bezochten Drunen
GLAS
HEUSDEN
NiEUWKUIK
GEERTRUIDENBERG
Het voormalig Cisterciënser-
klooster ..Mariëndonk" te Elshout
FEUILLETON
HET RIJDEND MYSTERIE
2
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 25 JULI 1949.
EERSTE LOKALE
VERBETERING ZIJ ONS DOEL"
Ook in Drunen zijn
plannen gerezen.
Zoals in heel veel plaatsen in
onze omgeving bestaat er ook in
Dongen een comité dat ieder jaar
voor de ouden van dagen een uit
stapje organiseert. Is het in de
meeste plaatsen evenwel iets van
de laatste tijd, in Dongen bestaat
dit gebruik al bijna vijfentwintig
jaar en het initiatief hiertoe werd
genomen door de tegenwoordige
burgemeester van Drunen, de
oud-wethouder van Dongen, de
Edelachtb. heer A. Snels.
Woensdag j.l. ging men voor
de 17e keer op reis (tijdens de
bezetting is er van reizen natuur
lijk niets gekomen), en via Ois-
terwijk en den Bosch arriveerde
men om pl.m. 6 uur in Drunen
met auto's en autobussen.
In de gymnastiekzaal van de
Broeders zouden de oudjes ont
vangen worden; de zaal was wel
willend afgestaan door de Zeer-
eerw. Heer Deken, keurig door
de broeders versierd, de talel was
prima verzorgd door de broeders
geholpen door enkele meisjes en
veel belangstellenden stonden ge
amuseerd toe tc zien toen de oude
mensen blij en vrolijk uit de auto's
stapten. Maar niet zo gauw had
den ze burgemeester Snels en Me
vrouw in de gaten of iedereen ging
hen begroeten, hen een hartelijk
woordje toespreken en even ver
tellen hoe het thuis ging.
In de zaal sprak de burge
meester, ook als oud-voorzitter
van het comité de Oudjes een
hartelijk welkom toe.
Een grote verrassing was het
voor hen toen onder de koffie
tafel in een het gemengd koor
Cantabile kwam binnen stappen
en daar onder leiding van de heer
Johan Verhoeven enkele mooie
liederen begon te zingen, zoals
Molenaars Dochterken, van Koop,
Boertje van de Klerk, Wiegenlied
van Curschman, Schön Rohtraut
van Schuman en het Rijdcrtje van
Olman. Het koor zong heel mooi
en de ouden van dagen vonden 't
erg leuk. Een aardige geste was
ook, na de tractatie op perziken
door burgemeester Snels, de trac
tatie op kersen door de directeur
van de veiling, de heer Boelen.
Kortom, ze hadden het zo goed,
dat er tenslotte nog een heleboel
eierkoeken over waren, die wer
den uitgedeeld aan een aantal
Drunense ouden van dagen die
verlangend buiten stonden te kij
ken.
Natuurlijk is er ook gespeecht.
Wethouder Verharen uit Don
gen, de voorzitter van het comité,
was bang, dat, wanneer alle men
sen in Drunen zo n goede stem
hadden als de leden van Canta
bile, de burgemeester dan de twee
de stem zou moeten zingen. Maar
burgemeester dr. Sweens stelde
hem gerust, in Dongen speelde
wethouder Snels ook altijd de
eerste viool. Er waren natuurlijk
woorden van lof en dank aan het
adres van de Deken, de broeders,
de dames-helpsters, en niet in het
minst aan de leden en de direc
teur van Cantabile.
Ook van de kant der oudjes
ontbraken de bedankingen niet en
v. Tilburg, die met zijn 86 jaren
de oudste van de reizigers was,
stak een gloedvolle speech af van
wel een kwartier. En een ander
bewijs van de levendigheid en de
jeugdigheid van de Dongense oud
jes was de zwaai aan de ringen
die een 73-jarige gymnast maakte.
Om half 9 vertrok men weer;
maar men liet een goede indruk
achter. En de stemmen die wij
beluisterden, o.a. die van Burge
meester Snels, waren heel enthou
siast en zouden niets liever wil
len, dan dat er in Drunen ook zo
iets georganiseerd zou worden.
Binnenkort zal er daarom een ver
gadering bijeengeroepen worden.
En ongetwijfeld zal dan iedereen
zijn medewerking verlenen, om
ook de Drunense oudjes een pret
tig uitstapje te bezorgen.
ii.
Nadat we in onze vorige bij
drage gesproken hebben over de
geschiedenis van dit kloos
ter in het algemeen, gaan we nu
eens zien wie zoal de bewoners
zijn van dit klooster en welke
functionarissen zich alhier bevin
den.
