l Wijde Wereld} Waalwijkse en Langstraatse Courant Gevaarlijk Korea Is doordraaien van groenten te voorkomen Schoenstikster UIT DE De opleiding tot «8 Uit Nieuwkuijk's verleden. te «dtiH De waiersnood van 1880 MAANDAG 21 AUG. 1950 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON T1ELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN DE ECHO m HEI ZUIDEN 73e JAARGANG No. 68 Abonnement 15 cent pf" weck 1.95 per V wartaal 2.25 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. OPGERICHT 1871. Bureaux GROTESTRAAT 215 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66 TEL.-ADRES „ECHO* uitgaven voor de K.L.M. in wezen duidelijk verkapte oor logsuitgaven vonden), tot vaststelling van nieuwe rege len voor de Kamers van Koop handel en tot wijziging van de kinderbijslagwet. SUKARNO EIST WEER NIEUW-GUINEA OP. „Ernstig conflict wachten als" Trachten we de militaire gebeurtenissen op Korea gedurende de afgelopen week op Korea te overzien, dan krijgen we geen aanleiding tot optimisme. On danks de herhaalde verklaring dat het critieke sta dium voorbij was en dat de kans op de overwm- nirig voor de Noord-Korcanen verkeken was, kan men toch slechts constateren dat de toestand voor de U.N.O.-strijdkrachten van dag tot dag meer reden geeft tot bezorgdheid in plaats van optimisme. Dat wordt ook duidelijk uit I twee landen Rusland door hun oo v,ot tweede rapport dat Mac I houding in de kaart spelen. I tjc jaar njet door middel Arthur over de^dopKo- Het is en n.et de be I President Sukarno heeft op een massa-vergadering ter ge legenheid van de onafhanke lijkheidsdag verklaard: „Wij zullen, wat er ook gebeurt, blijven vechten totdat Neder lands Nieuw-Guinea bij ons is teruggekeerd. Als de kwes- rea "aan de "Veiligheidsraad I doeling, maar het lijkt op rea aan duiyels Ultdrijven met be- heeft gezonden. Daarin ver klaart de opperbevelhebber der U.N.O.-strijdkrachten op recht te hopen, dat de landen van de Verenigde Naties „zon der uitstel onze landstrijd krachten zullen versterken. Om het conflict tot een suc cesvol einde te brengen, is t noodzakelijk dat de landen der Verenigde Naties snel handelen". Tot deze conclusie moet ie dereen wel komen die de krijgsverrichtingen op Korea volgt. Leek het eerst hoopvol dat de Amerikaanse mariniers tot een grootscheepse tegen aanval waren overgegaan, la tere berichten over stilstand en afgesneden verbindings lijnen deden de barometer weer aanzienlijk dalen. Ten slotte volgde er zelfs een „strategische terugtocht" van niet minder dan 40 km. Ooi; uit andere delen van 't front komen berichten die er op wijzen dat de communistische troepen nog steeds allerwege in de meerderheid zijn en de kunst van oorlog-voeren heus wel verstaan. Dientengevolge dringen zij de Amerikanen geregeld achteruit. Een succes volle tegenaanval hier wordt weer teniet gedaan door ter- reinverlies elders. Daar heeft ook een frontbombardement met 10.000 ton bommen niets aan afgedaan. Ook niet-strategen vervult, deze ontwikkeling met be zorgdheid, want het is niet zo dat daar ergens aan de an dere kant van de wereld een klein landje door een nabuur- staat wordt overvallen. Dat is onderhand wel duidelijk ge worden. De Amerikanen zou den er zich dan waarschijn lijk niet zo voor hebben inge spannen en de Veiligheids raad zou misschien iets min der onvruchtbaar werken. Nee, de strijd in Korea is de laatste kans nog maar een kans om te voorkomen dat het communistische blok zich uitbreid door openlijke agres sie. Daarom kan het geen ne derlaag lijden, want dan zou het hek pas goed van de dam zijn. Wordt de overwinning behaald, dan kunnen we al thans nog enige redelijke hoop koesteren dat de rode agressors zich tweemaal zul len bedenken eer ze 'n nieuw avontuur beginnen. Maar on dertussen, Tibet ligt daar practisch onbeschermd en on dubbelzinnig bedreigd. Hulp zal het niet veel krijgen Het is dus zaak dat de U.N.O.