Het Kerstfeest van Patricia i Belangrijke Mededeeling voor onze lezers Raadsvergadering Drunen. WaaSwijksche en Langstraatsche Courant verschijnt Dinsdag en Donderdag DE BONZEN VAN DE VEILIGHEIDSRAAD. De Begroting van de gemeente Drunen. Financiële toestand niet onbevredigerd. Weest zuinig melgas ke: Hij all he: da lie jet ha zij hi: no en an de h£ nz di P'< vl k< cU w ki st ni di h tc z: tc v, d a h k ti Is h li r I c s s I c Handige Gerrif. Nu heeft Jan Hilbers een -han dig buurknaapje, die Gerrit de Boer heet en dol is op zwerven door de uitgestrekte weilanden, in het voorjaar om de eieren, in de zomer om de bloemen. Die Ger rit de Boer zwierf op een zomer morgen zo ver van huis, dat hij in de buurt van de Duitse grens kwam. Hij was er wel eens vaker geweest en hij had ook wel koffie gedronken bij die boerenmensen aan de andere zijde van de streep, want dat is volk, dat eigenlijk meer bij Nederland dan bij Duits land hoort, dat ons dialect spreekt en dat onze namen draagt, en waarvan de jongens van tijd tot tijd onze boerenmeisjes trouwen. Het is zo vaak gebeurt daargin der dat een Duitser bemerkt, dat hij eigenlijk Nederlander is en om gekeerd. De grens is werkelijk geen diepe kloof in de Twentse en Bentheimse grond. Je ploegt, hooit en oogst en weidt daar naast elkaar en maakt er praatjes over de oorlog en over het weer. Gerrit de Boer was die dag juist aangekomen tegenover de weiden van Velsink, die daar een grote boerderij heeft en hij zag er zwartbonten in de wei lopen. Wat gek, dacht hij, het is of ik die koeien ken. Hij keek links en rechts om zich heen of hij geen grenswachter zag, dook toen on der het prikkeldraad door, waad de door een brede greppel en be studeerde even later het oormerk van ieder beest afzonderlijk. Dat vertelde hem dat zijn vermoeden juist was. Hij telde er acht en twintig stuks en wist genoeg: alle koeien van Jan Hilbers grazen aan de andere kant van de grens. Ik heb het zelf aan de oormer ken gezien. Het was of de bliksem in Jan Hilbers' boerderij sloeg, toen die kwajongen daar die avond mee aankwam. Wat, onze beesten bij Velsink? Ik kan 't hoast niet ge- leuven. Gao dan zelf kieken, raadde die pientere Gerrit en dat was voor Jan Hilbers een kleine moeite. De volgende dag nam hij de fiets en trapte op de grens aan. Hij behoefde niet eens te doen wat Gerrit de Boer had ge daan. Hij kon rustig aan de an dere zijde van de draad blijven staan, want hij zag het zo wel. Daar liepen zij waarachtig. Hij kon al hun acht en twintig namen zo opnoemen: Dientje en Jantje één, twee, drie, want er zijn ver scheidene koeien die dezelfde na men hebben en die men ter onder scheiding van elkaar een nummer geeft; Gezine, Greta en nog zo vele meer. En achter elke naam doemden voor, hem de productie cijfers op van elk beest, zoveel liter melk in zoveel dagen en het vetgehalte van het beest, dat daar wandelde, en van haar Moeder en de Moeder van haar Vader, pre cies zoals het in het stamboek ge noteerd stond. Zo stond Jan Hil bers naar zijn koeien te kijken en hij vond, dat ze er „nae bes" uit zagen en hij ging al hun namen nog eens na en het was nu pre cies, of hij een gebed opzegde. En misschien was het dat ook wel. Want God, die dwars door Jan Hilbers heen ziet, hoorde ach ter iedere naam van ieder beest de zucht om het terug te mogen krijgen en de belofte dat het aan hem niet zou liggen. Die nacht was er een vreemd gerucht op de weg van de grens naar Jan Hilbres' boederij. Er gingen donkere gedaanten van koebeesten over de weg en zuch tend gesnuif van hun slijmerige snuiten mengde zich met het ge luid van klompen en fietsbanden over zand en grint. Toen Jan Hilbers die nacht voor een korte rust nog onder de dekens kroop, wist hij zijn veestapel weer com pleet. In zijn weiden liepen weer dertig koeien. Zij waren er 's mor gens bij het melken al druk mee. Vuur en gal. Maar