De Sociaal-Economisclie ontwikkeling van Waspik IPII^IIKMIEIPIF€ILM!L€IPIE Waalwijkse en Langsiraaise Courant Welvaartspeil en noodzakelijke maatregelen MAANDAG 22 MEI 1950. Uitgever Waalwykse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN DE ECHD HET ZÜIDEN OPGERICHT 187». BnreanXÏ GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. - SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. In dit artikel zullen we de conclusie nagaan waar toe het E.T.I.-rapport komt met betrekking tot het pendelverschijnsel en de inkomens- en vermogens situatie. In een laatste hoofdstuk wordt dan aange geven welke maatregelen er genomen moeten worden om de bevolking van Waspik in de toekomst behoor lijke bestaansmogelijkheden te geven. Het blijkt wel dat dit niet eenvoudig is. Het pendelverschijnsel. volking. Bij een onderverde ling in verschillende catego rieën krijgt men een enigs zins ander beeld: van de ge wone woningen heeft 73,4% 4 of minder vertrekken, van de boerderijen 68,8% en van de overige bedrijfswoningen (waarin de ambachtelijke en andere neringdoende bevol king woont) maar pl.m. 38%. Bij deze laatste is de situatie dus het gunstigst. Uit verge lijking met gemeenten als Haamsdonk en Sprang-Capel- le en met de hele provincie (resp. 61,3, 51,6 en 35,9% kleine woningen) blijkt weer het lage bevredigingspeil der woningbehoefte in Waspik. Meer dan de helft van de wo ningen heeft een huurwaarde van minder dan ƒ21.50 per week en ongeveer 87% ver tegenwoordigt een huurwaar de van minder dan ƒ4.— per week. Weer een aanwijzing in de geest van bovenstaande uitkomsten. Het percentage eigenaarswoningen is vrij hoog. Pl.m. 3/5 van de totale woningvoorraad is eigendom, van de boerderijen zelfs 3/4 tot 9/10, van de gewone wo ningen wordt maar Vi door de eigenaar bewoond. Hieruit leidt het rapport af dat het klein-vermogensbezit onder de agrarische en meer am bachtelijke en neringdoende bevolkingsgroep van grote betekenis is. Zij zal dus een hoger welvaartsniveau be reikt hebben dan de bewoners der gewone woningen, meest al de industriële bevolking. De pendelbeweging, waar onder die personen begrepen worden die dagelijks op en neer reizen tussen hun woon- en hun werkgemeente, wordt verdeeld in een in- en een uitgaande pendel. Volgens gegevens van Mei 1947 nu was er van de man nelijke beroepsbevolking 27 procent en van de vrouwelij ke 13% buiten de gemeente werkzaam, met dien verstan de dat van de industriële be roepsbevolking resp. 41 en 39% elders werk vonden, met name in de schoen- en leder en in de confectie-industrie. In de verkeerssector werkte er ongeveer 60% buiten Was pik, maar dit betrof voorna melijk schippers. Wat betreft de industriële pendel per 1 September 1949, toen er 32 personen van bui ten in Waspik werkten (in de bouw- en ledernijverheid), maar anderzijds was er een uitgaande pendelstroom van 156 personen, voornamelijk in de schoen- en lederbranche (106) en de aardewerk-indu strie (16). Hieruit volgt dat de locale werkgelegenheid te ge ring was voor de hele be roepsbevolking. Uit het feit dat zowel de in- als de uit gaande pendelstroom voor 2/3 betrekking heeft op de schoen- en lederindustrie, blijkt het belang hiervan als bestaansbron. De uitgaande Waspikse in dustriële arbeiders worden voor ongeveer 73% opgevan gen door de schoen- en leder industrie te Waalwijk, Loon op Zand en Dongen, de inko mende pendel gaat vooral uit van de aangrenzende gemeen ten. Het welvaartspeil. Vervolgens behandelt het rapport verschillende zaken, waaruit kan worden afgeleid hoe hoog het welvaartspeil van de Waspikse bevolking ligt. Allereerst de inkomens- en