De Sociaal-Economisclie ontwikkeling
van Waspik
IPII^IIKMIEIPIF€ILM!L€IPIE
Waalwijkse en Langsiraaise Courant
Welvaartspeil en noodzakelijke maatregelen
MAANDAG 22 MEI 1950.
Uitgever
Waalwykse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHD HET ZÜIDEN
OPGERICHT 187».
BnreanXÏ GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. - SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
In dit artikel zullen we de conclusie nagaan waar
toe het E.T.I.-rapport komt met betrekking tot het
pendelverschijnsel en de inkomens- en vermogens
situatie. In een laatste hoofdstuk wordt dan aange
geven welke maatregelen er genomen moeten worden
om de bevolking van Waspik in de toekomst behoor
lijke bestaansmogelijkheden te geven. Het blijkt wel
dat dit niet eenvoudig is.
Het pendelverschijnsel. volking. Bij een onderverde
ling in verschillende catego
rieën krijgt men een enigs
zins ander beeld: van de ge
wone woningen heeft 73,4%
4 of minder vertrekken, van
de boerderijen 68,8% en van
de overige bedrijfswoningen
(waarin de ambachtelijke en
andere neringdoende bevol
king woont) maar pl.m. 38%.
Bij deze laatste is de situatie
dus het gunstigst. Uit verge
lijking met gemeenten als
Haamsdonk en Sprang-Capel-
le en met de hele provincie
(resp. 61,3, 51,6 en 35,9%
kleine woningen) blijkt weer
het lage bevredigingspeil der
woningbehoefte in Waspik.
Meer dan de helft van de wo
ningen heeft een huurwaarde
van minder dan ƒ21.50 per
week en ongeveer 87% ver
tegenwoordigt een huurwaar
de van minder dan ƒ4.— per
week. Weer een aanwijzing
in de geest van bovenstaande
uitkomsten. Het percentage
eigenaarswoningen is vrij
hoog. Pl.m. 3/5 van de totale
woningvoorraad is eigendom,
van de boerderijen zelfs 3/4
tot 9/10, van de gewone wo
ningen wordt maar Vi door
de eigenaar bewoond. Hieruit
leidt het rapport af dat het
klein-vermogensbezit onder
de agrarische en meer am
bachtelijke en neringdoende
bevolkingsgroep van grote
betekenis is. Zij zal dus een
hoger welvaartsniveau be
reikt hebben dan de bewoners
der gewone woningen, meest
al de industriële bevolking.
De pendelbeweging, waar
onder die personen begrepen
worden die dagelijks op en
neer reizen tussen hun woon-
en hun werkgemeente, wordt
verdeeld in een in- en een
uitgaande pendel.
Volgens gegevens van Mei
1947 nu was er van de man
nelijke beroepsbevolking 27
procent en van de vrouwelij
ke 13% buiten de gemeente
werkzaam, met dien verstan
de dat van de industriële be
roepsbevolking resp. 41 en
39% elders werk vonden, met
name in de schoen- en leder
en in de confectie-industrie.
In de verkeerssector werkte
er ongeveer 60% buiten Was
pik, maar dit betrof voorna
melijk schippers.
Wat betreft de industriële
pendel per 1 September 1949,
toen er 32 personen van bui
ten in Waspik werkten (in de
bouw- en ledernijverheid),
maar anderzijds was er een
uitgaande pendelstroom van
156 personen, voornamelijk in
de schoen- en lederbranche
(106) en de aardewerk-indu
strie (16). Hieruit volgt dat de
locale werkgelegenheid te ge
ring was voor de hele be
roepsbevolking. Uit het feit
dat zowel de in- als de uit
gaande pendelstroom voor
2/3 betrekking heeft op de
schoen- en lederindustrie,
blijkt het belang hiervan als
bestaansbron.
De uitgaande Waspikse in
dustriële arbeiders worden
voor ongeveer 73% opgevan
gen door de schoen- en leder
industrie te Waalwijk, Loon
op Zand en Dongen, de inko
mende pendel gaat vooral uit
van de aangrenzende gemeen
ten.
Het welvaartspeil.
Vervolgens behandelt het
rapport verschillende zaken,
waaruit kan worden afgeleid
hoe hoog het welvaartspeil
van de Waspikse bevolking
ligt. Allereerst de inkomens-
en vermogenssituatie. Naar 't
aantal aangeslagenen in de in
komsten- en vermogensbelas
ting neemt Waspik een
plaats in het midden in onder
de Brabantse gemeenten.
