een of
andere wijze zijn gedupeerd, kun
nen zich voortaan voor het in
roepen van abritage tot den Pro
vincialen Voedselcommissaris van
hun gewest wenden.
Schoolbehoeften.
De Ondervakgroep Groothandel
in Schrijfwaren, Papierwaren,
Kantoorbenoodigdheden enz. enz.
St. Jorisstraat 35, 'sHertogenbosch
verzoekt aan alle Hoofden der
L. O. en M.U.L O, Scholen zoo
spoedig mogelijk een opgave te
willen inzenden van het verbruik
per jaar alsmede van'het direct
benoodigde in schoolschriften,
potlooden, pennen, penhouders,
inkt, gummi en bordkrijt.
Ter bevordering van een vlugge
distributie is vermelding van het
aantal schoolkinderen gewenscht
terwijl ook den naam van den
leverancier, ook al is die boven
de rivieren gevestigd, medege
deeld moet worden.
Sigaren in België vrij.
Met ingang van 1 April zijn
de sigaren en sigarillo's niet
meer aan beperking onderhevig
en mogen door fabrikanten aan
grossiers en handelaars zonder
machtiging tot bevoorrading
worden geleverd.
Van 1 Mei af kunnen zij zonder
zegels door de verbruikers ge
kocht worden.
Oorlogsnieuws.
Nederland
De Canadeezen hebben in het
Oosten van Nederland de laatste
spoorlijn afgesneden. De eenige
uitweg die de Duitschers uit
West Nederland nog rest is de
afsluitdijk. In het gebied van
Meppel staan de Canadeezen 15
km. van de Zuiderzee.
Ten Noord Westen van Zwolle
is een stuk van 52 km. door de
Duitschers onder water gezet.
De Duitschers in Noord-Ooste
lijk Nederland zijn nagenoeg
afgesloten van Duitschland
doordat de troepen van Mont
gomery de Duitsche stad Leer
bereikten na een snelle op-
marsch langs de Eems.
Op Duitsch gebied heeft de
4e Canadeesche tankdivisie
Deckhausen op de Westoever
van de Eems veroveid. Overal
vallen de Duitschers terug op
Emden, De opmarsch heeft de
Canadeezen tot in de omgeving
van Bremen gebracht. Bremen,
Hanover, Brunswijk staan in
brand. Eenheden van het 9e
leger zijn doorgedrongen in
Dortmund en Essen. Zoo juist
wordt medegedeeld dat de Ame
rikanen de geweldige Krupp-
fabrieken veroverden De Duit
schers in 't Ruhrgebied worden
steeds nauwer saamgedrongen.
Het le Amerikaansche leger
kwam op 220 km. van Berlijn
door het bereiken van Duder-
stadt. De Duitschers trekken
hier terug naar de Elbe. Voor
hoeden van het Amerikaansche
leger le en 3e leger opereeren
in de richting van Leipzig Er
wordt hevige tegenstand onder
vonden in het gebied tusschen
Stüttgart, Heilbronn en Karls-
heim.
e hij
zulk
ijken
van
istal-
sden
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
Hoofdredacteur Uitgever JAN TIELEN
Redacteur i J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs 1 5 cent per week f 1.95 per kwartaal
Drukker: Waalwijksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Kennummer: 2483
D,e samenleving is opgebouwd uit ge
meenschappen, die naast elkaar staan of
elkaar doorkruisen en al naar gelang hun
inhoud en doel van verschillenden aard
en kleur zijn en die samen de schakeerin
gen en verscheidenheid aan de maat
schappij geven en het maatschappelijk
leven een bepaald stempel geven. Het
zijn, evenals in het menschelijk lichaam,
de kernen, de cellen, die het leven van
het groote geheel uitmaken.
De kleinste, maar tevens de hoogste en
innigste cel in den organischen opbouw
der maatschappij is het gezin, dat een
leefgemeenschap is, waar men dus samen
leeft en alles samen doet.
Ook de onderneming is een gemeen
schap, maar met een veel beperkter doel,
want deze is slechts gericht op het voort
brengen van goederen. Het eenige wat
men hier gemeenschappelijk doet is: sa
men werken voor dat doel, en daarom
is de onderneming uitsluitend een werk
gemeenschap.