vermogenssituatie. Naar 't aantal aangeslagenen in de in komsten- en vermogensbelas ting neemt Waspik een plaats in het midden in onder de Brabantse gemeenten. Het aantal aangeslagenen in de inkomstenbelasting, uitge drukt in procenten van de bevolking is betrekkelijk klein in vergelijking met pro vincie en rijk. Wel is er tus sen 1930 en 1940 een relatie ve verbetering ingetreden. Het percentage bedroeg toen 9,4 (provincie 12,7). Het ge middeld inkomen van de aan geslagenen lag ook vrij wat lager dan elders en bedroeg in 1940 1761 (provincie 1997, rijk ƒ2145). Dit alles wijst dus niet op een hoog welvaartsniveau. Eenzelfde beeld vertoont de vermogenspositie. Wel lag het percentage der aangesla genen in 1940 boven de pro vincie, 17,2 tegen 16,3, 't bleef onder dat van het rijk, 21,2. Het gemiddeld vermogen per aangeslagene was zeer laag en beliep slechts de helft van de gemiddelde vermogens in de provinsie en rijk (ƒ25000 te gen ƒ51000 en ƒ64000). Dit wijst dus evenmin op een hoog welvaartspeil. Om dit vast te stellen be handelt het rapport ook het werkloosheidsverschijnsel. In percentages van de beroeps bevolking werd dit tot 1937 steeds hoger, maar was daar na meestal lager dan elders. Bovendien was voor 1940 ge middeld 10% uitgesloten van actieve deelname aan 't eco nomisch proces. Vervolgens weerspiegelt ook de wijze waarop aan de behoefte om te wonen wordt voldaan de sociaal-economi sche toestand van de gemeen te: hierop hebben betrekking de grootte der woningen, de huurwaarde en de bezitsver houdingen. In Mei 1947 be hoorden 389 woningen in Waspik of 65% tot de kleine woningen (4 vertrekken of minder). Hierin woonde on geveer 62% van de totale be- De werkgelegenheid in de toekomst. Het waterprobleem. Na deze analyse van de so ciaal-economische toestand en haar ontwikkeling in de ge meente Waspik, tracht het rapport antwoord te geven op de vraag welke voorzienin gen moeten worden getroffen om in de naaste toekomst aan de groeiende Waspikse be roepsbevolking een behoorlij ke bestaansmogelijkheid te verschaffen. De samenstellers menen echter, alvorens deze vraag te beantwoorden, een nadere beschouwing te moe ten geven van de economi sche situatie der gemeente in verband met haar ligging, omdat zij menen dat de ge ringe ontwikkeling van Was pik voor een groot gedeelte, wellicht helemaal, daaraan en aan de waterstaatkundige toe stand is te wijten. Zij wijzen er echter op dat verbeterin gen aan deze toestand niet alleen Waspik aanbelangt, maar in meerdere of mindere mate voor alle gemeenten langs de Noodrand van de provincie tussen Den Bosch en Geertruidenberg. De gemeente Waspik ligt in het waterschap „Het Zui- derafwateringskanaal", welk gebied wordt onderverdeeld in binnen- en buitenpolders. De buitenpolders lopen 's win ters nog geregeld onder wa ter, de binnenpolders worden door het stijgende grondwater drassig. De gronden in de buitenpolders zijn over het algemeen kleigronden. De structuur van de bodem is over het algemeen zodanig, dat ze geschikt is voor elke vorm van intensief bodemge- bruik. Door de overstromin gen'zijn echter de buitenpol ders practisch alleen te ge bruiken als wei- en hooiland. Vooral het Langstraatse hooi werd vroeger zeer gewaar deerd, waaruit verklaarbaar is dat de grondeigenaren zich in 1894 verzetten tegen de af sluiting van het Oude Maas je. Deze oppositie is echter van veel nadeel geweest voor de streek. Dat de buitenpolders alleen bruikbaar zijn als weidegrond is op de eerste plaats een schadepost voor land- en tuinbouw en zal dit nog meer zijn als de rundvee-exploita tie minder winstgevend gaat worden, want omschakeling op de landbouw