DE LENGSTBMÏ
Waalwijkse en Langstraatse Courant
De Economische Toestand der
gemeente Vlijmen
ELSHOUT
CAPELLE
RAAMSD9NK
GEERTRUIDENBERG
Geertruidenberg bouwt en werkt.
Rapport van het Economisch Technologisch Instituut
2
In 1950 bouw nieuwe Amer-Centrale
ATTENTIE.
Ons blad verschijnt
voortaan op
VRIJDAG.
8rabant's Hoofdstad
vooruit.
DINSDAG 27 DEC. 1949
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
OPGERICHT 1878.
Bureaux: GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
In ons vorige artikel hebben wij aan de hand van het
Rapport van het Economisch-Technologisch Instituut
te Tilburg nagegaan onder welke sociaal-economische
omstandigheden de bevolking der gemeente Vlijmen
leeft. In het tweede deel van het rapport wordt nu
uiteengezet welke factoren deze toestand hebben be
werkt. Tenslotte wordt dan het probleem der werk
gelegenheid besproken in verband met de waarschijn
lijke ontwikkeling van de beroeps verhoudingen in de
ze gemeente.
DE BEWERKERS VAN
DE GESCHETSTE
TOESTAND.
De factoren die in deze van
belang zijn, zijn natuurlijk op de
eerste plaats de bestaansbronnen
in Vlijmen zelf (industrie, land
bouw, handel en verkeer en an
dere beroepen). Daarnaast echter
ook de bestaansbronnen in andere
gemeenten waarvan de Vlijmense
bevolking moet leven. Het doel
dat het rapport zich gesteld heeft
is een analyse te geven van de
bestaande toestand en van daar
uit te komen tot suggesties waar
door de welvaart der gemeente
verhoogd kan worden.
Industriële bedrijvigheid.
Al in 1859 bestonden in Vlij
men diverse vormen van industri
ële bedrijvigheid, echter meestal
met een ambachtelijk karakter. De
lederindustrie nam de voornaam
ste plaats in, n.l. 60 van hei
totaal. Er waren toen een zestal
inandemakerijen.
In 1909 is dat beeld vrij sterk
gewijzigd: Toen werkten er al
229 personen in ongeveer 24 man-
demakerijen, terwijl de schoen
en lederbranche 2l vestigingen
telde met in totaal 48 arbeids
krachten.
Bij een telling in 1930 bleken
er in Vlijmen 140 beroepsperso
nen meer te zijn dan in Vlijmense
bedrijven waren tewerk gesteld,
wat wil zeggen dat 15 van de
beroepsbevolking buiten de woon-
gemeente werkgelegenheid vond.
Dit betekent' niet dat VJiimen
geen voldoende werk zou hebben
voor zijn inwoners, want in de
houtbewerkingsindustrie voorna-
melijk mandenindustrie) bleek de
vraag groter dan het plaatselijk
aanbod. Van de 588 personen,
werkzaam in 25 bedrijven, kwam
28 van buiten.
In de overige bedrijfstakken
echter kon de gemeente maar aan
5060 van haar beroepsbevol
king werkgelegenheid verschaffen.
Verder valt een buitengewone
eenzijdigheid -in de industrieën op:
niet minder dan 75 van de bij
de industrie betrokken personen
was werkzaam in de manden
industrie. Het aantal mandenma
kers steeg van 1909 tot 1930 met
bijna 85 terwijl in deze perio
de ook de schoen- en lederindus
trie in belangrijkheid toenam: het
aantal arbeiders verdrievoudigde,
maar van de 157 waren er slechts
45 uit Vlijmen zelf.
De eenzijdigheid in de industri
ële structuur hield uiteraard grote
gevaren in, constateert het rap
port. Ongeveer de helft van de
beroepsbevolking hing af van de
gang van zaken in de manden
industrie.