De Langstraat
is een industrie
streek, die door
het geheele land
MAATSCHAPPELIJKE
WEDEROPBOUW
LANGSTRAAT.
en ook daarbuiten bekend staat als het
centrum van leder- en schoenindustrie.
Industrie, in haar modernen vorm, betee-
kent fabrieken; en fabrieken brengen met
zich verzamelingen van menschen, die ar
beiden en produceeren. Daardoor doen
zich in de fabriek problemen voor met
betrekking tot de sociale verhoudingen,
dat wil zeggen, de verhoudingen V3n al
die menschen ten opzichte van elkaar.
Deze sociale verhoudingen staan in het
middelpunt van belangstelling bij den
Raad voor Maatschappelijken Wederop
bouw Langstraat. Daarom zullen wij dan
ook zoo nu en dan een artikel wijden
aan dit onderwerp.
Zooals reeds boven aangeduid, hebben
de menschen in de onderneming, in deze
werkgemeenschap, geen andere overeen
komst dan dat ze werken in dezelfde on
derneming en daarin allen werken, ieder
op zijn eigen plaats en met zijn eigen
taak, voor hetzelfde doel: het producee
ren van zooveel goederen als de behoefte
vraagt: schoenen, leer, meubels, textiel,
enz. Deze goederen worden niet gepro
duceerd ter wille van zichzelf, maar om
te worden overgeheveld naar en ten dien
ste te komen van de gemeenschap. Uit
den verkoop van deze voor de gemeen
schap noodzakelijke en nuttige goederen
wordt een inkomen verkregen en daaruit
kunnen dan weer de ondernemingsgenoo-
ten betaald worden.
Om het doel van de onderneming met
zoo groot mogelijk resultaat na te stre
ven, kan nie.t ieder daar zijn eigen on-
afhankelijken weg gaan, maar moeten er
leiding, regel en orde heerschen. De ar
beid van iedere ondernemingsgenoot dient
ordelijk, volgens een bepaald systeem,
te worden ingepast in de gezamenlijk uit
te voeren taak. We moeten de onderne
ming zien als een levend raderwerk, waar
elk rad zijn eigen plaats heeft en waar
het geheel stokt of stilstaat; of aan on
regelmatigheden gaat lijden, wanneer één
radertje, hoe klein ook voor het oog, zijn
plaats in de orde van het geheele uur
werk verlaat. Zoo staat ook de mensch
in de onderneming als een orgaan van
die onderneming. Wie zijn plaats in die
onderneming verlaat, belemmert daardoor
den vlotten gang van het geheel.
Nederland is, vanuit stoffelijk oogpunt
gezien, arm, doodarm geworden, zoozeer
zelfs, dat de meesten van ons zich daar
nog geen denkbeeld van kunnen vormen.
De grondstoffen zijn weggehaald, de ma
chines kapot gemaakt, de fabrieken ver
woest. De bevrijding van het overige
deel van ons land zal ons op dit punt
waarschijnlijk pas voorgoed de oogen
openen en h'et zal ontstellend zijn. Door
den wereldomvattenden omvang van den
oorlog en de haast grenzenlooze vernie-
tiging over de geheele wereld, is aan die
verarming nog geen einde te zien. Er is
eenvoudig niets en er bestaat vraag naar
alles. De industrie zal door onverdroten
arbeiden en uiterst doelmatig werken
moeten trachten de eindelooze moeilijk
heden te overwinnen. Van iederen onder
nemingsgenoot zal dan ook gevraagd
moeten worden: den inzet van de volle
persoonlijkheid, zuinig omspringen met
materialen en grondstoffen, en een goede
verzorging der machines.
Dit is niet slechts een plicht tegenover
de eigen onderneming, het is ook een
nationalen plicht, want we hebben allen
te zorgen, dat ons land er weer zoo spoe
dig mogelijk bovenop komt. Men zal zijn
werk in de onderneming moeten zien als
een taak van maatschappelijken weder
opbouw. Zorgeloosheid en roekeloosheid,
luiheid en tijdverspilling, e.d. het zijn
vormen van sabotage tegen het belang
van de geheele samenleving.