Allereerst treffen we er aan een
groep monniken. In zijn oorspron
kelijke betekenis duidt het woord
monnik iemand aan, die afge
scheiden en afgezonderd van dé
wereld leeft, en door zijn geloften
bijzonder aan God is toegewijd.
Naast,. deze voornaamste groep
treffen we er ook novicen aan,
die eerst hier hun proeftijd door
maken om tot het monnikschap
te komen. Een ander niet min
der voorname groep van perso
nen zijn de lekebroeders. Ook zij
legden geloften af, maar vervin
gen de monniken bij den arbeid,
wanneer deze hun werk, n.I.: „Het
Opus Dei" verrichten.
Naast de groep van religieuzen
treffen wij een andere groep van
personen die nauw aan het kloos
ter verbonden waren. In het „Li-
ber Usuum" heten ze „familiares
een instelling, die wel iets weg
heeft van de „Derde Orde", die
we later in de Kerk zien inge
voerd. De „familiares" waren
geen knechten, maar ook geen
eigenlijke leden van de gemeente;
wanneer in de eerste tijd van de
Orde sprake is van familiares
moeten we daaronder „donati" ol
„oblati" verstaan. Deze gaven al
hun goederen aan het klooster,
werden als broeders behandeld en
deelden zo in het leven en ster
ven in al de geestelijke goederen
van de Orde. Zelfs waren er ge
huwden onder hen. Zij deden
geen professie, droegen lekenkle-
ding en werden te werk gesteld
op de hoeven of in de omgeving
van 't kloosetr. Het Cisterciënser
Menelogium maakt in de korte
levensschets van de overleden le
den van de Orde, die in geur van
heiligheid stierven, geen onder
scheid tussen de verschillende
klassen van personen. Toch kan
men er niet aan twijfelen, dat ve
len, die daar „broeder" genoemd
worden of bij wie van een intre
de in de Orde sprake is, slechts
in bovengenoemde zin „oblaten"
waren; zo bijvoorbeeld Tescelinus,
de vader van St. Bernardus en
anderen van meer gevorderde
leeftijd, die hun laatste jaren op
de abdij te Clairvaux doorbrach
ten en er stierven.
De „familiares" van een latere
tijd (dus ook ten tijde van het be
staan van dit klooster Mariën-
donk) droegen het religieuse ha
bijt en hadden het hoofd gescho
ren. Eerst legden zij geen geloften
af, maar deden belofte van ge
hoorzaamheid in de handen van
de prior. Hun levenswijze was
minder streng dan die van de
monniken.
We lezen in de kroniek van
dit klooster, dat Prior Everardus
van Goch in 1439 bij het stichten
van Mariëndonk, behalve enige
paters en broeders ook mede
neemt een zekere Joannes Gosuini,
laicus donatus, wat wil zeggen,
Joannes Gozewijns, lekedonaat.
Zulke donaten konden een
klooster grote diensten bewijzen
voor het afdoen van allerlei za
ken, waartoe kloosterlingen uiter
aard niet zo geëigend zijn, als het
beheren van landerijen en derge
lijke.
Onder de officianten van het
klooster neemt de prior van
dit klooster de voornaamste plaats
in. Hij is de geestelijke en tijde
lijke vader van de ganse klooster
familie en van ieder in het bij
zonder. Daaruit vloeien al zijn
verplichtingen voort, die de H.
Benedictus in deze twee hoofdre
gels schijnt te willen samenvatten.
Steeds moet de Prior er aan den
ken dat hij in het klooster de
plaats van Jezus Christus be
kleedt, en er alles verrichten moet,
wat Jezus zelf zou doen, indien hij
persoonlijk en zichtbaar in het
klooster tegenwoordig was. Hij
moet de zorg voor de volmaakst
mogelijke naleving van den H.
Regel als zijn hoofdplicht beschou
wen. De Prior heeft het volle en
hele bestuur van zijn klooster, ro
wel in het geestelijke als in het
tijdelijke. Hij benoemt de Sub
prior, Magister, biechtvaders en
verdere officianten.
De Prior begint alle uren van
het klein officie, behalve de Lau
den en hij eindigt deze met het
vers Dulce nomen. Op het einde
van het groot officie zegt hij het
vers Fidelium. Hij celebreert op
de plechtige feestdagen, alsmede
ook de begrafenis van een lid van
de gemeente. Hij wijdt de as,
kaarsen en nieuw vuur.