wie nu denkt, dat die Velsink van over de grens genoe gen met die gebeurtenis nam. Die heeft op de een of andere manier geklaagd over het „stelen" van „zijn" vee bij de Geallieerde be zettingsautoriteiten. Want hoe is het anders te verklaren, dat Jan Hilbers een dag of wat na die triomphantelijke tocht door de nacht, met zijn hele veestapel, ge kocht met zijn eigen geld, ver worven door zijn zweet, terug uit het land van de vijand, een jeep met een stuk of wat M.P.'s het erf zag opkomen? Het waren vastberaden khaki- men, met de bekende witte kop pel om en verder met nog al grim mige gezichten. Maar Jan Hilbers, die zich van geen kwaad bewust was, begroette hen met gepaste vrolijkheid, want zij hoorden ook tot de bevrijders. Maar nu had den zij toch maar een nare bood schap voor Jan Hilbers. Een tolk vertelde hem, wat zij allemaal op hem tegen hadden. Hij, Jan Hil bers, had de internationale wet ten geschonden, door zelf zijn vee uit Duitsland terug te halen. Zij geloofden graag, dat 't zijn koei en waren, maar als iedereen ging doen wat Jan Hilbers deed, dan was het gauw weer oorlog in Eu ropa en daar waren de knapen niet voor van over de Oceaan gekomen. Of Jan Hilbers dus zo vriendelijk zou willen zijn om het vee terug te brengen naar de plaats waar hij het vandaan ge haald had. Toen had je die Twentse boer eens moeten zien. Hij spoog vuur en gal, vroeg of zij helemaal gek waren geworden en dat zij met hun vingers bij dit en dat van zijn vee afbleven. Hij maakte zo'n misbaar, dat Diene, zijn vrouw, hem met een „stille tochü in huis moest prakkezeren, omdat zij bang was, dat er anders ongelukken gebeurden. Bij nalatigheid van Jan Hilbers hebben de M.P.'s toen gedaan, wat Jan Hilbers had moe ten .doen en zo zag hij voor de tweede maal in een jaar zijn hele veestapel in Oostelijke richting verdwijnen. Nadien was hij onhandelbaar. Hij kon zich niet voorstellen dat dit bevrijding was, dat je je eigen bezit niet eens mag halen, daar waar het is. Dat een vijandelijke boer nu van zijn koeien mag pro fiteren. Mooi weer mag spelen met zijn werk en dat hij dat moet aanzien. Heeft-ie daarvoor een maand lang de vlag op zijn hof stee gehad? Triest en somber wordt het le ven. Het werk op het land geeft hem geen voldoening. Waarvoor doe je het? Wie zal je zeggen, of je vandaag of morgen ook nog qiet van je grond afmoet, omdat een of andere Duitser het in zijn kop krijgt te beweren, dat het van hem is. Jan Hilbers gelooft niet meer in zijn bedrijf. Het is im mers een grote bende op de hele wereld? De grote heren gooien elkaar de bal toe en hij en zijn kornuiten zijn altijd weer zo stom, dat zij zich met vaderlandsliefde en plicht en zo, voor dat karretje laten spannen. En als zij dan hun huizen aan onderduikers hebben afgestaan, levensgevaar hebben getrotseerd om het bevel van de regering op te volgen en niet in Duitsland te gaan werken, dan halen als dank de bevrijders je je eigen vee weer af, dat je haalde uit de weide van de man, die wist, dat een ander het voor hem stal. Wat zal hij zich nog druk ma ken? De knecht kan het werk wel af, de vrouw doet het wel om het huis, zijn oude vader, die naar 's lands wijs bij hem inwoont, ver zorgt' de moestuin wel, hij trekt er op uit, iedere dag weer, dan naar deze en dan naar die auto riteit om hen om hulp, raad en steun te vragen. Want hij zal zijn koebeesten terug hebben. Dat zijn vrouw moe èn zorge lijk wordt in deze tijd, merkt hij niet. Dat zijn kinderen vreemd naar hem kijken, als hij 's avonds zit te staren in de keuken, hij ziet het niet. Voor hem heeft maar een ding betekenis: de lege stal en de on rechtvaardigheid, die hem werd aangedaan. Hij zint op allerlei wraakmaat- regelen. Hij betreurt zijn verzets houding onder de bezetting, waar voor heeft-ie zich druk gemaakt? En zo wordt het weer najaar, her denkt hij de datum van* zijn eer ste wegvoering