Het aantal aangeslagenen in
de inkomstenbelasting, uitge
drukt in procenten van de
bevolking is betrekkelijk
klein in vergelijking met pro
vincie en rijk. Wel is er tus
sen 1930 en 1940 een relatie
ve verbetering ingetreden.
Het percentage bedroeg toen
9,4 (provincie 12,7). Het ge
middeld inkomen van de aan
geslagenen lag ook vrij wat
lager dan elders en bedroeg
in 1940 1761 (provincie
1997, rijk ƒ2145). Dit alles
wijst dus niet op een hoog
welvaartsniveau.
Eenzelfde beeld vertoont
de vermogenspositie. Wel lag
het percentage der aangesla
genen in 1940 boven de pro
vincie, 17,2 tegen 16,3, 't bleef
onder dat van het rijk, 21,2.
Het gemiddeld vermogen per
aangeslagene was zeer laag en
beliep slechts de helft van de
gemiddelde vermogens in de
provinsie en rijk (ƒ25000 te
gen ƒ51000 en ƒ64000). Dit
wijst dus evenmin op een
hoog welvaartspeil.
Om dit vast te stellen be
handelt het rapport ook het
werkloosheidsverschijnsel. In
percentages van de beroeps
bevolking werd dit tot 1937
steeds hoger, maar was daar
na meestal lager dan elders.
Bovendien was voor 1940 ge
middeld 10% uitgesloten van
actieve deelname aan 't eco
nomisch proces.
Vervolgens weerspiegelt
ook de wijze waarop aan de
behoefte om te wonen wordt
voldaan de sociaal-economi
sche toestand van de gemeen
te: hierop hebben betrekking
de grootte der woningen, de
huurwaarde en de bezitsver
houdingen. In Mei 1947 be
hoorden 389 woningen in
Waspik of 65% tot de kleine
woningen (4 vertrekken of
minder). Hierin woonde on
geveer 62% van de totale be-
De werkgelegenheid in
de toekomst.
Het waterprobleem.
Na deze analyse van de so
ciaal-economische toestand en
haar ontwikkeling in de ge
meente Waspik, tracht het
rapport antwoord te geven op
de vraag welke voorzienin
gen moeten worden getroffen
om in de naaste toekomst aan
de groeiende Waspikse be
roepsbevolking een behoorlij
ke bestaansmogelijkheid te
verschaffen. De samenstellers
menen echter, alvorens deze
vraag te beantwoorden, een
nadere beschouwing te moe
ten geven van de economi
sche situatie der gemeente
in verband met haar ligging,
omdat zij menen dat de ge
ringe ontwikkeling van Was
pik voor een groot gedeelte,
wellicht helemaal, daaraan en
aan de waterstaatkundige toe
stand is te wijten. Zij wijzen
er echter op dat verbeterin
gen aan deze toestand niet
alleen Waspik aanbelangt,
maar in meerdere of mindere
mate voor alle gemeenten
langs de Noodrand van de
provincie tussen Den Bosch
en Geertruidenberg.
De gemeente Waspik ligt
in het waterschap „Het Zui-
derafwateringskanaal", welk
gebied wordt onderverdeeld
in binnen- en buitenpolders.
De buitenpolders lopen 's win
ters nog geregeld onder wa
ter, de binnenpolders worden
door het stijgende grondwater
drassig. De gronden in de
buitenpolders zijn over het
algemeen kleigronden. De
structuur van de bodem is
over het algemeen zodanig,
dat ze geschikt is voor elke
vorm van intensief bodemge-
bruik. Door de overstromin
gen'zijn echter de buitenpol
ders practisch alleen te ge
bruiken als wei- en hooiland.
Vooral het Langstraatse hooi
werd vroeger zeer gewaar
deerd, waaruit verklaarbaar is
dat de grondeigenaren zich
in 1894 verzetten tegen de af
sluiting van het Oude Maas
je. Deze oppositie is echter
van veel nadeel geweest voor
de streek.
Dat de buitenpolders alleen
bruikbaar zijn als weidegrond
is op de eerste plaats een
schadepost voor land- en
tuinbouw en zal dit nog meer
zijn als de rundvee-exploita
tie minder winstgevend gaat
worden, want omschakeling
op de landbouw zou onmoge
lijk zijn.