Na hem komt als voornaamste
officiant de Subprior. Deze wordt
benoemd door de Prior en is naar
zijn mening voor dit ambt het
meest geschikt om hem in het
vervullen van zijn ambtsplichten
bij te staan.
De voornaamste plicht van de
Subprior of liever de volstrekte
vereiste hoedanigheden zijn: een
onschendbare liefde voor den H.
regel en de kloostergebruiken, een
voorbeeldige ijver in het bijwonen
van alle oefeningen, en gelijke
maat van zachtmoedigheid en
krachtdadigheid, die zo onont
beerlijk zijn voor het behoud van
de goede regeltucht en orde xn
het klooster. Vooral moet hij alle
middelen aanwenden om de vreJe
en de liefde onder de broeders te
bewaren, hen een algeheel ver
trouwen voor de Prior inboeze
men en daarom zelf het voorbeeld
geven van innigste verkleefdheid
aan de eerste Overste.
Na de beide Oversten neemt de
novicen meester wel de voornaam
ste plaats van het klooster in. Hij
is belast met de vorming van de
religieuzen in hun eerste klooster-
jaren. Van hem wordt daarom
vereist, dat hij degelijk onderlegd
is in alles wat de kloosterlijke
staat en de H. Regel betreft om
er anderen in te kunnen onder
richten. Hij moet de novicen vor
men tot nederige, gehoorzame cn
geduldige monniken vol naas
tenliefde en liefde zowel voor de
inwendige als de uitwendige ver
sterving.
Een andere niet te onderschat
ten post van verantwoording is
die van cellerier, die de tijdelijke
belangen van het klooster behar
tigt en waarneemt. In naam van
de Overste koopt en verkoopt hij
en gaat verbintenissen aan.
Daarna bezit elk klooster nog
alsook Mariëndonk, een koster,
cantor, Bibliothecaris, alsmede een
gastenpater.
Al deze functionarissen zijn ge
hoorzaamheid verschuldigd aan
de Prior en oefenen hun ambt uit
in zoverre deze hun vrijheid van
handelen geeft.
Uit dit alles ziet men, dat onze
Ordestichters aan alles dachten en
ook voor alles tot in de uiterste
punten gezorgd hebben.
Onder de Middeleeuwse littera
tuur neemt de geschiedenis van
de kloosterorden zeer zeker een
voorname plaats in. Deze kronie
ken zijn door de monniken zeer
nauwkeurig bijgehouden en uitge
breid en zo van geslacht tot ge
slacht ons overgeleverd. Wan
neer wij deze geschiedenis door
lezen, dan vinden wij hierin het
kloosterlevén van de monniken
van dien tijd beschreven. Men
vindt hierin voorbeelden van man
nen, zowel overste als onderdaan,
die bovenal uitmuntten door een
grote liefde tot God en de naaste.
De omstandigheden, waarin zij
leefden, waren dikwijls zeer hard
en moeilijk voor de menselijke na
tuur. Zij leefden dikwijls in nij
pende armoede en hadden soms
gebrek aan de meest noodzakelij
ke levensbehoeften. Hun groot
Godsvertrouwen werd echter nim
mer beschaamd. In de grootste
moeilijkheden wisten zij zich op
te voeden tot een hoog mystiek
leven en hun klooster tot een
centrum te maken van geestelijke
en stoffelijke welvaart. Met recht
mogen zij met de andere kloos
ters genoemd worden de grond
leggers van geestelijke en stoffe
lijke welvaart van ons vaderland.
Zij waren in de Middeleeuwen
niet alleen de brengers van het
christelijk geloof, maar ook van
de cultuur en de beschaving. Hun
devies was: vrede met God en de
mensen en hiernaar richtten zij al
hun daden. Zij mogen daarom
voor onze tijd als voorbeelden
dienen. Onder deze kloosters mo
gen we ook rekenen Mariëndonk,
dat ook bet hare heeft bijgedra
gen voor ons vaderland.
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
VAN
EEN OORSPRONKELIJKE
AVONTURENROMAN
door
d'ARGENTY.
31)
„Moet ikhem verra
den?" klonk het schor.
„Ja Joop" zei ze zacht,
„vóór hij jou en vóór jij je
zelf verraadt".
Zuchtend kwam de zware
bus tot stilstand voor het stop
licht en met een zucht van
opluchting liet Lola zich kus
sen door twee lippen, die het
„ja" niet eens uitspraken.
XVI.
Vriend of vijand?
„Aywaille" mompelde Rave-
bek, terwijl hij vooroverboog om
iets te onderscheiden van de don
kere schimmen der verspreide
huizen, waar het licht van de kop
lampen juist niet aan tipte.
