l
Wijde Wereld J
Waalwijkse en Langstraatse Courant
0IP IP IE II
BIJ DE DESTRUCTOR
Kloosters
en Kastelen
UIT DE
in Noord-Brabant.
De Russische atoombom.
SMOKKELPANTSER-
WAGEN STOND TE
BRANDEN.
GAAT WEINIG VERLOREN
DONDERDAG 29 SEPT. 1949
Uitgever
YVaalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Redacteur-Verslaggever
W. v. d. MEE Jr.
DE ECHO \M HET ZUIDEN
72e JAARGANG No. 79
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
President Truman heeft de hele wereldpers van
streek gebracht met zijn verklaring over de
atoombom-explosie in Rusland. Van de verhalen die
de afgelopen dagen in diverse kranten hebben ge
staan, is het één dan ook al sensationeler dan het
andere. Maar wat zal er op den duur allemaal
waar van blijken?
JV
Op de verklaringen van het
officiële persbureau Van de
Sovjet-Unie, Tass, hoeft men
ook niet af te gaan. Dat Rus
land al sinds 1947 een atoom
bom zou hebben kan men rus
tig aannemen als men wil, het
zijn daar tenslotte ook geen
kinderen. Maar op de raad om
zich niet ongerust te maken
hoeft men niet zo gerust te
zijn. Lees het communiqué
waartoe Tass gemachtigd is:
„Zoals bekend, worden in
de Sovjet-Unie op grote schaal
constructie-werkzaamheden
uitgevoerd. Er worden hydro-
eleetrische stations, mijnen,
kanalen en wegen gemaakt,
waarbij het veelvuldig voor
komt dat men iets moet laten
springen. Dit geschiedt met de
laatste technische middelen.
Het is mogelijk dat dit de aan
dacht getrokken heeft buiten
de grenzen van de Sovjet-
Unie". Kijk, het ligt er naar
onze smaak te dik boven op
dat hier een smoesje wordt
gemaakt. Het is een feit dat
het gebruik van die techni
sche middelen de aandacht
heeft getrokken buiten de
Sovjet-Unie, maar de wereld
gelooft toch niet dat ze voor
dergelijke vredelievende doel
einden worden gebezigd. En
aangezien de wereld niet weet
waar ze precies aan toe is,
beginnen de wildste verhalen
de ronde te doen: er zou al
weer een tweede explosie
hebben plaatsgevonden, er
zou een Russische atoomstad
zijn geëxplodeerd en nu men
weet dat er een atoombom
ontploft is, zou West-Europa
ineens aan de genade van de
Sovjet-Unie zijn overgeleverd.
In deze geest lieten zich voor
aanstaande Amerikaanse ge
leerden uit. Maar dan hangen
wij van die genade (of onge
nade) toch niet sinds vandaag
of gisteren af!
IN DE ASSEMBLEé.
L
De redevoeringen van di
verse delegaties in de algem.
UNO-vergadering gaan door.
Rusland itéeft er in deze are
na een tegenstander bij ge
kregen: De Zuid-Slavische
minister van Buitenlandse
Zaken heeft Moskou er van
beschuldigd meer dan 200 in
cidenten aan de grens van
Joego-Slavië te hebben uitge
lokt. Natuurlijk moest hij ook
van leer trekken tegen 't pro
ces Rajk. De minister zei ver
baasd te staan over de moraal
van hen, die dergelijke grim
mige en wrede kluchten op
voeren. Daar is toch niet zo
veel reden toe, want maar
schalk Tito is gevormd in de
school van de Kominform en
we herinneren ons nog zo iets
als de „klucht" (om hetzelfde
woord maar eens te gebrui
ken) tegen mgr. Stepinac.
Dat is toch nog niet zo heel
lang geleden!
Be vin heeft het Visjinski
zelf eens verteld hoe die
mooie volksdemocratieën in
in Oost-Europa zijn ontstaan:
hoe de heer Visjinski naar
Boekarest ging, daar de rege
ring ten val bracht en de
nieuwe orde installeerde, ter
wijl Bulgarije, Hongarije en
Tsjecho-Slowakije volgens een
zelfde recept werden over
weldigd. En Polen is sinds de
oorlog nooit vrij geweest.
