L_
Wijde Wereld)
Waalwijkse en Langstraaise Courant
Een halve eeuw leerplicht
Houdt Minister Mansholt
rW
Belasting-moeilijkheden.
de paarden in toom?
UIT DE
De Belgische Koningskwestie.
50 jaar geleden werd de Leerplichtwet
met 50 tegen 49 stemmen aangenomen.
Paardenwet geen succes.
ELIING
GROTE
VQQB DE DEKENATEN NEUSDEN EN WAALWUK
VRIJDAG 24 MAART 1950
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO \M HET ZUIDEN
72e JAARGANG No. 25
Abonnement
IB cent per week
1.05 per kwartaal
2.23 franco p.p.
Advertentie-prija
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
Wat ons op het ogenblik
vanzelfsprekend lijkt, name
lijk dat iedere Nederlander
verplicht is te zorgen dat zijn
kinderen naar school gaan,
leek een halve eeuw geleden
voor velen iets zeer vreemds.
Wat had de staat zich te be
moeien met de opvoeding van
de kinderen? En dat de staat
iemand daartoe zou kunnen
dwingen, leek tal van men
sen een ongeoorloofd ingrij
pen in de vrijheid van de
staatsburger. Bovendien, waar
was al die zogenaamde ont
wikkeling goed voor?
Met enige verbazing lezen
wij, dat de begaafde dichter
Isaac da Costa (1798-1860) in
al dat onderwijs voor de ge
wone man niets dan kwaad
zag. Hij was van mening,
„dat de invloed van den boo-
zen Tijdgeest zich zeker meer
bijzonder (had) zamenge-
drongen op het zogenaamde
lager onderwijs". Da Costa
moest van al die volksont
wikkeling niets hebben. Het
volk moest kunnen lezen om
de Bijbel te kunnen ontcij
feren, maar dat was dan ook
voldoende. Het was verderfe
lijk de jeugd teveel te leren:
wat doet het er toe of iedere
boerenjongen Copernicus kan
nabauwen, dat de aarde om
de zon draait; men zou hem
evengoed het stelsel van-
Ptolomaeus kunnen laten af-
dreunen!
Ook betreurde Da Costa
zeer, dat men de goede oude
schoolmeestersmethode van
de stokslagen wilde vervan
gen door een aanwakkeren
van eergevoel en van een ze
ker zelfrespect bij de leer
lingen.
Zo dachten ongeveer een
eeuw geleden bijna alle gees
telijke voormannen van ons
volk. En een halve eeuw ge
leden was er van deze ziens
wijze nog zeer veel blijven
hangen.
Blik in een schoolklas
anno 1848.
Tegen 't einde van de vori
ge eeuw was dhr. D. de Groot
schoolopziener te Utrecht.
Deze deskundige herinnerde
zich nog de schooltoestanden
uit zijn jeugd:
„Bijna alle stadsscholen be
stonden uit één lokaal en be
vatten 200 a 300 kinderen en
soms nog wel meer. De leer
lingen zaten er opeengepakt
aan lange schooltafels met
smalle bank of zitting zonder
rugleuning en zonder behoor
lijke steun voor de voeten. De
banken waren echter voor de
groteren laag genoeg om geen
andere steun te behoeven dan
de vloer, een vloer van klin
kers. Voor de schrijvers, d.i.
voor de meergevorderden, die
voor schrijf- en leesboek een
lessenaar behoefden, heb ik
nog smalle, dubbele lesse
naars gekend, en bij de abé-
klanten, die op het bord leer
den, bankjes zonder lesse
naar.