Hoe stond het nu per 1 Januari
1949? Uit een vergelijking met de
situatie in 1930 blijkt dat het aan
tal vestigingen in de nijverheid in
die 19 jaar is afgenomen en dat
het aantal beroepspersonen daar
in werkzaam terugliep van 937
tot 700. Vooral de houtbewer-,
kingsindustrie onderging een ster
ke verschuiving. Waren er in de
mandenindustrie in 1930 nog 660
personen werkzaam, in de loop
der jaren stootte ze ongeveer 73
af, zodat in Januari 1949 nog
maar 177 mandenmakers hun vak
uitoefenden.
In de ledernijverheid, de bouw
nijverheid en de voedingsmidde
lenbranche nam de werkgelegen
heid toe, en in de laatste steeg de
personeelsbezetting van 110 tot
234.
De mandenindustrie.
Zeer uitvoerige aandacht be
steedt het rapport aan het wel en
wee in de mandenindustrie, tot
voor kort nog de voornaamste
vorm van industriële bedrijvig
heid in de gemeente Vlijmen. Het
ziet zijn stelling dat de eenzijdig
heid grote gevaren zou inhouden
in de praktijk bevestigd.
Het rapport gaat dan eerst de
ontwikkeling na. De streek rond
Vlijmen, de Bommelerwaard, het
Land van Maas en Waal is een
der drie streken door de aanwe
zigheid van uitgestrekte griend-
landen geschikt voor de manden
industrie. De belangrijkste centra
waren Vlijmen, Haarsteeg, Am-
merzoden, Kerkdriel. Deze streek
produceerde het grootste aantal
manden, voornamelijk voor de ex
port. Het rapport beperkt zich
verder in hoofdzaak tot Vlijmen.
De mandenindustrie in deze ge-
meente heeft altijd als v'oornaam-
j ste afnemer Engeland gehad, van
welk land dan ook het wel en wee
in deze industrie grotendeels' af
hing. De gang van zaken sinds
1930 was dan ook wegens de
strubbelingen in de buitenlandse
afzet verre van rooskleurig. 1930
zelf was nog niet ongunstig, maar
al in 1931 leed de mandenindus
trie veel onder de abnormale eco
nomische verhoudingen, vooral
tengevolge van de val van het
Pond Sterling, en onder de moor
dende concurrentie van de fabri
kanten onderling. Een poging om
^een onderlinge overeenkomst af te
sluiten tot het vaststellen van mi
nimumprijzen mislukte. Verschil
lende bedrijven moesten worden
stilgelegd en er heerste een aan
zienlijke werkloosheid. In 1932
kwam er wel een overeenkomst
tot stand, waardoor het iets beter
ging; 1933 was weer een slecht
jaar, omdat de overeenkomst niet
werd doorgezet en omdat de ex
port naar verschillende landen zo
goed als onmogelijk werd. In 1934
kwam er weer een prijzenovereen-
komst, m^ar de exportmoeilijkhe
den bleven bestaan, zodat er geen
wijziging in de toestand kwam.
1935 was het slechtste jaar tot
dan toe. De uitvoer daalde van
1.686.472 manden in 1934 tot
650.000 in 1935. In dat jaar greep
de overheid zijdelings in door
middel van een monopolieregeling,
met de bedoeling de prijzen voor
inlands teenhout op te trekken.
Toen al was men in leidende krin
gen van mening dat de mand op
den duur niet meer zou kunnen
concurreren tegen kisten en dozen
e.d. Daar in 1936 goede oogsten
werden binnengehaald, steeg de
export van manden met ongeveer
50 van die in 1935. In 1937
daalde ze echter weer tot het peil
van 1935. Veel arbeiders werden
ontslagen, die om nog enigermate
in hun levensonderhoud te voor
zien zich gingen vestigen als klei
ne patroons, wat de situatie in de
mandenindustrie nog meer ver
scherpte. Ook de lonen waren
veel te laag. Weer daalde de ex
port met de helft in 1938, zowel
door de mislukte fruitoogst in En
geland, als door de concurrentie
van ander verpakkingsmateriaal.