Ook het nadeel dat 't ver
keer te water ondervindt van
de waterstaatkundige toe
stand, bespreekt het rapport
nog eens. De voornaamste
punten hiervan hebben we in
ons vorig artikel al aangege
ven, evenals van het verkeer
over land dat alleen mogelijk
is over een smalle, bochtige
weg. Een grote rem op een
krachtige ontwikkeling is ook
dat Waspik geen schakel
vormt tussen belangrijke eco
nomische sferen (achterland
Biesbosch). Bovendien is het
aan het water te wijten dat
de gemeente een langgerekt
karakter heeft; bebouwing
kan alleen plaats hebben langs
de dijken. Uit dit alles blijkt
dat de economische bedrijvig
heid zeer zwaar gehandicapt
wordt door de waterstaatkun
dige toestand en dat de werk
gelegenheid practisch niet
meer kan worden uitgebreid;
dat is ook de laatste 20 jaar
niet van betekenis gebeurd.
Het rapport acht het goed
mogelijk dat bij een gunstige
hydrografische situatie Was
pik het dubbele aantal inwo
ners van nu zou hebben!
Hieruit volgt dat opheffing
van het waterbezwaar een
'een eerste en uiterst belang
rijke voorwaarde is voor het
streven naar een gezonde
sociaal-economische ontwik
keling der gemeente Waspik.
Hoe dit moet gebeuren, daar
over is men het niet eens,
maar de stormvloedafsluiting
van het Oude Maasje en in
groter verband ook de afslui
ting van de Donge en vergro
ting van de capaciteit van 't
Zuiderafwateringskanaal zul
len veel nadelen in voordelen
omzetten. De ontwikkeling
van land- en tuinbouw zal er
door bevorderd worden en 't
watervrij maken van de bui
tenpolders schept de moge
lijkheid nieuwe landbouwbe
drijven te stichten. Het rap
port noemt in dit verband een
aantal van dertig boerderijen
van 15 ha. Hiervoor zou men
de helft van het grasland
moeten omzetten. Uit een be
rekening blijkt dan echter dat
niet voor noemenswaard meer
arbeidskrachten werkgelegen
heid zou geschapen worden
(slechts voor 1/8), tenzij wan
neer men intensieve cultures
ter hand zou nemen, zoals
kersen, uien, aardbeien, vroe
ge aardappelen, tuinbonen cn
bloemkwekerij -gewassen.
Verder zou de afsluiting
voordelen meebrengen voor 't
verkeer zowel te water als te
land en tenslotte zou de ge
meente naar het Noorden
kunnen worden uitgebreid.
Noodzakelijke
regelen.
maat-
Komen de plannen die voor
de watervrijmaking van dit
gebied klaarliggen tot reali
sering (het rapport stelt nog
eens uitdrukkelijk vast dat
dit een eerste vereiste is voor
een gezonde ontwikkeling)
dan zal het nog wel een tien
tal jaren duren eer ze uitge
voerd zijn. Moet de gemeente
Waspik daarna nog maatrege
len nemen die noodzakelijk
zullen zijn in verband met de
te verwachten groei van de
beroepsbevolking? Volgens
berekening kan die groei tus
sen 1960 en 1970 geschat wor
den op 150 mannelijke en 20
vrouwelijke beroepspersonen,
wat heel weinig is, want dit
is een groei van 25%, andere
gemeenten verwachten een
toename van 100%. Blijft 30
procent van de beroepsbevol
king buiten de gemeente
werkzaam en wordt er nog 'n
gedeelte tewerk gesteld in de
ambachtelijke beroepen, dan
hoeft er maar voor enkele
personen werkgelegenheid ge
schapen te worden, waaruit
blijkt dat industrie-vestiging
op grote schaal niet kan na
gestreefd worden. De werk
gelegenheid zou dan moeten
worden gezocht in uitbreiding
van bestaande bedrijven en/of
vestiging van een kleinere in
dustrie, liever een andere dan
schoen- of lederindustrie. Het
is ook een taak van de grote
re industrie-gemeenten in de
buurt, zoals Waalwijk en
Dongen, de aanwas der in
dustriële beroepsbevolking in
Waspik op te vangen.
Vak-onderwijs.