zou onmoge lijk zijn. Ook het nadeel dat 't ver keer te water ondervindt van de waterstaatkundige toe stand, bespreekt het rapport nog eens. De voornaamste punten hiervan hebben we in ons vorig artikel al aangege ven, evenals van het verkeer over land dat alleen mogelijk is over een smalle, bochtige weg. Een grote rem op een krachtige ontwikkeling is ook dat Waspik geen schakel vormt tussen belangrijke eco nomische sferen (achterland Biesbosch). Bovendien is het aan het water te wijten dat de gemeente een langgerekt karakter heeft; bebouwing kan alleen plaats hebben langs de dijken. Uit dit alles blijkt dat de economische bedrijvig heid zeer zwaar gehandicapt wordt door de waterstaatkun dige toestand en dat de werk gelegenheid practisch niet meer kan worden uitgebreid; dat is ook de laatste 20 jaar niet van betekenis gebeurd. Het rapport acht het goed mogelijk dat bij een gunstige hydrografische situatie Was pik het dubbele aantal inwo ners van nu zou hebben! Hieruit volgt dat opheffing van het waterbezwaar een 'een eerste en uiterst belang rijke voorwaarde is voor het streven naar een gezonde sociaal-economische ontwik keling der gemeente Waspik. Hoe dit moet gebeuren, daar over is men het niet eens, maar de stormvloedafsluiting van het Oude Maasje en in groter verband ook de afslui ting van de Donge en vergro ting van de capaciteit van 't Zuiderafwateringskanaal zul len veel nadelen in voordelen omzetten. De ontwikkeling van land- en tuinbouw zal er door bevorderd worden en 't watervrij maken van de bui tenpolders schept de moge lijkheid nieuwe landbouwbe drijven te stichten. Het rap port noemt in dit verband een aantal van dertig boerderijen van 15 ha. Hiervoor zou men de helft van het grasland moeten omzetten. Uit een be rekening blijkt dan echter dat niet voor noemenswaard meer arbeidskrachten werkgelegen heid zou geschapen worden (slechts voor 1/8), tenzij wan neer men intensieve cultures ter hand zou nemen, zoals kersen, uien, aardbeien, vroe ge aardappelen, tuinbonen cn bloemkwekerij -gewassen. Verder zou de afsluiting voordelen meebrengen voor 't verkeer zowel te water als te land en tenslotte zou de ge meente naar het Noorden kunnen worden uitgebreid. Noodzakelijke regelen. maat- Komen de plannen die voor de watervrijmaking van dit gebied klaarliggen tot reali sering (het rapport stelt nog eens uitdrukkelijk vast dat dit een eerste vereiste is voor een gezonde ontwikkeling) dan zal het nog wel een tien tal jaren duren eer ze uitge voerd zijn. Moet de gemeente Waspik daarna nog maatrege len nemen die noodzakelijk zullen zijn in verband met de te verwachten groei van de beroepsbevolking? Volgens berekening kan die groei tus sen 1960 en 1970 geschat wor den op 150 mannelijke en 20 vrouwelijke beroepspersonen, wat heel weinig is, want dit is een groei van 25%, andere gemeenten verwachten een toename van 100%. Blijft 30 procent van de beroepsbevol king buiten de gemeente werkzaam en wordt er nog 'n gedeelte tewerk gesteld in de ambachtelijke beroepen, dan hoeft er maar voor enkele personen werkgelegenheid ge schapen te worden, waaruit blijkt dat industrie-vestiging op grote schaal niet kan na gestreefd worden. De werk gelegenheid zou dan moeten worden gezocht in uitbreiding van bestaande bedrijven en/of vestiging van een kleinere in dustrie, liever een andere dan schoen- of lederindustrie. Het is ook een taak van de grote re industrie-gemeenten in de buurt, zoals Waalwijk en Dongen, de aanwas der in dustriële beroepsbevolking in Waspik op te vangen. Vak-onderwijs. De enige taak voor het ge meentebestuur van Waspik in dit opzicht acht het rapport het