1939 bracht opleving, dank zij
een goede fruitoogst, zodat de re
sultaten over het algemeen bevre
digend waren, maar begin 1940
konden de mandenexporteurs niet
tot overeenstemming geraken over
een nieuwe regeling voor de ex
port naar Engeland. De ene partij
wilde contingentering van de ex
port, de andere een zo groot mo
gelijke export. Van overheidswege
wilde men een Centraal Verkoop
kantoor oprichten, waardoor de
exporteur wel zijn vrijheid zou
verliezen maar toch zijn relaties
bleef behouden. Er zou dan een
fonds gevormd worden, waarin al
le exporteurs een zeker percentage
van hun winst moesten storten,
waaruit dan aan allen uitbetaald
zou worden op basis van hun ex
portverleden.
Tijdens de bezetting kwam een
stichting tot stand, die rot doel
had om de belangen van de man
denindustrie in de ruimste zin te
bevorderen. Niet het exportver
leden, maar de productiecapaci
teit werd als toewijzingsnorm ge
bruikt. De bedrijvigheid was in
die jaren behoorlijk, voornamelijk
door de opdrachten die de bezet
ter oplegde.
Uit dit overzicht blijkt dat de
mandenindustrie voor Vlijmen
een zeer onzekere bestaansbron
vormde. Bovendien is de mening
dat de mand zou verdrongen
worden door kist en doos bewaar
heid geworden, tot grote schade
van de mandenindustrie.
Na de oorlog kwamen uit En
geland maar kleine orders binnen.
Men was er gewend geraakt aan
ander verpakkingsmateriaal, zodat
ook de Nederlandse exporteurs
van groenten en fruit dit gingen
gebruiken. Het rapport somt en
kele nadelen van de mand op,
waardoor dit verschijnsel ver
klaard kan worden, waartegen
over de mandenmaker weer zijn
argumenten heeft ten voordele
van de mand. Op 29 September
1947 richtten zich het Bedrijfschap
van Griend en Riet en de Vak
groep Verpakkingsmandenindus-
trie tot de Directeur-generaal voor
de Voedselvoorziening met een
rapport waarin zij de noodtoe
stand in de mandenindustrie uit
eenzetten en overheidsmaatrege
len voorstelden om tot verbete
ring te komen. Het bureau
Grondstoffen kwam in een nota
echter tot de conclusie dat de
mandenindustrie verouderd was en
adviseerde niet tot maatregelen
over te gaan. Op verzoek van de
Minister van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening stelde de
vakgroep echter een rapport op
waarin zij aantoonde dat de mand
voordeliger was dan kisten en
stalen draadkorven. Tot op heden
heeft dit alles echter nog geen
resultaat gehad, en of de regering
tot bescherming zal overgaan is
volgens het rapport om verschil
lende redenen zeer de vraag. Een
laatste mogelijkheid ziet het in 't
omschakelen van de mandennij
verheid op meer burgerlijk en luxe
mandwerk. Maar ook hiervoor zijn
de mogelijkheden beperkt, zodat
omschakeling voor de gemeente
Vlijmen weinig perspectief biedt.
Verder concludeert het rapport
dat het voor het gemeentebestuur
aanbeveling verdient ernstig re
kening te houden, met de waar
schijnlijkheid dat de nu nog 150
170 arbeiders omvattende man
denindustrie verder zal ineen
schrompelen. Bovendien roept het
economisch opvangen van de vrij
komende arbeidskrachten uit de
manden industrie een speciaal pro
bleem op, omdat in verband met
de leeftijd van mandenmakers om
schakeling op een ander beroep
niet goed meer mogelijk is.
Landbouw, Veeteelt en
Tuinbouw.
Landbouw, veeteelt en tuin
bouw waren vroeger en zijn nog
een voorname bestaansbron voor
de gemeente. Het rapport be
schouwt er de volgende aspecten
van: de oppervlakte en de bestem
ming der cultuurgronden, de vee
bezetting, de grootte der bedrijven
en de arbeidsbezetting.
De totale oppervlakte cultuur
grond is tussen 1930 en 1946
steeds toegenomen, omdat in 1935
Nieuwkuijk en Haarsteeg werden
geannexeerd. Onder de oorlog
neemt het aantal ha. grasland met
156 ha. af, terwijl land- en tuin-
bouwgrond vermeerderen, het
bouwland zelfs met 386 ha. Na
1945 wordt de indeling van cul
tuurgronden geleidelijk aan her
steld.
