DE LENGSTBMÏ Waalwijkse en Langstraatse Courant De Economische Toestand der gemeente Vlijmen ELSHOUT CAPELLE RAAMSD9NK GEERTRUIDENBERG Geertruidenberg bouwt en werkt. Rapport van het Economisch Technologisch Instituut 2 In 1950 bouw nieuwe Amer-Centrale ATTENTIE. Ons blad verschijnt voortaan op VRIJDAG. 8rabant's Hoofdstad vooruit. DINSDAG 27 DEC. 1949 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN OPGERICHT 1878. Bureaux: GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. In ons vorige artikel hebben wij aan de hand van het Rapport van het Economisch-Technologisch Instituut te Tilburg nagegaan onder welke sociaal-economische omstandigheden de bevolking der gemeente Vlijmen leeft. In het tweede deel van het rapport wordt nu uiteengezet welke factoren deze toestand hebben be werkt. Tenslotte wordt dan het probleem der werk gelegenheid besproken in verband met de waarschijn lijke ontwikkeling van de beroeps verhoudingen in de ze gemeente. DE BEWERKERS VAN DE GESCHETSTE TOESTAND. De factoren die in deze van belang zijn, zijn natuurlijk op de eerste plaats de bestaansbronnen in Vlijmen zelf (industrie, land bouw, handel en verkeer en an dere beroepen). Daarnaast echter ook de bestaansbronnen in andere gemeenten waarvan de Vlijmense bevolking moet leven. Het doel dat het rapport zich gesteld heeft is een analyse te geven van de bestaande toestand en van daar uit te komen tot suggesties waar door de welvaart der gemeente verhoogd kan worden. Industriële bedrijvigheid. Al in 1859 bestonden in Vlij men diverse vormen van industri ële bedrijvigheid, echter meestal met een ambachtelijk karakter. De lederindustrie nam de voornaam ste plaats in, n.l. 60 van hei totaal. Er waren toen een zestal inandemakerijen. In 1909 is dat beeld vrij sterk gewijzigd: Toen werkten er al 229 personen in ongeveer 24 man- demakerijen, terwijl de schoen en lederbranche 2l vestigingen telde met in totaal 48 arbeids krachten. Bij een telling in 1930 bleken er in Vlijmen 140 beroepsperso nen meer te zijn dan in Vlijmense bedrijven waren tewerk gesteld, wat wil zeggen dat 15 van de beroepsbevolking buiten de woon- gemeente werkgelegenheid vond. Dit betekent' niet dat VJiimen geen voldoende werk zou hebben voor zijn inwoners, want in de houtbewerkingsindustrie voorna- melijk mandenindustrie) bleek de vraag groter dan het plaatselijk aanbod. Van de 588 personen, werkzaam in 25 bedrijven, kwam 28 van buiten. In de overige bedrijfstakken echter kon de gemeente maar aan 5060 van haar beroepsbevol king werkgelegenheid verschaffen. Verder valt een buitengewone eenzijdigheid -in de industrieën op: niet minder dan 75 van de bij de industrie betrokken personen was werkzaam in de manden industrie. Het aantal mandenma kers steeg van 1909 tot 1930 met bijna 85 terwijl in deze perio de ook de schoen- en lederindus trie in belangrijkheid toenam: het aantal arbeiders verdrievoudigde, maar van de 157 waren er slechts 45 uit Vlijmen zelf. De eenzijdigheid in de industri ële structuur hield uiteraard grote gevaren in, constateert het rap port. Ongeveer de helft van de beroepsbevolking hing af van de gang van zaken in de manden industrie. Hoe stond het nu per 1 Januari 1949? Uit een vergelijking met de situatie in 1930 blijkt dat het aan tal vestigingen in de nijverheid in die 19 jaar is afgenomen en dat het aantal beroepspersonen daar in werkzaam terugliep van 937 tot 700. Vooral de houtbewer-, kingsindustrie onderging een ster ke verschuiving. Waren er in de mandenindustrie in 1930 nog 660 personen werkzaam, in de loop der jaren stootte ze ongeveer 73 af, zodat in Januari 1949 nog maar 177 mandenmakers hun vak uitoefenden. In de ledernijverheid, de bouw nijverheid en de voedingsmidde lenbranche nam de werkgelegen heid toe, en in de laatste steeg de personeelsbezetting van 110 tot 234. De mandenindustrie. Zeer uitvoerige