van zijn vee en dan komt het Kerstfeest in zicht. Over de boerderijen in zijn land is de stilte van de winter geko men. Die wordt onderbroken door het monotone geluid van de mid winterhoorn, die van hoeve tot hoeve de winter over het land stuwt. Een geheimzinnig vertroos tend geluid. Barta zingt. Als de Kerstdagen daar zijn, is er in de grote hoerenkamer van Jan Hilbers huis het geflonker van de kaarsen in de kerstboom, waarnaar de kinderen zien met de vreugd van het genieten van het onbekende. Vorige jaren waren er immers wel kerstbomen, maar geen kaar sen. En nu stonden die gele glan- zen .zo prachtig te dromen tussen het groen van het van ballen en sterren zware.boompje, dat zij er stil van werden. Jan Hilbers is in zijn grimmigheid met hen neerge streken in de grote voorvaderlijke stoel en hij heeft eerst dof voor zich uitgestaard, vol als hij nog steeds is van het onrecht, dat zo veel maanden na zijn bevrijding nog niet gekeerd is. Hij is een zwijgzaam mens geworden in de ze maanden en zijn stille, hard werkende vrouw heeft zo haar best gedaan het deze avond zo voor hem te maken, dat hij een ogenblik zijn gedachten van de lege stal zal losmaken, om aan die andere te denken, die eens gevuld werd door de komst van een kind. O, deze vrouw is be perkt in haar fantasie en studie van de ziel van de man maakte zij nooit, maar wat had zij beter kunnen doen dan te zeggen tegen het oudste dochtertje: „Toe Bar ta, zing-es een versje van de Zon dagschool veur va". En Barta doet het. Geholpen door het onvaste stemmetje van de kleine Hendrik-Jan zingt haar stemmetje In Bethlehems stal Lag Christus de Heer In doeken gehuld Als kindje terneer. Het is zo'n heel eenvoudig versje, maar het ontdooit Jan Hilbers' opstandig, beledigd hart. Hij heeft daar geen verklaring voor. Hij kijkt naar die twee klei ne zingende monden, die van het kleine Christuskind zingen en het is of de oude ogen van zijn vader, die de zijne ontmoeten, tegen hem zeggen: Zie je wel, ondankbare kwajongen, hoe rijk je nog bent met je lege stal? Twee van die kinderen, die nog zingen kunnen en die er recht op hebben, dat jij met je paar koeien en kalveren van je boerderij maakt wat er van te maken valt? De kinderen merken alleen, dai er iets in hun huis is veranderd, als zij horen dat vader mee is gaan zingen met een bromstem, die zij nog nooit hoorden: „Nu syt wellekomen, Jesu, lieve Heer". Het was een merakel, zoals die boer dat die avond kon zingen. Hij had in zijn kinderen het Kind hervonden, dat hem geluk kig maakte bij een lege stal. verteld door Willem v. Heeswijk. Wat ik jullie nu ga vertel len is heel lang geleden ge beurd in Rome, de grote stad waar de Paus woont.. Daar woonden heel vroeger, kort nadat Onze Lieve Heer van de aarde weer naar de hemel was gegaan, al veel mensen, die christen waren. De Apos telen hadden hen christen ge maakt. Die mensen waren veel heiliger dan jullie of ik; ze baden veel meer, ze gaven veel meer aan de armen en hielden meer van de andere mensen dan wij, zoals de apostel Johannes hen het had geleerd. „Kinderkens, houd toch veel van elkaar" zei hij, altijd. In die dagen woonde er in Rome ook een klein meisje, dat Patricia heette. Haar va der en haar moeder waren reeds christen geworden voor dat Patricia geboren werd. Zij waren braven mensen en hadden Patricia al vroeg leren bidden en haar veel van Onze Lieve Heer leren houden. Patricia was een lief meis je van 8 jaar, toen er in Ro me een man keizer werd, die de christenen haatte en hen liet achtervolgen; vooral de priesters waren niet veilig meer, want als ze gepakt werden door de soldaten van de keizer, dan werden ze ont hoofd of in het circus voor de wile dieren geworpen. In het geheim gingen de christenen nu voortaan naar de kerk in de catacomben, de grote onderaardse gangen, even buiten Rome. Ze moes ten altijd 's nachts gaan, want als de