De enige taak voor het ge
meentebestuur van Waspik in
dit opzicht acht het rapport
het scheppen of stimuleren
van voorwaarden om de in
dustrial beroepsbevolking de
mogelijkheid te bieden hun
kost- te verdienen. De voor
naamste voorwaarde hiertoe
is te zorgen voor een zo groot
mogelijk aantal voorgeschool
de arbeidskrachten. Momen
teel geniet 40% van de jon
gens die van school komen
geen verder onderwijs, 20%
zoekt de middelbare school en
maar 18% de ambachtsschool.
Het rapport is van mening dat
dit niet voldoende is. Wan
neer 40% van jongens tussen
13 en 16 jaar later in de in
dustrie zullen gaan werken,
dan moeten niet 11, maar on
geveer 20 jongens ambachts-
dagonderwijs volgen.
In 1957 en 1967 zouden het er
5060 moeten zijn. Hier ligt
een taak voor het gemeente
bestuur in samenwerking met
hoofden van scholen, jeugd
organisaties en beroepskeuze-
bureaux.
Naast het ambachtsonder-
wijs verdient ook het land
bouwonderwijs niet alleen in
Waspik, maar in heel de
Langstraat grotere belang
stelling. Volgens landbouw
deskundigen is er een grote
behoefte aan middelbaar
landbouwonderwijs. De lagere
landbouwscholen zijn niet
voldoende en de landbouw-
interscholen in Roosendaal,
Breda, Boxtel en Cuyk zijn te
ver verwijderd. Daarom acht
het rapport het aanbevelens
waardig dat er een vijfde
landbouw-interschool in Nrd.-
Brabant wordt opgericht, op
een centraal punt in de Lang
straat.
Oplossing der hydrografi
sche problemen, opvoering
van de belangstelling voor het
ambachts-dagonderwijs en
stichting van een landbouw-
interschool ten behoeve van
de land- en tuinbouw in de
gehele Langstraat, vormen
voor Waspik drie essentiale
punten welke voor een gezon
de sociaal-economische ont
wikkeling dezer gemeente on
ontbeerlijke voorwaarden zijn,
is het besluit.
Het is jammer dat niet al
leen in de steden, maar ook
op het platteland, waar in de
regel oude gebruiken langer
stand houden, de gewoonten,
rond Pinksteren geweven, in
het vergeetboek zijn geraakt.
Verschillende dezer gebrui
ken waren in gebruik geraakt
door de komst van de
meer en meer haakten zij
zich vast aan de Pinksterda
gen.
„Pinksterblom-lopen".
Het „Pinksterblom-lopen"
was een gebruik, dat lang
stand hield. Hierbij droegen
enkele jonge meisjes een lief
tallig vriendinnetje rond, ter
wijl de anderen haar huis
met bloemen versierden.
Dit gebruik herinnert aan
de bloemenfeesten der Romei
nen ter ere van de godin Flo
ra, die gevierd werden in
de tijd van het jaar dat de
natuur haar schoonste bloe
men presenteerde.
Anderen zijn het hiermede
evenwel niet eens en bewe
ren dat onze voorouders even
goed wel oog hadden voor 't
schone in de natuur.
Te Bergen op Zoom zongen
tot voor enkele jaren de kin
deren nog de „Pinksterbloem".
Toen het feest ontaardde,
men de „Pinksterblommen"
al te grote lichtzinnigheid
moest verwijten, de „Pink
sterliedjes" niet al te stichte
lijk werden, verbood de Over
heid de rondgangen en ver
ordende dat men alle sieraden
van de „bloem" in beslag
mocht nemen wanneer ze toch
in processie langs de huizen
trok. Toen werd dit fleurig
feest gedegradeerd tot een
armzalige vertoning, want
niemand wilde nu meer zijn
gouden en zilveren bellen,
dito beugeltassen enz., waar
mee 't „Pinksterbruidje" was
omhangen, meer lenen, daar
het risico van verlies nu te
groot was geworden.
Bleef het „Pinksterblom-
zingen" nog bestaan, dan was
het „bruidje" versierd met
waardeloze prullaria: stukken
oud lint, gekleurde papier
snippers enz.
In Noord-Brabant is het
,kbruidje" nog wel eens td
zien, evenals in Limburg, en
hier galmen de kameraadjes:
„Vierge, vierge Pinkster
blom,
Daar komt zij aangegangen
Met een krans al om haar
hoofd
En twee gebloemde wangen.
Vrouwtje, als gij niet
deugen wilt,
Dan zullen wij u verkopen,
Dan gaan we naar het
groene woud,
Daar zingen de vogeltjes
jong en oud,
Keert u eens om,
Draait u eens om,
Vierge, vierge Pinkster
blom!"
