Waalwijkse en Langstraatse Courant
23 APRIL, ST. JORISDAG
De K.V.P. Vergadert
De kogel is door de kerk.
VERF.
PUROL gmeestMWitftaait d& fuud
DE DAG DER PADVINDERS
EN VERKENNERS.
RAAD VAN HEUSDEN.
DE DEMER WORDT GEDEMPT.
W. van der Heijden Zonen
Waalwijk. T*l. 443
VRIJDAG 21 APRIL 1960.
Uitgever
vVaal wijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO HEI ZUIDEN
72« JAARGANG No. 25.
Abonnement
10 cent per week
1.90 per kwartaal
2.20 franco p.p.
Advertentie-prija
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1878.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
Er is misschien wel geen
dag aan te wijzen die zo al
gemeen door alle padvinders
en verkenners wordt gevierd
als St. Jorisdag.
Op deze dag hernieuwen
zij hun beloften. Neergehurkt
rond het sprankelend kamp
vuur, peinzend, starend in de
grillige vlammen, verrijst
voor het geestesoog van de
jongelui door het bezielend
woord van de leider, de edele
figuur van de heilige Joris
die met élan het kwade tege
moet trok, bestreed en
overwon, het kwade geperso
nifieerd in een monsterach
tige draak, die eenmaal stad
en land onveilig maakte.
Wie was St. Joris?
Kletterende paardenhoeven
verbraken de morgenstilte
van de verlaten straten van
het stadje Lydda, gelegen in
de vallei van Saron. Een jon
ge ruiter, nauwelijks 18 jaar
oud, spoedde zich naar het
Marktplein, waar op deze dag
een belangrijke vergadering
zou worden gehouden.
Allerlei gedachten vervul
den zijn hart. Was hij niet
vóór enkele dagen tot ridder
geslagen en had hij toen
niet de belofte gedaan de
strijd te zullenaanbinden te
gen donkerte en duisternis,
onzedelijkheid en onreinheid?
En mocht hij vandaag niet
voor het eerst de samenkomst
alhier bijwonen, omdat hij nu
„man" geworden was? De jon
ge ridder hunkerde naar het
ogenblik, waarop de geheim
zinnige „sluier", die over de
samenkomst hing, zou worden
opgelicht.
Niet lang zou hij behoeven
te wachten. Reeds rijst uit de
zetel op het Marktplein de
leider op, Joris' vader. Som
ber en ernstig staat zijn ge-,
zicht, evenals dat van de in
middels op later uur, samen
gevloeide menigte.
Stomme verbazing en ont
zetting maken zich van Joris
meester wanneer hij het ont
stellend bericht verneemt van
het contract dat de stad heeft
gesloten met een draak, vol
gens welke overeenkomst
jaarlijks aan het monsterdier
een tiental jonge meisjes moe
ten worden uitgeleverd en
het lot bepaalt op de verga
dering wie dat zullen zijn! Is
er dan niemand die zich hier
tegen verzet?
„Waar woont die draak?"
informeert de jonge ridder bij
een man die naast hem staat.
Maar deze weet hem alleen
te melden dat het monster ver
weg woont, nog verder dan
de zon!
Zal Joris openlijk protes
teren tegen het schandelijk
contract? Maar, wie zal naar
hem luisteren? Dan liever
zelf trachten het helse beest
te bestrijden en de moordpar
tij te voorkomen.
In alle stilte maakt de vu
rige jongeling zich gereed
voor het vreselijke duel en
als de nacht valt over het
kleine stadje, trekt de jonge
ridder het eenzame, duistere
veld in, de draak tegemoet.
Reeds is 't monster op weg
naar de stad en zijn gebrul
klinkt Joris als een gerommel
van een aardbeving in de
oren.
Even voelt de held twijfel
oprijzen in zijn hart. Zou het
Gods wil zijn wat hij gaat
doen? Maar dan gelooft hij
weer zeker dat de Almachtige
hem steunen zal in de onge
lijke kamp, die hij tegemoet
gaat.