aandacht be steedt het rapport aan het wel en wee in de mandenindustrie, tot voor kort nog de voornaamste vorm van industriële bedrijvig heid in de gemeente Vlijmen. Het ziet zijn stelling dat de eenzijdig heid grote gevaren zou inhouden in de praktijk bevestigd. Het rapport gaat dan eerst de ontwikkeling na. De streek rond Vlijmen, de Bommelerwaard, het Land van Maas en Waal is een der drie streken door de aanwe zigheid van uitgestrekte griend- landen geschikt voor de manden industrie. De belangrijkste centra waren Vlijmen, Haarsteeg, Am- merzoden, Kerkdriel. Deze streek produceerde het grootste aantal manden, voornamelijk voor de ex port. Het rapport beperkt zich verder in hoofdzaak tot Vlijmen. De mandenindustrie in deze ge- meente heeft altijd als v'oornaam- j ste afnemer Engeland gehad, van welk land dan ook het wel en wee in deze industrie grotendeels' af hing. De gang van zaken sinds 1930 was dan ook wegens de strubbelingen in de buitenlandse afzet verre van rooskleurig. 1930 zelf was nog niet ongunstig, maar al in 1931 leed de mandenindus trie veel onder de abnormale eco nomische verhoudingen, vooral tengevolge van de val van het Pond Sterling, en onder de moor dende concurrentie van de fabri kanten onderling. Een poging om ^een onderlinge overeenkomst af te sluiten tot het vaststellen van mi nimumprijzen mislukte. Verschil lende bedrijven moesten worden stilgelegd en er heerste een aan zienlijke werkloosheid. In 1932 kwam er wel een overeenkomst tot stand, waardoor het iets beter ging; 1933 was weer een slecht jaar, omdat de overeenkomst niet werd doorgezet en omdat de ex port naar verschillende landen zo goed als onmogelijk werd. In 1934 kwam er weer een prijzenovereen- komst, m^ar de exportmoeilijkhe den bleven bestaan, zodat er geen wijziging in de toestand kwam. 1935 was het slechtste jaar tot dan toe. De uitvoer daalde van 1.686.472 manden in 1934 tot 650.000 in 1935. In dat jaar greep de overheid zijdelings in door middel van een monopolieregeling, met de bedoeling de prijzen voor inlands teenhout op te trekken. Toen al was men in leidende krin gen van mening dat de mand op den duur niet meer zou kunnen concurreren tegen kisten en dozen e.d. Daar in 1936 goede oogsten werden binnengehaald, steeg de export van manden met ongeveer 50 van die in 1935. In 1937 daalde ze echter weer tot het peil van 1935. Veel arbeiders werden ontslagen, die om nog enigermate in hun levensonderhoud te voor zien zich gingen vestigen als klei ne patroons, wat de situatie in de mandenindustrie nog meer ver scherpte. Ook de lonen waren veel te laag. Weer daalde de ex port met de helft in 1938, zowel door de mislukte fruitoogst in En geland, als door de concurrentie van ander verpakkingsmateriaal. 1939 bracht opleving, dank zij een goede fruitoogst, zodat de re sultaten over het algemeen bevre digend waren, maar begin 1940 konden de mandenexporteurs niet tot overeenstemming geraken over een nieuwe regeling voor de ex port naar Engeland. De ene partij wilde contingentering van de ex port, de andere een zo groot mo gelijke export. Van overheidswege wilde men een Centraal Verkoop kantoor oprichten, waardoor de exporteur wel zijn vrijheid zou verliezen maar toch zijn relaties bleef behouden. Er zou dan een fonds gevormd worden, waarin al le exporteurs een zeker percentage van hun winst moesten storten, waaruit dan aan allen uitbetaald zou worden op basis van hun ex portverleden. Tijdens de bezetting kwam een stichting tot stand, die rot doel had om de belangen van de man denindustrie in de ruimste zin te bevorderen. Niet het exportver leden, maar de productiecapaci teit werd als toewijzingsnorm ge bruikt. De bedrijvigheid was in die jaren behoorlijk, voornamelijk door de opdrachten die de bezet ter oplegde. Uit dit overzicht blijkt dat de mandenindustrie voor Vlijmen een zeer onzekere bestaansbron