Het feit dat meer dan 50 van
de 2603 ha. grond grasland is,
wijst erop dat het zwaartepunt
van de agrarische bedrijvigheid is
gelegen in de veeteelt. Ook het
benodigde aantal uren voor de
veeteelt is het dubbele tot drie
voudige van het aantal uren in
land- en tuinbouw.
Tijdens de oorlogsjaren liep de
rundveestapel, die in 1940 2926
stuks bedroeg, terug tot 84
van dit aantal en hoewel na de
bevrijding verbetering intrad was
hij in 1947 nog 9 onder het
vooroorlogse peil. Tegen een ver
lies van 466 stuks vee in Vlijmen
staat echter in Drunen en Heus-
den een verlies van resp. 522 en
533 stuks. Dat de rundveehoude
rij ook als bron van inkomsten
van belang is, blijkt hieruit dat het
gemiddeld aantal runderen in 1947
te Vlijmen 6 per rundveehouder
bedroeg, in Drunen en Heusden
resp. 7,9 en 9,6.
Ook de varkensstapel vermin
derde onder de oorlog met 43
Met 964 stuks bereikte hij in 1946
weer 91 van het vooroorlogse
peil, maar in 1947 zakte hij weer
af tot 33 beneden het niveau
van 1940. Het aantal varkens was
gemiddeld 2,6 en het aantal var
kenshouders liep van 377 in 1946
terug tot 271 in 1947.
Wat de pluimveeteelt betreft,
in 1947 waren er in Vlijmen 8834
hoenders (waaronder 313 een
den), wat met een aantal van 360
pluimveehouders een gemiddeld
aantal van 24 hoenders per hou
der uitmaakt.
Paarden worden slechts als
trekdieren gebruikt en het meren
deel der bedrijven heeft maar be
schikking over 1 paard: 438 op
329 houders.
Uit de indeling der bedrijven
naar grootte blijkt dat het klein
bedrijf in Vlijmen overheerst. Van
2413 ha. in 1947 voor cultuur
grond in gebruik, was ruim 74
verdeeld over bedrijven kleiner
dan 10 ha.
In 1947 was de teelt van gra
nen veruit het belangrijkste in de
Vlijmense agrarische bedrijven,
n.l. 48,4 van de gehele bebouw
de oppervlakte, terwijl, wat wijst
op het belang van de veeteelt,
17,6 wordt beteeld met man-
gel- en voederwortels en 7 met
groen voedergewassen.
14,1 wordt in beslag geno
men door consumptieaardappelen.
Om nu vast te stellen hoe het
met de arbeidbezetting gesteld is,
becijfert het rapport dat de ver
zorging van landbouw, veeteelt
met grasland en tuinbouw in to
taal 1.302.285 manuren per jaar
nodig heeft. De 695 mannelijke en
86 vrouwelijke arbeidskrachten die
in 1947 werkzaam waren in het
agrarische bedrijf, zijn echter niet
allen „volwaardig" (als norm
wordt gesteld een man boven de
21). In totaal zijn het 716 vol
waardige arbeidskrachten die
jaarlijks 2441 manuren elk maken.
Het totaal aanbod was dus in
1947 1.747.756 manuren. Hieruit
volgt dat er een overschot zou
zijn van 50 mannelijke arbeids
krachten boven 21 jaar, zelfs als
alle vrouwen en alle mannen be
neden 21 jaar buiten beschouwing
worden gelaten. Wel is dit aan
tal uit de aard der zaak heel glo
baal berekend.
Om dit overschot nader te om
lijnen stelt het rapport vast dat in
de komende 15 jaar pl.m. 130 ag
rarische bedrijfshoofden voor
vervanging in aanmerking komen,
terwijl het aantal in het bedrijf
meewerkende kinderen echter om
vat 215 beroepspersonen, zodat in
de komende 15 jaar ongeveer 80
mannelijke werkkrachten zullen
zijn aangewezen op emigratie of
verandering van werkkring.