Wanneer het eerste licht
van de nieuwe dag aan de
Oosterkim begint te kleuren,
stijgt de spanning in Joris'
ziel ten top, want dan ziet hij
het monster. Met wijdgeopen
de bek nadert het hem. Een
wolk van stof tekent 't spoor
waar het ging, en de enorme
staart die onophoudelijk de
grond geselt, slingert zand en
stenen ver rond zich heen,
terwijl de venijnige tong
vuurvlammen vonkt.
Even doorflitst de knaap de
gedachte aan zijn veilig te
huis achter de muren van
Lydda, doch terstond wordt
dit beeld verdrongen door de
voorstelling van het verdriet
dat jaarlijks velen in de stad
treft, wanneer het monster
dier zijn slachtoffers eist.
De aanval.
Niets weerhoudt dan ook de
H. Joris meer om de draak
aan te vallen. Hij geeft zijn
paard de sporen en rijdt met
uitgetrokken zwaard op het
monster toe. Dit stoot met
kracht een rotsblok in de
richting van zijn tegenstander,
maar de steen ploft neer in
een ravijn, zonder doel te
treffen. Vurige vonken werpt
het monster daarna naar zijn
aanvaller, maar niets kan de
held deren, die met ontzag
lijke slagen met zijn zwaard
op de draak inhouwt.
Helaas valt Joris' paard ten
offer aan de draak en de rui
ter is gedwongen thans te voet
het duel voort te zetten. Na
brul van de draak zwakker en
dagen strijdens wordt het ge
verslappen zijn aanvallen.
Tenslotte weet de H. Joris
hem de genadeslag toe te
brengen. Vurig dankt hij God
voor deze schitterende over
winning. Van dodelijke uit
putting valt de held nu in
slaap, om eerst na tien dagen
te ontwaken.
Wanneer het gerucht door
Lydda zich verspreidt dat de
draak gedood is, stromen in
inwoners naar buiten om het
zwaar verminkte cadaver te
zien.
Tevergeefs zoeken ze even
wel de overwinnaar, die reeds
opnieuw de wereld is inge
trokken.
Cleodelinde.
Anderen weten te verhalen
van de beeldschone Cleode
linde, die door het lot was
aangewezen prooi te worden
van het monster.
Geheel alleen, gestoken in
haar Zondags gewaad, trad
ze de stadspoort uit, bittere
tranen stortend als ze denkt
aan de gruwzame dood die ze
tegemoet gaat.
Plotseling daagt er redding
op, op het moment dat de
draak zijn bloedig werk zal
beginnen, want snel als de
wind nadert een goed gewa
pend ruiter.... Sint Joris!
Deze weet het ondier met een
geweldige zwaardstoot aan de
grond vast te priemen. Zo
krijgt hij tevens de gelegen
heid een van de prinses ge
leende gordel stijf om de nek
van het monster te binden.
Daarna biedt hij Cleodelinde
zijn arm en samen wandelen
ze, de draak als een hond aan
een riem meevoerend, stads-
waarts, waar een enthousiast
gejuch losbarst ter ere van t
paar. De inwoners worden nu
allen gedoopt en St. Joris
wordt een beroemde heilige
en sindsdien de schutspatroon
der redders.
Twijfel.
Eertijds twijfelde niemand
aan de waarheid van dat ver
haal, maar later rijmde mén:
Sint Joris heeft, als wordt
vermeld,
Een felle draak ter nêer
geveld.
Een maagd verlost uit
diens geweld,
Die dappere Sint Joris!
Maar menigeen wat
droeve zaak!
Schept nu in twijf'len
boos vermaak
En zegt: Sint Joris en de
Draak
Zijn geen van tweeën
historisch.
Er is op aarde nooit zo'n
beest,
En evenmin zo'n Sint ge
weest,
Wel hopen wij voor 't
minst, mijn vrinden,
Dat men er een Maagd
moog' vinden!"
Grote verering.
Ondanks deze twijfel aan
de diverse legenden, geniet
tot op de huidige dag St. Jo
ris als heilige nog veel ver
ering.
Op uithangborden kwam de
heilige ook voor als, te Lei
den:
„Dat is in Redder St. Joris,
Hier verkoopt men brande-
moris".
en:
„In St. Joris, vol van
waarden,
Tapt men wijn en bier en is
stalling voor paarden".
De verkenners van de ka
tholieke jeugdbeweging vie
ren in 1950 het twintig-jarig
bestaan van een katholieke
verkennersorganisatie in Ne
derland.