Ze reden langzaam het dorp
binnen over de slecht geplaveide
hoofdweg van Luik naar het Zui
den, langs de Amblève, een zij
rivier van de Maas.
Aywaille verschool zich zorg
vuldig onder de donkere wolken,
die het firmament afsloten en het
zwakke licht der schaarse lan
taarns tot nachtpitjes maakten in
een diepduistere doolhof. Deson
danks bereikten ze zonder onge-
georganiseerd door de fok- en confrölevereniging
De officiële opening van
deze eerste locale fokveedag
te Raamsdonk, werd gehouden
door de Edelachtbare Heer
Prinsen, burgemeester van
deze gemeente.
Aan de hand van enige cij
fers brengt spreker het nut
van deze vereniging naar vo
ren. Bij de oprichting in 1937
telde deze vereniging maar 12
leden. Door oorlogsomstandig
heden werd hier ter plaatse
veel vee weggevoerd, doch na
de oorlog is men weer op
nieuw begonnen, zodat thans
de vereniging een ledenaantal
van 55 met een gezamenlijk
aantal koeien van pl.m. 450
telt. In 1946 stond de gemid
delde productie dezer vereni
ging op 3570 kg. melk en 3,14
procent vet. In 1948 was het
gemiddelde gestegen tot 4100
kilogram melk en 3,44 vet.
De Edelachtb. Heer Burge
meester dankte allen die me
degewerkt hebben tot het or
ganiseren van deze plaatselij
ke fokdag en sprak de hoop
uit dat deze fokdag stimu
lerend zal werken op die vee
fokkers, die nog niet van het
nut der fok en controle zijn
doordrongen. De heer Prinsen
volgde met belangstelling, bij
na de gehele keuring.
Verder waren aanwezig: de
heer v. d. Werff, dierenarts;
dhr. v. Loon, directeur van de
Coöp. Zuivelfabriek en Melk
inrichting „RaamsdonkWas
pik"; dhr. Castemiller, Hoofd
van de Lagere Landbouw
school te Raamsdonksveer; de
heer Kleijn, voorzitter van de
Waalwijkse Fokveedag, te
Elshout.
Door het groot aantal voor
gebrachte koeien, moest ge
keurd worden in twee ringen.
De jury werd gevormd in
ring I door de heer Ir. Tromp
uit Breda en de heer Bossers
uit Lage Zwaluwe. In kring II
keurden de heren Koenraads
uit Teteringen en Bastiaansen
uit Terheijden.
Klasse I. Stieren, ouder dan
10 maanden.
Een 2e prijs voor de stier
Gerrit I van G. Knaap, ter
wijl Leendert van J. C. van
Strien een 3e prijs werd toe
gekend.
Klasse II. Stieren, jonger dan
10 maanden.
Eerste werd hier Rinkie's
Adema van J. de Craen. Stier
tje met goed beenwerk, mist
nog iets achter de schouder.
Tweede werd Jeltjes Ade
ma 3 van Arn. Bink. Derde
werd Peter, van J. J. Boons-
Staal.
Klasse 3. Melkgevende R- en
S. koeien, geboren vóór 1 Ja
nuari 1944.
Een beste klasse melkkoei
en, waarvan verschillende
met sterke bouw nog op hoge
leeftijd. Hier werden 5 eerste,
5 tweede en 4 derde prijzen
gegeven. No. 1 werd „Aaltje 2
137598 S" van P. de Bont, een
typische melkkoe met ruim
kruis en goede productie.
Klasse 4. Melkgevende R- en
S. koeien, geb. na 1 Jan. '44.
Een grote klas melkkoeien
met enkele typische koeien
aan de kop. Eerste werd hier
„Marie 3" 364023 R.v.J. van
A. Roovers. Een goede, typi
sche melkkoe, met iets slappe
achterbenen. In deze klasse
vielen 3 eerste-, 5 tweede- en
5 derde prijzen, terwijl de
laatste 4 nog een eervolle ver-
lukken de brug en onmiddellijk
daarop de verwaarloosde gevel
van het „Hotel du Commerce",
waar het gezelschap de nacht wil
de doorbrengen.
Een beetje vermoeid door haar
lange dagtaak slofte Lola naar
Hsieh-Fu's privé-compartiment
om hem te berichten dat de eerste
dagreis ten einde was. Ze vond
Ossewaarde gezeten in een stoel
tegenover de diplomaat met een
krant in zijn hand, waarvan de
vreemde letters haar aandacht
trokken. De Chinees zelf soesde
was.
„Aywaille, gentlemen".