soldaten hen zagen, dan werden ze gevangen genomen en misschien wel doodge maakt. Het liep tegen het Kerst feest. Op zekere avond kwam er een man bij Patricia's ouders en die vertelde dat de christenen in de Kerstnacht bij elkaar zouden komen om de Heilige geheimen te vie ren. Maar het zou heel ge vaarlijk zijn, want men dacht dat de Keizer wist wat er in de catacombe gebeurde. Daar om vroeg de man hen om heel voorzichtig te zijn en tegen niemand er iets van te zeg gen, want anders zouden mis schien de soldaten komen en hen doden. Patricia's vader en moeder zeiden dat ze in elk geval zouden komen om het Kerstfeest mee te vieren, al was het dan gevaarlijk. Toen de man weg was, vroeg Patricia die al die tijd stil had zitten luisteren, of zij ook weer mee mocht, zoals zij reeds enkele keren gedaan had: zij zou zo graag veel aan het Kerstkindje vragen. Maar vader en moeder vonden het veel te gevaarlijk voor zo'n klein meisje en thuis kon zij toch ook bidden. Toen werd Patricia bedroefd. „Ik had zo graag in de kerk willen bid den, ik ben helemaal niet bang voor de soldaten en U zegt toch altijd dat Jezus ons zal beschermen". Toen haar ouders zagen hoe graag Patricia in de Kerstnacht naar de kerk zou willen gaan, gaven zij toe; Patricia zou mee Kerstmis gaan vieren. Zij was helemaal nitet bang, toen ze in de Kerstnacht met haar ouders naar de catacom ben ging. Heel voorzichtig en zachtjes liepen zij langs de huizen en als ze iemand aan hoorden komen, dan gingen zij achtér een grote zuil staan of in een portaal. Ze kwamen bij de ingang van de catacomben en plots stond er een man voor hen. „Pax Christi", zei hij, en va der antwoordde „Tecum". Dat betekent, de vrede van Chris tus zij met U; dit was het wachtwoord om tê weten te komen of het christenen wa ren, die in de catacomben gin gen en geen spionnen van de keizer. In een grote zaal onder de grond waren heel veel men sen. Patricia zag er beken den; zij zag een paar solda ten, ook christenen zei vader; zij zag een voorname man die steeds bij de keizer was; zij zag een rijke vrouw, die zij wel eens in een draagkoets had zien zitten; Patricia zag ook arme mensen, bedelaars, die altijd bij de grote- poort zaten en slaven die de veld heer mee had gebracht.' En allen waren er bij elkaar en de rijken verschilden in niets van de armen, want zij had den ook heel eenvoudige mantels om. Een oude priester met wit te haren en een lange, witte baard zou het H. Offer op dragen. Toen de mensen hun gaven op het altaar gingen leggen, mocht Patricia van haar vader twee grote witte broden gaan brengen, zoals dat vroeger het gebruik was. En de priester sprak over Bethlehem in het land van de Joden, waar Christus ge boren was, nu zoveel jaren geleden. Hij sprak over de heel arme herders en de rij ke koningen, die naar het Goddelijk Kind kwamen kij ken, zoals de christenen deze nacht. Hij sprak over Mar de lieve moeder en over T seph, de goede voedstervac-. En Patricia's moeder hui' de zachtjes, vader keek heel ernstig en Patricia zelf luis terde met grote, blije ogen naar het mooie verhaal ?n ook zij werd bedroefd toen de oude priester vertelde van oe koude stal waar geen vuur m was en waar de wind zo maar doorheen waaide. O, als zij maar in Bethlehem gewoond had, dan zou zij haar warme dekentjes 'over het Kindje hebben gelegd; of neen, dan zou ze aan Maria en Joseph gevraagd hebben om in hun huis te komen, waar het altijd warm was. Zij zou misschien het Jezuskindje even vast hebben mogen houden of h- in slaap hebben mogen zin gen. Wat zou zij goed vooj dit Kindje zijn geweest er voor Joseph en Maria. Zij verlangde zo naar dit heilige Kindje, zij zou het zo graag zien, het zeggen dat ze zoveel van hem hield. Terwijl Patricia zo zat te peinzen, kwam plotseling de man, .die zij daarstraks bij de ingang had gezien, naar bin nen. Bleek ging hij naar de priester toe en