Bevin verzekerde dat de Sov
jet-Unie zich misleidt, als zij
meent de Westerse mogend
heden met dergelijke praktij
ken van haar goede trouw te
overtuigen. De heren in Mos
kou weten wel beter.
De Griekse minister Tsal-
daris verklaarde dat Grieken
land zich zal verdedigen bij
een aanval, maar dat het niet
zal aanvallen.
Clementis van Tsjecho-Slo
wakije kwam op voor het
recht van de zijnen om
priesters te vervolgen. Na
tuurlijk kwamen er de termen
„hoogverraad" en „andere
misdaden tegen de staat"
weer aan te pas. Zo iets kan
men tegenwoordig doen voor
een vergadering van verte
genwoordigers uit de hele
wereld.
j q fli, i 1
INDONESIë EN DE R.T.C..
Het is altijd wat. Nu heeft
de secretaris-generaal van de
Partai Nasional Indonesia de
houding van Hatta op de
R.T.C. weer veroordeeld. Hij
zag in de te Namen bereikte
overeenkomst een bewijs voor
het zwakke standpunt van de
republikeinse delegatie. Het
schijnt voor die delegatie dan
maar zaak te zijn om te zor
gen zo weinig mogelijk over
eenstemming te bereiken. De
republikeinse minister van
Buitenlandse Zaken betitelt
de R.T.C. zelfs als 'n „strijd".
En de secretaris-generaal van
de „Masjumi" deelde mee dat
de Masjumi de te Namen be
reikte overeenkomst betref
fende het uniestatuut niet kan
goedkeuren, omdat dit niets
anders inhoudt dan een an
dere vorm van kolonisatie.
Niets meer en niets minder.
Overigens schijnt men zich
bij de republikeinen in Den
Haag niet overmatig druk te
maken over de critiek uit
Djokja. Men wijt het gedeel
telijk aan het feit dat men
daar niet over voldoende in
lichtingen zou beschikken.
Misschien vertrekt vandaag of
morgen wel één of meer van
de heren naar Indonesië om
de diverse partijen volledig
op de hoogte te stellen. Presi
dent Sukarno had een prach
tige term voor de informele
overeenkomst te Namen; hij
noemde die een „samentreffen
des geestes".
Dan is er nog de kwestie
van het aflossen van de troe
pen. In republikeinse kringen
is men natuurlijk ontstemd
over het voornemen van de
Nederlandse regering om vol
gend jaar nog aflossingstroe
pen naar Indonesië te zenden.
Men acht het daar niet in
overeenstemming met 't doel
van de R.T.C., die de souve-
reiniteitsovérdracht voor eind
1949 beoogt. Sommigen me
nen nu dat de afgevaardigden
in Den Haag er in zouden
hebben toegestemd dat de Ne
derlandse troepen in Indone
sië blijven voor de verdedi
ging (in dat geval zullen ze
wel weer ruzie krijgen met
Djokja) en anderen menen
dat de Nederlanders hun troe
pen niet willen terugtrekken
dan twee jaar na de vorming
van de R.I.S. Ondertussen
moet de militaire kwestie op
de R.T.C. nog aan de orde ko
men.
INDUSTRIALISATIE.
Aan de Memorie van Toe
lichting op de begroting van
Economische Zaken heeft Mi
nister Van den Brink een no
ta toegevoegd, betreffende de
industrialisatie. Een verbete
ring van het betalingsverkeer
met het buitenland en vol
doende werkgelegenheid voor
de steeds toenemende bevol
king, kan volgens de minister
alleen verkregen worden door
een krachtige, verdere ont
wikkeling van de Nederland
se industrie. Er is berekend
dat er in de loop van 1952
1953 ongeveer 215000 nieuwe
arbeidsplaatsen beschikbaar
moeten komen en dat de net
to-waarde van de industriële
jaarlijkse productie moet wor
den opgevoerd met omstreeks
1,5 milliard. Verder zal de in
dustrialisatie in sterke mate
worden gericht op de voort
brenging van hooggekwalifi
ceerde producten. In verband
hiermee heeft Nederland een
achterstand in de scholing van
arbeiders in te halen, terwijl
ook het wetenschappelijk on
derzoek moet worden uitge
breid.