Laat ons allen onzen plicht duidelijk
zien en eerlijk de consequenties aanvaar
den. Duizenden van onze landgenooten,
van wie wij er velen zelfs onmisbaar
achtten, hebben niet geschroomd het
hoogste wat zij bezaten te offeren ter
wille van het vaderland en voor de toe
komst van ons volk: zij gaven hun leven.
Dan mogen wij niet te kort schieten,
als van ons gevraagd wordt onze per
soonlijkheid in te zetten in de onder
neming, op de plaats waar we gesteld
zijn en voor de taak die we aanvaard
hebben.
Ieder diene het vaderland op zijn eigen
wijze; wij zullen het op de onze doen,
door onvermoeid te arbeiden met alle
kracht, die in ons is.
EEN DREIGEND TEKORT.
Bij den wederopbouw van ons land
bestaat een groot tekort aan arbeids
krachten. Op een persconferentie te
Eindhoven heeft Kolonel Posthumus
Meyes daarover enkele mededeelingen
gedaan, die wel een zeer duidelijk beeld
geven van de enorme behoefte, welke er
thans bestaat aan werkers, arbeiders
vooral, welke dringend noodig zijn voor
het herstel van ons land en zonder welke
wij voor de grootste moeilijkheden zullen
komen te staan.
Wat den landbouw betreft, zoo deelde
de inleider mede, dat 40 pet. van de
paarden in het bevrijde gebied niet meer
beschikbaar zijn. De meeste tractoren
voor den landbouw zijn uitgevallen. Ma
teriaal om ze te repareeren is slechts op
zeer beperkte schaal. Menschelijk arbeids
vermogen moet hier ook vervangend op
treden.
Er is een grooten achterstand in het
werk op het land, zoodat spoedige hulp
van vele werkkrachten dringend noodza
kelijk is.
Arbeiders in dienst der oorlogsvoering
moeten, wat het civiele werk betreft, ver
vangen worden.
De Schoenindustrie.
Onze industrie heeft door de oorlogs
handelingen en het onttrekken van arbei
ders tijdens de bezetting, groote klappen
gekregen. Naast het gewenschte herstel
van beschadigde gebouwen en machines
en het gebrek aan grond- en hulpstoffen,
is het tekort aan arbeidskrachten een zeer
belangrijke belemmering voor het herstel.
De textielindustrie b.v. zou meer kun
nen produceeren, indien meer personeel
(geschoold) ter beschikking stond.
Van de schoenindustrie werken 45
met een bezetting van 25 of meer ar
beiders, doch het gemiddeld productie-
peil bereikt slechts 25 tot 30% van
het niveau in 1939. Zes schoenfourni-
turenbedrijfjes werken op 30 van
hun capaciteit (bovenleer). In de leder
industrie werken 21 ondernemingen op
slechts 5 van him vermogen.
In de houtindustrie halen vele kleine
bedrijven nog geen 50% van hun capa
citeit. De tabaksindustrie arbeidt mini
maal, eenerzijds door gebrek aan grond
stoffen, doch niet minder wegens te kort
aan vakarbeiders. De verhoudingen op de
arbeidsmarkt zijn dermate door elkaar ge
gooid door den bezetter, dat algeheele
hergroepeering en vooral ook herscho
ling van het aantal arbeidskrachten on
vermijdelijk is. Wij zullen op dit gebied
eenzelfde inspanning voor onzen weder
opbouw moeten verrichten, als Engeland
presteerde voor den opbouw van zijn
oorlogsapparaat en -economie. Eerste
stap daartoe is volledige registratie van
het menschenmateriaal.
Het transportapparaat vraagt vooral
arbeidskrachten; in onze kolenmijnen, de
ruggegraat van ons economisch bestaan,
werkten voor den oorlog ruim 32.000
arbeiders, thans ca. 25.000. De productie
is nog niet Vs vanwat zij voor den
oorlog was; zelfs al we met onze mini
mumbehoefte rekenen, moeten zij min
stens worden verdubbeld. Natuurlijk zijn
hier vele oorzaken productiebelemmerend,
maar opvoeren van het aantal arbeids
krachten is eerste vereischte.