-leden gehoor geven aan de oproep van generaal MacArthur. Een aantal leden hebben tesamen enkele tien duizenden manschappen aan geboden, maar de Amerika nen vechten te land nog steeds alleen. Het gebied dat zij tot op heden hebben kun nen behouden, slinkt gesta dig. Een snelle aanvoer van voldoende troepen lijkt enkel nog de situatie te kunnen redden. Het is moeilijk en ge vaarlijk voorspellingen te doen, maar we hebben ons op timisme langzamerhand een beetje verleerd. Als de com munisten een beslissing wil len forceren, kunnen ze een geweldige strijdmacht op de been brengen; dat staat vast. Manschappen noch materiëel zullen enkel door Noord-Ko- rea opgebracht worden, maar een schier onuitputtelijke ar senaal staat hun ten dienste. Daartegenover moet de UNO zich handhaven niet alleen, doch ook de overwinning be halen, terwijl één van haar leden de tegenpartij steunt. Dat zijn enkele punten uit de militaire problemen die 't Verre Oosten momenteel op werpt. Er zijn evenwel ook politieke kwesties, niet min der moeilijk en niet minder gevaarlijk, met name de hou ding van India en Indonesië tegenover de actie der U.N.O. en tegenover de communisti sche aanspraken. Het is moei lijk te schatten hoezeer deze hulp van Beëlzebub. Vertrouwen voor Belgische regering. Als eerste punt van zijn program heeft het nieuwe Eelgische kabinet aan de Ka mer van Afgevaardigden voor gelegd :de politieke rust en de nationale eenheid moeten worden hersteld door het ver zamelen van alle Belgen rondom Prins Boudewijn. Verder wil de regering de verplichtingen die België heeft ten opzichte van 't At lantisch Pact en het Pact van Brussel, nakomen door 't tref fen van een aantal economi sche en militaire maatrege len en tenslotte zal zij de plannen van de vorige rege ring betreffende sociale her vormingen en economische rehabilitatie trachten uit te voeren. In zijn regeringsver klaring heeft premier Pholien bovendien hulde gebracht aan de grootmoedigheid fan de koning, waardoor deze be wees alleen het welzijn van 't land op het oog te hebben. Ondanks de goede bedoe lingen van de regering kon den socialisten, liberalen (en communisten) haar hun ver trouwen niet schenken. Ze kreeg het alleen van de ka tholieken: 107 tegen 78 stem men. Na het behandelen van de regeringsverklaring is "t Bel gische parlement tot 3 Oct. op reces gegaan. De Kerk in Hongarije. De Hongaarse regering is begonnen met kloosterlingen die ze enige tijd geleden uit de kloosters heeft gehaald, weer los te laten, op bepaal de voorwaarden natuurlijk. Ze mogen noch in religieuze kleding lopen, noch in ge meenschap bijeen leven. De Hongaarse bisschoppen zijn weer het mikpunt gewor den van allerlei beschuldi gingen. Vooral de bisschop van Vac, Mgr. Josef Peteri, heeft het gedaan. Hij wordt er van beschuldigd priesters te hebben ontslagen die hun handtekening hadden ge plaatst onder het vredes-ma- nifest van Stockholm en on der de petitie tegen 't bom barderen van Noord-Koreaan- se doelen door de Amerikaan se luchtmacht. Men verwacht dat de regering tegen Peteri eenzelfde proces wil gaan voeren als tegen kardinaal Mindszenty. Communisten lopen weg. In de laatste vergadering van het parlementaire jaar, vorige week Woensdag, zijn de communisten uit de Eerste Kamer weggelopen met de mededeling dat zij de zittin gen niet meer zouden bijwo nen. Wat ze daarmee precies bedoelden, werd niet duide lijk. De reden van deze weg- loperij was, dat de gang van zaken deze keer blijkbaar erg tegen hun zin was. Hun heer Schalker was de week tevoren zomaar even tussen neus en lippen door met een motie gekomen dat er loonsverhoging toegestaan moest worden. Die zou in deze vergadering behandeld wor den. Prof. Molenaar van de V.V.D. kwam nu echter met het voorstel om de motie ter zijde te leggen, want hij had uit het reglement van orde gedistilleerd dat ze niet in be handeling kon komen omdat ze geen betrekking had op 'n onderwerp dat aan de orde was. Toen zijn voorstel met 22 tegen 13 stemmen werd aangenomen, trokken de com munisten zich uit protest te- rug. Overigens aanvaardden de senatoren deze laatste ronde wetsontwerpen tot steun aan de K.L.M., al waren er be zwaren tegen de fouten die er gemaakt waren (de commu nisten waren tegen omdat ze van onderhandelen kan wor den geregeld, zal er een ern stig conflict ontstaan. Sukarno zeide voorts, dat Indonesië nog de R.T.C.