De gemeente Geertruiden
berg heeft in 1949 niet stil ge
zeten. Vele plannen werden
uitgevoerd zowel door de
overheid als door* de indu
strie. De verbetering en de
aanleg van straten had daar
bij veel aandacht, zodat op
dit gebied een grote verbete
ring is ingetreden. De indu
strie kreeg door de uitgevoer
de werken gelegenheid tot
uitbreiding in de toekomst.
Voor 1950 staan weer nieu
we punten op het program,
waarvan de bouw van de
nieuwe Amer-centrale een
voorname plaats inneemt. Dit
iaar heeft men vooral aan
dacht besteed aan de omge
ving. Restauratie en ver
fraaiing van de gemeente
worden in de plannen ook
goed verzorgd.
In het afgelopen jaar wer
den de Commandeurstraat,
Prinsenstraat en Burgemees
ter Meijersstraat van klinkers
en trottoirs voorzien, terwijl
een gedeelte van de Koestr.
en de Poternestraat werden
herstraat. Ook de Stationsweg
die reeds jarenlang in slechte
toestand verkeerde, werd van
een keurig wegdek voorzien,
zeer ten gerieve van 't dóór
gaand verkeer.
Ook voor de woningen werd
gezorgd. De meesten werden
opnieuw geverfd, zodat ze
weer een vriendelijker aan
blik toonden. Wat de woning
bouw betreft: 7 duplex-wo-
ningen en 1 industriewoning
werden begonnen, terwijl de
plannen voor 5 woningen nog
op goedkeuring wachten.
Het kabelnet voor de elee-
triciteitsvoorziening werd gro-
tendeels vernieuwd, waar
door de mogelijkheid tot elec-
trisch koken werd verruimd,
zodat, velen er gebruik van
gingen maken.
Verder kreeg de gemeente
de beschikking over een mo
derne brandweerkazerne, ter-
wijl het personeel van de
brandweer in uniformen werd
gestoken.
De Geertruidenbergse Am
bachtsschool zag haar leer
lingenaantal uitgebreid en
door de aanschaffing van de
meest moderne machines kan
deze school, die eerst in 1946
werd opgericht, tot de besten
van de omtrek worden ge
rekend.
Op het terrein van de indu
strie onderging de N.V. Tank-
fabriek een belangrijke uit-
breiding door de bouw van 'n
fabriekscomplex, waarin op
1 Januari a.s. een nieuwe bo-
demperserij wordt gevestigd.
Daardoor is de mogelijkheid
ontstaan om binnen afzien
bare tijd tot uitbreiding van
het personeel over te gaan.
Bij de firma Spijer-Brothers
en Van de Vijver werd de
nieuwbouw van kantoor, can-
tine, waslokalen en een fa-
brieksgedeelte voltooid.
Aan de bouw van de Amer-
centrale wordt eveneens hard
gewerkt. De verbindingsweg
tussen de bestaande en de
nieuwe centrale is op de be
strating na, klaar. De haven
en de kademuur zijn zo goed
als gereed, terwijl men thans
bezig is met de opspuiting van
het terrein. Dit is al zo ver
gevorderd, dat momenteel
met 4 stellingen wordt geheid.
In 1950 zal men met de bouw
van de centrale zelf begin
nen.
Ook de sport werd niet ver
geten. De Geertruidenbergse
Zwemclub bracht haar zwem
bad, dat door de oorlog zwaar
werd beschadigd, weer geheel
in orde, o.a. door een voldoend
aantal kleedhokjes te plaat
sen. Zeer velen konden zo,
mede dank zij het prachtige
zomerweer, genieten van de
zwemsport. Ook voor toezicht
door een badmeester werd ge
zorgd.
Plannen voor 1950.
Dit waren dus een aantal
werken die in 1949 werden
uitgevoerd en begonnen, alle
maal bewijzen dat Geertrui
denberg vooruit gaat.
Ook in 1950 zullen diverse
straten verbeterd worden,
terwijl de straatverlichting
uitbreiding zal ondergaan.