vormde. Bovendien is de mening dat de mand zou verdrongen worden door kist en doos bewaar heid geworden, tot grote schade van de mandenindustrie. Na de oorlog kwamen uit En geland maar kleine orders binnen. Men was er gewend geraakt aan ander verpakkingsmateriaal, zodat ook de Nederlandse exporteurs van groenten en fruit dit gingen gebruiken. Het rapport somt en kele nadelen van de mand op, waardoor dit verschijnsel ver klaard kan worden, waartegen over de mandenmaker weer zijn argumenten heeft ten voordele van de mand. Op 29 September 1947 richtten zich het Bedrijfschap van Griend en Riet en de Vak groep Verpakkingsmandenindus- trie tot de Directeur-generaal voor de Voedselvoorziening met een rapport waarin zij de noodtoe stand in de mandenindustrie uit eenzetten en overheidsmaatrege len voorstelden om tot verbete ring te komen. Het bureau Grondstoffen kwam in een nota echter tot de conclusie dat de mandenindustrie verouderd was en adviseerde niet tot maatregelen over te gaan. Op verzoek van de Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening stelde de vakgroep echter een rapport op waarin zij aantoonde dat de mand voordeliger was dan kisten en stalen draadkorven. Tot op heden heeft dit alles echter nog geen resultaat gehad, en of de regering tot bescherming zal overgaan is volgens het rapport om verschil lende redenen zeer de vraag. Een laatste mogelijkheid ziet het in 't omschakelen van de mandennij verheid op meer burgerlijk en luxe mandwerk. Maar ook hiervoor zijn de mogelijkheden beperkt, zodat omschakeling voor de gemeente Vlijmen weinig perspectief biedt. Verder concludeert het rapport dat het voor het gemeentebestuur aanbeveling verdient ernstig re kening te houden, met de waar schijnlijkheid dat de nu nog 150 170 arbeiders omvattende man denindustrie verder zal ineen schrompelen. Bovendien roept het economisch opvangen van de vrij komende arbeidskrachten uit de manden industrie een speciaal pro bleem op, omdat in verband met de leeftijd van mandenmakers om schakeling op een ander beroep niet goed meer mogelijk is. Landbouw, Veeteelt en Tuinbouw. Landbouw, veeteelt en tuin bouw waren vroeger en zijn nog een voorname bestaansbron voor de gemeente. Het rapport be schouwt er de volgende aspecten van: de oppervlakte en de bestem ming der cultuurgronden, de vee bezetting, de grootte der bedrijven en de arbeidsbezetting. De totale oppervlakte cultuur grond is tussen 1930 en 1946 steeds toegenomen, omdat in 1935 Nieuwkuijk en Haarsteeg werden geannexeerd. Onder de oorlog neemt het aantal ha. grasland met 156 ha. af, terwijl land- en tuin- bouwgrond vermeerderen, het bouwland zelfs met 386 ha. Na 1945 wordt de indeling van cul tuurgronden geleidelijk aan her steld. Het feit dat meer dan 50 van de 2603 ha. grond grasland is, wijst erop dat het zwaartepunt van de agrarische bedrijvigheid is gelegen in de veeteelt. Ook het benodigde aantal uren voor de veeteelt is het dubbele tot drie voudige van het aantal uren in land- en tuinbouw. Tijdens de oorlogsjaren liep de rundveestapel, die in 1940 2926 stuks bedroeg, terug tot 84 van dit aantal en hoewel na de bevrijding verbetering intrad was hij in 1947 nog 9 onder het vooroorlogse peil. Tegen een ver lies van 466 stuks vee in Vlijmen staat echter in Drunen en Heus- den een verlies van resp. 522 en 533 stuks. Dat de rundveehoude rij ook als bron van inkomsten van belang is, blijkt hieruit dat het gemiddeld aantal runderen in 1947 te Vlijmen 6 per rundveehouder bedroeg, in Drunen en Heusden resp. 7,9 en 9,6. Ook de varkensstapel vermin derde onder de oorlog met 43 Met 964 stuks bereikte hij in 1946 weer 91 van het vooroorlogse peil, maar in 1947 zakte hij weer af tot 33 beneden het niveau van 1940. Het aantal varkens was gemiddeld 2,6 en het aantal var kenshouders liep van 377 in 1946 terug tot 271 in 1947. Wat de pluimveeteelt