Op St. Jorisdag, Zondag 23
April, zal ter gelegenheid
daarvan Mgr. dr. A. C. Ram-
selaar namens kardinaal de
Jong een H. Mis opdragen in
de kapel van het St. Canisius-
college te Nijmegen. Na de
H. Mis is de gebruikelijke
vlaggen-parade. Des middags
wordt het nationale buiten-
centrum van de katholieke
jeugdbeweging „Gilwell St.
Walrick" feestelijk in gebruik
genomen. Dit buitencentrum
is gelegen aan de weg van
Hatert naar Overasselt (bij
Nijmegen).
Eveneens ter gelegenheid
van het 20-jarig bestaan zal
een beeld van St. Joris een
zwerftocht maken door alle
districten van de K.J.B. Deze
tocht begint op 23 April, na
de inzegening van het bui
tencentrum.
Toch is dat niet helemaal
waar, want er waren ook min
der betrekkelijke elementen
in het spel. Werd b.v. aan de
oproep tot de vergadering
kracht bijgezet door het drei
gement dat het bestaan van
de afdeling op het spel stond,
aan het einde van de avond
was het bestuur aangevuld
met een zestal bereidwillige
mensen, die het smeulende
vuurtje mee zullen aanblazen.
Mogelijk heeft ook Mr. Frans
van Wijck, wethouder van
Amsterdam en geboren Waal
wij ker, er het zijne toe bijge
dragen dat verschillenden
weer dieper overtuigd zijn
van de noodzaak van plaatse
lijke afdelingen der K.V.P.
En voor degenen die nog niet
de belangstelling hebben kun
nen opbrengen om ook eens
zelf te komen, kunnen we,
lijkt ons, niet beter doen dah
het een en ander van zijn be
toog weer te geven. Misschien
werkt het iets uit.
UP g
Kracht door samenwerking.
Na de begroeting door de
voorzitter, de heer Van Eyl,
speciaal van Mr. Van Wijck
en de aanwezige autoriteiten
uit de gemeente, de burge
meester en wethouder v. Loon,
was onmiddellijk het woord
aan de spreker.
OP* i'i i
De titel „Wat en Waarom?"
zegt op zichzelf nog niet veel
en daarom begon Mr. v. Wijck
in zijn inleiding een weg te
Een interessante lezing van Mr. Frans van Wijck, wet
houder van Amsterdam en geboren Waalwijker.
Nieuw leven in de afdeling Waalwijk?
Wij durven deze hoopvolle gedachte niet, dan ge
volgd door een vraagteken, uit te spreken. Ook dan
kan men ons nog van al te groot optimisme be
schuldigen, in aanmerking nemend dat van de 1600
papieren leden er 60 a 70 in lëVende lijve aanwezig
waren. Maar wij kijken deze keer de andere kant uit
en constateren dan dat er minstens 2 a 3 maal zo
veel belangstellenden waren dan andere keren. Het
lijkt dus slechts een kwestie van hoe je de zaak
bekijkt.
banen naar het punt waar hij
heen wilde.
Zijn eerste positieve, wel
algemeen erkende, uitspraak
was, dat men op de dag van
vandaag niet met een zekere
nonchalance langs de proble
men mag heen lopen. Door
samenwerking moet men
trachten ze op te lossen, sa
menwerking niet aleen van
enkelen, maar van allen. De
vele vraagstukken waarmee
Brabant momenteel worstelt
en in de toekomst nog meer
zal moeten worstelen, worden
niet alleen in Den Bosch op
gelost, het hele volk moet er
aan meewerken. Het is daar
toe nodig ook samen te wer
ken in een politieke organi
satie en daarin heeft evenzeer
een afdeling haar waarde.
Ging het er om, aldus Mr.
Van Wijck, een dragelijke
toestand beter te maken, dan
was het nog wat anders, maar
we moeten een ondragelijke
toestand dragelijk maken. Dat
is een kwestie van werken op
lange termijn; er zullen tien
tallen jaren mee gemoeid zijn.