Om geen plaatsruimte te
verliezen, stonden de school
tafels zó dicht bijeen, dat ze
slechts een nauwe passage
lieten voor de leerlingen,
maar ook voor de meester,
die nogal eens helpen moest
bijv. bij de sommen. Van
klassikaal rekenen had men
nog geen begrip
„In hoedanige atmosfeer de
jeugd in die scholen zat, is
niet te gissen. Er werd ge
ventileerd met tuimelramen
en tochtramen en daarom
liet men ze des winters maar
dicht bij de sobere kachel
verwarming In de regel
zaten alle leerlingen met het
gezicht naar dezelfde muur
gekeerd; soms was dit an
ders. Die muur werkmuur
noemt men hem nu zag er
heel wat anders uit dan te
genwoordig: hij was kaal,
geen wandkaart, geen plaat
en geen borden zelfs, omdat
men die uitsluitend op ezels
gebruikte. Dat het onderwijs
op zulke scholen niet veel kor
beduiden, al bestond het al
leen maar in lezen, schrijven
en rekenen, is licht te begrij
pen". Vóór 1857 ontvingen
weinig onderwijzers meer dan
150.a 200.per jaar,
plus een woning en de winst
op de schrijf- en leerbehoef
ten, die de „meester" aan de
leerlingen leverde. Pas in 1857
kwam er een wet, die een
minimum-jaarwedde voor de
hoofdonderwijzer van ƒ400.
met vrije woning en van
200.voor een hulp-onder
wijzer vaststelde.
Toen dacht men „anders".
Het is duidelijk, dat het on
derwijs op zulke scholen en
met zulke slecht betaalde on
derwijzers niet veel kon op
leveren. Het eigenlijke volk
leerde ten hoogste wat lezen,
schrijven en rekenen en
slechts de kleine en dunne
laag der gegoede klasse moest
geheel alleen de mannen der
wetenschap opleveren. Dui
zenden knappe koppen uit 't
volk bleven verstoken van 't
nodige onderwijs; niemand
kan berekenen hoeveel on
noemelijke schade er zo aan
ons volksbestaan is toege
bracht. Maar ook de meest
vooruitstrevenden begrepen
in die tijd nog niet de voor de
hand liggende waarheid, dat
èn de materiële èn de geeste
lijke rijkdommen van een
volk tenslotte afhangen van
de mogelijkheden, die het zijn
kinderen kan bieden om zijn
gaven te ontwikkelen en ten
bate van het gehele volk aan
te wenden.
Des te meer verdienen die
figuren ons respect, die nu
een halve eeuw geleden tegen
onnoemelijk veel tegenstand
in hebben gezorgd dat er een
leerplichtwet werd ingevoerd.
Op 30 Maart is het 50 jaar
geleden dat de leerplichtwet
met 50 tegen 49 stemmen
werd aangenomen. Op één na
was de Kamer dus voltallig;
wel een bewijs dat men aan
de kwestie grote principiële
betekenis toekende. De ka
tholieken en de anti-revolu-
tionnairen stemden tegen! De
katholieken met één uitzon
dering, een man, die zijn ge
loofsgenoten uit die dagen
vóór was. Dat was Dr. H.
Schaepman (18441903).
„Eén mens heeft aan hon
derdduizenden landgenoten 't
slavenjuk van de leerplicht
op de nek getast", schreef de
Katholieke „Limburger Koe
rier" in die dagen. En 't blad
voegde er bij: „En vraagt gij
wie die éne mens is, dan moe
ten wij U antwoorden: Dat is
Dr. Schaepman. Ja, waarach
tig, hij is het!"
Het is natuurlijk thans ge
makkelijk de staf te breken
over de volksvertegenwoor
digers, die destijds in de leer
plichtwet iets verderfelijks
voor ons volk zagen. Zonder
twijfel zal men over een hal
ve eeuw meelijdend de schou
ders ophalen over vele van
onze huidige opvattingen, die
ons thans toch zo voortreffe
lijk lijken.
De afgelopen dagen heeft
men op het historische Haag
se Binnenhof vele Tweede
Kamerleden met vragende ge
zichten kunnen zien rond
dwalen. Zij waren verdreven
uit hun oude, vertrouwde
vergaderzaal en in de
grote Ridderzaal voelden
zij zich de eerste dagen als
katten in een vreemd pak
huis. Misschien komt dat,
doordat de mannen vaak een
„tikkeltje" verwend en con
servatief zijn. Jarenlang ver
gaderde men in de oude bal
zaal van Willem V. Men ken
de in het heus niet zo fraaie
gebouw iedere deur en iedere
gang. Maar nu moeten zij
dwalen door onderaardse ge
welven, via kronkelende
trappen, eeuwenoude deuren,
tochtige portieken en donke
re nissen. Neen, onze volks
vertegenwoordigers zijn daar
nog niet aan gewend. Zij ma
ken nog maar al te gretig ge
bruik van het oude Kamerge
bouw, met het gevolg, dat 'n
stemming pas kan plaatsvin
den twee minuten nadat de
bel is gegaan. Deze stem
mingsbel is n.l. in beide ge
bouwen te horen. Dolende
mensen blijken lang van stof
te zijn. Er is in de afgelopen
week veel en lang gepraat.