De minister heeft aan zijn
nota een industrialisatie-sche
ma toegevoegd voor het tijd
vak van 1 Januari 1948 tot 1
Juli 1952, waarin voor de di
verse industrieën globaal is
aangegeven hoe het plan zou
kunnen worden verwezen
lijkt.
EEN OUDE EN EEN JONGE
GEMEENTERAAD
IN ZALTBOMMEL.
Binnenkort zal de burge
meester van Zaltbommel niet
alleen de zittingen van de
normale, maar ook van de
nieuwe jeugdgemeenteraad al
daar presideren. Naar het
voorbeeld van de jeugdparle-
menten in het buitenland is
in Zaltbommel op initiatief
van een tweetal leden der
P. v. d. A. en V.V.D. deze
nieuwe gemeenteraad opge
richt, waarin zitting hebben
genomen 5 leden uit de jeugd-
groeperingen der P. v. d. A.,
2 uit die van de K.V.P., 2 uit
die van de V.V.D., 1 uit die
van de anti-revolutionnairen
en 1 uit die van de C.H.U.
Deze staatkundige groepe
ring is dezelfde als die van
de officiële gemeenteraad. De
11 leden, onder wie twee wet
houders, zijn allen tussen de
leeftijd van 16 en 25 jaar en
zullen als regel 2 a 3 weken
na de vergadering van de of
ficiële raad bijeenkomen, de
eerste maal op 7 October a.s.
Dat het te Zaltbommel me
nens is met deze jeugdge
meenteraad moge blijken uit
het feit, dat aan deze raad
wordt toegestaan de reeds
door de gemeenteraad behan
delde agenda te bespreken,
waartoe elk der jeugdleden
de stukken van een officiëel
gemeenteraadslid ter beschik
king zal krijgen. Dit natuur
lijk slechts voor zover 't geen
stagnatie voor door de ge
meenteraad genomen beslui
ten inhoudt en toelaatbaar is
op grond van door de wet aan
de gemeenteraad verleende
bevoegdheden. Bovendien zal
ieder jaar de officiële ge
meenteraad in overweging
nemen de door de jeugdige
collega's aangevraagde sub
sidie op de gemeentebegro
ting te zetten.
De bedoeling is, dat deze
jeugdraad voorstellen indient
bij de gemeenteraad, opdat
deze eventueel kan profiteren
van de „frissere" ideeën der
jongeren. Een ander doel is
het aanbrengen en bevorderen
van belangstelling voor de
sociale en staatkundige pro
blemen van deze tijd en het
opvoeden tot goede gemeen
schapsmensen en staatsbur
gers.
TWEE
PATERS-ONTDEKKERS
ONDERSCHEIDEN.
De paters-missionarissen C.
Meuwese uit Tilburg en J.
Verschueren uit Bavel bij
Breda, die werkzaam zijn op
Nieuw-Guinea en op de kro
ningsdag van H.M. Koningin
Juliana in hun missiegebied
een nieuwe rivier en een nog
onbekende volksstam ontdek
ten, zijn thans benoemd tot
ridder in de Orde van Oranje
Nassau.
OUDERDOMSVERZEKERING
VERPLICHT VOOR ALLEN.
Op het departement van
Sociale Zaken is, naar minis
ter Joekes mededeelt, een
wetsontwerp in vporbereiding
dat ten doel heeft een ver
plichte onderdomsverzekering
voor zoveel mogelijk de ge
hele bevolking in het leven
te roepen.
Verder wordt een wetsont
werp voorbereid om de uit
voering van de verzekerings
wetten, welke daarvoor in
aanmerking komen, geleide
lijk in handen te leggen van
zgn. verplichte vakbedrijfs
verenigingen in de geest van
de uitvoeringsorganen der
werkloosheidsverzekering.
Achtergelaten met liefst
35 kalveren.
Donderdagmorgen vroeg be
merkten omwonenden, dat
op het rijwielpad Bergeijk-
Riethoven een vrachtauto in
brand stond. Er was niemand
bij de auto te zien. De brand
werd geblust en men riep de
rijkspolitie te hulp. De lading
bleek te bestaan uit 35 kal
veren, die vermoedelijk be
stemd waren voor frauduleu
ze uitvoer naar België.
De vrachtauto was gepant
serd en droeg verstelbare
nummerborden. De rijkspoli
tie stelt in samenwerking met
de douane een onderzoek in
naar de herkomst van de
smokkelauto.