Er zullen daarbij nog fouten
gemaakt worden en als er dan
geen samenwerking is onder
behoorlijke leiding, dan kun
nen die fouten leiden tot
konsekwenties, die anders
nooit voorgekomen zouden
zijn. Ieder draagt aansprake
lijkheid voor de diverse
vraagstukken, ook voor die,
welke boven Brabant uitgaan.
Het gaat oin de mens.
Het eigenlijke vraagstuk
van deze tijd, betoogde Mr.
Van Wijck verder, is een gees
telijk, een moreel probleem.
En daarom, herhaalde hij,
moet het opgelost worden met
de hulp van allen.
De huidige wereld weet
geen raad meer met de mens,
zoekt een oplossing voor de
vraag hoe ieder een mens
waardig bestaan kan krijgen.
Van dit probleem is de oor
log niet de oorzaak, het is er
hoogstens wat acuter door ge
worden, maar misschien is er
jüist oorlog gekomen omdat
we het niet hebben kunnen
oplossen.
De spreker wees vervol
gens op het gevaar van het
communisme, dat wel beter
gezien wordt dan het gevaar
van het nationaal socialisme
vóór de oorlog. Het bestaat
echter ook m Nederland, al
zijn de aanhangers niet zo tal
rijk. Maar zijn kracht ligt
niet zozeer in het aantal als
wel in de grote steun die het
van buiten ontvangt. Daarom
is georganiseerd verzet van
grote waarde: daarom is de
K.V.P. noodzakelijk en de
kracht van de K.V.P. ligt
juist in de onderafdelingen.
Na een enkel woord over
het mislukken van de door
braakgedachte onmiddellijk
na de oorlog, constateerde
Mr. Van Wijck dat men bij
algemene uiteenzettingen wei
nig tegenspraak te duchten
heeft. Maar bij de concrete
uitwerking komen de moei
lijkheden. Dan valt er een
zekere ontevredenheid waar
te nemen, wanneer er niet
geluisterd wordt als men
denkt een goed idee te heb
ben.
Wat dat betreft gaf de spr.
enkele goede raadgevingen.
Op de eerste plaats nooit de
faitistisch te zijn. Hij had geen
persoon van betekenis ont
moet die zijn doel in enkele
jaren tijds bereikte. Boven-
schrijven was binnengeko
men betreffende onregelma
tigheden bij de groslyststem-
ming. Er was namelijk door
een lid van een afdeling on
reglementaire propaganda ge
voerd voor een candidaat. Een
aantal leden van de K.V.P.
had nu gevraagd om de can-
didaten te ontslaan van hun
belofte dat ze geen zetel zou
den aanvaarden, verkregen
door voorkeurstemmen.
De voorzitter lichtte toe dat
deze kwestie in Den Bosch
met het bestuur van de Sta-
tenkieskring was besproken.
Het ontslaan van de belofte
was onmogelijk. De candidaat
was er geheel onkundig van
en kon dus ook moeilijk ge
straft worden en aan de pro
pagandist zou een disciplinai
re straf worden opgelegd.
De voorzitter vond het jam
mer dat Waalwijk geen zetel
in de Provinciale Staten zou
krijgen, vooral omdat voor
deze streek naast een verte
genwoordiging voor de land
bouwers en de middenstand,
vertegenwoordiging van de
industrie van belang was. Hij
gaf ook toe dat er fouten wa
ren gemaakt door 't bestuur,
maar die waren niet van door
slaggevende aard geweest.
Van de 21 stemmen in het
rayon had Waalwijk er zes;
als de anderen dus één lijn
trokken, dan had Waalwijk
geen kans. De grootste fout
lag wel in de slechte opkomst
van de kiezers bij de gros
lijststemming: van de 1600
leden waren er maar 700 op
gekomen. Men had het al te
gemakkelijk opgenomen. Nu
was de kans op een derde
zetel in ieder geval uiterst
gering.
Nadat over deze kwestie
nog enkele opmerkingen wa
ren gemaakt, ging de verga
dering over tot het volgende
punt.
Dat betrof de Jongeren-or
ganisatie. Enkele jaren ge
leden was er een in elkaar
dien moet men de waarde
van een opmerking van be
tekenis niet onderschatten, al
zal het resultaat niet direct
merkbaar zijn.