fluisterde iets tegen hem. De priester keerde zich naar het volk, en zei: „De soldaten van de keizer zijn in de catacomben. Blijf kalm, wij zullen samen bidden, want we kunnen niet meer ontko men. Misschien vieren we ons Kerstfeest verder in de he mel". Dan begon hij te bidden en de kalmte keerde weer ondci de mensen. Ook Patricia was niet bang, zij voelde vaders sterke arm om haar schouders en moe ders lieve hand om de hare en zij bad met heldere stem de gebeden mee. Zo vonden hen de soldaten, die schreeuwend binnen kwamen gestormd, de tafel met gaven om stieten en de kandelaars kapot sloegen. Zij bonden de christenen aan elkaar vast en vloekend dre ven ze hen met hun lansen, de catacombe uit naar het paleis van de boze keizer, waar zij in een grote kerker werden geworpen. De christenen bleven al maar docr zingen en bidden. En in de kerker sprak de priester hen nog toe om dapper te blijven en Christus niet te verraden en Hem niet ontrouw te worden, want spoedig zouden zij Hem in de hemel zien. Patricia luisterde en steeds vu riger ging zij»verlangen in de he mel te zijn. En zij vroe'g aan moe der of zij het kind zou zien, of zij het misschien zou mogen vasthou den of er mee zou mogen spelen. Patricia was zo kalm geworden, zij was helemaal niet bang. Even echter huilde zij en ook moeder, toen soldaten vader en de andere sterke mannen kwamen halen; zij zouden tegen de wilde dieren moeten vechten in he.t circus van- Rome. Maar de oude priester troostte hen, gauw zouden ze hem immers in .de hemel terugzien. Toen kwamen de soldaten weer terug en zij sloegen en staken de oud mannen en de vrouwen en de kinderen dood. Een enkele kreet hoorde men boven het bidden uit. Patricia klemde zich vast aan moeder, toen een soldaat met een zwaard naar hen toe kwam, maar zij' bleet doorbidden, want zij zou het kind zien. En spoedig daarna vloog haar zuivere ziel naar de hemel, waar zij met het kindje haar Kerstfeest ging vieren. DINSDAG 28 DECEMBER 1948. LOSSE NUMMERS 10 CENT. 71c JAARGANG No. 104 De Echo van het Zuiden Hoofdredacteur-Uitgever: JAN TIELEN Abonnementsprijs: 15 cent per week, ƒ1.95 per kwartaal Drukker: Waalwijkse Stoomdrukkerij Ant. Tielen Is er een bijsmaakje aan de houding van Amerika? Dr. van Roijen heeft, zoals wij reeds zeiden, een krach tig pleidooi gehouden in de Veiligheidsraad, de Indonesi sche vertegenwoordiger Par- lar heeft in een meest onbe daarlijke scheldpartij de oude argumenten der koloniseren de mogendheid opgediend, wij zijn dwaas en blind, hadden de aanval al lang voorbereid enz. en zelfs de republikeinen geen gelegenheid gegeven 't laatste voorstel te overwegen. Dr. Jessup van Amerika was eveneens zeer heftig en on vriendelijk jegens ons land: wij hebben niet voldoende on derhandeld! wij hebben niet genoeg gebruik gemaakt van de C.v.G.D. Amerika ziet een ernstige bedreiging van de vrede. Hij diende een scherpe resolutie in, die behelst: sta king van 't vuren en. terug trekking der troepen tot de lijn van vóór 18 September. De afgevaardigde van het vriendelijke Australië deed er nog een schepje bij; de reso lutie is hem niet scherp ge noeg: de gevangen genomen republikeinse autoriteiten moeten worden vrijgelaten. Ondertussen heeft men in Australië de boycot over on ze schepen uitgesproken, zoals dat vroeger geschiedde, maar waar we ook doorgekomen zijn! En onze regering moet maar vriendelijk blijven on derhandelen over uitzending van emigranten naar dit lieve land. Blijf er af! Rusland heeft ook z'n ge luid laten horen; het steunt de Amerikaanse resolutie niet, maar wil nog veel ver- der gaan. Elders zal men lezen hoe de houding is1 van Engeland en Frankrijk tegenover ons land dat Indonesië vrijheid wil brengen, vrijheid voor ieder een, maar geen supprematie I van een republiek, die de minste is van alle; wat orde en tucht betreft tegenover een bondgenoot in de grote