Nu de slepende Indonesische
kwestie voorbij is, wordt ge
lukkig de wetgevende arbeid
weer interessanter. Men voelt,
dat niet ten koste van alles
het Kabinet bij elkaar gehou
den behoeft te worden. En zo
kan het gebeuren dat de oude
Rooms-Rode coalitie in twee-
en uiteenvalt. Dramatisch is
dat zeker niet. Minister Drees
en zijn mannen zitten stevig
te paard. Er is in de binnen
landse politiek op het ogen
blik geen vuiltje aan de lucht.
Dat betekent niet dat de pa
den der Ministers over rozen
gaan. Lieftinck en Mansholt
hebben dit verleden week al
ondervonden.
De paardenwet.
De Minister van Landbouw.
Visserij en Voedselvoorziening
kwam met een paardenwet op
de proppen. Een technische
en moeilijke materie, welke
de stedeling maar weinig zal
interesseren. Gelukkig, dat er
vele landbouw- en veeteelt
deskundigen in de Tweede
Kamer zitten. Zo niet, dan
zouden de andere afgevaar
digden met deze wet stellig
geen raad geweten hebben.
Thans is het wetsontwerp ter
nadere bestudering van de
vaste Landbouwcommissie uit
de Kamer verhuisd. Dat kan
wel eens betekenen dat men
dit wetsontwerp nimmer zal
terugzien, of het moet zeer
ingrijpend veranderd worden.
Minister Mansholt wil een
betere paardenstapel. En
daarom diende hij een wets
ontwerp in, waarin een krui
singsverbod werd opgenomen
met uitzondering van een
aantal types en waarin
werd vastgesteld, dat alle
merriën een keuring moeten
ondergaan, waaruit zal moe
ten blijken of zij voor de fok
bestemd kunnen worden.
De bezwaren tegen dit wets
ontwerp waren bijna niet te
tellen. Zowel de heer v. d.
Weyden (K.V.P.) als de he
ren v. d. Heuvel (A.R.den
Hartogh (V.V.D.) en Stokvis
(Comm.) moesten er niets van
hebben. Hun argumenten wa
ren bijna alle dezelfde. Zij
kwamen hierop neer, dat het
kruisingsverbod in feite een
Duitse maatregel is, dat de
verplichte merriënkeuring een
onduldbare aanslag op de vrij
heid is en dat een landelijke
verordening niet noodzakelijk
is. In Friesland heeft men iets
dergelijks geregeld bij pro
vinciale verordening. Uiter
aard is dit maar een keuze uit
de velerlei bezwaren.
Bovendien vond men deze
paardenwet niets voor de wet
gever. Laten we liever wach
ten, zo redeneerden de tegen
standers, tot in het raam van
de P.B.O. het Landbouwschap
tot stand is gekomen. Dan
kunnen de desbetreffende or
ganisaties deze zaak zelf on
der de loupe gaan nemen. De
P. v. d. A. en de C.H.U. von
den elkaar ditmaal. Zowel de
heer Vondeling (Arb.) als de
heer de Ruiter (C.H.U.) voel
den veel voor dit ontwerp.
Zij vonden het Overheidsin
grijpen helemaal niet zo
groot. Waar nog bij kwam,
dat voor hen het argument
van de verbetering van de
paardenstapel doorslaggevend
was. Vooral de heer de Ruiter
liet over de kwaliteit van on
ze paarden sombere klanken
horen.
Minister Mansholt zeide zich
te voelen als een zwoegend
paard en een koppige voer
man. Zijn verdediging was
voor de Tweede Kamerleden
niet bijzonder vleiend. De
wetenschappelijke deskundi
gen sloeg hij in ieder geval
veel hoger aan dan de „boe-
ren"-afgevaardigden in de
Kamer. Hij begreep wel, dat
hij zonder concessies te doen
dit wetsontwerp nooit aange
nomen zou krijgen. Daarom
wilde hij de geregistreerde
paarden wel van de keuring
vrijstellen. Dat was echter
zijn enige tegemoetkoming.
