RECHTVAARDIGHEID.
VRIJDAG 21 SEPTEMBER 1945
Losse nummers 10 cent
68e JAARGANG No. 63
Waalwijksche en Langstraatsche Courant
KORTE BERICHTEN.
Gemeenteraad van Sprang-Capeüe.
VOLKSCREDIET.
e Echo van het Zuiden
Hoofdredacteur Uitgever; JAN HELEN
Redacteur: J. A. A. VAN DEN DUNGEN
Abonnementsprijs1 5 cent per week 11.95 per kwartaal
Drukker: Waaiwljksche Stoomdrukkerij Antoon Tlelen
Kennummar; 2483
Met genoegen heb ik de arti
kelen onder bovenstaand opschrift
in Uw biad gelezen. Ofschoon de
Heer W. blijkens het laatste arti
kel nog niet uitgeschreven is, zou
ik er toch iets van willen zeggen.
Hopelijk neemt hij mij dat niet
kwalijk, want principieel zijn wij
het eens. Maar ik zou de contou
ren wat sterker willen omlijnen,
zoodat het beeld scherper uit
komt. Ik zou het korter en krach
tiger willen zeggen.
Wat is de bron van het recht?
Volgens den modernen rechtsge
leerde zijn het de Wetboeken, het
gecodificeerd recht, voortgekomen
uit een zoogenaamd natuurrecht
en gewoonterecht. Dat is de erfe
nis van de Fransche revolutie zegt
de Heer W.
Wij kunnen hiermee accoord
gaan. Het is historisch juist. Maar
er dient dadelijk bij gezegd te
worden, dat deze bron zeer on
zuiver en troebel is. Al wat er
uit voortkomt is gebrekkig en
stumperig menschenwerk.
De eenige en waarachtige bron
van het RECHT is God. Er is
geen andere bron. Het RECHT
dat daaruit voortkomt is UNIEK,
UNIVERSEEL, zonder eenige
fout of gebrek, zuiverder dan het
reinste water, fijner dan het fijn
ste goud.
En wij Christenen kennen dat
RECHT. Dat is ons geluk, dat is
onze rijkdom, dat is ons voordeel,
dat is onze voorsprong die wij
hebben op de andere wereldbe
woners die Hem niet kennen of
die Hem verlaten hebben en niet
meer in Hem gelooven.
God heeft ons zijn Recht ken
baar gemaakt. De Schepper van
Hemel en Aarde heeft, onder
dreunende donderslagen en vlam
mende bliksemstralen op den berg
Sinai Zijn Wet gegeven. En Hij
heeft het er duidelijk bij gezegd,
dat Hij de eenige Wetgever is.
Hoor maar hoe Koninklijk Ma
jestueus het klinkt in Exodus 20,
in den proloog die aan de wet
voorafgaat: „Ik ben de Heere uw
God, die U uit Egypteland, uit
het diensthuis uitgeleid heb. Gij
zult geen andere goden voor Mijn
aangezicht hebbenEn dan vol
gen in den beroemden decaloog,
die zijn weerga in de wereld
literatuur noch in de rechtsge
schiedenis vindt, de tien heilige
geboden, waaraan geen sterveling
zich straffeloos kan onttrekken.
Deze geboden vormen de vaste
grondslag, het hechte fundament
waarop gansch het Rechtsgebouw
veilig kan worden gebouwd. Voor
alle volken, alle staten, alle
schepselen en alle tijden. Zij zijn
geschreven op steenen tafelen,
maar dat niet alleen, God heeft
ze bovendien diep gegraveerd in
de harten van alle menschenkin-
deren. De Russische revolutionai
re schrijver, prins Kropotkine,
zegt er van: „Ieder mensch kent
het rechtvaardigheidsgevoel dat
hem er toe brengt om de rechten
van ieder ander op te vatten als
gelijk aan zijne rechten".
Dat er in de wereld onzer da
gen zooveel onrecht is, zooveel
ten hemel schreiend onrecht, komt
omdat de volken en hun regee-
ringen God verlaten hebben en
Zijn geboden met voeten getrapt.