Men moet zich sterk be
wust zijn van zijn grote ver
antwoordelijkheid op de dag
van vandaag en van zijn ei
gen kunnen. Als Waalwijk in
staat is een sterke groep te
vormen, die rustig over de
problemen debatteert om op
te bouwen, dan wordt er goed
werk gedaan, meende Mr. v.
Wijck. Het zijn geen mathe
matische problemen, het gaat
over mensen en men moet
dus de reacties leren kennen.
Oplossingen moeten passen op
de mens zoals hij leeft en
daarvoor is contact nodig,
men moet elkaar leren ken
nen. En dat niet alleen in 't
politieke, maar ook in het
economische, het sociale en 't
culturele.
In een dwangpositie.
Naar aanleiding van het
antwoord van minister Van
den Brink aan de Eerste Ka
mer over de industrialisatie,
drong Mr. Van Wijck er bij
zijn toehoorders op aan één
ding te onthouden: dat we in
een dwangpositie zitten op
verschillend terrein: in de
belastingpolitiek, met de in
dustrialisatie en op econo
misch gebied in het algemeen.
Ofwel iets of veel riskeren,
ofwel ten onder gaan. De op
lossing, voor de toekomst
van Nederland en voor de
redding van het Christendom,
moet gevonden worden door
samenwerking, in de bereid
willigheid om offers te bren
gen.
Dat de K.V.P. bereid is re
kening te houden met de me
ning der partijleden, bewees
Mr. Van Wijck uit een rap
port over een meningspeiling
van enkele jaren terug, waar
voor Brabant overigens 6p
Gelderland na het minste be
langstelling getoond had.
In zijn dankwoord aan de
spreker merkte de voorzitter
met betrekking tot die me
ningspeiling op, dat op de be
wuste vergadering 4 of 5 van
de 1600 leden aanwezig wa
ren geweest.
Verder dacht hij dat de ver
gadering er wel geen be
zwaar tegen zou hebben om
deze algemene gedachte bij
een andere gelegenheid uit te
diepen.
Huishoudelijke punten.
Overgaande tot de huishou
delijke vergadering, deelde de
voorzitter mee dat er een
gezet, maar die had geen le
vensvatbaarheid.
De voorzitter echter was
van mening dat er weer een
moest komen. Alle jongeren
(dus ook dames!) tussen de
18 en de 30 kunnen er lid van
zijn. Als ze ook leden zijn van
de K.V.P., houden ze alle
voorrechten van dit lidmaat
schap. Maar de jongeren
organisatie heeft tot doel tot
kernvorming te komen. Ze
vorrrtt een eigen organisatie
met een eigen bestuur. Hier
uit moeten dan later de men
sen voortkomen voor leidende
functies. Bij deze uitleg liet
het de voorzitter deze avond,
maar men zal er binnenkort
meer van horen.
Tenslotte moest 't bestuur
aangevuld worden. Van de 14
leden die het eigenlijk moest
tellen, waren er nog 6 over.
Aan het beroep van de voor
zitter op diverse mensen om
de organisatie weer mee op
poten te zetten, werd bij
stukjes en beetjes voldaan. De
volgende heren stelden zich
beschikbaar voor 't bestuur:
P. van Heesbeen, J. Dumou-
lin, M. Rullens, P. van Loon,
Van der Linden en Schoma-
ker. De voorzitter was blijk
baar zeer verheugd over dit
resultaat.
Nadat er nog enkele sug
gesties naar voren waren ge
bracht over sprekers in de
toekomst etc., werd de verga
dering gesloten met de Chris
telijke groet.
Een goed teken op deze ver
gadering was, dat er vrij veel
jongere mensen aanwezig wa
ren, minder goed dat er geen
enkel vrouwelijk lid was. Die
horen er overigens ook bij.
OFFICIËLE
BONAANWIJZING
VOOR KOFFIE.
Het Bedrijfschap voor Gra
nen, Zaden en Peulvruchten
te 's-Gravenhage heeft bon
444 Algemeen aangewezen
voor het kopen van 125 gram
koffie. Deze bon kan met in
gang van Vrijdag 21 April
1950 wo-den gebruikt en
blijft geldig voor het kopen
van koffie bij de detaillist
tot en met 6 Mei 1950.
Het rantsoen moet weder
om dienen voor zes weken,
zodat de eerstvolgende bon
aanwijzing op 1 Juni 1950
zal plaats hebben.