De auto heeft vermoedelijk
wegens banden- of motorpec'n
moeten stoppen. Het wordt
waarschijnlijk geacht, dat de
inzittenden de auto in brand
hebben gestoken en daarna
de vlucht hebben genomen.
Lading en wagen zijn in
beslag genomen.
Voor ik het U vergeet te
vertellen 't elastiek is reeds
per zeepost gearriveerd.
Welk een geluk
Hebt U, lezer(es), wel eens
zonder elastiek gezeten! Da's
een bezoeking, dat beloof ik
U.
Eigenlijk moest ik meer
tijd (en soms ook meer zin)
hebben om voor De Echo te
schrijven. Van verschillende
dames en heren kreeg ik op
m'n duvel.
„Je moet aan je „klaanten"
denken", schreef men mij.
Ach, de gehele dag denk ik
aan U, beminde „klaanten"
en ik beloof U dat ik eerlijk
zal proberen meer brieven
naar De Echo te sturen. Maar
of dat lukken zal is een vraag
die niet alleen van mij af
hangt.
Naar Semarang.
De droge moeson heeft vele
voordelen, zeker voor infan
teristen. Maar ook nadelen.
Eén ervan heetstof.
'k Ben met een convooi
naar Magelang gegaan. Blijk
baar heeft de republiek wei
nig verstand gehad van weg
onderhoud. De Magelangse
weg lijkt een woestijn met
hier en daar een microsco
pisch stukje asphalt.
Voor je zie je een stofwolk,
achter een zandstorm en om
je eigen jeep hangt eveneens
een gordijn.
Is het wonder dat bij aan
komst in Magelang je schrikt
van je eigen spiegelbeeld.
Er zat een sergeant in een
15 cwt. zonder voorruit.
Vuil was-ie, zwart om van
te schrikken.
„Ik voel me een verstopte
stofzuiger", beweerde hij en
sloeg een paar keer langs zijn
uniform. Gevolgeen stof
wolk midden in Magelang.
Dan verder naar Semarang.
De weg is nu een beetje
beter. Hier en daar zitten er
wel gaten in, van vroegere
versperringen en alle brug
gen zijn er uit geknald, nu
door het onvolprezen Bailey-
materiaal vervangen, maar
we kunnen beter opschieten.
In een 40 mijls vaartje rijden
we over de brug, die vorig
jaar S-Q lijn was en waar ik
nog met een witte vlag heb
staan zwaaien voor een ont
moeting met de T.N.I.
Links schiet de koffiepot
voorbij. De 7 maanden, die ik
daar doorbracht, komen in
herinnering.
't Was toch een goeie tijd,
we hebben er veel plezier ge
had.
„Toean Simon".
Een hoge stem doet me uit
mijn gepeins opschrikken. Ik
kijk om en zie een vrouw he
vig staan te wuiven.
„Toean Simon" snerpt ze
nog eens. Ik zwaai terug en
ik geloof dat ze toen tegen me
lachte, maar dat kan verbeel
ding zijn geweest. De vrouw
werkte destijds bij ons als
*baboe en was blijkbaar zeer
verheugd me weer te zien.
We jakkeren voort.
„We moeten opschieten",
zegt de chauffeur, „dan zijn
we voor twaalven in Sema
rang en kunnen we nog mee-
eten".
AmbaTawa scheuren we
door en dan zitten we op de
prachtige weg naar Sema
rang.
Een drie kwartier later rij
den we over de Gombel Se
marang binnen en kronkelen
we door Nieuw-Tjandi, de
Europese wijk.
In de benedenstand slaat
de warme lucht met diverse
Indonesische geurtjes de ca
bine binnen.
Over de Bodjong naar het
Christelijk Militair Tehuis 0m
nachtlogies (met ontbijt) te
bespreken. Dan eten in de
Tijgerclub.
's Middags welfare-rantsoe
nen uitreiken aan de zieke en
gewonde jongens. In het
Bodjong-hospitaal bots ik te
gen Piet van der Lee (Sta
tionsstraat) op. Hij is instru
mentmaker bij de Luchtstrijd
krachten en zal over een paar
maandjes weer door Waal
wij ks dreven wandelen.
Hij was juist bij de tand
arts, hetgeen niet zo leuk is.