Heeft niet het volk bij de Fran
sche revolutie het uitgeschreeuwd:
„Wij willen geen God en geen
meester!"? Hebben niet de libera
len en de socialisten van de vo
rige eeuw om strijd beweerd dat
Godsdienst privaatzaak was en
de Regeering met Hem en Zijn
Wet niet te rekenen had? Heeft
niet Hitier nog pas verkondigd
dat ieder maar op zijn manier
moest zien om zalig te worden?
He stupide verwaande schilders-
Knecht wilde God en Zijn Gebod
opzij zetten en in plaats daarvan
het volkische recht invoeren. Wij
hebben gezien wat er van terecht
gekomen is. Het heeft geleid tot
het nationaal-socialistische Recht,
het meest verschrikkelijk onrecht
dat de wereld ooit gezien heeft!
Millioenen en nogmaals millioenen
menschen zijn als slachtoffers van
dat surrogaat-recht in den dood
gedreven. Is dat nog niet genoeg?
Neen, het is nog niet genoeg.
Nu hebben in Sovjet-Rusland Jo
zef Stalin en zijn genooten weer
een ander recht tot wet verheven.
Het zoogenaamde „Utiliteits-
recht". Met als gevolg dat ook
daar de gevangenissen uitpuilen
van de slachtoffers en in de con
centratiekampen ongetelde milli
oenen een ellendigen dood ster
ven. Maar daar spreken de com
munisten, die zich hier in Neder
land „vrienden van de waarheid"
noemen liefst niet over. Daar
zwijgen ze over als het graf.
Het is te hopen dat de oogen
van ons volk tijdig open gaan.
Dat onze Regeering tijdig zal in
zien welk een ontzettend gevaar
onze samenleving bedreigt. Het
Communisme is minstens even ge
vaarlijk, even onmenschelijk als
het nationaal-socialisme. Zijne
Heiligheid de Paus heeft daarop
reeds bij herhaling gewezen.
Daar is maar één UITWEG!
Eén ontkomen uit het geestelijk
Labyrint waarin we na dezen to
talen oorlog terecht zijn gekomen.
Dat is de weg terug naar God en
Zijn geboden. Alleen dan zal Ne
derland herrijzen, als de Regee
ring en het volk van Nederland
zich buigt voor den Koning der
Koningen en zich wil richten naar
Zijn Heilig Recht. En anders?
Dan zal Nederland, met het
overge Europa ondergaan in een
peillooze poel van heidensch on
recht.
v. G.
GEESTELIJKE VERNIEUWING.
Oproep van de bisschop: en.
De Aartsbisschop en de Bisschop
pen van Nederland hebben in een
Zondag van de kansels voorgelezen
herderlijk schrijven de katholieken
in het geweer geroepen tegen het
geestelijk verval, dat dezen na-
oorlogschen tijd kenmerkt. „In ons
eerste schrijven na de bevrijding,"
aldus de aanhef van den bisschop-
pelijken brief, „hebben Wij een
samenvattenden en afsluitenden blik
geworpen op het rampzalige systeem, i
waaruit zoovele en zoo groote ge
varen voor godsdienst en vaderland
waren voortgekomen. Thans gaan
Wij een bezorgden blik] werpen op
den godsdienstigen en zedelijken j
toestand van het oogenblik en op
de middelen, welke nu moeten wor
den aangewend om te bewaren wat
behouden en te herstellen wat ge
broken werd. Daarom wil dit woord
zijn een eerlijke inkeer in ons zelf
en een oproep tot geestelijke ver
nieuwing van ons zelf."
De brief gaat dan vervolgens het
geestelijk en zedelijk verval na en
noemt vooral besmette lectuur, de
film in inhoud en strekking zwoel
en gevaarlijk. Het gedrag van vele
meisjes, ja zelfs gehuwde vrouwen
is ergerlijk en verleidend.
Droevige verschijnselen wijzen
erop, dat ook de ware opvattingen
over en de liefde voor de middelen,
welke God ons heeft gegeven om
sterk te staan in den strijd des le
vens, verworden en verzwakken.
De ijver voor het gebed gaat blijk
baar kwijnen. Het bezoek aan de
kerk en het ontvangen der H. Sa
cramenten verminderen in opval
lende mate. Zelfs de liefde voor de
H. Eucharistie en de ijver voor de
veelvuldige H. Communie schijnen
aangetast.