Tussen de in aanbouw zijnde
Amer-centrale en de gemeen
te wordt een verbindingsweg
gelegd. Langs die weg zullen
gronden worden aangekocht
voor woningbouw (voorlopig
kunnen in 1950 ongeveer 20
woningen worden gezet). Voor
het dempen van de binnen
haven, wat ook in 1950 zal
gebeuren, heeft de aanbeste
ding al plaats gehad.
Dan komen er nog diverse
restauraties en verfraaiingen
aan de beurt. De vesting
grachten worden uitgediept
en verfraaid door aanplant
van bomen en heesters. Ver
der staat de restauratie van
het aloude bolwerk op 't pro
gram. 't Gemeentehuis wordt
verbouwd en tevens zal de
gemeente een modern politie
bureau met dienstwoning krij
gen.
Tenslotte komen dan nog
de restauratie en uitbreiding
van de Stedelijke Oudheidka
mer en de restauratie van het
voormalig weeshuis en van de
Ned. Hervormde Kerk.
Behalve voor herstel en uit
breiding zorgt de gemeente
Geertruidenberg dus ook voor
het behoud van zijn monu
menten. Het is een uitge
breid program en de uitvoe
ring er van zal het aanzien
van de gemeente verhogen.
Overgang St. Norbertusgesticht.
Zondag 18 December is de of
ficiële overdracht geschied van
het St. Norbertusgesticht, aan de
Broeders van Liefde van Gent.
Vanzelfsprekend brengt deze
overdracht verschillende verande
ringen en mutaties met zich mede.
De nieuwe Overste, de Eerw.
Broeder Ulphus, is reeds dezer
dagen gearriveerd en heeft zijn
intrek reeds in het St. Norbertus
gesticht genomen.
Broeder Overste is reeds jaren
lang Overste geweest te Noord-
wijkerhout en te Venraaij, dus
geen onbekende op dit gebied, al
zal hij in zijn nieuwe omgeving
ongetwijfeld wel eens voor moei
lijkheden geplaatst worden.
De scheidende Broeders geno
ten in Elshout ieders achting. De
patiënten die daar werden ver
zorgd, hadden van hen een goede
behandeling. Met lede ogen zul
len de Eerw. Broeders dan ook
Elshout, waarin zij jaren gewoond
hebben, verlaten. Moge zij in hun
nieuwe woonplaats de beloning
ontvangen voor het vele en goede
werk hier in Elshout aan de pa
tiënten bewezen.
Aan de nieuwe bewoners
van het St. Norbertusgesticht van
harte welkom. Moge zij aan de
patiënten een even zo goede ver
zorging besteden als de vorige
bewoners gedaan hebben.
De volgende mutaties hebben
plaats gevonden: Broeder Ulphus
is de Eerw. Overste. Econoom is
gebleven de Eerw. Broeder An-
tonius. In de keuken zal Broeder
Primus de schepter zwaaien.
Broeder Jozef is Vrijdag 23
December vertrokken naar Zeist.
Broeder Isfridus is al reeds eerder
vertrokken naar Eekhart in Eind
hoven, evenals de Eerw. Broeder
Martinus naar Eikenburg, de Eer
waarde Broeder Augustmus naar
Noordwijkerhout.
Een hele verandering dus voor
de Broeders die jarenlang in Els
hout hebben gewoond.
Clubtcntoonstelling.
De Postduivenvereniging Nooit
Gedacht hield in haar clublokaal,
gevestigd in het café van C. van
Tilburg aan de Hogevaart, haar
clubtentoonstelling, welke uitste
kend geslaagd is. De belangstel
ling was zeer groot. Er werden
237 duiven ingezonden. Deze dui
ven werden gekeurd door dhr. H.
van Iersel uit Tilburg, die de vol
gende bekroningen toekende:
Oude doffers: Gebr. de Jong 1;
P. C. Bakkeren 2, 6: A. Dekkers
3: M. J. Spierings 4; L. de Louw 5
Oude duivinnen: W. Nieuwen-
huizen 1; Gebr. de Jong 2; C
Broeks 3; J. A. Zwart 4; Gebr. v.
Os 5; Arn. Zwart 6.
Jonge doffers: C. Broeks 1, 6:
Gebr. de Jong 2: C. v. Tilburg 3:
M. van Peer 4; P. Versteeg 5.
Jonge duivinnen: Gebr. de Jong
1: W. Nieuwenhuizen 2: Gebr.