Aan de andere kant ging gelijk
de andere schuifdeur opzij en
verscheen de kleine figuur van
Liselotte. Hsieh-Fu schrok wak
ker.
„Ay-what?"
„Aywaille, Yi-ku!" zei de secre
taresse aan de overkant.
Met een ruk schoof Lola haar
deur dicht. Yi-ku! Twijfelaar aan
de Ouden! Ha, Liang-sjin had zich
verraden. Ze sprak Chinees. Be
ter misschien dan Nederlands,
waarin ze soms de woorden door
elkaar haspelde. Yi-ku zei ze te
gen haar baas! Een belediging.
Dus die kon ze zich veroorloven
Meneer de diplomaat liet dus
met zich sollen. Liet zich bespot
ten, waar anderen bij waren. Nee,
een krachtfiguur was hij niet.
Voor de rol van Gouden Masker
niet zo geschikt
Ze hief het hoofd op, omdat ze
de stem hoorde van Flipje.
„Ik waarschuw u, meneer Wie
lewaal. Juffrouw Lijnders loert op
u. Ik zou maar niet met haar om
gaan!"
Wat spookte die halve gare nu
weer uit, de chauffeur intimide
ren? Bang maken voor haar?
Daar bromde de stem van joop:
„Ik waarschuw u, meneer van
Natteluur tot Droogenbroeck.
Juffrouw Liang-sjin loert op u. Ik
zou maar niet met haar omgaan!
Lola proestte het uit, kon zich
toen helemaal niet meer bedwin
gen toen ze het onthutste gezicht
zag van Antonio Gerardus Leo
pold Marinus Flipje, die het voor
werp van z'n verdachtmaking niet
zo dicht achter zich vermoed had.
„O Joop", hikte zij, „pas op,
joh, ik loer op je!"
„Pas jij op!" riep de op heter
daad betrapte student verbolgen
uit en hij schuimbekte bijna van
woede. „Ik loer op jou en ik zal
je te pakken krijgen ook! Gemene
bedriegster, je spel is uit! Zo lang
zamerhand begin ik te begrijpen
waarom ik zo plotseling als je
verloofde moest doorgaan. Met die
Kareltje was het ook al niet in
orde, hè? En nu probeer je deze
jongen in te palmen en voor jouw
wagentje te spannen. Zal je niet
lukken, meisje. Ik ben er ook nog.
Ik weet wie je bent en waarom
je hier meerijdt. Pas maar op, dat
je niet in conflict komt met het
Gouden Masker!"
„Doe niet zo dwaas. Flipje"
verzocht ze. „Vertel liever eerst
even waarom je zo boos bent op
me."
„Boos ben? Waarom ik boos
ben? Wéét je dat niet? Vermoed
je dat dan niet eens? Snap je niet,
dat een verloofd meisje verplich
tingen heeft? Dat ze zich niet zó
maar mag laten kussen? Dat..."
„O, is het dót. De jonkheer is
melding kregen. Bij deze laat-
sten waren er enkelen van 't
grovere, meer ouderwetse ty-
Pe-
Klasse 5. Melkgevende fokreg.
koeien, geb. vóór 1945.
Een grote, iets minder uni
forme klasse, met een viertal
typische melkkoeien voorop.
In deze klasse 4 eerste-, 4 twee
de- en 3 derde prijzen en 4
eervolle vermeldingen. Bij
deze laatsten nog al afwijkin
gen in kruis en benen. Eerste
werd hier „Jaantje" van J. J.
Boons-Staal.
Klasse 6. Melkgevende fokreg.
koeien, geb. in 1945.
Matige klasse met „Bertha"
van S. v. Dongen als eerste
koe met goede melktekens. In
deze klasse 2 eerste-, 3 twee
de- en 2 derde prijzen.
Klasse 7. Hoogdrachtige R- en
S. koeien.
Kleine klasse, met ruim ge
bouwde dieren, enkele iets
zwak op de achterbenen. Eer
ste werd hier, na arbitrage,
„Dina 198100 S" van S. van
Dongen. In deze klasse 2 eer
ste- en 3 tweede prijzen.
Klasse 8. Hoogdrachtige fok-
register koeien.
Zeer kleine, matige klasse.
Ha prijs voor „Dina 6" van
Th. de Bont. lib prijs voor
„Rika" van A. J. Zijlmans.
Klasse 9. Volbloed melkvaar-
zen, al of niet drachtig.
Regelmatig, doch wat wei
nig ontwikkelde vaarzen, met
twee typische vaarzen aan de
kop. Eerste werd „Nellij" van
J. J. de Bont.
Klasse 10. Hiervan waren
slechts twee dieren aanwezig.