Aan de droogmaking van Walcheren
werken momenteel ca. 400 menschen. Het
is te verwachten, dat het benoodigd aan
tal, met het geleidelijk binnenkomen der
benoodigdematerialen, zal stijgen tot 1200.
Alleen hiervoor moeten dus al 800 man
worden gevonden. Plotselinge dijkdoor
braken bij hoog water kan den aanvoer
van veel ^meer krachten noodig maken.
The job" op Walcheren moet dit jaar
gedaan zijn t.a.v. dijkenherstel, anders
bestaat de mogelijkheid dat al het ver
richte werk voor niets is geweest.
Voor het herstel van bruggen en slui
zen heeft men 1500 a 2000 man tech
nisch geschoold personeel te kort. Bij
de Mij. De Schelde werkten vroeger
3000 man, nu slechts 1800. Eerstgenoemd
aantal zal binnen afzienbaren tijd weer
bereikt moeten worden.
Indien de arbeiders boven de rivieren
te verzwakt mochten zijn om in de
eerste maanden eenigermate op peil te
kunnen werken (hetgeen zeer waar
schijnlijk is), zullen uit het Zuidelijk
gebied ALLEEN VOOR OPENBARE
WERKEN 30 a 40.000 arbeiders aan
gevoerd moeten worden. Het onder
houd der wegen eischt, wegens het
enorme militaire vervoer, veel meer
arbeidskrachten dan vroeger; 10.000
man werken hier reeds aan, doch dé
behoefte is veel grooter.
NAZI'S MOETEN ALLES
VERNIETIGEN.
Op een vergadering te Berlijn van de
voornaamste partijleiders, zeide Goebbels:
•,Het ergste kan plotseling gebeuren, het
is voor alles noodzakelijk, dat de vijand
bij het binnendringen van de stad niets
vindt, dat nuttig voor hem is". Goebbels
drong vooral aan op vernietiging van de
archieven van de partij-organisatie, ten
einde het voor den opdringenden vijand
onmogelijk te maken met behulp van deze
documenten beschuldigingen tegen oor
logsmisdadigers te staven. (A.-A.)
Hoe weinigen hebben in 1940 gedacht,
dat zij zulke geweldige gebeurtenissen
zouden beleven, die thans bevochten wor
den door de overwinnende legers?, aldus
lezen wij in „Het Laatste Nieuws".
Het is goed daaraan te herinneren, want
er vloeit een groote moreele les uit voort,
die van rechtstreeksch belang is bij den
opbouw van de nieuwe internationale
verhoudingen.
Laat het ons toch herhalen, omdat de
waarheid er ons toe gebiedt, dat indien
Groot-Brittannië in Mei en Juni 1940 geen
stand gehouden had, wij thans zulke be
moedigende Paaschdagen niet zouden
hebben beleefd.
Men kent de gevleugelde woorden: de
waarheid zal u bevrijden; wij geven ze
ter overweging aan al diegenen, die in
de twee beslissende maanden van den
oorlog de overwinning van Duitschland
als een voldongen feit beschouwden en
die er zich ongelukkig naar gedragen
hebben.
Had men in Groot-Brittannië en ook
in eenige andere geallieerde kringen een
even kleinmoedige houding aangenomen,
het Duitsch nationaal-socialisme zou zijn
heerschappij over gansch de wereld uit
gestrekt hebben.
Men mag dan ook gerust getuigen,
dat de overwinning in dezen oorlog
grootendeels te danken is aan de karak
tervastheid van diegenen, die nooit ge
twijfeld hebben en die alle gevaren en
elke onzekerheid verkozen hebben
boven onderwerping en slavernij.
Zooals de moreele faktoren beslis
send waren bij den aanvang van dezen
oorlog, zoo moet men vertrouwen, dat
zij zich ook zullen laten gelden in de
verhoudingen tusschen groote en kleine
naties bij het herstel van den vrede.