In zijn vergadering van Dinsdagavond heeft de raad
van Heusden dan eindelijk het besluit genomen wat
er met de Demer, één van de zorgenkinderen van
het gemeentebestuur, moet gebeuren. Na ampele
bespreking met Ir. N. v. d. Laan in besloten zit
ting, wijzigden B. en W. hun prae-advies en stelden
voor de Demer te dempen. Het voorstel werd zon
der hoofdelijke stemming aangenomen.
Die belangstelling voor de
Demer bestaat blijkbaar niet
alleen bij B. en W. en de ge
meenteraad, want er was vrij
veel publiek deze keer. Maar
verschillende raadsleden had
den, naar het scheen, niet op
het vervroegde aanvangsuur
gerekend; toen de voorzitter,
burgemeester Van Delft, de
vergadering om kwart voor
acht opende waren nog niet
allen aanwezig, maar 't kwam
al gauw bij. De voorzitter
deelde mee dat wethouder
Buijs bericht van verhinde
ring had gezonden.
De notulen werden na een
kleine opmerking van de heer
Dekkers vastgesteld en een
aantal ingekomen stukken
werd zonder meer voor ken
nisgeving aangenomen.
Er was echter ook een
schrijven van de firma De
Haan Oerlemans met klach
ten over de huisvesting van
haar personeel.
De voorz. deelde mee dat
er 12 prioriteitswoningen be
woond werden door employé's
van de firma en dat er nog
vier van haar woningen leeg
stonden. B. en W. waren
daarom van mening dat zij
geen aanleiding had tot het
doen van klachten.
De heer Dekkers echter
vond dat B. en W. maar som
ber hadden uitgepakt voor De
Haan Oerlemans. Hij con
stateerde dat er nog al eens
wrijving was tussen B. en W.
en de firma; hij wist niet of
dit het gevolg was van het
feit dat zij B. en W. een pro
ces had aangedaan. Nu drong
de firma aan op huizen en
omdat er perspectieven in la
gen voor uitbreiding, moest
de gemeente er iets voor over
hebben, meende de heer Dek
kers. Vorige week echter had
een verhuiswagen voor een
employé van de Haan Oer
lemans geen toestemming ge
kregen om uit te pakken. Dit
achtte de heer Dekkers over
dreven. Hij vond dat Heusden
er een mal figuur door sloeg
en dat zo iets bij de burge
meester van Drunen en Vlij
men niet zou gebeuren. Hij
hoopte dat B. en W. in de toe
komst niet meer zo krenterig
zouden zijn.
De heer Verschuur zag geen
reden om het standpunt van
B. en W. af te vallen. Ook
De Haan Oerlemans moest
zich aan de voorschriften hou
den, zo goed als ieder ander.
De dagvaarding door de fir
ma vond hij ook geen pret
tige weg, dat was al 't laatste
middel dat je te baat nam.
Hij wilde niet alle schuld van
de onaangename verstandhou
ding op B. en W. schuiven.
De voorz. zette het geval
uiteen. Vorige week had De
Haan Oerlemans meege
deeld dat ze iemand had
aangenomen uit Raamsdonks-
veer. De firma vroeg een toe
wijzing voor deze man, maar
had zonder de beslissing
af te wachten hem laten over
komen. Zoals de heer Ver
schuur echter zei, ook zij
moest zich aan de voorschrif
ten houden. En met de hand
op het hart kon hij verklaren
dat B. en W. de firma De
Haan Oerlemans steeds ter-
wille waren geweest.
De heer Dekkers veronder
stelde dat de firma dit ter
goeder trouw had gedaan. Hij
vond dat deze kwestie voor
komen had moeten worden.
In andere gevallen kon toch
ook veel.
PRIJZEN SIGARETTEN VRIJ.
Blijkens een beschikking in de
Staatscourant van gisteren zijn de
prijzen van sigaretten met ingang
van vandaag vrijgelaten.
Hetgeen de voorzitter be
aamde met de toevoeging: in
overeenstemming met B. en
W. Hierna sloot hij de dis
cussie.
De raad ging accoord met
het voorstel van B. en W. om
het schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
Tegen burenruzies.