oorlog, die alles voor de goede zaak, ook voor Australië, voor Ame rika, Engeland en Frankrijk offerde. Wat doen Amerika en Au stralië nu flink dik, om met zulke scherpe resoluties te komen tegenover een klein land; wat doet men tegenover Engeland in Malakka en i Frankrijk in Indo-China? Niets. Al onze bewijzen wórden genegeerd. Nu kan men flink voor de dag komen. Elders durfde men niet, dan maakte men 't af met een platonische resolutie, en meer niet! Nu zet Amerika een hoge borst op. Is er misschien iets waar, van 't geen de Figaro, een groot Frans blad schrijft: „Zekere Amerikaanse zaken- kringen hebben liever te doen met inheemsen, dan met doorgewinterde zakenlui uit Amsterdam en Rotterdam". En heeft 't intrekken der Marshall-hulp aan Indonesië niet een beetje de bijsmaak dat men politiek verwart met economische hulp: de politiek volgen die ik wens, anders wordt de hulp in getrokken. Woensdagavond kwam de raad der gemeente Drunen in openbare zitting bijeen ten gemeentehuize, onder voorzitterschap van Burge meester Snels. Secr. P. Elshout. Afwezig was het lid Vermeer. Alvorens de vergadering te openen dankte Burgemeester Snels de leden van jle raad voor de wijze waarop hein 20 Nov. j.l. de ontvangst werd bereid. De notulen werden goedge keurd. Ingekomen stukken. Van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant besluiten houden de goedkeuring van a. het raadsbesluit d.d. 30 Juni 1948 tot wijziging der gemeente begroting 1947 (8e wijziging). b. het raadsbesluit d.d. 23 Au gustus 1948 tot wijziging der ge meentebegroting 1948 (3e wijzi ging. c. het raadsbesluit van 30 Ju ni 1948 tot wijziging der gemeen tebegroting 1948 (10e wijziging). d. het raadsbesluit van 29 Oc tober 1948 tot het aangaan van een kasgeldlening voor 1949 max. - groot 250.000. e. bericht van ontvangst van het besluit d.d. 27 October 1948 tot wijziging der Algemene Poli tieverordening. f. mededeling, dat wordt in gestemd met het raadsbesluit d.d. 3 Augustus 1948, strekkende tot het van overeenkomstige toepas sing verklaren van het K.B. I 352. g. besluit waarbij de pens.- grondslag van de Edelachtbare Heer A. D. G. Snels wordt vast gesteld. h. dankbetuiging van de Com- genoemd punt aan de orde ge steld. Met algemene stemmen werd Burg. Snels gekozen. De voorzitter dankte de leden voor deze benoeming en hoopte dat de huwelijken door hem geslo ten gelukkige huwelijken zouden mogen zijn. Met 7 stemmen werd verder herkozen het periodiek aftredende lid der commissie van toezicht op het nijverheidsonderwijs de heer Norb. van Drunen. Met 7 stemmen werd eveneens herkozen als lid van het Burger lijk Armbestuur dhr. Arn. Brok. De Begroting. Aan de orde, was verder het vaststellen der gemeentebegroting 1949, alsmede de begroting voor het Woningbedrijf en begroting Burgerlijk Armbestuur. Voor het eerst sinds 1940 was het aldus de voorz. weer mogelijk om aan elk lid een beknopte be groting te doen toekomen, waar door de instelling van een com missie van rapporteurs voortaan weer overbodig zal zijn. De voor zitter bracht dank aan de secre- wel nodig zijn en wat er met een dergelijke subsidie gebeurt. Het is daarom wel zeer noodzakelijk dat de verenigingen welke de subsidie aanvragen, dit vergezeld doen gaan van een balans en jaarreke ning. De heer Verhulst vroeg enige toelichting hoe zulk een balans en jaarekening er zouden moeten uitzien. De voorzitter antwoorrdde dat een globale rekening wel vol doende zou zijn. De heer v. d. Wiel maakte enige opmerkingen aangaande de subsidies. Spr. trof er enkele sub sidies aan welke geheel nieuw waren, o.a. 250 voor de Biblio theek, deze was nog nooit voor gekomen. De voorz. antwoordde dat op verzoek van de stichting openbare leeszalen deze subsidie wordt ge geven, terwijl Ged. Staten een dergelijke subsidie ook aanbeve len. Men kan deze subsidie ook doen toekomen aan de stichting zelf, welke