-over eenkomst, waarbij bepaald werd dat de kwestie Nieuw- Guinea binnen één jaar zal worden geregeld, nog in acht nam, maar dat na 1950 geen der. partijen nog gebonden zou zijn aan die bepaling." Het gezag van de Nederlan ders ae facto over Nederlands Nieuw-Guinea wordt alleen voor dit jaar erkend. Indone sië beschouwt de kwestie Nieuw-Guinea als 'n onrecht vaardigheid, die moet worden hersteld" aldus Sukarno, die vervolgde: „ik vrees dat de Nederlanders nog niet besef fen dat dit voor ons een punt van het grootste belang is". Sukarno voegde hieraan toe, dat het niet een kwestie was of Nieuw-Guinea ethnologisch tot Indonesië behoorde, en evenmin of Indonesië vol doende rijp was hiervoor,: maar, zo zeide hij, het is een kwestie van kolonialisme of geen kolonialisme, van kolo nialisme of onafhankelijk heid. Een deel van ons land wordt nog door de Nederlan ders gekoloniseerd en wij aanvaarden dit niet. Hij maakte geen gewag van de protesten van Australië tegen de Indonesische eisen t.a.v. Nederlands Nieuw-Gui nea, evenmin sprak hij over Australisch Nieuw-Guinea. ZOMERTRAGEDIE van klein land mef vruchtbare bodem Voor een belangrijk deel is Nederland nog een agrarisch land. Men kan dat zien, wanneer wij een handelsverdrag afsluiten met een andere staat. Op de lijst van producten, die wij in den vreemde af zetten, komen bijna zonder uitzondering wel land en tuinbouwproducten voor. Zoals men de Verenig de Staten wel samen met Canada de graan schuur van de wereld noemt (dit te meer nu Rus land voor een deel is uitgevallen), zo zou men Ne derland wel de tuin van Europa kunnen noemen. Onze tuinbouw staat op hoog peil en wij zijn trots op de vele vakmensen die ons land op dit terrein heeft voortgebracht. *1FVt Stiksterslokaal. II. Voor een uitermate dicht bevolkt land als Nederland is de fabricage van hoogwaar dige en veel arbeid vereisen de industrie-artikelen 't meest geëigende middel van be staan. Een dergelijke z.g. ver- edelings-industrie kan alleen op peil worden gebracht en als zodanig worden gehand haafd als de ondernemer kan beschikken over voldoende vakkundig personeel. Wan neer wij deze algemeen-gel dende regels op de schoen industrie toepassen, dan kun nen wij zeggen: het is in het belang van onze industrie dat aan de stiksters-opleiding alle zorg wordt besteed. Kan zulks dan niet op de fabriek gebeu ren? Ik herinner me, dat, toen men een halve eeuw geleden in verschillende plaatsen van ons land tot de stichting van Nijverheidsscholen overging, vele conservatieve ambachts mensen hoofdschuddend zei den: „een vak leer je niet op school, alleen in de werk plaats". De praktijk van het leven heeft wel anders ge leerd: er is overal een gewel dige toeloop naar de vakscho len van lagere en hogere rang, door.de Regering krachtig ge stimuleerd. Voor 't fabrieks meisje is in dit opzicht veel minder gedaan. Om bij ons onderwerp te blijven, de normale opleiding tot schoenstikster geschiedde en geschiedt nog in de fa briek. Vele Langstraatse meisjes hebben a.h.w. een overgeërfde handigheid in deze arbeid, en krijgen na kortere of langere leertijd een ongeëvenaarde vakbekwaam heid, andere „hebben er geen gezicht op" en vallen af. Van methodisch onderwijs is na- tuurlijk geen sprake en iede re fabrikant denkt bij de op leiding natuurlijk in de eer ste plaats aan zijn eigen ar tikel. Dit wordt nu anders: de Westelijke vleugel van 't gebouw van de R.K. Huis houd- en Industrie-school is aanzienlijk uitgebreid en voorzien van een ruim en comfortabel ingericht stik sterslokaal, waarin 20 stik machines deskundig zijn op gesteld. Een lerares in hand werken is door de fabrikan ten alhier welwillend