betreft, in 1947 waren er in Vlijmen 8834 hoenders (waaronder 313 een den), wat met een aantal van 360 pluimveehouders een gemiddeld aantal van 24 hoenders per hou der uitmaakt. Paarden worden slechts als trekdieren gebruikt en het meren deel der bedrijven heeft maar be schikking over 1 paard: 438 op 329 houders. Uit de indeling der bedrijven naar grootte blijkt dat het klein bedrijf in Vlijmen overheerst. Van 2413 ha. in 1947 voor cultuur grond in gebruik, was ruim 74 verdeeld over bedrijven kleiner dan 10 ha. In 1947 was de teelt van gra nen veruit het belangrijkste in de Vlijmense agrarische bedrijven, n.l. 48,4 van de gehele bebouw de oppervlakte, terwijl, wat wijst op het belang van de veeteelt, 17,6 wordt beteeld met man- gel- en voederwortels en 7 met groen voedergewassen. 14,1 wordt in beslag geno men door consumptieaardappelen. Om nu vast te stellen hoe het met de arbeidbezetting gesteld is, becijfert het rapport dat de ver zorging van landbouw, veeteelt met grasland en tuinbouw in to taal 1.302.285 manuren per jaar nodig heeft. De 695 mannelijke en 86 vrouwelijke arbeidskrachten die in 1947 werkzaam waren in het agrarische bedrijf, zijn echter niet allen „volwaardig" (als norm wordt gesteld een man boven de 21). In totaal zijn het 716 vol waardige arbeidskrachten die jaarlijks 2441 manuren elk maken. Het totaal aanbod was dus in 1947 1.747.756 manuren. Hieruit volgt dat er een overschot zou zijn van 50 mannelijke arbeids krachten boven 21 jaar, zelfs als alle vrouwen en alle mannen be neden 21 jaar buiten beschouwing worden gelaten. Wel is dit aan tal uit de aard der zaak heel glo baal berekend. Om dit overschot nader te om lijnen stelt het rapport vast dat in de komende 15 jaar pl.m. 130 ag rarische bedrijfshoofden voor vervanging in aanmerking komen, terwijl het aantal in het bedrijf meewerkende kinderen echter om vat 215 beroepspersonen, zodat in de komende 15 jaar ongeveer 80 mannelijke werkkrachten zullen zijn aangewezen op emigratie of verandering van werkkring. De gemeente Geertruiden berg heeft in 1949 niet stil ge zeten. Vele plannen werden uitgevoerd zowel door de overheid als door* de indu strie. De verbetering en de aanleg van straten had daar bij veel aandacht, zodat op dit gebied een grote verbete ring is ingetreden. De indu strie kreeg door de uitgevoer de werken gelegenheid tot uitbreiding in de toekomst. Voor 1950 staan weer nieu we punten op het program, waarvan de bouw van de nieuwe Amer-centrale een voorname plaats inneemt. Dit iaar heeft men vooral aan dacht besteed aan de omge ving. Restauratie en ver fraaiing van de gemeente worden in de plannen ook goed verzorgd. In het afgelopen jaar wer den de Commandeurstraat, Prinsenstraat en Burgemees ter Meijersstraat van klinkers en trottoirs voorzien, terwijl een gedeelte van de Koestr. en de Poternestraat werden herstraat. Ook de Stationsweg die reeds jarenlang in slechte toestand verkeerde, werd van een keurig wegdek voorzien, zeer ten gerieve van 't dóór gaand verkeer. Ook voor de woningen werd gezorgd. De meesten werden opnieuw geverfd, zodat ze weer een vriendelijker aan blik toonden. Wat de woning bouw betreft: 7 duplex-wo- ningen en 1 industriewoning werden begonnen, terwijl de plannen voor 5 woningen nog op goedkeuring wachten. Het kabelnet voor de elee- triciteitsvoorziening werd gro- tendeels vernieuwd, waar door de mogelijkheid tot elec- trisch koken werd verruimd, zodat, velen er gebruik van gingen maken. Verder kreeg de gemeente de beschikking over een mo derne brandweerkazerne, ter- wijl het personeel van de brandweer in uniformen werd gestoken. De Geertruidenbergse Am bachtsschool zag haar leer lingenaantal uitgebreid en door de aanschaffing van de meest moderne machines kan deze school, die eerst in 1946 werd opgericht, tot de besten van de omtrek worden ge rekend. Op het terrein van de