Te Amsterdam.
Bepaald rustig kan men de
viering van de Pinksterdagen
in de hoofdstad van ons land,
in vroeger dagen, niet noe
men. En bij het drukte ma
ken en lawaai schoppen
speelde de straatjeugd een
zeer belangrijke rol. Deze was
in de regel 's Zaterdags vóór
Pinksteren vroeg op, maakte
dan een helse herrie, bom
bardeerde met bonkige steen-
brokken de nog gesloten zijn
de deuren en vensters om al
zo de nog zich heerlijk in
Morpheus' armen gekoesterde
bewoners, ruw te wekken op
minder lieflijke wijze. Open
den ze dan de deuren, dan be
merkten ze vaak dat aan de
klink een „vieze kreng" was
opgehangen of een ander lu
guber object. De gevolgen de
zer brute handelingen waren
nogal eens hevige scheld- en
vechtpartijen en hooggaande
ruzies, welke vaak met de
stok werden uitgevochten.
De Overheid trad tegen dit
„luilakfeest" wel op, doch
veel resultaat zag ze aanvan
kelijk niet. En nog in het be
gin der vorige eeuw zag men,
als een herinnering aan het
vroegere dolle gedoe door de
straatjeugd, aan de deur van
één der stadsscholen een
schurftige dooie kater ben
gelen!
pW
Van bij uitstek deskundige
zijde, n.l. van de heer H. W.
H. Herberts te Eist, ontvin
gen wij onderstaande be
schouwing, voor een deel be
trekking hebbende op de
Woensdag gespeelde wed
strijd NederlandEngeland B.
Jammer genoeg ontvingen
wij dit artikel niet tijdig ge
noeg om vóór de wedstrijd
te worden opgenomen. Maar
misschien is het voor de lief
hebbers toch nog interessant
dit te lezen; maar men houde
er dus rekening mee dat het
vóór de wedstrijd werd ge
schreven.
In Mei en begin Juni be
sluit het voetbalseizoen met
een groot aantal bijzondere
wedstrijden. Naast de kam
pioenscompetitie vorderen de
promotie- en degradatiewed
strijden de belangstelling op
en bovendien maken verschil
lende Engelse professional
elftallen een tournée door ons
land. Leeds United, Black
burn Rovers en Middlesex
Wanderets zijn sparpngpart-
ners voor Bonds- en Zwalu-
wenploegen, die aan de tech
nische- en de keuze-commis
sie van de K.N.V.B. ander
maal gelegenheid bieden de
waarde van het beschikbare
spelers-materiaal aan de prac-
tijk te toetsen.
De vraag is gesteld of het
voetbalprogramma van deze
maand niet wat overvoerd is,
en of dit verband houdt met
een verhoogde activiteit van
de betrokken bonds-instanties
die haar oorzaak vindt in de
ongunstige resultaten die het
Nederlands elftal de laatste
tijd heeft geboekt.
Dit is echter niet het geval.
Men kan tegenwoordig maar
niet zo één, twee, drie een
buitenlandse ploeg naar ons
land ontbieden. Dat vraagt
een langdurige tijd van on
derhandelen. Deze wedstrij
denreeks, waarin Engelse
clubs als tegenpartij van Ne
derlandse combinaties funge
ren, is maanden geleden vast
gesteld.
Natuurlijk neemt de K.C.
en T.C. deze ontmoetingen te
baat om haar inzichten te
verrijken. Helaas ontbreekt
daaraan in het midden van
het seizoen nogal wat. Dan is
de gelegenheid tot het spelen
van nuttige oefenwedstrijden
uiterst gering, hetgeen te be
treuren is, al moet men zich
bij deze feitelijke hoestand
neerleggen.
Tot nu toe zijn er min of
meer ook in verband met de
samenstelling van het Neder
lands Elftal tegen Engeland B
op a.s. Woensdag en met de
trip naar Zweden en Finland
in Juni a.s. (waarbij wellicht
nog komt Zwitserland B—
Nederland B) drie oefen
wedstrijden gespeeld, één te
gen de Rode Duivels, twee
tegen Leeds F.C., een Engel
se tweede klasser van behoor
lijke kracht.