in de gelegenheid gesteld in diver se fabrieken practisch te wer ken en zal nu met behulp van de, onlangs aangeschafte mèest-moderne machines op methodische wijze aan de leerlingen onderricht geven in het schoenstikken. Een commissie van advies zal zorgen dat het onderwijs zich steeds zo nauw mogelijk aanpast aan de eisen van het snel-wisselende productie proces. Deze commissie be staat uit de heren A. Bak kers, A. de Kort en C. Pul lens; zij geven de richtlijnen voor het programma aan en zullen zich, een en ander on der algemeen toezicht van de Inspectrice van het Nijver heidsonderwijs, op de hoogte houden van de prestaties op school. De opleiding kan overdag en 's avonds geschieden. De daglessen worden in 'n ove rigens volledig schoolpro gramma opgenomen, zodat 't godsdienstig, algemeen vor mend en huishoudelijk onder wijs ook tot hun recht komen, een groot verschil met een eventuële opleiding in een fabriek. Tot nu toe mag geen vak opleiding aan leerplichtige meisjes gegeven worden, al is het niet uitgesloten dat de Minister van O. K. en W. zal toestaan, dat hierin enige wij ziging komt. Wij herinneren er aan, dat een meisje zich voor de Huishoud- en Indu strie-school kan aanmelden, wanneer zij 12 jaar en 8 maanden oud is. Leerlingen van de tweede cursus, die niet meer leer plichtig zijn, krijgen per week 4 tot 6 uur les in het schoen- stikken, daarnaast natuurlijk de andere reeds genoemde lessen. Voor deze meisjes spe ciaal komt dus de naam R.K. Huishoud- en Industrieschool geheel tot zijn recht. (Protes tante leerlingen kunnen godsdienstlessen ontvangen van een predikant). Daar deze leerlingen reeds degelijk onderwijs in de naaldvakken hebben genoten, zullen de meeste van hen ook snel vor deringen maken in 't schoen- stikken en zullen dus vakbe kwame arbeidskrachten wor den, die zeker, na volbrachte studie, niet lang op plaatsing behoeven te wachten. Ook aan meisjes die geen leerling zijn van deze school, maar mogelijk reeds in een bedrijf werkzaam zijn, is ge dacht. Voor haar worden middag- en avondlessen ge organiseerd, 4 middagen per week van 2 tot 5 uur of twee avonden van 7 tot 9 uur. Het schoolgeld kan geen bezwaar zijn: 1.25 per maand, zowel voor de middag- als avond lessen. Bij voldoende bekwaamheid, door de commissie van advies te beoordelen, zullen getuig schriften worden uitgereikt. De eisen zullen tamelijk zwaar zijn; er is gedacht om een A- en een zwaarder B- Dit zwaartepunt op tuin bouw in een klein en overbe volkt land, dat over het al gemeen zeer vruchtbaar is, kan een logisch uitvloeisel van die vruchtbaarheid en die dichte bevolking worden ge noemd. De opeenhoping van mensen veroorzaakte een zo danige verdeling van grond, dat zij grotendeels voor land bouw niet meer geschikt was, omdat de opbrengst in land bouwproducten van een klein gebied niet meer voldoende bleek om de boer in zijn le vensonderhoud te doen voor zien. Landbouw eist een grote oppervlakte, die meer exten sief gebouwd wordt, d.w.z. dat men aan de producten niet van plant tot plant bij zondere aandacht besteedt. Dit nu is wel het geval bij tuinbouw. Hier is sprake van intensieve bebouwing. De tuinder heeft de beschikking over weinig grond en om ringt elke vrucht van die bo dem met zijn bijzondere zorg. Op deze wijze hropt men dan van een klein stukje grond nog voldoende opbrengst te krijgen om van te kunnen le ven. Bovendien noopt de stadsvorming waarbij ie der gezin geen eigen tuin meer heeft wel tot 't ont staan van tuinderijen, die zo een waardige en zeer ge wenste specialisatie kan wor den genoemd. We krijgen echter wel eens de indruk, dat er teveel van die tuinbedrijven in Neder land zijn. Lezen we niet tel kens van groente, die „door gedraaid" wordt? Is dit geen bewijs van overproductie en moet het doordraaien van veldproducten niet zonder meer verboden worden, om dat het als een maatschappe lijk onwaardige daad moet worden gezien? Het is moeilijk daarop een antwoord te geven, dat direct iedereen