Even later stapt er Jef Ma-
hieu (eveneens Stations
straat) uit een jeep. Weer een
hartelijke begroeting. Jef is
artillerie-officier en ligt mo
menteel in Oengaran. Hij was
pas terug uit Klaten bij Solo,
waar zijn onderdeel steeds in
actie is geweest.
Nog een handje geven en
dan snorren we naar het vol
gend hospitaal. Wat gezellig
kletsen met je kennissen, die
er liggen.
Zuster Emerentiana uit
Veghel nog gaan begroeten.
Die zuster is al 12 jaar hier
en die wordt nooit gedemobi
liseerd. Dat zegt ze zelf. In
het Militair Tehuis zit Pietje
Donders' uit Kaatsheuvel. Hij
is bij^ de Divisie Sportafde-
ling.
In Semarang kom je steeds
weer kennissen tegen je
hebt er een stel in Indonesië
en steeds ontmoet je er weer,
hetgeen eigenlijk niet goed
voor beider portemonnaie is.
's Avonds gaan we de stad
in.
Wat prettig dat je zo maar
zonder wapen kunt wande
len. Dat is er voor ons nooit
bij geweest. In Ambarawa,
Djocja en Poerworedjo ging
je met 3 man plus een wapen.
Een portie bami oppeuzelen
bij Toko Oen en dan naar de
bioscoop.
Na afloop even naar Tsing
Han Tau en een potje bier
drinken in het Katholiek Mi
litair Tehuis.
Tenslotte kom je maar een'
hoogst enkele keer in Sema
rang. Gelukkig overigens,
want met je vijf en vijftig
gulden moet je de hele lange
maand doen.
De volgende morgen bood
schappen doen en dan is het
weer tijd om te vertrekken.
Langzaam kruipt de 3-ton-
ner de Gombel weer op.
„Scheuren", zegt de driver
en we scheuren.
Een paar kilometer voor
Magelang rijden we een pa
trouille T.N.I. achterop. Goed
bewapend en voorzien van
Rood-witte vlaggetjes. Zij
zwaaien en wij zwaaien te
rug. Zo hoort dat tegenwoor-
die.
In Magelang sluiten we weer
aan bij het convooi en dan
gaat het al stof etende naar
Poerworedjo.
Je voelt je pas weer senang
als het frisse water in de
mandi-kamer over je body
plenst en je daarna een flinke
strot nassi-goreng erin ge-
tremd hebt, hetgeen zoveel
wil zeggen als dat je lekker
gegeten hebt.
SIMON
Poerworedjo, 12 Sept. 1949.
WIE HEEFT NOG
PENSIOENAANSPRAKEN
tegoed van het Bedrijfs
pensioenfonds voor de
Landbouw?
Er zijn verschillende arbei
ders in de land- en tuinbouw
die wel recht hebben op een
pensioen vanwege 't Bedrijfs
pensioenfonds voor de Land
bouw, maar die van het ver
krijgen er van nog geen werk
hebben gemaakt.
Vermoedelijk moet dit toe
geschreven worden aan 't feit
dat ze niet van het bestaan
van hun aanspraken op de
hoogte zijn; want het is niet
erg waarschijnlijk dat zij er
niet voor zouden voelen, geld,
waar zij recht op hebben, te
incasseren.
In het algemeen zullen
deze arbeiders niet op 't plat
teland moeten worden ge
zocht, waar iedereen iedereen
kent. Immers daar worden zij,
dank zij de persoonlijke be
kendheid van de leden der
sociale verzekeringscommissie
met hun streekgenoten, spoe
dig opgespoord.
In de omgeving van de gro
te steden gaat het echter an
ders toe. Er zijn daar arbei
ders in de land- en tuinbouw
werkzaam, die bijvoorbeeld in
het randgebied van de stad
hun werk hebben, maar in de
stad zelf wonen. Deze men
sen weten misschien weinig
van het Bedrijfspensioenfonds
voor de Landbouw af.
We verhalen daarom in deze
oproep nog even wie rechten
op een pensioen kunnen doen
gelden:
a. de arbeiders in land- en
tuinbouw, die na 1 Mei
1947 65 jaar of invalide
zijn geworden;
b. de weduwen en wezen
van arbeiders in land- en
tuinbouw, die na 1 Mei
1947 zijn overleden.