Voorzitter Kortenhorst zag
wel, dat dit wetsontwerp er
nooit door zou komen. Het
verdween dan ook naar de
vaste commissie. Dan kan men
er zich nog eens over bera
den.
De Dividendstop.
Minister Lieftinck kreeg al
eveneens de wind van voren.
Hij had een wetsontwerp te
verdedigen inzake de bepei--
king van het dividend. De di
videndstop blijft bestaan. Al
leen wilde de bewindsman 'n
verfijnde methode gaan toe
passen. Zes procent van het
gestorte aandelen-kapitaal en
twee procent van het zuiver
vermogen zullen de vennoot
schappen aan dividend mogen
uitkeren. Deze verfijning kan
voor sommigen een verbete
ring betekenen. Zij, die tegen
de dividendstop zijn, de KVP,
A.R., C.H., V.V.D. en de heer
Welter (K.N.P.) wilden dit
wetsontwerp natuurlijk liever
dan de oude regeling. Dat is
zonneklaar. Hun tegenstand
ging echter tegen de dividend
stop. Minister Lieftinck wil
de zijn wet eind 1952 doen
aflopen. Tot zo lang zou de
stop dan gehandhaafd moeten
worden. Na die datum valt
dan opnieuw over afschaffing
te praten. Want voor een blij
vende dividendstop voelt zelfs
de Minister niets. Zijn partij
genoot Hofstra (Arb.) dacht
er anders over. Deze deskun
dige afgevaardigde diende
dan ook een amendement in
om de vervaltermijn uit het
wetsontwerp te lichten. Een
dividendstop kan pas opge
heven worden als de economi
sche omstandigheden daar rijp
voor zijn. Niet alleen een ar
beider, maar ook een aandeel
houder moet vei-soberen, zo
zeide hij.
Daarentegen had de heer
Ritmeester (V.V.D.) 'n amen
dement ingediend om de wet
aan het einde van dit jaar te
doen aflopen. Minister Lief
tinck had natuurlijk geen be
zwaar tegen het amendement
Hofstra. De Kamer moet zelf
maar kiezen, welke regeling
zij wenst. Het amendement
Ritmeester zal hem zeker
minder goed bevallen. Dat zal
wel „onaanvaardbaar" ver
klaard worden. Hoe deze
kwestie afloopt, blijft voorlo
pig nog een vraagteken. Het
was al vrij laat geworden en
daar verschillende Kamerle
den de reis naar huis al wa
ren begonnen, heeft men de
stemming over de amende
menten en het wetsontwerp
uitgesteld tot 28 Maart a.s.
Dat was noodzakelijk, omdat
Minister Lieftinck inmiddels
naar Indonesië is vex-trokken.
Overziet men de ontwikkeling der gebeurtenissen in
België sinds de volksraadpleging, nu bijna 14 dagen
geleden, dan wordt men niet erg hoopvol gestamd.
Integendeel, leek het aanvankelijk dat de socialis
ten tenminste niet zo'n starre houding van verzet
tegen 's konihgs terugkeer zouden handhaven, de af
gelopen week heeft geleerd dat er eerder een ten
dens naar de andere kant is. Voor de zuiver parle
mentaire zijde van het geval zou dat niet zo'n on
overkomelijke moeilijkheid zijn als de liberalen zich
niet zo halfslachtig gedroegen.
Zo zit België wel in een
buitengewoon moeilijk par
ket. Moeilijkheden, waarvoor
op de eerste plaats de C.V.P.
een oplossing moet zoeken.
En het lijkt wel of ze met het
verstrijken van de tijd groei
en. Bovendien zit men met de
officiële uitslag van de volks
raadpleging. Daardoor is het
'n feit gebleken dat de meer
derheid van 't Belgische volk
Koning Leopold terug wil.