zal bevredigen. Wij wezen er reeds op, dat wij in een zeer geschikte tuinbouw streek wonen. Daarom kun nen wij dikwijls ook nog an dere volken van dienst zijn met deze kostbare voort brengselen van Neerlanas vruchtbare velden. Die lan den hebben dan een minder geschikte bodem of geen vak mensen voldoende op dit ge bied of door overbevolking van bepaalde gebieden niet voldoende ruimte in de om trek om zo'n groot terrein op- eters ineens van vitaminen- rijke tuinbouwproducten te voorzien. Zo werden wij de leveranciers van Europa voor groenten en fruit en op dat moment is er dus van door draaien van groente geen sprake en is er dus evenmin een teveel aan tuinders, zo als men wel eens opmerkt. Een overvloedige oogst. Daarnaast wijzen wij op de wisselende oogst. Het zeer wisselvallige klimaat van Ne derland doet de opbrengsten van verschillende producten nogal eens variëren van een zeer schrale tot een overvloe dige oogst. Wij zien dus dat het door draaien van groente, waar onder wij dan willen verstaan elke aanwending van veld producten voor doeleinden waarvoor zij niet bedoeld zijn, kan worden veroorzaakt door een overvloedige oogst. In dit geval is er dus meer aanbod dan vraag en zelfs wanneer alle vraag is bevredigd tegen een minimale prijs, dan is er nog een overschot. Deze toe stand komt zelden voor, zal men opmerken. Wanneer men daarmee b'edoelt een over schot voor, laat ons zeggen, geheel Europa, dan zijn wij het daarmee eens. Wanneer men daarmee bedoelt alleen Nederland, dan moet dit wor den ontkend. Wij kunnen wel zeggen dat er één van de kernen van het vraagstuk wordt benaderd, wanneer wij opmerken dat 't doordraai"-probleem ten nauwste samenhangt met de liberalisatie van de handel. Des te groter de afzetkansen zijn voor een tuinbouwland als Nederland die kansen nemen toe naarmate de han del vrijer is des te gerin ger zijn ook de kansen dat men een gedeelte van onze tuinbouwoogst moet vernie len bij gebrek aan afnemers. Allerlei factoren kunnen de afzet doen stokken. De poli tieke afkeer van een land, 't gebrek aan betaalmiddel, de weigering om iets te kopen zolang Nederland niet een be paald product van de groen teklant terugkoopt, en zo kan men wellicht deze rij nog uit breiden. Zijn naakte bestaan. Naast het hierboven be toogde ligt het niet minder belangrijke vraagstuk van 't bestaan van de tuinder, dat op het spel kan staan. Het is nu eenmaal zo, dat men in de agrarische sector niet pre cies weet hoe groot de afzet van een bepaald jaar zal zijn. Bovendien kan men door klimatologische oorzaken het aanbod niet regelen. Is de op brengst van de grond een maal aanwezig, dan moet men die kwijt in een bepaalde pe riode, die meestal zeer kort is. De tuinder moet zorgen dat hij uit die opbrengst zijn kosten dekt en bovendien een winst maakt, die groot ge noeg moet zijn om hem een bestaan! te verzekeren. Wanneer nu de prijs van deze bederfelijke waar maar blijft dalen, dan komt er een punt, waarop een tuinder be ter kan gaan zonnebaden dan bijvoorbeeld sla-planten oog sten. Dus steken de tuinders hun hoofden bij elkaar om 'n minimum-prijs vast te stellen. Komt de prijs daar beneden, dan is de opbrengst niet meer lonend en aldus komt men er toe tot vernietiging te beslui ten. Dit punt wordt het eer- se bereikt met producten, die niet geconserveerd worden, b.v. met sla. Immers is de vraag voor zo'n product veel kleiner, omdat de conserven- iridustrie niet als vrager op de markt optreedt, waardoor de vraag wordt gestimuleerd en de prijs gesteund. Eij dit alles kan men van het standpunt uitgaan, dat 't consumentenbelang voorop moet staan en de tuinder dan maar. moet lijden voor 't ge hele volk. Het verleden heeft echter geleerd, dat dit leidt tot een uitholling van de tuindersstand, waardoor zij practisch tot een klasse van duurzaam noodlijdenden wor den geproclameerd. Tenslotte komt men langs deze weg tot een toestand, waarbij een groot aantal tuin ders als aanbieders verdwij nen. De