Vervolgens had de voorzit
ter een brief van de bewo
ners der 13 woningen aan 't
Oud-Heusdens Eind. Ze vroe
gen scheidingsmuurtjes aan
te brengen achter de huizen.
B. en W. waren echter van
mening dat ze zich die luxe
niet konden permitteren. De
kosten zouden 1200 bedra
gen en dan was het nog een
ernstiger gebrek dat 31 an
dere woningen nog geen go
ten hadden. Inmiddels was
aan het ministerie gevraagd
die aan te mogen brengen.
B. en W. moesten tot hun
spijt adviseren, afwijzend over
het verzoek te beschikken.
De heer Van Herpt meen
de intussen dat de scheidings
muurtjes een voorbehoedmid
del zouden zijn tegen buren
ruzies!
De heer Dekkers ging daar
serieus op door en sprak over
geprikkelde vaders, nerveuze
moeders, lastige zonen en
dochters en kwam zo tot het
voorstel: beide uitgaven vlot
geven.
Dat ging echter zo maar
niet, zei de voorzitter. In ie
der geval was er de toestem
ming van het departement
voor nodig. En reparaties
mochten een bepaald bedrag
niet te boven gaan. Hij wilde
daarom eerst voor de goten
zorgen en dan later proberen
ook iets voor de scheidings
muurtjes gedaan te krijgen.
Met dit voorstel was de raad
het eens.
Daardoor was men geko
men tot de eigenlijke agenda
(zie ons nummer van Maan
dag 1.1.). De punten 4 en 5
werden zonder meer aange
nomen. Door de wijziging van
de legesverordening is voor
'n buitenlands paspoort 2.50
verschuldigd, voor de verlen
ging er van voor één persoon
2.50, voor meer personen bo
vendien voor aanvragen en
verlengen 1.voor een be
wijs van Nederlanderschap
2.50 en voor het aanvragen
en uitreiken er van 1.
De subsidie van 100 voor
het Rode Kruis (punt 6) wil
de de heer Verschuur meer in
het bijzonder ten goede zien
komen aan de E.H.B.O., het
geen volgens de voorzitter de
bedoeling was.
Betreffende punt 7, een
voorstel tot een subsidie van
50 voor de Stichting Lager
Nijverheidsonderwijs te Til
burg, merkte de heer Dek
kers op dat hij het eens was
met B. en W. dat het nij
verheidsonderwijs gesteund
moest worden. Maar in Heus
den was een tekenschool en
daar kregen de beste leer
lingen een geschenk op het
eind van de cursus. Het was
de heer Dekkers nu gebleken
dat de leraren deze cadeautjes
zelf betaalden. Hij stelde
daarom voor, het bedrag be
schikbaar te stellen voor de
tekenschool. Waarvoor zou 't
geld naar Tilburg moeten?
Omdat de stichting toeval
lig in Tilburg gevestigd was,
antwoordde de voorzitter. Bo
vendien werd de tekenschool
gesubsidiëerd volgens de Nij
verheidsonderwijswet.
De heer Verschuur was een
warm voorstander van de
subsidie. En hij nam de ge
legenheid te baat om de aan
dacht van B. en W. te ves
tigen op de beroepskeuze.
Maar ook hij was er voor
vanwege het gemeentebestuur
een prijsje beschikbaar te
stellen voor de beste Heus-
dense leerling van de teken
school. Hij vroeg B. en W. dit
voor de volgende begroting
eens te bekijken. De voorzit
ter wilde dit graag bespre
ken met het bestuur van de
school.
Ondertussen was de heer
Dekkers van mening dat het
departement van Economi
sche Zaken en dat van O. K.
en W. de subsidiëring van 't
nijverheidsonderwijs zolf ter
hand moesten nemen. De ge
meente moest de subsidies
zoveel mogelijk binnen Heus
den houden.
De heer Van Herpt'echter
bracht er tegen in, dat de ge
meente dan geen enkele
stichting hoefde te subsidië
ren.
De heer Dekkers gaf zich
tenslotte gewonnen en zo gin
gen allen met het voorstel
van B. en W. accoord.
Bij punt 8 zei de heer Dek
kers dat indertijd aan de R.K.
Jongensschool ook een fout
was gemaakt. Het bestuur