indu strie onderging de N.V. Tank- fabriek een belangrijke uit- breiding door de bouw van 'n fabriekscomplex, waarin op 1 Januari a.s. een nieuwe bo- demperserij wordt gevestigd. Daardoor is de mogelijkheid ontstaan om binnen afzien bare tijd tot uitbreiding van het personeel over te gaan. Bij de firma Spijer-Brothers en Van de Vijver werd de nieuwbouw van kantoor, can- tine, waslokalen en een fa- brieksgedeelte voltooid. Aan de bouw van de Amer- centrale wordt eveneens hard gewerkt. De verbindingsweg tussen de bestaande en de nieuwe centrale is op de be strating na, klaar. De haven en de kademuur zijn zo goed als gereed, terwijl men thans bezig is met de opspuiting van het terrein. Dit is al zo ver gevorderd, dat momenteel met 4 stellingen wordt geheid. In 1950 zal men met de bouw van de centrale zelf begin nen. Ook de sport werd niet ver geten. De Geertruidenbergse Zwemclub bracht haar zwem bad, dat door de oorlog zwaar werd beschadigd, weer geheel in orde, o.a. door een voldoend aantal kleedhokjes te plaat sen. Zeer velen konden zo, mede dank zij het prachtige zomerweer, genieten van de zwemsport. Ook voor toezicht door een badmeester werd ge zorgd. Plannen voor 1950. Dit waren dus een aantal werken die in 1949 werden uitgevoerd en begonnen, alle maal bewijzen dat Geertrui denberg vooruit gaat. Ook in 1950 zullen diverse straten verbeterd worden, terwijl de straatverlichting uitbreiding zal ondergaan. Tussen de in aanbouw zijnde Amer-centrale en de gemeen te wordt een verbindingsweg gelegd. Langs die weg zullen gronden worden aangekocht voor woningbouw (voorlopig kunnen in 1950 ongeveer 20 woningen worden gezet). Voor het dempen van de binnen haven, wat ook in 1950 zal gebeuren, heeft de aanbeste ding al plaats gehad. Dan komen er nog diverse restauraties en verfraaiingen aan de beurt. De vesting grachten worden uitgediept en verfraaid door aanplant van bomen en heesters. Ver der staat de restauratie van het aloude bolwerk op 't pro gram. 't Gemeentehuis wordt verbouwd en tevens zal de gemeente een modern politie bureau met dienstwoning krij gen. Tenslotte komen dan nog de restauratie en uitbreiding van de Stedelijke Oudheidka mer en de restauratie van het voormalig weeshuis en van de Ned. Hervormde Kerk. Behalve voor herstel en uit breiding zorgt de gemeente Geertruidenberg dus ook voor het behoud van zijn monu menten. Het is een uitge breid program en de uitvoe ring er van zal het aanzien van de gemeente verhogen. Overgang St. Norbertusgesticht. Zondag 18 December is de of ficiële overdracht geschied van het St. Norbertusgesticht, aan de Broeders van Liefde van Gent. Vanzelfsprekend brengt deze overdracht verschillende verande ringen en mutaties met zich mede. De nieuwe Overste, de Eerw. Broeder Ulphus, is reeds dezer dagen gearriveerd en heeft zijn intrek reeds in het St. Norbertus gesticht genomen. Broeder Overste is reeds jaren lang Overste geweest te Noord- wijkerhout en te Venraaij, dus geen onbekende op dit gebied, al zal hij in zijn nieuwe omgeving ongetwijfeld wel eens voor moei lijkheden geplaatst worden. De scheidende Broeders geno ten in Elshout ieders achting. De patiënten die daar werden ver zorgd, hadden van hen een goede behandeling. Met lede ogen zul len de Eerw. Broeders dan ook Elshout, waarin zij jaren gewoond hebben, verlaten. Moge zij in hun nieuwe woonplaats de beloning ontvangen voor het vele en goede werk hier in Elshout aan de pa tiënten bewezen. Aan de nieuwe bewoners van het St. Norbertusgesticht van harte welkom. Moge zij aan de patiënten een even zo goede ver zorging besteden als de vorige bewoners gedaan hebben. De volgende mutaties hebben plaats gevonden: Broeder Ulphus is de Eerw. Overste. Econoom is gebleven de Eerw. Broeder An- tonius. In de keuken zal Broeder Primus de schepter zwaaien. Broeder Jozef is Vrijdag 23 December vertrokken naar