De trouw aan de verdienstelijke
organisaties dreigt te verminderen
en wordt overwoekerd door een
heidsstrevingen die niet enkel door
oprechten zin voor saamhoorlgheid
worden bepaald.
Het bisschoppelijk schrijven con
stateert, dat er in dit alles lijn en
systeem zit en dat het hier voor het
Christendom gaat om een strijd op
leven en dood.
„Het Goddelijke leven dat ons
meegedeeld werd in de genade, moet
afsterven, als het wereldsche leven
groeit. De „homo caelestis de
hemelsche mensch" sterft, als de
„homo terrestris de aardsche
mensch" in ons herleeft. Het is de
„Geest die levend maakt" maar het
is ook de geest, die doodt. En wij
vreezen met groote vreeze, dat de
geest, waarin wij leven, besmet is
en meer ten doode dan ten leven
werkt."
De Bisschoppen roepen dan op
tot geestelijke vernieuwing en op
standing. Tegen den geest der we
reld moet weer komen te staan de
zuivere geest van Christus tegen
over den dood der zielen, die dreigt,
weer het leven, het leven van den
H. Geest in ons, waarvan, aldus het
herderlijk schrijven, wij twee dingen
niet moeten vergetenten eerste,
dat het een echt vitaal leven is en
het daarom ee'n echte levenssfeer
moet scheppen en vruchten moet
voortbrengen, en ten tweede, dat
wij het nooit bezitten uit ons zelf,
maar het ons alleen toevloeit uit
bovennatuurlijke bronnen.
Van de Eeiste Kamer zijn er 10 over
leden, hebben er 2 ontslag geno
men en keeren als gevolg van de
werkzaamheden der zuiverings
commissie niet terug de vertegen
woordigers der NSB, alsmede Prof.
Dr. A. Steger (R.K.) en A. B. de
Leeuw (S.D.A.P.).
Van de Tweede Kamer zijn er
10 overleden en namen er ontslag
13. „Weg"-gezuiverd zijn de leden
van de NSB, alsmede Dr. G. H.
Kersten (Staatk. Ger.).
De Minister van Financiën is
bij K.B. gemachtigd ten laste van
het Rijk geldleeningen aan te gaan
in andere dan Ned. munt tot een
gezamenlijk bedrag van ten hoogste
2 milliard. De machtiging strekt
zich uit tot de geldleeningen welke
sinds 1 Januari 1944 zijn aangegaan.
DE GELDZUIVERING.
Een rectificatie.
In ons nummer van 1.1. Vrijdag
berichtten wij, dat personen bo
ven de 21 jaar, die aan bepaalde
voorwaarden voldoen, een geld-
kaart B. kunnen aanvragen bij
de banken tot 29 September.
Dit moet zijn 22 September, een
week vroeger dus.
De korenoogst is vlot binnen
gekomen. Voor den aardappeloogst
zijn 10.000 arbeiders uit de steden
ingeschakeld.
Binnenkort zullen nieuwe
bankbiljetten van f 10, f25 en f 100
in omloop worden gebracht.
De nieuwe bankbiljetten zijn alle
Amsterdam, 7 Mei 1945, gedateerd
en van de handteekening van Mr.
Trip en Mr. Westerinan Helstijn
voorzien. Zij dragen slechts eenmaal,
hetzij op de vóór-, hetzij op de
achterzijde, serieletters en nummer.
De aardappelproductie is vol
doende voor een distributie van 3
kg. per persoon.
De kolen voor Huisbrand zijn
gemiddeld f 0.70 per eenheid ver
hoogd, de gasprijs is gebracht van
gemiddeld 10 op 11,5 cent per M3
en de electriciteitsprijs gemiddeld
met een i cent per KWU verhoogd.
De petroleum zal ingaande 1 Octo
ber 18 cent per liter bedragen en
de gasolie 10 cent, de benzineprijs
blijft 30 cent.
Het Bredasche Tribunual heeft
Maandag uitspraak gedaan in de
zaak tegen den v.m. loco-burge
meester van Breda J. Meeüs. Het
Tribunaal heeft de beschuldiging
yervallen verklaard en besloten de
aangifte te seponeeren.