Verhagen 3; Gebr. van Os 4,
Arn. Zwart 5, P. Versteeg 6.
Late jonge: Machiel de Jong 1;
M. J. Spierings 2; A. J. Ophorst
3; Jac. Rozenbrand 4: G. Tref
fers 5: H. Janson 6.
Een ongeval dat goed afliep.
L.l. Dinsdagmorgen had een on
geval plaats, dat tot grote verba
zing van ooggetuigen en zij die
het later hoorden vertellen, won
der goed is afgelopen.
De landbouwer Buyks, die van
af het station met een luchtband
wagen geladen met pulp, op weg
naar huis reed, moest aan de dijk
een in werking zijnde raghline
passeren, met het gevolg, dat de
paarden van dat zwaaiende mon
ster schrokken en met een ruk
naar de linkerkant van de weg
schoten. T. B. die ontdekte, dat
de wagen al in de berm van de
weg zakte en slagzij maakte in
de richting van de sloot, sprong
van zijn wagen, ook in die rich
ting. Doordat hij met zijn benen
in de leidsels bleef hangen, kwam
hij in de sloot terecht. Wat toen
gebeurde, deed de enkele oogge
tuigen de haren te berge rijzen.
Op hetzelfde ogenblik dat T. B.
in de sloot terecht kwam, sloeg
de wagen met twee last pulp over
zijn lichaam heen. Zij die het za
gen snelden toe en met koorts
achtige haast begon men te gra
ven in de pulp. Steeds meer men
sen stroomden toe om zoveel mo
gelijk hulp te bieden. Plotseling
had een van de gravers contact
gekregen met het hoofd van de
landbouwer en in een fractie van
een seconde was hij zichtbaar. Met
zijn armen omhoog en de borst
kas tegen de kant van de sloot,
lag hij in bewusteloze toestand,
maar kwam weer spoedig bij; de
zware last echter belemmerde hem
nog vlot te ademen, maar ook dit
werd verlicht door velen die de
pulp toen met rieken konden ver
zetten. Eerst daarna kon hij er
verder uitgetrokken worden. Be
grijpelijk geheel overstuur, werd
B. per auto naar huis gebracht.
Ook de paarden, die nog op
de kant van de sloot over elkaar
gerold waren, konden uit hun be
narde positie bevrijd worden.
„Luchtstrijd."
De duivenvereniging Luchtstrijd
heeft Zondag j.l. een tentoonstel
ling gehouden, met een daaraan
verbonden loterij. De opbrengst
hiervan schonk zij aan de ver
eniging ter bestrijding van T.B.C.
Dc Garnizoens- ouderdag
uitstekend geslaagd.
Uit alle oorden van ons land
stroomden Dinsdag j.l. ouders,
verwanten, verloofden, vrienden
en kennissen van onze Ponton
niers naar het oude vestingstadje,
om gehoor te geven aan de uit
nodiging, om de ouderdag mee te
maken. De waarde van een der
gelijke gelegenheid valt niet te on
derschatten, wat, blijkens de op
komst ook niet gebeurt, want
meer dan 300 belangstellenden
passeerden vrij en frank, de an
ders zo zwaar bewaakte ingang
der Markt-kazerne, waar zij in de
bovenzaal van het Arsenaal, die
voor deze gelegenheid een bijzon
der vriendelijk aanzien had ge
kregen, officiëel werden ontvan
gen.
Bij deze officiële ontvangst wa
ren mede tegenwoordig, de Comm.
Reg. Pont Luitenant Kolonel v.
d. Mark, de Comm. Opl. Comp.
Kap. de Ridder, en de Edelachtb.
Heer Burgemeester Bianchi.
Hier werden de genodigden
hartelijk verwelkomt en gewezen
op het grote nut van een derge-
72e JAARGANG No. 104
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TEL.-ADRES „ECHO".
Vanaf 30 December (Nieuw
jaars-nummer) zal ons blad
voortaan VRIJDAGS inplaats
van Donderdags verschijnen.