Eerste werd „Nellij" van H.
Dank, een zware, iets minder
typische vaars.
Klasse 11. Twee-jarige vol-
bloedvaarzen.
Een grote klas met twee
beste dieren voorop. Eerste
werd „Jetje 4" van A. J. C.
W. v. d. Heijden Zonen
Waalwijk Tel. 443.
de Bont. Goede diepe vaars.
Klasse 12. Fokreg. vaarzen,
geboren in 1946.
Een zeer goede uniforme
klasse melkvaarzen, waaron
der 4 eerste- en 3 tweede prij
zen. Eerste was „Beatrix" van
H. Dank.
Klasse 13. Fogreg. vaarzen
geboren in 1947.
Deze klasse werd gesplitst
in oudere en jongere vaarzen.
Eerste van de oudere vaar
zen werd „Dina XI" van Th.
de Bont. Eerste van de jon
gere vaarzen werd „Betzy II"
van Th. de Bont.
Klasse 14. Van deze klasse
waren er 6 aanwezig. Voorop
kwam hier „Nellij II" van P.
de Bont, geb. 24-12-'48.
Na deze individuele keu
ring werden de moeders met
afstammelingen geplaatst.
Hiervan werd nummer één
de groep van: A. J. C. de
Bont. 2e P. J. de Bont. 3e
Wed. A. C. de Bont. Hierna
werden de groepen van één
eigenaar bij elkaar gezet. A.
J. C. de Bont kreeg een le
prijs voor zijn groep met 6
dieren. Beter was 't geweest,
wanneer hij er maar vijf, in-
ARBEIDSBUREAU
WAALWIJK.
Vraag en Aanbod.
Worden gevraagd s
Diverse vr. krachten.
Div. fabr. stiksters voor
Schoen- en lederw. fabr.
Enige schilders
Enige metselaars.
Een flinke bezorger plm. 20 j.
Geroutineerde handsch. stiksters
voor lederw. fabr.
Pantoffelstiksters voor de fabr.
Twee aankomende plaatwerkers
Enige timmerlieden.
Een jongste kantoorbediende
14/15 jaar.
Twee jeugdige magazijnbed.
Een huishoudster.
Een boerenknecht.
Een propagandiste/verkoopster
(gunstige voorwaarden).
Een overleersnijder en een af-
lapper v. Prov. Utrecht (ongeh.).
Bieden zich aan
Een zandvormer.
Enige landbouwhulpen.
Een chauffeur.
Enige meubelmakers.
Twee leerling meubelmakers.
Een constructiewerker.
Een radio-monteur.
Een boekhouder-correspondent.
Een vertegenwoordiger.
Enige grondwerkers.
Een hulpmodelleur.
Kantenschrooiers en aan-
kloppers.
Overleersnijders en een bij-
tuiger.
Twee machine-bankwerkers.
Een geroutineerde telefoniste.
Een typiste.
Thuisstiksters met jnachine.
Een assistent looimeester.
Een aankomende handzwikker.
Een verstelnaaister.
Aank. mann. en vr. kantoor
bedienden voor magazijn- en
kantooradministratie.
Aanmelden dagelijks' tussen 9
12 uur v.m. op het Arbeidsbureau
Waalwijk, Grotestr. 339. Tel. 63.
Deze bekendmaking is geldig
vanaf 25 Juli t.m. 30 Juli 1949.
Het Arbeidsbureau Waalwijk
verstrekt ook inlichtingen aan ad-
spirant emigranten.
plaats van 6 geplaatst had,
waardoor de groep nog uni
former geweest was.
Uitslag van de groepen van
3 en 4 koeien:
Ia P. de Bont met 4 koeien.
Ib Arn. Bink met 3 koeien.
Ic W. de Wit rnet 3 koeien.
Ha J. Boons-Staal met 3 koei
en. lib H. J. Dank met 3
koeien. lie S. van Dongen
met 3 koeien. lid H. T. Dank
met 3 koeien. Ilia P. de Bont
met 4 koeien. Illb P. Boons.
IIIc Th. de Bont. Hid J. J.
de Bont.
Men moet steeds trachten
een zo groot mogelijke unifor
miteit te verkrijgen. Men kan
beter volstaan met 3 unifor
me dieren, dan 4 of 5 dieren
waarvan er één tussen is
waardoor de uniformiteit sterk
terugloopt.
Kampioene werd „Aaltje II"
137598 S van P. de Bont. Koe
met goed exterieur en kg.
melk kon in het vet iets
hoger zijn.
Res. kampioen: „Dina" 198100
S van S. van Dongen.