VOORZIENING
OORLOGSGETROFFENEN MET
MEUBELEN EN HUISHOUDELIJKE
ARTIKELEN.
Door de gezamenlijke Voorzieningscommissies
is opgericht een „Stichting Centrale Voorzie
ning voor het bevrijde Nederlandsche gebied",
welke gevestigd is te Eindhoven, Keizers
gracht 7, en ressorteert onder het College van
Algemeene Commissarissen voor Landbouw,
Handel en Nijverheid.
In samenwerking met het Rijksbureau voor
Glas en Keramiek, het Rijksbureau voor Hout
producten, het Rijksbureau voor de Metalen-
verwerkende Industrie en het Centraal Distri
butiekantoor voor het bevrijde Nederlandsche
gebied is deze Stichting belast met de alge
heele distributie aan oorlogsgetroffenen van de
volgende artikelen:
1. houten en stalen meubelen2. metalen
keukengerei (potten, pannen, etc.) 3. porce-
lein en aardewerk; 4. huishoudelijk glaswerk;
5. tafelgerei (lepels, vorken, messen, etc.)
6. haarden, kachels, fornuizen, gascomforen en
pijpmateriaal7. huishoudelijke houtwaren
8. naaimachines, waschmachines, kinderwagens
en dergelijken.
Distributie van textiel en schoeisel geschiedt
uitsluitend door de distributiediensten.
In verschillende gemeenten zijn bijkantoren
of sub-Commissies gesticht, tot welke getrof
fenen en geëvacueerden zich rechtstreeks kun
nen wenden ter verkrijging van aankoopver
gunningen voor bovengenoemde artikelen. Deze
kantoren zijn o.m. gevestigd te Breda, Den
Bosch, Oosterhout, Tilburg en Waalwijk.
Handelaren dienen verzoeken tot her-bevoor
rading' met genoemde goederen eveneens aan
deze kantoren te richten.
Afleveringen aan getroffenen van alle ge
noemde artikelen mag slechts geschieden, na
dat daartoe bestemde aanvraagformulieren door
de winkeliers zijn ingevuld en ten kantore
der Commissie zijn goedgekeurd.
GIST DISTRIBUTIE-ARTIKEL.
Per 15 April wordt gist distributie-artikel.
Aflevering resp. ontvangst kan slechts ge
schieden tegen bonnen, toewijzingen door Dis-
tributiedienst of A.C.V. verstrekt, welke aan
broodbakkers door den plaatselijken Distribu-
tiedienst worden verstrekt, tegelijk met die
voor meel. (5 ons gist per baaltje meel.)
Zelfverzorgers ontvangen eveneens coupures
van _den P.D.D. gelijk met de graantoewijzing
op basis van 6 ons gist per baaltje meel. De
gist kan bij bakkers of andere in de gist-
distributie ingeschakelde firma's worden be
trokken. Aan beschuitfabrieken worden door
het A.C.V. of daartoe aangewezen instanties
toewijzingen verstrekt.
DISTRIBUTIE ZEEMLEDER.
De STICHTING CENTRALE VOORZIE
NING, Keizersgracht 7, Eindhoven, maakt be
kend, dat door haar een hoeveelheid zeem-
ledervellen gedistribueerd zal worden, en wel
uitsluitend onder
a. glazenwasscherijen, schoonmaakbedrijven
en garage-ondernemingen
b. ziekenhuizen, gestichten e.d. groote instel
lingen
c. meubelindustrieën en meubelmakers.
Aan hen, die tot de categorieën a en b
behooren, zal op hun verzoek door voornoemde
Stichting een aanvraagformulier worden toe
gezonden.
Categorie c dient haar aanvragen te richten
aan het Rijksbureau voor Houtproducten, Vrij-
straat 11, Eindhoven.
Deze verzoeken, welke desgewenscht via de
plaatselijke Voorzieningscommissies opgezonden
kunnen worden, dienen ten spoedigste te wor
den ingediend.