Advertenties worden dan
voortaan aangenomen tot
Donderdag-ochtend 9 uur.
Het verschijnen op Maan
dag blijft voorlopig gehand
haafd, in 't vertrouwen dat
onze bericht- en verslagge
vers ons dat mogelijk maken,
door ons de copie zoveel
doenlijk Zaterdag en Zondag
in te zenden en niet a 1 te
uitgebreid te zijn.
DE ADMINISTRATIE.
In de gehouden vergadering
van de gemeenteraad van
Den Bosch deed de voorzitter,
burgemeester Loeff, bij de be
handeling van de gemeente
begroting voor 1950 t.a.v. de
industrialisatie van de stad,
enkele verheugende mede
delingen.
De N.V. Nationale Confec-
tie-industrie uit Amsterdam
heeft n.l. Den Bosch uitge
kozen voor de vestiging van
een groot confectie-atelier.
Dit zal t.z.t. niet in de indu
striewijk van plan-West ver
rijzen, doch in de dichtbe
volkte arbeidersbuurt aan de
Lage Landstraat. Deze con
fectiefabriek zal 750 arbeids
krachten, w.o. 150 mannelij
ke. kunnen opnemen.
Voorts zal de firma P. de
Gruyter N.V., die reeds een
nieuwe fabriek in aanbouw
heeft, nog een tweede fabriek
bijbouwen aan het industrie
terrein langs de haven.
Ook is de bouw van weer
zes industrie-hallen in voor
bereiding, waarvan er reeds
vijf zijn verhuurd. Spoedig
zal in plan-West geen grond
voor industrie-vestiging meer
beschikbaar zijn, daar de on
derhandelingen met diverse
gegadigden in een vergevor
derd stadium verkeren.
Gratis zwembassin en
hertenpark.
Het plan-Zuid waar de fa.
Bos en Kalis omvangrijke op-
spuitingswerken verricht,
vordert dermate dat reeds 75
procent van het werk gereed
is, ofschoon de opleverings
termijn eerst is bepaald op
15 Januari 1951.
B. en W. hebben er nu in
afwijking van de aangegane
overeenkomst in toegestemd,
zulks op verzoek van de uit
voerende firma, dat thans de
grote demontabele zandzuiger
aan dit werk wordt onttrok
ken. omdat deze zal worden
ingelegd voor een belangrijk
werk in Egypte. Met klein
materiaal zal het object nu
verder worden gereed ge
maakt.
De firma neemt, als contra-
orestatie voor deze welwil
lendheid van haar kant de
aanleg van een zwembassin
en een plantsoen met herten
kamp in plan-Zuid geheel
voor haar rekening.
lijk contact. Na deze ontvangst
verliet het grote gezelschaD de
kazerne, om hun plaats in de Vee-
nestraat in te nemen, waar het
appèl plaats vond i.v.m. de „Pas
sing out Parade". Het zware ge
roffel op een tiental dieptrommen
en het schel geluid der trompet
tisten, kondigde de inspectie door
Kapitein de Ridder aan, die daar
na overging tot uitreiking van 't
„Vaantje" aan het beste peleton
der nieuwe lichting, die nog maar
een opleiding van 6 weken ach
ter de rug heeft, en het over
handigde aan de beste soldaat
daaruit, na vooraf een waarde
rend woord tot dit peleton te heb
ben gesoroken. Na deze indruk
wekkende plechtigheid werd een
mars door de gemeente gemaakt,
waarna de genodigden weer in de
kazerne verdwenen, om daar ken
nis te gaan maken met de piek
fijn verzorgde keuken.
Als we goed zijn ingelicht wa
ren niet minder dan 750 liter
„snert" op de echte militaire wij
ze klaar gemaakt, om de honge
rige magen der genodigden te
vullen, en wij menen ons van ver
der commentaar te mogen onthou
den, als we oDmerken, dat slechts
15 liter overbleef.
Het eerste deel van de middag
werd gevuld met demonstraties op
het soortterrein. Hier konden de
genodigden eens zien tot welke
prestaties hun zoon of verloofde,
na zo'n korte opleiding in staat