Wij menen te mogen op
merken dat deze eerste fok
dag, die te Raamsdonk ge
houden werd, geslaagd mag
heten. Het materiaal dat aan
wezig was, alsmede regeling
en verzorging op het terrein,
was goed in orde.
Na afloop sprak de heer P.
de Bont als voorzitter der
vereniging een woord van
dank aan allen die hebben
medegewerkt tot het welsla
gen van deze dag, waarna de
heer Tromp een korte indruk
van deze fokdag weergaf.
Ass. R.V.C. Bastiaansen.
jaloers. Jij mag Liang-sjin natuur
lijk wel omhelzen, hè?"
De slungel bloosde als een
schooljongen.
„Pas maar op, knaapje", ver
volgde zijn verloofde meedogen
loos, „dat je niet in conflict komt
met het Gouden Masker en wees
mij maar diep dankbaar, dat je
dank zij die verloving aan Karel
tje ontsnapt bent. Kareltje had jou
wel eens in kunnen rekenen, als
hij geweten had van je verhou
ding met Liang-sjin."
De student droop af. Staart tus
sen de benen.
„Wie was dat, die Kareltje?"
informeerde de chauffeur.
„Kareltje? Dat is mijn baas.
Meer mag ik je daar niet van
vertellen, Joop. Zorg er voor, dat
geen Kareltje je ooit te pakken
krijgt, want dan zou het slecht
met je aflopen."
„U moet oppassen voor die
conductrice", waarschuwde bin
nen de veilige muren van een af
gesloten hotelkamer een secreta
resse haar tijdelijke meester. „Zij
weet alles af van het Gouden
Masker."
Ze spraken Engels omdat Os
sewaarde bij hen was.
„Wat weet ze dan?" vroeg de
ingenieur met een duidelijke frons
in zijn voorhoofd.
„Zij weet wie het is, wat hij
doet, van de cocaïne en van 't
geld in haar tas. Zij is geen ge
wone conductrice. Zij spionneert."
„Ik niet geloven", mompelde
Hsieh-Fu.
„Die tolk van u is ook niet te
vertrouwen, Yi-ku" vervolgde Li
selotte. „Die jonkheer speelt een
dubbele rol hier. Hij smoest met
Lola. Hij heeft geprobeerd mij uit
te horen, maar ik heb hem uitge
hoord. Hij geeft zich uit voor ge
heim agent van de C.I.D. en voor
spion van het Gouden Masker,
net naar het uitkomt."
Ossewaarde kwam overeind
van het bed en stapte op de
spreekster toe. „Wat voor bewij
zen heb jij, meisje? Hoe kun je dat
zo beweren, allemaal?"
„O, die Lola bespionneert
Hsieh-Fu. Zij kijkt in zijn koffers
en heeft er ook wat uitgehaald.
„Uitgehaald!" stoof de Chinees
plotseling op.
„Wat?" vroeg Ossewaarde
dreigend.
„Een zakje. Ik weet niet wat er
in zat, maar 't was een zakje, zó
groot."
Ze gaf de maat aan met haar
kleine handen.
„Dit zakje?"
In stomme verbazing staarde
Liang-sjin naar het grauwe papier,
dat Ossewaarde haar onverwachts
voor de neus hield.
„Ja, dat... dat was het. Ik zag
het door het glas. Ze haalde het
uit een valies en stak het in haar
rechter uniformzak."
„Dat klopt", zei de ingenieur
tegen de gele man naast hem, „dit
zakje heb ik uit haar uniformjas
tevoorschijn gehaald. Je begrijpt
zeker wel wat er in zit?"
„No..." aarzelde Hsieh-Fu.
„Cocaïne!" verklaarde Osse
waarde kalm. Zijn blauwe ogen
rustten op het tanige vel van de
Oosterling, dat scheen te verble
ken ondanks het geelachtige
schijnsel van de brandende sche
merlamp.
Schoolreisje.
De leerlingen der hoogste klas
sen der O. L. school maakten on
der leiding van de onderwijzers
een reisje per bus naar Den Haag
en Scheveningen. Bezocht wer
den: t Mauritshuis, Panorama
Mesdag, Binnenhof met gevangen
poort en natuurlijk werd gezwom
men en pootje gebaad aan het
strand te Scheveningen.
Geslaagd en bevorderd.
Van de eerste naar de tweede
klasse Sted. Gymn. te Den Bosch:
H. Schimmel.
Mej. v. Berge-Henegouwen
slaagde voor het Mulo-diploma A.