De tijdelijke raad dezer gemeen
te, hield Vrijdagavond zijn eerste
openbare vergadering onder voor
zitterschap van burgemeester A.
Smit.
Na opening met gebed, gaf de
voorzitter een terugblik op de
vijf vreeselijke bezettingsjaren, die
wij onder het barbarendom heb
ben doorgemaakt. Hij bracht God
dank voor de bevrijding en liet
verder zijn dank uitgaan naar de
geallieerde bondgenooten en de
ondergrondsche strijders. Vervol
gens brengt spr. in herinnering
den verschrikkelijken ramp die de
gemeente trof, door den grooten
brand in de Heistraat, de span
nende dagen van de Meistaking
in 1943, waarbij als een eer voor
Sprang-Capelle en de ondergrond
sche beweging der gemeente
mocht worden geconstateerd, dat
de staking hier het langst heeft
geduurd. Een zeer klein percen
tage van de mannelijke bevolking
heeft slechts in Duitschland ge
werkt, zoo vervolgt de voorzitter;
ook in dit opzicht steekt de ge
meente gunstig af, wederom als
gevolg van den intensieven arbeid
van de ondergrondsche, die door
ingespannen arbeid aan gelden
voor ondersteuning en aan bon
kaarten voor voeding kwam. In
verband met den arbeidsinzet
voor Duitschland, was het even
eens noodzakelijk, dat het bevol
kingsregister werd gestolen. Ik
kan U meedeelen, zegt spr., dat
na de bevrijding dit register we
derom compleet in het Raadhuis
is teruggebracht.
Aangezien er menschen in de
gemeente zijn, die ten onrechte
beweren dat zij de daders van
den inbraak in het Raadhuis
zfjn, wil ik voor ditmaal afwij
ken van de gewoonte om geen
namen te noemen en verklaren
dat degenen, die het bevolkings
register deden „duiken" zijn de
heeren A. L. van Wijlen, L.
Kuijsten, J. van Herpen en spre
ker zelf.
Spreker herinnert vervolgens
aan de spannende Septemberda
gen van 1944, hoe de toestand
zeer hachelijk was en het ergste
werd gevreesd. De critiek kwam
los en zooals altijd, van men
schen, die zelf nooit iets hadden
gedaan voor de vaderlandsche
zaak. Inderdaad was het gevaar
zeer groot dat slachtoffers zouden
vallen en het is de onverganke
lijke verdienste van de onder
grondsche, dat geen slachtoffer
IS gevallen. Het is daarom zeer
verwonderlijk, zoo zegt de voor
zitter, dat menschen, van wien
men naar opvoeding en standing
gemeten, anders zou verwachten,
dit eenvoudige nuchtere FEIT
zonder meer voorbijzien, ja, dat
zij zich zelfs vermeten domme on
geoorloofde critiek uit te oefenen
op zaken, waaraan zij zelf mede
schuldig waren.
Spreker brengt de verzetsgroep
van Sprang-Capelle hulde en her
denkt in dit verband Jan de Rooij,
voor welke hij een minuut stilte
verzoekt.
Betreffende den wederopbouw,
deelt de voorzitter mede, dat door
bemiddeling van de gemeente aan
meer dan 30 gezinnen onderdak
werd verschaft, terwijl deze ge-
j meente de eerste zal zijn, die aan
nieuw ontworpen noodwoningen
zal worden geholpen. De eerste
zullen half November klaar zijn.
In totaal zijn 26 noodwoningen
aan onze gemeente toegewezen.
Tot slot doet spr. een beroep op
medewerking en steun van den ge
meenteraad, welks leden, ondanks
hun korte zittingsperiode niettemin
een taak hebben, die goed en nut
tig kan zijn. Alles wat wij wensch-
ten is in vervulling gegaan, zoo
besluit spr., en toch heeischt een
geest van ontevredenheid op al
lerlei gebied. Soms terecht, soms
ten onrechte. Laat ik besluiten,
met den wensch uit te spreken,
dat de geest van eenheid, die ons
allen bezielde tijdens de bezet
ting, ook thans zijn bindende
kracht zal blijken te bezitten bij
den opbouw van ons Vaderland,
opdat het hoogste offer dat een
mensch kan geven en dat door
zoovele groote Vaderlanders voor
ons is gegeven, niet tevergeefs is
geweest.