Wel niet zo groot als voor een
spoedige en bevredigende op
lossing nuttig en wenselijk
zou zijn geweest, maar bete
kent dit dat de meerderheid
zich nu aan de zin van een
fanatieke minderheid moet
onderwerpen? Dit is ons nog
nooit als democratisch voor
gehouden. Niettemin geven de
socialisten de indruk dat zij
daarin de oplossing van de
crisis zoeken Toch heeft ko
ning Leopold niet alleen op
de uitspraak van zijn volk
willen afgaan, maar zich on
derworpen aan de uitspraak
van het parlement. Daarop is
men blijven steken. Want eer
de regering het parlement bij
een kon roepen, zijn de libe
ralen vorige week Zaterdag
uit het kabinet getreden, wat
meteen het einde van het ka
tholiek-liberale ministerie-
Eyskens betekende. De socia
listen organiseerden stakin
gen, die officiëel niet van hen
uitgingen, maar die ze maar
al te graag steunden, oude
tegenstellingen werden weer
in al hun scherpte levendig,
zodat de koningskwestie mede
ontaardt in een strijd tussen
Walen en Vlamingen en tus
sen anti-clericalen en cleri-
calen. Alles bijeen een zeer
onverkwikkelijke toestand in
een land dat zichzelf en de
democratie respecteert.
En dan de liberalen. Die
noemen hun houding „vrij".
Ze kruipen echter steeds meer
in het linkse schuitje. Maar
hun innerlijke verdeeldheid
zelf verhindert hen hun hou
ding juist te bepalen. De in
formateur Eyskens heeft al
dagen lopen informeren zon
der noemenswaardig resultaat
te bereiken. De socialisten
zullen uiteraard niet meewer
ken, een louter C.V.P.-kabinet
zou niet sterk staan en men
moet zich dus afvragen: wat
doen de liberalen? Eyskens
vraagt dat blijkbaar ook, zon
der een bevredigend antwoord
te krijgen.
Of zal men weer zijn toe
vlucht moeten nemen tot het
volk in de vorm van nieuwe
verkiezingen? Het volk kan
dan zijn antwoord geven op
de houding der diverse par
tijen in deze strijd. Mogelijk
dat daar de parlementaire op
lossing in zit, maar of er de
sfeer door gezuiverd zal wor
den is een andere vraag. Sta
kingen zijn dikwijls een ge
liefkoosd middel om partij-
dwang uit te oefenen!
Zal de koning, eenmaal
weer optredend, er in slagen
de tegenstellingen tussen de
twee delen van zijn volk te
overbruggen en de scherpe
kanten die weer uitsteken bij
te schaven? Het sentiment is
dikwijls sterker dan de rede,
maar is het niet juist de ko
ning die de twee volken
bindt?
Voor 's lands welvaart.
Bij de Tweede Kamer is een
wetsontwerp ingediend om de
goedkeuring te verkrijgen
voor het aandeel dat het rijk
zal nemen in de uitbreiding
van de Koninklijke Nederl.
Hoogovens en Staalfabrieken
te IJmuiden tot een bedrag
van 9 millioen gulden, in een
naamloze vennootschap die
een breed-bandwalserij en 'n
blikfabriek zal oprichten en
exploiteren tot een bedrag
ft
van 65 millioen, terwijl de
staat dan nog aan deze N.V.
een bedrag van 48 millioen
kan bijdragen voor bepaalde
garanties.
Deze bijdragen wil het Rijk
doen, omdat het totaal van 188
millioen gulden 't vermogen
van de Hoogovens te boven
gaat en het plan past in de
industrialisatie-politiek, ver
ruiming van werkgelegenheid
meebrengt en gunstig kan
werken op de betalingsbalans.
Om deze en nog meer rede
nen wil de regering de risi
co's die er aan vastzitten aan
vaarden.
Adenauer's Unie.
Kanselier Adenauer van
West-Duitsland meent 't wel
serieus met zijn Frans-Duitse
Unie en het kabinet staat ach
ter hem. In een officiëel in
terview met een Amerikaan
se verslaggever heeft Aden
auer uiteengezet hoe hij zich
de Unie denkt. Ze zou moe
ten beginnen met een econo
mische unie en wel op korte
termijn, waarvoor dan een
economisch parlement inge
steld zou moeten worden uit
gekozen leden van de parle
menten van beide landen. De
gezamenlijke regeringen zou
den dan een lichaam kunnen
vormen ter uitvoering van de
besluiten. Langzamerhand zou
dan het apparaat uitgebouwd
moeten worden.