Op de Mode-Vakschool der
Eerw. Zusters alhier slaagden
voor lingerie de dames M. van
Loon, C. van Rijswijk, N. de
Vaan, M. Kleinloog en I. van
Mierlo.
Voor costuumnaaien: J. Trim-
bach, W. de Vaan, R. Verheij,
J. v. d. Fier, L. Schreuder, C.
Meiresonne, M. Kleinloog, S. Kra-
er.
V.V. Heusden.
Dinsdag a.s. vergadert de v.v.
Heusden in café Verheij.
De agenda vermeld o.m. jaar
verslagen secr. en penningm., Ver
kiezing bestuursleden, Aantal te
spelen elftallen enz.
Geslaagd.
Dezer dagen slaagde aan de
Universiteit van Leuven de Wel-
eerw. Pater P. Vermeer O. Gist.
alhier voor het doctoraal examen
kerkelijk recht.
Brandweer.
Dinsdagavond werd door de
Edelachtb. heer Burgemeester in
het café van de heer Heijkant aan
21 leden van de Vrijwillige brand
weer-brigade een volledig uniform
uitgereikt. In een kleine toespraak
kwam zijn wens naar voren dat
de leden de korpseer hoog zouden
houden.
Terug uit Indië.
Woensdag arriveerden de oor
logsvrijwilligers de heren H. El-
zerman en A. Waas, die beiden
ruim drie jaren het vaderland in
de Oost gediend hebben. De resp,
buurten hadden een aardige ver
siering voor de ouderlijke woning
aangebracht, terwijl in de straten
vanuit elke woning de nationale
driekleur wapperde.
ACHTER
HET IJZEREN GORDIJN.
Ruim 1500 priesters gedood,
verbannen of verdwenen.
Achter het IJzeren Gordijn le
ven zestig millioen katholieken,
die aan de zorgen zijn toever
trouwd van ruim 22.000 priesters.
Sinds het einde van de oorlog zijn
in deze landen minstens 1500
priesters gedood, in de gevange
nis geworpen of eenvoudig „ver
dwenen". Dit cijfer berust op ge-,
gevens, die de Vaticaanse admi
nistratie uit de Oosteuropese lan
den ontving. Maar de gegevens
worden schaarser en komen moei
lijker binnen, nu de Kerkvervol
ging op last van Moskou en
de Kominform verscherpt is.
De zestig millioen katholieken in
de landen achter het IJzeren Gor
dijn zijn blootgesteld aan de gro
te aanval op de vrijheid. Hun
priesters vangen de eerste en ge
vaarlijkste stoot op: zij verdwij
nen en laten na enige tijd een le
ge plek achter in de boeken van
het Vaticaan.
HAARLEMSE TRAM RAMT
AUTOBUS IN ZANDVOORT.
14 gewonden; zes slachtoffers in
ernstige toestand.
Vrijdagmiddag om kwart over
vijf heeft te Zandvoort een naar
Haarlem rijdende tram van de
Noord-Zuid Hollandse Tramweg
Maatschappij een bus met 25 Rot
terdammers geramd. Van de pas
sagiers* een gezelschap vacantie-
gangers, werden 14 mensen ge
wond, van wie er drie zware, drie
zeer ernstige en acht lichte ver
wondingen hebben opgelopen.
Vier ziekenauto's uit Haarlem
en Zandvoort hebben de zes pas
sagiers, die er het ernstigste aan
toe waren, naar genoemde plaat
sen gebracht. De oorzaak van het
ongeluk is te wijten aan de chauf
feur van de autobus, die niet goed
op de hoogte was van de plaatse
lijke situatie en geen aandacht
heeft besteed aan het zogenaamde
slingersein, dat is opgesteld bij de
overgang aan de Bentveldseweg.
MILITAIR HULPPLAN V.S.
MAANDAG BIJ CONGRES.
Truman vraagt 1130 millioen
voor West-Europa.
Na een bijeenkomst van het
Amerikaanse kabinet op het Wit
te Huis is officieel meegedeeld,
dat president Truman Maandag 't
regeringsprogram voor militaire
hulp aan het buitenland aan het
Congres zal voorleggen. Onder
dit plan, dat de „ruggegraat" van
het Atlantisch Verdrag moet
worden, zal voor een bedrag van
1 milliard 130 millioen dollar
Amerikaanse militaire hulp wor
den verstrekt aan de leden van
het Atlantisch Pact. Voor militai
re hulp aan Griekenland en Tur
kije, en waarschijnlijk ook voor
Zuid-Korea en Iran (Perzië) zal
in totaal een bedrag van 320 mil
lioen dollar worden gevraagd.