Zeist. Broeder Isfridus is al reeds eerder vertrokken naar Eekhart in Eind hoven, evenals de Eerw. Broeder Martinus naar Eikenburg, de Eer waarde Broeder Augustmus naar Noordwijkerhout. Een hele verandering dus voor de Broeders die jarenlang in Els hout hebben gewoond. Clubtcntoonstelling. De Postduivenvereniging Nooit Gedacht hield in haar clublokaal, gevestigd in het café van C. van Tilburg aan de Hogevaart, haar clubtentoonstelling, welke uitste kend geslaagd is. De belangstel ling was zeer groot. Er werden 237 duiven ingezonden. Deze dui ven werden gekeurd door dhr. H. van Iersel uit Tilburg, die de vol gende bekroningen toekende: Oude doffers: Gebr. de Jong 1; P. C. Bakkeren 2, 6: A. Dekkers 3: M. J. Spierings 4; L. de Louw 5 Oude duivinnen: W. Nieuwen- huizen 1; Gebr. de Jong 2; C Broeks 3; J. A. Zwart 4; Gebr. v. Os 5; Arn. Zwart 6. Jonge doffers: C. Broeks 1, 6: Gebr. de Jong 2: C. v. Tilburg 3: M. van Peer 4; P. Versteeg 5. Jonge duivinnen: Gebr. de Jong 1: W. Nieuwenhuizen 2: Gebr. Verhagen 3; Gebr. van Os 4, Arn. Zwart 5, P. Versteeg 6. Late jonge: Machiel de Jong 1; M. J. Spierings 2; A. J. Ophorst 3; Jac. Rozenbrand 4: G. Tref fers 5: H. Janson 6. Een ongeval dat goed afliep. L.l. Dinsdagmorgen had een on geval plaats, dat tot grote verba zing van ooggetuigen en zij die het later hoorden vertellen, won der goed is afgelopen. De landbouwer Buyks, die van af het station met een luchtband wagen geladen met pulp, op weg naar huis reed, moest aan de dijk een in werking zijnde raghline passeren, met het gevolg, dat de paarden van dat zwaaiende mon ster schrokken en met een ruk naar de linkerkant van de weg schoten. T. B. die ontdekte, dat de wagen al in de berm van de weg zakte en slagzij maakte in de richting van de sloot, sprong van zijn wagen, ook in die rich ting. Doordat hij met zijn benen in de leidsels bleef hangen, kwam hij in de sloot terecht. Wat toen gebeurde, deed de enkele oogge tuigen de haren te berge rijzen. Op hetzelfde ogenblik dat T. B. in de sloot terecht kwam, sloeg de wagen met twee last pulp over zijn lichaam heen. Zij die het za gen snelden toe en met koorts achtige haast begon men te gra ven in de pulp. Steeds meer men sen stroomden toe om zoveel mo gelijk hulp te bieden. Plotseling had een van de gravers contact gekregen met het hoofd van de landbouwer en in een fractie van een seconde was hij zichtbaar. Met zijn armen omhoog en de borst kas tegen de kant van de sloot, lag hij in bewusteloze toestand, maar kwam weer spoedig bij; de zware last echter belemmerde hem nog vlot te ademen, maar ook dit werd verlicht door velen die de pulp toen met rieken konden ver zetten. Eerst daarna kon hij er verder uitgetrokken worden. Be grijpelijk geheel overstuur, werd B. per auto naar huis gebracht. Ook de paarden, die nog op de kant van de sloot over elkaar gerold waren, konden uit hun be narde positie bevrijd worden. „Luchtstrijd." De duivenvereniging Luchtstrijd heeft Zondag j.l. een tentoonstel ling gehouden, met een daaraan verbonden loterij. De opbrengst hiervan schonk zij aan de ver eniging ter bestrijding van T.B.C. Dc Garnizoens- ouderdag uitstekend geslaagd. Uit alle oorden van ons land stroomden Dinsdag j.l. ouders, verwanten, verloofden, vrienden en kennissen van onze Ponton niers naar het oude vestingstadje, om gehoor te geven aan de uit nodiging, om de ouderdag mee te maken. De waarde van een der gelijke gelegenheid valt niet te on derschatten, wat, blijkens de op komst ook niet gebeurt, want meer dan 300 belangstellenden passeerden vrij en frank, de an ders zo zwaar bewaakte ingang der Markt-kazerne, waar zij in de bovenzaal van het Arsenaal, die voor deze gelegenheid een bijzon der vriendelijk aanzien had ge kregen, officiëel werden ontvan gen. Bij deze officiële ontvangst wa ren mede tegenwoordig, de Comm. Reg. Pont Luitenant Kolonel v. d. Mark, de