scheppen of stimuleren van voorwaarden om de in dustrial beroepsbevolking de mogelijkheid te bieden hun kost- te verdienen. De voor naamste voorwaarde hiertoe is te zorgen voor een zo groot mogelijk aantal voorgeschool de arbeidskrachten. Momen teel geniet 40% van de jon gens die van school komen geen verder onderwijs, 20% zoekt de middelbare school en maar 18% de ambachtsschool. Het rapport is van mening dat dit niet voldoende is. Wan neer 40% van jongens tussen 13 en 16 jaar later in de in dustrie zullen gaan werken, dan moeten niet 11, maar on geveer 20 jongens ambachts- dagonderwijs volgen. In 1957 en 1967 zouden het er 5060 moeten zijn. Hier ligt een taak voor het gemeente bestuur in samenwerking met hoofden van scholen, jeugd organisaties en beroepskeuze- bureaux. Naast het ambachtsonder- wijs verdient ook het land bouwonderwijs niet alleen in Waspik, maar in heel de Langstraat grotere belang stelling. Volgens landbouw deskundigen is er een grote behoefte aan middelbaar landbouwonderwijs. De lagere landbouwscholen zijn niet voldoende en de landbouw- interscholen in Roosendaal, Breda, Boxtel en Cuyk zijn te ver verwijderd. Daarom acht het rapport het aanbevelens waardig dat er een vijfde landbouw-interschool in Nrd.- Brabant wordt opgericht, op een centraal punt in de Lang straat. Oplossing der hydrografi sche problemen, opvoering van de belangstelling voor het ambachts-dagonderwijs en stichting van een landbouw- interschool ten behoeve van de land- en tuinbouw in de gehele Langstraat, vormen voor Waspik drie essentiale punten welke voor een gezon de sociaal-economische ont wikkeling dezer gemeente on ontbeerlijke voorwaarden zijn, is het besluit. Het is jammer dat niet al leen in de steden, maar ook op het platteland, waar in de regel oude gebruiken langer stand houden, de gewoonten, rond Pinksteren geweven, in het vergeetboek zijn geraakt. Verschillende dezer gebrui ken waren in gebruik geraakt door de komst van de meer en meer haakten zij zich vast aan de Pinksterda gen. „Pinksterblom-lopen". Het „Pinksterblom-lopen" was een gebruik, dat lang stand hield. Hierbij droegen enkele jonge meisjes een lief tallig vriendinnetje rond, ter wijl de anderen haar huis met bloemen versierden. Dit gebruik herinnert aan de bloemenfeesten der Romei nen ter ere van de godin Flo ra, die gevierd werden in de tijd van het jaar dat de natuur haar schoonste bloe men presenteerde. Anderen zijn het hiermede evenwel niet eens en bewe ren dat onze voorouders even goed wel oog hadden voor 't schone in de natuur. Te Bergen op Zoom zongen tot voor enkele jaren de kin deren nog de „Pinksterbloem". Toen het feest ontaardde, men de „Pinksterblommen" al te grote lichtzinnigheid moest verwijten, de „Pink sterliedjes" niet al te stichte lijk werden, verbood de Over heid de rondgangen en ver ordende dat men alle sieraden van de „bloem" in beslag mocht nemen wanneer ze toch in processie langs de huizen trok. Toen werd dit fleurig feest gedegradeerd tot een armzalige vertoning, want niemand wilde nu meer zijn gouden en zilveren bellen, dito beugeltassen enz., waar mee 't „Pinksterbruidje" was omhangen, meer lenen, daar het risico van verlies nu te groot was geworden. Bleef het „Pinksterblom- zingen" nog bestaan, dan was het „bruidje" versierd met waardeloze prullaria: stukken oud lint, gekleurde papier snippers enz. In Noord-Brabant is het ,kbruidje" nog wel eens td zien, evenals in Limburg, en hier galmen de kameraadjes: „Vierge, vierge Pinkster blom, Daar komt zij aangegangen Met een krans al om haar hoofd En twee gebloemde wangen. Vrouwtje, als gij niet deugen wilt, Dan zullen wij u