Er moet nog aan enkele
voorwaarden zijn voldaan om
in het bezit van het pensioen
te komen, maar dat neemt te
veel ruimte om hier uiteen te
zetten. Ieder, die meent tot
één der genoemde groepen te
behoren, kan het beste even
schrijven naar het hoofdkan
toor van 't Bedrijfspensioen
fonds voor de Landbouw, Zee
kant 35, Scheveningen.
Hij wordt dan volledig in
gelicht.
Son redde 5.500.000 kg.
vetten.
De heer S. L. Mansholt,
minister van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening
heeft de nieuwe fabrieksin-
stallatie van de U.V. Destruc
tor te Son in gebruik gesteld.
In verband daarmee heeft 't
Brab. Nbld. een onderhoud
gehad met de heer A. A. W.
Holland, directeur van dit be
drijf, aangezien het werk dat
de destructor doet, aan grote
groepen der bevolking niet of
nauwelijks bekend is.
De naam „Destructor" is
eigenlijk onjuist. Er wordt in
de destructoren van ons land,
(de grootste drie liggen in
Bergum, Son en Overschie en
verwerken 90% van de aan
voer) vrijwel niets vernietigd:
integendeel, het aangevoerde
materiaal wordt tot voor dier
lijke consumptie onschadelij
ke, nuttige en waardevolle
producten omgezet. Het enige
wat in een destructor vernie
tigd wordt zijn de ziektekie
men der cadavers en der
noodslachtingen.
Het voornaamste product
van de destructor is diermeel,
met een eiwitgehalte van 65
procent dat gebruikt wordt in
mengvoeders voor groot en
klein vee.
Bovendien heeft de destruc
tor te Son in de 15 jaar van
zijn bestaan 5.500.000 kg. vet
ten geproduceerd, die naar de
kaarsen- en zeepfabrieken
gaan.
Sinds kort worden ook vis-
af vallen verwerkt: Brabant
en Limburg (het district van
de Sonse destructor) levert
thans maandelijks 200.000 kg.
vismeel en traan. (Deze laat
ste wordt geëxporteerd naar
Tsjecho-Slowakije).
Dat het belang van de des-
structor steeds meèr wordt in
gezien, blijkt wel uit het feit
dat, vergeleken met 1939, in
1948 onze veestapel 24% min
der bedroeg, doch dat er 25%
meer cadavers zyn binnenge
bracht.
De vergrote bedrijvigheid
blijkt wel uit deze cijfers: in
1934 (eerst in Juni werd de
destructor in Son geopend)
3.256 cadavers, in 1939 28.422
en in 1948 35.417. De vlees-
afvallen beliepen in 1939:
2.513.907 kg. en in 1948
3.639.804 kg.
In de 15 jaar van zijn be
staan heeft de destructor
530.000 cadavers te verwer
ken gekregen.
Toch legt de heer Holland
niet het accent op de economi
sche zijde van zijn bedrijf, hoe
belangrijk deze ook, gezien
onze precaire veevoedervoor
ziening, is. De nadruk legt hij
op de volksgezondheid en de
veeziektebestrijding. Het be
hoeft geen uitleg om de grote
besmettingsgevaren in te kun
nen zien van een „zomaar er
gens in de grond gestopt" ca
daver.
Het transport brengt voor
de boer waar het cadaver ge
haald moet worden, geen kos
ten mee en de huid .levert
hem nog geld op. Met een
staf van 60 mensen en een
park van 14 wagens werkt de
destructor van de N.C.B. voor
de provincies Noord-Brabant
en Limburg voor volksge
zondheid en economie.
Een weinig gunstige
economische toestand
De oorspronkelijke bevol
king van het gehele huidige
Noord-Brabant was agrarisch,
doch deze gemeenschap wordt
langzamerhand, in - der eeu
wen loop, door een geleide
lijk toenemende handels- en
industriële inslag doorflitst.
Het Christendom, dat wordt
ingevoerd, brengt in deze
streken beschaving en schenkt
het aanzijn ajan vele kloosters,
naast de wereldlijke burchten
van de vele heren, die over
hun omgeving gezag uitoefe
nen.