Leeds F.C. bleek een goede
sparringpartner te zijn; zowel
in de ontmoeting te Amster
dam, door het Bondselftal ge
wonnen met 1—0, als te Rot
terdam, waarin de cijfers pre
cies omgekeerd waren, heeft
het jonge Leeds-elftal zich
uitgesloofd om zich van zijn
beste zijde te doen kennen.
De Nederlandse tegenstand
was echter in Rotterdam aan
zienlijk minder dan in het
Olympisch Stadion, doch de
gasten imponeerden in beide
wedstrijden door een echt En
gels speltype, met een volle
dig arsenaal van handighe
den, balvaardigheid, snelheid
en positie-spel.
Ook Leeds F.C. bevatte ver
schillende spelers, die men
zó in onze nationale ploeg zou
willen zetten en die dan ze
ker een welkome versterking
zouden betekenen.
Eén belangrijk onderdeel is
ook bij deze Engelsen minder
goed verzorgd, de schotvaar
digheid, een euvel waaraan
men trouwens overal ter we
reld schijnt te lijden.
Intussen heeft de K.C. en
T.C. van de K.N.V.B. in haar
beoordeling van de spelers
zowel enige positieve als di
verse negatieve bevindingen
kunnen noteren.
Hofma van Heerenveen b.v.
bleek in zijn spel en zijn aan
passingsvermogen zeer te zijn
vooruitgegaan. Michels op de
veelomstreden middenvoor
plaats maakte in Amsterdam
nu een heel wat betere indruk
dan enige maanden geleden
in Rotterdam, toen hij zich
heeft laten verleiden een oe
fenwedstrijd te spelen, hoe
wel hij gekwetst was. Hij had
dit verzwegen, met het gevolg
dat hij in de beoordeling on
der de maat bleef.
Op de spilplaats debuteerde
in Amsterdam de jonge Van
't Hart van Ajax. Hij deed 't
daar wel zo goed, dat men in
hem wellicht eerlang een
waardig plaatsvervanger voor
Terlouw kan vinden.
Met al deze gegevens voor
ogen had de K.C. Zaterdag
avond tot taak het Nederlands
elftal samen te stellen, dat
Woensdagavond in 't Stadion
te Amsterdam partij zal moe
ten geven aan Engeland B.
Tevoren echter had de K.C.
en T.C. nog iets anders gedaan
wat stellig in de lijn van de
publieke opinie ligt. Er was
nog zoiets op te lossen als de
question brülante, het geval
Lenstra. Het zou zeer zeker
fout zijn om te spreken van
een kwestie Lenstra, want 'n
kwestie, in de betekenis van
dit woord, heeft er niet be
staan. Wilde Lenstra voortaan
voor een plaats in het Neder
lands elftal in aanmerking
komen, dan diende hij te vol
doen natuurlijk binnen het
raam van de mogelijkheden
die zijn maatschappelijke
werkkring hem biedt aan
de normale verlangens die de
K.C. aan elke andere speler
van het Nederlands elftal mag
en kan stellen, niet meer en
niet minder. Lenstra heeft
zich nu gaarne tot het vol
doen aan die verlangens be
reid verklaard en dientenge
volge heeft de keuze-commis
sie hem weer gaarne in de
nationale ploeg opgenomen.
Dat dit voor de aanvalskracht
van het Oranje-elftal een aan
zienlijke versterking zal be
tekenen, is ook voor de K.C.
en T.C. duidelijk en daarom
heeft men hem, vertrouwen
de dat deze tacticus zich zal
kunnen en willen aanpassen,
op de linksbinnenplaats op
gesteld in het Oranje-elftal,
dat Woensdagavond tegen En
geland B de strijd zal aanbin
den.
In dit elftal is, zoals men
reeds heeft kunnen lezen, de
achterhoede ongewijzigd.
Kraak staat in het doel.
Natuurlijk, zal men zeggen.
72e JAARGANG No. 42
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
TEL.-ADRES „ECHO".
Potharst en Van der Sluys
vormen met Terlouw als stop
per spil de achterhoede. Aan
de beide Ajax-spelers Van de
Hoeven en Van Stoffelen is
een kant-halfplaats toever
trouwd, waarbij Van Stoffe
len wederom de eer waardig
werd gekeurd als aanvoerder
te fungeren. De voorhoede
ziet er, zoals bekend, van
rechts naar links als volgt uit:
Roosenburg-, Rijvers, Michels,
Lenstra, Hofma.