verkopen, Dan gaan we naar het groene woud, Daar zingen de vogeltjes jong en oud, Keert u eens om, Draait u eens om, Vierge, vierge Pinkster blom!" Te Amsterdam. Bepaald rustig kan men de viering van de Pinksterdagen in de hoofdstad van ons land, in vroeger dagen, niet noe men. En bij het drukte ma ken en lawaai schoppen speelde de straatjeugd een zeer belangrijke rol. Deze was in de regel 's Zaterdags vóór Pinksteren vroeg op, maakte dan een helse herrie, bom bardeerde met bonkige steen- brokken de nog gesloten zijn de deuren en vensters om al zo de nog zich heerlijk in Morpheus' armen gekoesterde bewoners, ruw te wekken op minder lieflijke wijze. Open den ze dan de deuren, dan be merkten ze vaak dat aan de klink een „vieze kreng" was opgehangen of een ander lu guber object. De gevolgen de zer brute handelingen waren nogal eens hevige scheld- en vechtpartijen en hooggaande ruzies, welke vaak met de stok werden uitgevochten. De Overheid trad tegen dit „luilakfeest" wel op, doch veel resultaat zag ze aanvan kelijk niet. En nog in het be gin der vorige eeuw zag men, als een herinnering aan het vroegere dolle gedoe door de straatjeugd, aan de deur van één der stadsscholen een schurftige dooie kater ben gelen! pW Van bij uitstek deskundige zijde, n.l. van de heer H. W. H. Herberts te Eist, ontvin gen wij onderstaande be schouwing, voor een deel be trekking hebbende op de Woensdag gespeelde wed strijd NederlandEngeland B. Jammer genoeg ontvingen wij dit artikel niet tijdig ge noeg om vóór de wedstrijd te worden opgenomen. Maar misschien is het voor de lief hebbers toch nog interessant dit te lezen; maar men houde er dus rekening mee dat het vóór de wedstrijd werd ge schreven. In Mei en begin Juni be sluit het voetbalseizoen met een groot aantal bijzondere wedstrijden. Naast de kam pioenscompetitie vorderen de promotie- en degradatiewed strijden de belangstelling op en bovendien maken verschil lende Engelse professional elftallen een tournée door ons land. Leeds United, Black burn Rovers en Middlesex Wanderets zijn sparpngpart- ners voor Bonds- en Zwalu- wenploegen, die aan de tech nische- en de keuze-commis sie van de K.N.V.B. ander maal gelegenheid bieden de waarde van het beschikbare spelers-materiaal aan de prac- tijk te toetsen. De vraag is gesteld of het voetbalprogramma van deze maand niet wat overvoerd is, en of dit verband houdt met een verhoogde activiteit van de betrokken bonds-instanties die haar oorzaak vindt in de ongunstige resultaten die het Nederlands elftal de laatste tijd heeft geboekt. Dit is echter niet het geval. Men kan tegenwoordig maar niet zo één, twee, drie een buitenlandse ploeg naar ons land ontbieden. Dat vraagt een langdurige tijd van on derhandelen. Deze wedstrij denreeks, waarin Engelse clubs als tegenpartij van Ne derlandse combinaties funge ren, is maanden geleden vast gesteld. Natuurlijk neemt de K.C. en T.C. deze ontmoetingen te baat om haar inzichten te verrijken. Helaas ontbreekt daaraan in het midden van het seizoen nogal wat. Dan is de gelegenheid tot het spelen van nuttige oefenwedstrijden uiterst gering, hetgeen te be treuren is, al moet men zich bij deze feitelijke hoestand neerleggen. Tot nu toe zijn er min of meer ook in verband met de samenstelling van het Neder lands Elftal tegen Engeland B op a.s. Woensdag en met de trip naar Zweden en Finland in Juni a.s. (waarbij wellicht nog komt Zwitserland B— Nederland B) drie oefen wedstrijden gespeeld, één te gen de Rode Duivels, twee tegen Leeds F.C., een Engel se tweede klasser van behoor lijke kracht. Leeds F.C. bleek een goede sparringpartner te zijn; zowel in de ontmoeting te