Vooral de Norbertijner
kloosterlingen waren goede
ontginners van de bodem, die
in eindeloze arealen nog braak
lag. Voor de arbeid op het
land hadden ze vaak de groot
ste achting, daar deze werd
beschouwd te zijn als veror
dend door God. „Met fijn so
ciaal gevoel daalden (ze) tot
het landvolk af, om met hen
de zware arbeid te delen en
vooral tot geestelijke zelf op
bouw aan te wenden. Langs
de rivieren was het hoofdza
kelijk polderwerk. Er moes
ten dijken worden aangelegd
en onderhouden. Door gedul
dige arbeid werden de lande
rijen mettertijd geschikt ge
maakt voor veldgewas en
veeteelt. Op de zand- en hei
degronden was de taak niet
minder zwaar. Een uitge
strekt terrein wachtte er op
ontginning. Hier had men
vooral tegen de zandverstui
ving te kampen".
Later schonken de gelovi
gen aan de kloosters talrijke
goederen, terwijl hun invloed
door het opgedragen patro
naat zeer vermeerderde. Dit
begevingsrecht hield in, een
geestelijke ter benoeming tot
pastoor voor te mogen stellen
of te benoemen.
Dit recht had de Abdij
van Tongerloo, te Waalwijk
(1233), Loon op Zand (1233),
Drunen (1233). Uit de paro
chie van Drunen ontstond de
parochie van Nieuwkuijk.
Naast de invloedrijke Abdij
van Tongerloo, moet die van
Berne genoemd worden, die in
1134 te Herpt ontstond. Vol
gens Dr. v. Velthoven ontving
deze Abdij in 1285 het patro
naat over Engelen, Vlijmen,
Hedikhuizen, Oudheusden en
zovoort en stichtte ze in 1363
te Bokhoven, vóór 1316 te
Elshout en vóór 1583 te Haar
steeg kapellen.
Daverde oorlogsgeweld over
het Brabante platteland, dan
zochten de kloosterbroeders
bescherming in refugiehuizen
te 's-Bosch.
De economische toestand
in later eeuw.
Het landvolk in Spaans-
Brabant had vóór 1648 een be
trekkelijke rust genoten,
maar nu de oorlog beëindigd
was, stichtte het rondzwer
vend vreemde soldatenvolk
veel kwaad.
De toenemende handel en
industrie streefden er thans
vooral na, goede verbindin
gen te krijgen, zowel te land
als te water, met het Zuiden.
Via Breda en Den Bosch
had een drukke transito-han
del plaats. De uitvoerproduc-
ten zijn nog steeds overwe
gend agrarisch en men vindt
vermeld: granen, melk, boter,
eieren en spek.
Antwerpen ontving van het
Brabantse platteland in 1655
niet minder dan 3000 pond
boter per maand, terwijl op
de lijst der industriële uit-
voerproducten staan: schoe
nen, Tilburgs laken, klompen,
houtwerk, kramerijen, hop,
schapenvellen enz.
Voor deze vrij levendige
handel waren kantoren ge
sticht te Waalwijk, 's-Bosch,
Tilburg, Eindhoven enz.
Wel onderhield Brabant ook
handelsbetrekkingen met het
Noorden van ons land, doch
dit contact was veel minder
levendig. Als oorzaak daar
voor noemen de bewoners der
Meierij het feit „dat één koe
boven de Meidijk evenveel
melk opbrengt als „zes koy-
kens" in de Meierij en de
producten op zichzelf be
schouwd, zijn niet half zo
goed als in de Zeven Provin
ciën.
Wel was nu de vredes-perio-
de ingeluid, maar alle krach
ten werden niet samengebun
deld tot hernieuwde cultive
ring van de voedingsbodem,
al moedigde de regering ook
het ontginnen aan. Ze bepaal
de, dat wie zich op cultive
ring toelegde, in geen tien
jaar belasting behoefde te be
talen.
In de Meierij bleef evenwel
het grootste gedeelte nog
braak liggen. De belasting
druk was zwaar, de economi
sche toestand verre van gun
stig en meerdere factoren
werkten samen dat verschil
lende personen emigreerden
tot naar Zuid-Afrika toe.
En toch ondanks alle
drukkende omstandigheden,
heeft de provincie Noord-
Brabant het streven naar
nieuwe welvaart nimmer prijs
gegeven!