een neutrale is, maar spr. vond het beter om deze te verschaffen aan een uitleenbiblio- missaris der Koningin namens H. K. H. Wilhelmina, Prinses der Nederlanden, voor de door Haar ontvangen gelukwensen en blijken van medeleven. Al deze stukken werden voor kennisgeving aangenomen. Alvorens tot de behandeling' van de agenda over te gaan sprak de voorz. zijn bewondering uit aan het adres van de secretaris voor de wijze waarop de agenda en praeadviezen waren verzorgd. Spr. concludeerde dat het admi nistratieve gedeelte van de ge meentewerken in Drunen onder leiding van de secretaris zeer goed verzorgd is, wat spr. ook ten vol le prees. Aan de orde was het voorstel tot het aangaan van een rekening courant overeenkomst voor 1949 met de N.V. Bank voor Ned. Ge meenten te 's Gravenhage groot 100.000. Onder verwijzing naar het prae- advies merkte de voorzitter op dat de mogelijkheid bestond dat dit bedrag door Gedep. Staten zou worden verlaagd tot 75.000. Het voorstel wferd z. h. st. goed gekeurd. Punt 3 der agenda hield in de benoeming van 'n ambtenaar van de Burgerl. Stand (onbezoldigd). De aanbeveling luidt: A. D. C. Snels, Fr. Ploegmakers. Zoals gebruikelijk vervult de Burgemeester der gemeente tevens de functie van ambtenaar van de Burgerl. Stand. Door de burge meesterswisseling is deze functie opengekomen. Met het oog hierop werd boven' y Het ligt in onze bedoeling met ingang van onze 71e jaargang op 1 Januari a.s. ons blad in GRO TER FORMAAT te doen verschijnen, waardoor het ons mogelijk zal zijn onze lezers op verschillend terrein meer te bicden en door ruimere opmaak ons blad overzichtelijker en prettiger leesbaar tc maken. Een en ander brengt voor onze abonné's geen verhoging van de abonnementsprijs mee, maar wel moeten wij op tijdige inzending van berichten en advertenties aandringen. Wij vertrouwen dat onze lezers de beslissing om ons blad weer op groot formaat te doen uitkomen, waardoor ons blad een vlotter aanzien krijgt en de lezer meer waar voor! z'n geld, op prijs zullen stel len, en dat zij „DE ECHO" trouw zullen blijven steunen, zowel wat abonnementen als advertenties betreft. Wij doen ons best, doet gij de rest! REDACTIE EN ADMINISTRATIE. taris voor de wijze waarop de be groting is verzorgd. Bij het nagaan der cijfers in de begroting zal het, aldus de voorzitter, duidelijk zijn, dat de finantiële toestand der gemeente niet onbevredigend ge noemd kan worden. Dit is speciaal te danken aan de Rijksuitkeringen, t.w. ondernemingslasten en de uit keringen gemeentefonds. In ver band met schommelingen op ver schillend gebied is een voorzichtig financieel beleid nog wel gewenst en is het raadzaam voor de vol gende jaren niet op al te hoge uitkeringen te rekenen. De heer van Wezel vroeg hoe het mogelijk was dat de Harm, der Jongens-Congregatie en de Vol harding ieder 150 subsidie kre gen, terwijl de Fanfare uit Els hout er maar 100 krijgt. De voorzitter antwoorddedat men dit gedaan heeft al naar ge lang de begrotingen en jaarreke ningen die van tevoren binnen kwamen. Als grondslag zijn geno men de subsidies van het vori ge jaar, toen de fanfare er ook maar 100 heeft gekregen. Uit het feit dat zij zelf dit jaar niet meer gevraagd heeft, mag men gevoeglijk afleiden dat zij tevre den was. De voorzitter betoogde dat men de subsidies niet moet zien als een bedrag geld als waar dering voor datgene wat men presteert maar als een noodzake lijke bijdrage om een vereniging met een culturele en/of ideële strekking mede te steunen en in stand te houden tot nut van het algemeen. En de gemeente dient bij het geven van subsidies zich wel terdege af te vragen of deze theek in eigen gemeente, waal- mede de gemeente beter gebaat is. De heer v. d. Wiel vroeg ver der of de post van 1000 looi de bewaarschool bedoeld was om kinderen van arme gezinnen gra tis aan deze school toegang te verlenen. De