Amster dam, door het Bondselftal ge wonnen met 1—0, als te Rot terdam, waarin de cijfers pre cies omgekeerd waren, heeft het jonge Leeds-elftal zich uitgesloofd om zich van zijn beste zijde te doen kennen. De Nederlandse tegenstand was echter in Rotterdam aan zienlijk minder dan in het Olympisch Stadion, doch de gasten imponeerden in beide wedstrijden door een echt En gels speltype, met een volle dig arsenaal van handighe den, balvaardigheid, snelheid en positie-spel. Ook Leeds F.C. bevatte ver schillende spelers, die men zó in onze nationale ploeg zou willen zetten en die dan ze ker een welkome versterking zouden betekenen. Eén belangrijk onderdeel is ook bij deze Engelsen minder goed verzorgd, de schotvaar digheid, een euvel waaraan men trouwens overal ter we reld schijnt te lijden. Intussen heeft de K.C. en T.C. van de K.N.V.B. in haar beoordeling van de spelers zowel enige positieve als di verse negatieve bevindingen kunnen noteren. Hofma van Heerenveen b.v. bleek in zijn spel en zijn aan passingsvermogen zeer te zijn vooruitgegaan. Michels op de veelomstreden middenvoor plaats maakte in Amsterdam nu een heel wat betere indruk dan enige maanden geleden in Rotterdam, toen hij zich heeft laten verleiden een oe fenwedstrijd te spelen, hoe wel hij gekwetst was. Hij had dit verzwegen, met het gevolg dat hij in de beoordeling on der de maat bleef. Op de spilplaats debuteerde in Amsterdam de jonge Van 't Hart van Ajax. Hij deed 't daar wel zo goed, dat men in hem wellicht eerlang een waardig plaatsvervanger voor Terlouw kan vinden. Met al deze gegevens voor ogen had de K.C. Zaterdag avond tot taak het Nederlands elftal samen te stellen, dat Woensdagavond in 't Stadion te Amsterdam partij zal moe ten geven aan Engeland B. Tevoren echter had de K.C. en T.C. nog iets anders gedaan wat stellig in de lijn van de publieke opinie ligt. Er was nog zoiets op te lossen als de question brülante, het geval Lenstra. Het zou zeer zeker fout zijn om te spreken van een kwestie Lenstra, want 'n kwestie, in de betekenis van dit woord, heeft er niet be staan. Wilde Lenstra voortaan voor een plaats in het Neder lands elftal in aanmerking komen, dan diende hij te vol doen natuurlijk binnen het raam van de mogelijkheden die zijn maatschappelijke werkkring hem biedt aan de normale verlangens die de K.C. aan elke andere speler van het Nederlands elftal mag en kan stellen, niet meer en niet minder. Lenstra heeft zich nu gaarne tot het vol doen aan die verlangens be reid verklaard en dientenge volge heeft de keuze-commis sie hem weer gaarne in de nationale ploeg opgenomen. Dat dit voor de aanvalskracht van het Oranje-elftal een aan zienlijke versterking zal be tekenen, is ook voor de K.C. en T.C. duidelijk en daarom heeft men hem, vertrouwen de dat deze tacticus zich zal kunnen en willen aanpassen, op de linksbinnenplaats op gesteld in het Oranje-elftal, dat Woensdagavond tegen En geland B de strijd zal aanbin den. In dit elftal is, zoals men reeds heeft kunnen lezen, de achterhoede ongewijzigd. Kraak staat in het doel. Natuurlijk, zal men zeggen. 72e JAARGANG No. 42 Abonnement 15 cent per week 1.95 per kwartaal 2.25 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. TEL.