overgeblevenen ko men gezamenlijk dan tot een zeer beperkt aanbod, dat in een meer geliberaliseerde we reld plotseling 'n grote vraag kan ontmoeten, waardoor de prijzen enorm kunnen stij gen. De uiteindelijke conclu sie van deze redenering zou zijn, dat in een jaar met be perkt aanbod en grote vraag, een groot deel van de minder koopkrachtigen onder ons volk uit de koopmarkt van groenten zou worden gesto ten, hetgeen zeker niet aan bevelenswaardig moet wor den geacht. Juist het op internationaal niveau optredend verschijnsel der plotselinge inkrimping en uitzetting der vraag, maakt 't vraagstuk van 't doordraaien der groente uiterst gecompli ceerd. En er is meer De plaatsruimte noopt ons de bespreking van de proble men rond het doordraaien der groente tot hiertoe te beper ken. Nog meeren wel licht zeer interessante facet ten van dit naast economische ook ethische vraagstuk zou den kunnen worden belicht. Samenvattend kan men ech ter concluderen dat de moei lijkheden op dit terrein vele zijn en voor een deel bijna onoplosbaar, zodat men wel haast tot de uitspraak moet komen, dat in bepaalde om standigheden het doordraaien van groente tot de zomertra- gedies moet worden gerekend van een volk, dat naast een vruchtbare bodem een aantal nijvere werkers bezit, die be reid zijn hun aandeel te leve ren in een zo groot mogelijke productie van het land tegen een zo laag mogelijke prijs, maar die daarvoor ook een rechtvaardige beloning op eisen. Dr. H. R. M. diploma in te stellen. Uit de bezitsters van deze getuig schriften zullen de voorwerk sters en de leidsters moeten komen. Het is in het persoonlijk belang van de vrouwelijke werkkrachten in onze fabrie ken en van de fabrikanten in de eerste plaats, maar ook in het belang van de gehele Langstraatse gemeenschap, dat van deze, in sociaal-eco nomisch opzicht zo belangrij ke inrichting van onderwijs, een veelvuldig, nog liever een algemeen gebruik zal worden gemaakt. Foldertjes, welke aan de fabrieken zullen wor den verspreid, wekken daar toe op. Aanmelding kan geschieden bij de Directrice der school, schriftelijk in de maand Au gustus, mondeling op 1 en 2 September en verder in Sep tember op de spreekuren. Woensdagnamiddag 2 tot 4 uur. Donderdagavond 7 tot 9 uur. Drs. G. J. de Vries. (Vervolg). Dramatisch ook vooral zijn de gevallen, o.a. van een huishouden dat een huisje bewoonde vlak daar, waar het water de dijk met geweld forceerde. De medewer ker van de Katholieke Illustratie uit de jaren 1881 weet hiervan met een welversneden pen in kleuren en verve te verhalen. De bedoelde woning werd van achteren op geduchte wijze door het water gebeukt ze telde vijf bewoners, die, door de branding ingesloten, in de onmogelijkheid waren het schokkende huisje te verlaten. Plank na plank werd losgescheurd, en balk na balk (al te zwakke stcunsels voor 't toch al kaduke gebouw) onder het dak losgewoeld, dat vreselijk begon te slingeren en waarop de ongeluk- wige bewoners zich ternauwer nood konden staande houden. De ongelukkigen strekten smekend de armen naar de nabij gelegen dijk uit, waar een angstige massa zwijgend het ontzettend schouw spel gadesloeg. Wat konden zij echter doen? Tussen de dijk en de half vernielde woning donder de en schuimde een waterval, die iedereen zou meesleuren en ver zwelgen die er zich te roekeloos in durfde wagen. En hoger steeg de nood en dreigender werd het gevaar. Een geweldig gekraak werd hoorbaar boven het loeien van de branding; de woning stortte ineen en het rampzalig vijftal zonk gillend in de diepte. Een angstkreet steeg op uit de honderden monden op de dijk, maar zie, haast een wonder, het dak kwam weer boven drijven en een vlot vormend, dreef het op de woelende watermassa en werd met het vijftal door de snelle stro ming in dolle vaart meegesleept. Heerlijke beschikking van de Voorzienigheid. Het nooit zo ge ziene vlot strandde weldra tegen eert der huizen van het dorp, en

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 5