De bezetting van de rechts
buitenplaats bleef na 't falen
van verschillende candidaten
een vraagstuk. Roosenburg
heeft zijn verkiezing te dan
ken aan zijn grote ijver, die
hem zelfs ondanks zijn tekort
aan techniek in Newcastle te
gen Engeland B als één der
besten van de Nederlandse
ploeg qualificeerde. Er zijn
dus nogal belangrijke veran
deringen in de ploeg aange
bracht; laten we hopen dat
ze evenveel versterkingen
zullen blijken.
En nu Engeland B. Enge
land heeft uit zijn groot ar
senaal van uitnemende spe
lers er 33 geselecteerd, die in
de A- of de B-ploeg worden
opgesteld en in aanmerking
komen om uiteindelijk opge
nomen te worden voor de lijst
van 22 spelers, waarmede de
Engelse voetbalbond aan de
Wereldkampioenschappen in
Rio de Janeiro zal deelnemen.
Onderling is het krachtsver
schil tussen deze 33 spelers
niet zo groot, zodat we dus
zeker kunnen zijn in Amster
dam een bijzonder sterk En
gels elftal tegenover ons te
krijgen.
Deze of een soortgelijke se
lectie heeft in Italië met 5—0
verloren; we kunnen gevoege
lijk aannemen dat de leiders
van het Engelse elftal met de
spelers wel een hartig woord
je zullen hebben gesproken.
Aan de vacantie-stemming,
waarin zij na een zwaar com
petitie- en bekerseizoen bij
hun bezoeken aan het vaste
land nogal eens plegen te ver
keren, zal wel abrupt een ein
de zijn gemaakt. Precies als
enige jaren terug, toen Zwit
serland in Bern zowaar van
Engeland met 10 won en de
geschokte Britse reputatie 'n
opkikkering nodig had. Men
verkreeg deze twee dagen la
ter tegen het waarlijk niet
zwakke Portugal, dat eens
klaps de volle kracht van het
Engelse voetbal moest voelen
en dan ook prompt met 10—0
ten onder ging.
Onze verdediging heeft in
Newcastle reeds een vuur
proef doorstaan; laten we er
op vertrouwen dat in Amster
dam het gehele elftal door
uiterste krachtsinspanning en
teamwork de Engelsen zal
kunnen weerstaan.
(Nadr. verboden).
HOCKEY.
KAATSHEUVEL.
Het Hockey-tournooi van D.E.S.
Het tournooi dat de Kaatsheu-
velse Hockeyclub op 18 Mei ge
houden heeft, behoort weer tot
het verleden en de organisatoren
kunnen terugzien op een zeer goed
geslaagde hockey-dag.
18 Mei begon voor de ontvan
gende club al met een grote te
leurstelling. Het weer was slecht
en tengevolge van de regen wa
ren op twee terreinen de lijnen zo
goed als verdwenen, wat voor
scheidsrechters en spelers veel on
gerief veroorzaakte. Dit ten spijt
en de vertraging die twee heren
elftallen door te laat opkomen al
veroorzaakten, konden niet ver
hinderen dat de tournooileiding
met vaste hand de elftallen naar
de drie velden dirigeerde en de
47e en laatste wedstrijd met
slechts een half uur vertraging
op het officiële tijdschema kon
beëindigen.
Om 7 u. verzamelde zich de ge
hele hockey-schare in het club
huis in Hotel Smit, waar door de
voorzitter, die 's morgens ook de
officiële opening had verricht het
tournooi besloten werd met de
uitreiking der prijzen, wat hij ver
gezeld deed gaan van dank aan
alle deelnemers, aan de scheids
rechters en aan allen die aan het
welslagen van het grote tournooi
hadden meegewerkt.
De wisselbeker van het A-tour-
nooi dames, ging naar Oranje-
Zwart. Die de heren ging naar
Geel-Zwart.
In het B-tournooi won het Oos-
terhoutse Waranda de beker wel
ke door Hotel Smit geschonken
was. De tweede prijzen gingen
naar Were-Di (dames), Rapidity
I (heren) en Waalwijk I (heren).
De 3e prijzen werden gewonnen
door Hoco I (dames). Push 3 (he
ren) en Liberty 2 (heren).
Volledige uitslagen
Tournooi A dames
Voorronde Waranda ILiber
ty I 10; Waalwijk IHoco I
10; Push 2Rapidity 10;
Oranje-ZwartHoco 2 2-1; Geel-
ZwartDES 01.