-ADRES „ECHO". Potharst en Van der Sluys vormen met Terlouw als stop per spil de achterhoede. Aan de beide Ajax-spelers Van de Hoeven en Van Stoffelen is een kant-halfplaats toever trouwd, waarbij Van Stoffe len wederom de eer waardig werd gekeurd als aanvoerder te fungeren. De voorhoede ziet er, zoals bekend, van rechts naar links als volgt uit: Roosenburg-, Rijvers, Michels, Lenstra, Hofma. De bezetting van de rechts buitenplaats bleef na 't falen van verschillende candidaten een vraagstuk. Roosenburg heeft zijn verkiezing te dan ken aan zijn grote ijver, die hem zelfs ondanks zijn tekort aan techniek in Newcastle te gen Engeland B als één der besten van de Nederlandse ploeg qualificeerde. Er zijn dus nogal belangrijke veran deringen in de ploeg aange bracht; laten we hopen dat ze evenveel versterkingen zullen blijken. En nu Engeland B. Enge land heeft uit zijn groot ar senaal van uitnemende spe lers er 33 geselecteerd, die in de A- of de B-ploeg worden opgesteld en in aanmerking komen om uiteindelijk opge nomen te worden voor de lijst van 22 spelers, waarmede de Engelse voetbalbond aan de Wereldkampioenschappen in Rio de Janeiro zal deelnemen. Onderling is het krachtsver schil tussen deze 33 spelers niet zo groot, zodat we dus zeker kunnen zijn in Amster dam een bijzonder sterk En gels elftal tegenover ons te krijgen. Deze of een soortgelijke se lectie heeft in Italië met 5—0 verloren; we kunnen gevoege lijk aannemen dat de leiders van het Engelse elftal met de spelers wel een hartig woord je zullen hebben gesproken. Aan de vacantie-stemming, waarin zij na een zwaar com petitie- en bekerseizoen bij hun bezoeken aan het vaste land nogal eens plegen te ver keren, zal wel abrupt een ein de zijn gemaakt. Precies als enige jaren terug, toen Zwit serland in Bern zowaar van Engeland met 10 won en de geschokte Britse reputatie 'n opkikkering nodig had. Men verkreeg deze twee dagen la ter tegen het waarlijk niet zwakke Portugal, dat eens klaps de volle kracht van het Engelse voetbal moest voelen en dan ook prompt met 10—0 ten onder ging. Onze verdediging heeft in Newcastle reeds een vuur proef doorstaan; laten we er op vertrouwen dat in Amster dam het gehele elftal door uiterste krachtsinspanning en teamwork de Engelsen zal kunnen weerstaan. (Nadr. verboden). HOCKEY. KAATSHEUVEL. Het Hockey-tournooi van D.E.S. Het tournooi dat de Kaatsheu- velse Hockeyclub op 18 Mei ge houden heeft, behoort weer tot het verleden en de organisatoren kunnen terugzien op een zeer goed geslaagde hockey-dag. 18 Mei begon voor de ontvan gende club al met een grote te leurstelling. Het weer was slecht en tengevolge van de regen wa ren op twee terreinen de lijnen zo goed als verdwenen, wat voor scheidsrechters en spelers veel on gerief veroorzaakte. Dit ten spijt en de vertraging die twee heren elftallen door te laat opkomen al veroorzaakten, konden niet ver hinderen dat de tournooileiding met vaste hand de elftallen naar de drie velden dirigeerde en de 47e en laatste wedstrijd met slechts een half uur vertraging op het officiële tijdschema kon beëindigen. Om 7 u. verzamelde zich de ge hele hockey-schare in het club huis in Hotel Smit, waar door de voorzitter, die 's morgens ook de officiële opening had verricht het tournooi besloten werd met de uitreiking der prijzen, wat hij ver gezeld deed gaan van dank aan alle deelnemers, aan de scheids rechters en aan allen die aan het welslagen van het grote tournooi hadden meegewerkt. De wisselbeker van het A-tour- nooi dames, ging naar Oranje- Zwart. Die de heren ging naar Geel-Zwart. In het B-tournooi won het Oos- terhoutse Waranda de beker wel ke door Hotel Smit geschonken was. De tweede prijzen gingen naar Were-Di (dames), Rapidity I (heren) en Waalwijk I (heren). De 3e prijzen werden gewonnen door Hoco I (dames). Push 3 (he ren) en Liberty 2 (heren). Volledige uitslagen Tournooi A dames Voorronde Waranda ILiber ty I 10; Waalwijk IHoco I 10; Push 2Rapidity 10; Oranje-ZwartHoco 2 2-1; Geel- ZwartDES 01.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 5