De heer A. Verheijden,
dankt als nestor van den nieuwen
raad, den voorzitter voor de tot
den raad gerichte woorden. Velen
zijn geroepen doe hweinigen uit
verkoren, zegt spr. en hij vraagt
Vervolg op pag. 2.
Maatschappelijke
Wederopbouw
Langstraat
In een der vorige artikelen is
reeds gewezen op de noodzakelijk
heid van sparen, o.m. om over
eenigen tijd, wanneer er weer
meer goederen, als huisraad,
klecding enz. komen, het in de
oorlogsjaren ontstane tekort te
kunnen aanvullen. Doch dit tekort
is zoo ontstellend groot, dat niet
ieder, en wij denken hierbij
speciaal aan de arbeiders, kleine
middenstanders en ambtenaren
dan in staat zal zijn voor het
geen dat hij weer gespaard heeft,
alle benoodigde goederen aan te
schaffen.
Daarom zullen deze behoeften
gezien moeten worden in het licht
van de nieuwe gemeenschapsge
dachte en zal er een weg gevon
den moeten worden, om ook aan
degene die het benoodigde geld
niet bijeen heeft, toch de goede
ren te verschaffen.
Wij doelen hier niet op lief
dadigheid want de hand op
houden om iets te ontvangen, wat
hij eerlijk zelf kan verdienen, ligt
den Nederlander niet, maar op
een zekeren vorm van crediet, 't
z.g.n. Volkscrediet en wij den
ken ons de gang van zaken dan
als volgt:
Op basis van het gezinsinko
men wordt aan
hen, die geld
voor aankoop
van kleeding
enz. behoeven,
door een aparte bank, de z.g.n.
Volkscredietbank, tegen een mati
ge rente een bedrag verstrekt,
waarmede de gewenschte goede
ren terstond verkregen kunnen
worden. Het geleende geld kan
dan in wekelijksche termijnen we
derom worden terugbetaald.
Hiervoor is vanzelfsprekend in
totaal een groot bedrag vereischt,
doch wij meenen, dat het een
plicht van de gemeenschap is, om
op deze wijze in de voorziening
van behoeften mede te werken. En
hier zal spoedig gehandeld moe
ten worden, immers de voorbeel
den zijn reeds in groote getale
aanwezig. Wel niet zoo zeer op
het gebied van kleeding, doch
speciaal bij meubels en huisraad.
Immers vele menschen hebben
door de oorlogshandelingen hun
geheele of vrijwel geheele meubi
lair verloren. Thans worden voor
hen aankoopvergunningen voor
nieuw meubilair beschikbaar ge
steld en blijken velen financieel
niet bij machte te zijn die goede
ren, waarvan de prijs meestal be
duidend hooger ligt dan in 1940,
te koopen.
Later zullen deze menschen wel
een uitkeering van het Rijk of de
Molestverzekering ontvangen,
maar daar hebben ze thans niets
aan en de aanschaffing kan niet
blijven wachten tot deze uitkee
ring eens eindelijk geregeld is.
En nog veel scherper als thans
zal de behoefte aan crediet naar
voren komen, wanneer weer in
grooter hoeveelheden kleeding en
schoeisel enz. wordt aangevoerd.
Dan mag het niet mogelijk zijn,
dat het voor winkelier en kooper
funeste afbetalingssysteem her
leeft.
Door het hierboven omschreven
systeem van volkscrediet spaart
elke Nederlander voor hetgeen hij
behoeft aan kleeding enz. en zal
het mogelijk zijn in de meest drin
gende behoeften zoo spoedig mo
gelijk te voorzien.
De Raad voor Maatschappelijke
Wederopbouw Langstraat heeft
plannen opgesteld om te komen
tot stichting van een Volkscre
dietbank voor de Langstraat. Zij
vertrouwt dat allen die aan de
totstandkoming van deze Volks
credietbank kunnen arbeiden, hun
volledige medewerking en steun
zullen geven in 't belang van on
ze arbeidende bevolking en in 't
belang van de gemeenschap.