voorzitter antwoordt dat er dit uit zou kunnen voortvloeien. De subsidie echter wordt gegeven op advies van het departement van O., K. en W. en mag ver strekt worden indien er gediplo meerde leerkrachten aanwezig zijn. De heer v. d. Wiel vroeg te vens waarom aan de zangvereni ging Zang en Vriendschap een subsidie was toegekend en aan) andere soortgelijke verenigingen niet. De voorzitter merkte op dat door de andere verenigingen geen aanvragen zijn gedaan, wel is op de begroting een post geboekt voor dergelijke aanvragen. De heer v. d. Wiel vroeg waar om de Onze Lieve Vrouwe Schutse geen subsidie had gekre gen. De voorzitter merkte op dat aan een vereniging welke subsidie krijgt, wel de redelijke eis mag worden gesteld, dat zij ook naar buiten treedt; dit is iets wat men van de. Schutse nu eenmaal niet kan zeggen. Wanneer men bij de Schutse b.v. ook het Vendel- zwaaien zou gaan invoeren zou uit folkloristisch oogpunt mogelijk wel een subsidie kunnen worden toegewezen. De heer v. d. Wielfzag het ech ter anders, hij was van mening, Ook de Nederlandse kolen mijnen doen een ernstig be roep op de verbruikers zuinig te zijn met gas. Verschillende industrieën in Brabant liggen reeds stil door overmatig ge- brüik van gas voor verwar mingsdoeleinden. De Staats mijnen pompen zoveel gas in de leidingen als technisch mo gelijk is, maar als het publiek zonder enige beperking gas gebruikt voor verwarming, dan zullen de moeilijkheden onoverkomenlijk zijn, zo heet het. Wij vragen ons toch in ge- moede af: zou het niet beter zijn de aanleg van gasverwar- mings-installaties te verbieden of te remmen, inplaats van te bevorderen, zoals tot dusverre geschiedt. De verbruikers, particulie ren, scholen, kantoren enz., "die met zulke installaties zit ten, worden er de dupe van. Zij kunnen toch ook niet buiten verwarming! dat wanneer de Schutse een sub sidie kreeg en zich dus de aanr koop van materiaal kon permite- ren, dit misschien een aanmoedi ging zou zijn om wel naar buiten te treden. De heer v. d. Wiel stelde voor om ook de Schutse een subsidie te geven van 50. Dit voorstel werd met algemene stemmen aan genomen. De heer v. d. Wiel zag ver der een subsidie toegekend van 750.aan Kath. gezinszorg. Spr. vroeg of dit niet wat hoger kon. De voorzitter antwoordde dat met 750.het maximum be reikt is van wat is toegestaan. De heer v. d. Wiel vroeg of men nog steeds een bijdrage moest leveren aan de planologi sche dienst. Spr. vond het nogal erg dat men aan een dergelijke instantie geld moest afstaan., ter wijl men er eigenlijk toch niets anders mede had als last. De voorzitter lichtte dit toe, waarom het nu niet op de be groting te zien is of er een bij drage voor moet worden gedaan. Men hoopt aldus spr. spoedig van deze dienst, hoe nuttig het soms ook mocht zijn, verlost te zijn. Er bestaan plannen om met en kele gemeenten tezamen 'n streek- dienst op te richten; men voor komt dan, aldus spr., dat vreem- 1 den, die de streek niet kennen be slissingen nemen, maar dat ze ge nomen worden door mensen uit eigen streek. Spr. bepleitte het grote nut van een planologische dienst welke uitbreidingen etc. in bepaalde banen kan leiden. Subsidies. Subsidies worden dan als volgt toegekend: lidmaatschap A.N.W.B. f 25.— Reclasseringsver. 15. Wit-Gele Kruis, afd. Drunen f 280. afd. Elshout f 70. Kweekschool voor Vroèd- vrouwen Heerlen 50. Stichting Moederheil Ginneken f 50. Bijdrage school voor BLO Waalwijk 270. Bewaarschool Drunen en Elshout 1000.— Handelshogesch. Tilburq 22.50 Prov. Gen. v. K. en W. f 54. R.K. Biblioth. Drunen f 250. Harm. Jonqens Congr. f 150. Harm. Volharding 150. Kerk. Fanf. Elshout f 100. Stichting N.B. Landschap f 10. R.K. Voetb.ver. DVC 100.— Zangver. Zang en Vriendschap f 75. Jeugdorganisaties f 500. Oranje ver. f 250. Kath. Gezinszorg 750.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1948 | | pagina 1