Adenauer ziet de Fran-
Duitse Unie zelfs als de kern
voor een Europese Unie van
Italië tot Scandinavië. Dit
acht hij de enige mogelijkheid
om Rusland van een aanvals
oorlog af te houden, want hij
meent dat nu de verleiding
voor de Sovjet-Unie om Eu
ropa onder de voet te lopen,
groter is dan men algemeen
denkt. En zou Amerika dan
vechten voor de bevrijding
van ons werelddeel?
Toch kan men zich voor
stellen dat Frankrijk niet zo
erg enthousiast is voor een zo
nauwe binding aan Duitsland.
Men vindt daar dat Duitsland
zijn rol kan spelen in de Eu
ropese Raad, maar niet door
een unie met Frankrijk.
Marshall-hulp omlaag?
De commissie voor buiten
landse zaken van het Ameri
kaanse Huis van Afgevaar
digden heeft besloten het be
drag dat de E.C.A. voor de
Marshall-hulp in 1950/'51
heeft aangevraagd, met een
milliard dollar te verminde
ren en hiervoor in de plaats
overtollige Amerikaanse land
bouwproducten tot een zelfde
waarde te verstrekken.
MISSIE-TENTOONSTELLING
„DE TURK".
DE ACHTERHOEDE VAN
HET MISSIE-LEGER.
Nemen we in het kort „De
Grote Drie' een voor een onder
de loupe.
De eerste is De Voortplanting
des Geloofs. Om in legertermen
te sprekende V.D.G. ressor
teert onder het Pauselijk Ministe-
lie van Missie-bevoorrading.
Door dit Genootschap worden
alle Katholieken ingeschakeld in
de verovering van de wereld
voor Christus, onder het opper
veldheerschap van de Paus.
Het Genootschap onxvat
1. Alle missielanden en alle
missievolken.
2. Alle mensen
de enen om bekeerd te wor
den,
de anderen om te bekeren.
3. Geheel het Geloof, om het
te doen opbloeien, waar het
niet bestaat
te steunen, waar het strijdt
te troosten, waar het lijdt.
4. Alle rechten van Christus-
Koning.
5. Het gehele Verlossingswerk.
6. De eenheid van schaapstal
en herder voor de volkeren van
alle rassen en talen en alle tijden.
7. De vereniging van alle men
selijke krachten gebeden, offers,
werken van barmhartigheid.
Wat wordt van u gevraagd
De offers der missionarissen
Neen, men laat u rustig in eigen
land en huis en gezin.
Langdurige gebeden, strenge
boeteplegingen, zware geldelijke
offers
Ook dat niet.
Wat dan Een klein dagelijks
gebed, een kleine jaarlijkse aal
moes.
Zo gezien, zouden alle katho
lieken lid moeten zijn van de
V.D.G.
Hoe staat het met het lidmaat
schap van de V.D.G. in Neder
land
Ternauwernood zijn 200.000
katholieken lid van het Genoot
schap. En dat terwijl er toch 2
millioen katholieken zijn boven de
12 jaar. Trek hier een ruim per
centage af voor de armen, de
grote gezinnen etc., dan moeten
er toch nog minstens 1 millioen
leden zijn van de V.D.G. in Ne
derland.
Door uw lidmaatschap bent
ook u het, die naar het bevel van
Christus, preekt, doopt en on
derwijst. Gij zijt het, die kerken
bouwt, scholen opricht, zieken
verpleegt.
Paus Pius XI noemde de V.
D.G.„een werk, groot onder
alle werken, het meest aposto
lische onder alle apostolische
werken".
En hij besliste„De Voort
planting des Geloofs moet het
eerste en voornaamste missiewerk
ziin".
Geen verontschuldigingen dus,
geen uitvluchten, 't is God, die u
in dit werk roept.
PERS-COMITÉ.
Harmonie-verenigingeix
en de Omzetbelasting.
Ergens in den lande heeft
een Inspecteur der belastin
een Inspecteur der belasting
aan een harmonie-vereniging
een aanslag Omzetbelasting
opgelegd.
De vereniging ging in be
roep bij de hoogste instantie,
de Tariefcommissie, doch zij
kreeg de kous op de kop.