Comm. Opl. Comp. Kap. de Ridder, en de Edelachtb. Heer Burgemeester Bianchi. Hier werden de genodigden hartelijk verwelkomt en gewezen op het grote nut van een derge- 72e JAARGANG No. 104 Abonnement 15 cent per week 1.95 per kwartaal 2.25 franco p.p Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO". Vanaf 30 December (Nieuw jaars-nummer) zal ons blad voortaan VRIJDAGS inplaats van Donderdags verschijnen. Advertenties worden dan voortaan aangenomen tot Donderdag-ochtend 9 uur. Het verschijnen op Maan dag blijft voorlopig gehand haafd, in 't vertrouwen dat onze bericht- en verslagge vers ons dat mogelijk maken, door ons de copie zoveel doenlijk Zaterdag en Zondag in te zenden en niet a 1 te uitgebreid te zijn. DE ADMINISTRATIE. In de gehouden vergadering van de gemeenteraad van Den Bosch deed de voorzitter, burgemeester Loeff, bij de be handeling van de gemeente begroting voor 1950 t.a.v. de industrialisatie van de stad, enkele verheugende mede delingen. De N.V. Nationale Confec- tie-industrie uit Amsterdam heeft n.l. Den Bosch uitge kozen voor de vestiging van een groot confectie-atelier. Dit zal t.z.t. niet in de indu striewijk van plan-West ver rijzen, doch in de dichtbe volkte arbeidersbuurt aan de Lage Landstraat. Deze con fectiefabriek zal 750 arbeids krachten, w.o. 150 mannelij ke. kunnen opnemen. Voorts zal de firma P. de Gruyter N.V., die reeds een nieuwe fabriek in aanbouw heeft, nog een tweede fabriek bijbouwen aan het industrie terrein langs de haven. Ook is de bouw van weer zes industrie-hallen in voor bereiding, waarvan er reeds vijf zijn verhuurd. Spoedig zal in plan-West geen grond voor industrie-vestiging meer beschikbaar zijn, daar de on derhandelingen met diverse gegadigden in een vergevor derd stadium verkeren. Gratis zwembassin en hertenpark. Het plan-Zuid waar de fa. Bos en Kalis omvangrijke op- spuitingswerken verricht, vordert dermate dat reeds 75 procent van het werk gereed is, ofschoon de opleverings termijn eerst is bepaald op 15 Januari 1951. B. en W. hebben er nu in afwijking van de aangegane overeenkomst in toegestemd, zulks op verzoek van de uit voerende firma, dat thans de grote demontabele zandzuiger aan dit werk wordt onttrok ken. omdat deze zal worden ingelegd voor een belangrijk werk in Egypte. Met klein materiaal zal het object nu verder worden gereed ge maakt. De firma neemt, als contra- orestatie voor deze welwil lendheid van haar kant de aanleg van een zwembassin en een plantsoen met herten kamp in plan-Zuid geheel voor haar rekening. lijk contact. Na deze ontvangst verliet het grote gezelschaD de kazerne, om hun plaats in de Vee- nestraat in te nemen, waar het appèl plaats vond i.v.m. de „Pas sing out Parade". Het zware ge roffel op een tiental dieptrommen en het schel geluid der trompet tisten, kondigde de inspectie door Kapitein de Ridder aan, die daar na overging tot uitreiking van 't „Vaantje" aan het beste peleton der nieuwe lichting, die nog maar een opleiding van 6 weken ach ter de rug heeft, en het over handigde aan de beste soldaat daaruit, na vooraf een waarde rend woord tot dit peleton te heb ben gesoroken. Na deze indruk wekkende plechtigheid werd een mars door de gemeente gemaakt, waarna de genodigden weer in de kazerne verdwenen, om daar ken nis te gaan maken met de piek fijn verzorgde keuken. Als we goed zijn ingelicht wa ren niet minder dan 750 liter „snert" op de echte militaire wij ze klaar gemaakt, om de honge rige magen der genodigden te vullen, en wij menen ons van ver der commentaar te mogen onthou den, als we oDmerken, dat slechts 15 liter overbleef. Het eerste deel van de middag werd gevuld met demonstraties op het soortterrein. Hier konden de genodigden eens zien tot welke prestaties hun zoon of verloofde, na zo'n korte opleiding in staat

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1949 | | pagina 5