Onze verdediging hielp niet veel, maar
langzamerhand werd de discussie aange
namer. Zoover zelfs, dat hij ons zeide,
dat het hem speet ten deze niets voor
ons te kunnen doen, maar dat wij tot den
Commandant der S.P. in Den Haag, den
grooten baas, moesten wenden. Het on
derhoud nam echter nog heel wat tijd in
beslag en een merkwaardige uitlating
van hem mogen we hier nog laten
volgen.
Hij zeide ons, dat wij waren als zoo
vele Hollanders, die hij karakteriseerde
als volgt:
„Wij hebben in één stoot Noorwegen,
Polen, Nederland, België en Frankrijk
veroverd. Stel U nu voor, dat we Enge
land er nog bijnamen, weet ge wat die
Hollanders dan zouden zeggen?" „Lekker,
nu hebben ze nog niets, die rot-moffen,
want daar ligt Amerika nog!" Wij kon
den niet nalaten op te merken, dat hij een
der weinige Duischers was, die de men
taliteit der Hollanders begreep. Hij voor
spelde ons meteen nog, dat er binnenkort
iets geweldigs zou gebeuren, waarvan de
geheele wereld versteld zou staan; meer
kon hij er niet van zeggen. Later bleek
dit te doelen op de oorlogsverklaring aan
Rusland.
Wij deelden den heer Reussner ook
nog mede, hoe onze situatie was, ten
aanzien van de N.S.B. ter plaatse, spe
ciaal naar aanleiding van de twee pam
fletten. Wij hadden gelegenheid hem
daaruit enkele passages voor te lezen,
waarna hij ons standpunt volkomen be
greep, hoewel hij natuurlijk eischte, dat
van de N.S.B. als partij, in het algemeen
als medewerkster van de Duitsche bezet
ting, mededeelingen enz. in ons blad zou
den worden opgenomen.
Zoo verliep dit onderhoud in Vught,
dat meer dan anderhalf uur geduurd had,
niet het gewenschte succes had, maar
niettemin interessant was, al moesten wij
er onzen trein voor verloopen!
Den volgenden dag oaar Den Haag,
om te weten te komen, waarom ons eigen
lijk die boete was opgelegd, dat we eraf
zouden komen, daarop hadden we heel
weinig vertrouwen.
Nadat wij ons aan het bureau van den
Commandant der S.P. hadden gemeld,
deelde een jongedame ons mede, dat de
autoriteit afwezig was, maar dat zij ons
wel kon zeggen, dat op zijn bureau noch
onze naam, noch ons blad bekend waren,
zoomin als een opgelegde boete.
De toestand klaarde wat op!
Een relatie van een der departementen
raadde ons een bekend advocaat in Den
Haag, die veel zaken met deze instantie
opnam, te raadplegen en deze de aange
legenheid verder te doen behandelen.
Aldus geschiedde!
Deze begaf zich den volgenden dag
ter bevoegder plaatse en daar vernam hij
van de hoogste autoriteit opnieuw, dat
noch onze naam, noch ons blad daar be
kend waren, evenmin als van een boete
en dat een dergelijke boete nooit mon
deling, maar steeds schriftelijk van uit
Den Haag werd opgelegd, dus dat hier
een vergissing in het spel moest zijn.
Men begrijpt, dat deze tijding ons zeer
verheugde en meer en meer nam de ge
dachte bij ons vasteren vorm aan, of deze
boete niet een straf kon zijn, uitgevonden
door de mindere Goden in 's-Bosch, zulks
op aanwijzing, in overleg of op voorstel
van de ons niet zeer welgezinde Goden
in Waalwijk, die ons op die manier eens
te pakken wilden nemen.
Maarwij hoorden niets, dagen en
dagen, en dachten, dat loopt af, tot we
een telefoontje kregen van onzen advo
caat, dat hij een bericht had gekregen
van den commandant der S.P. om onver
wijld de bewuste 2500.te storten op
de Sonderkasse van den Rijkscommissa
ris en hoe wij de brutaliteit durfden heb
ben, te informeeren naar de reden van
oplegging dezer boete!
De 2500.zijn betaald.
De reden weten we heden ten dage
nog niet.
(Wordt vervolgd.)