Uit de overwegingen van de
Inspecteur, welke de Tarief
commissie overnam, blijkt o.a.
het volgende:
De vereniging had de vol
gende bronnen van inkom
sten:
le. concerten op verzoek;
2e. gemeente-subsidie;
3e. serenades op verzoek;
4e. giften in natura bij sere
nades;
5e. entrée-gelden van intro-
ducé's bij concerten van
donateurs;
6e. opluistering processies, op
tochten en feestelijke ge
beurtenissen;
7e. contributie van de leden
en ere-leden;
8e. donaties en vaste bijdra
gen van donateurs.
De inkomsten, genoemd on
der 2, 4, 7 en 8 werden niet
belast voor de Omzetbelasting,
al vallen de giften in natura
(genoemd onder 4) er eigen
lijk wel onder. De uitdeling
van bier en sigaren aan de
muzikanten wordt dus niet
belast. (Het is niet te hopen
dat men deze groep van in
komsten gaat uitbreiden, want
dan komt de embouchure le
lijk in 't gedrang).
De Inspecteur besloot met
de volgende overwegingen:
„dat uit al de hiex-voor ge
noemde diensten, door de
(vereniging) verricht, blijkt,
dat zij niet slechts incidenteel
optreedt, doch dat zij als or
ganisatie van kapitaal en ar
beid geregeld diensten ver
richt ten behoeve van het
maatschappelijk verkeer en
aldus behoeften bevredigt;
dat de omstandigheid, dat
de vereniging met ideële oog
merken gratis de gemeenschap
muzikaal genoegen verschaft
op zichzelf geen aanleiding
kan zijn haar als ondernemer
in de zin van het Besluit op
de Omzetbelasting aan te
merken, doch dat zij daar
naast ook op de bovenge
noemde wijze optrad;
dat gezien het gehele sa
menstel van alle verschillen
de manieren waarop de ver
eniging in het maatschappe
lijk verkeer optreedt, zij te
recht als ondernemer is aan
gemerkt."
Van Loon.
Het voorstel werd gedaan
door een republikeins afge
vaardigde en het zou de hulp
verminderen tot 1.950.000.000
dollar. De Amerikaanse rege
ring heeft echter bezwaar te
gen het amendement en ook
in andere kringen is men er
niet erg voor. Na de behan
deling door de Commissie
wordt de begroting voor de
Marshall-hulp voorgelegd aan
het Huis van Afgevaardigden.
Ministers naar Indonesië.
Behalve de ministers Van
den Brink en Götzen, die al
eerder in Indonesië waren
aangekomen, zijn Dinsdag
avond ook de ministers van
Financiën, prof. Lieftinck en
de ministers voor Uniezaken
en Overzeese Rijksdelen, mr.
Van Maarseveen naar Indone
sië vertrokken om deel te ne
men aan de eerste conferentie
van Unie-ministers, die mor
gen begint. Met hen ging ook
de Hoge Commissaris van In
donesië in Nederland, mr.
Moh. Rum.
Onrust in Italië.
Vorige week is het in Italië
herhaaldelijk tot botsingen
gekomen tussen communistij
en neo-fascisten, waarbij 30
personen gewond werden. De
regering heeft daarop specia
le veiligheidsmaatregelen ge
nomen, de politiemacht over
het hele land versterkt, bij
eenkomsten van vakbonden
in fabrieken verboden en de
prefecten volmacht gegeven
in de eerstvolgende 3 maan
den openbare vergaderingen
en optochten te verbieden.
Daarop hebben in Noord-Ita-
lië, Genua, Milaan, Bologna,
Florence en Pisa, uit protest
duizenden arbeiders enkele
uren het werk neergelegd. De
communisten speelden na
tuurlijk voor raddraaiers. De
politietroepen rukten uit,
maar er deden zich geen in
cidenten voor. Overigens ver
wacht men in de komende
tijd een krachtproef van de
communisten om de zaak in
de war te sturen.
Kerkelijke leiders zweren
trouw aan Praag.
De hoogste niet-katholieke
hoogwaardigheidsbekleders
hebben ten overstaan van
president Zapotcky de eel
van trouw aan de Tsjecho-
slowaakse staat afgelegd. On
der hen bevinden zich de pa
triarch van de Tsjechoslo-
waakse kerk, de voorzitter