l
Wijde Wereld}
Waalwijkse en Langstraatse Courant
Gevaarlijk Korea
Is doordraaien van
groenten te voorkomen
Schoenstikster
UIT DE
De opleiding tot
«8
Uit Nieuwkuijk's verleden.
te
«dtiH
De waiersnood van 1880
MAANDAG 21 AUG. 1950
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON T1ELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO m HEI ZUIDEN
73e JAARGANG No. 68
Abonnement
15 cent pf" weck
1.95 per V wartaal
2.25 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1871.
Bureaux GROTESTRAAT 215 WAALWIJK TEL. 38.
SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66
TEL.-ADRES „ECHO*
uitgaven voor de K.L.M. in
wezen duidelijk verkapte oor
logsuitgaven vonden), tot
vaststelling van nieuwe rege
len voor de Kamers van Koop
handel en tot wijziging van
de kinderbijslagwet.
SUKARNO EIST WEER
NIEUW-GUINEA OP.
„Ernstig conflict
wachten als"
Trachten we de militaire gebeurtenissen op Korea
gedurende de afgelopen week op Korea te overzien,
dan krijgen we geen aanleiding tot optimisme. On
danks de herhaalde verklaring dat het critieke sta
dium voorbij was en dat de kans op de overwm-
nirig voor de Noord-Korcanen verkeken was, kan
men toch slechts constateren dat de toestand voor
de U.N.O.-strijdkrachten van dag tot dag meer reden
geeft tot bezorgdheid in plaats van optimisme.
Dat wordt ook duidelijk uit I twee landen Rusland door hun oo
v,ot tweede rapport dat Mac I houding in de kaart spelen. I tjc jaar njet door middel
Arthur over de^dopKo- Het is en n.et de be I
President Sukarno heeft op
een massa-vergadering ter ge
legenheid van de onafhanke
lijkheidsdag verklaard: „Wij
zullen, wat er ook gebeurt,
blijven vechten totdat Neder
lands Nieuw-Guinea bij ons
is teruggekeerd. Als de kwes-
rea "aan de "Veiligheidsraad I doeling, maar het lijkt op
rea aan duiyels Ultdrijven met be-
heeft gezonden. Daarin ver
klaart de opperbevelhebber
der U.N.O.-strijdkrachten op
recht te hopen, dat de landen
van de Verenigde Naties „zon
der uitstel onze landstrijd
krachten zullen versterken.
Om het conflict tot een suc
cesvol einde te brengen, is t
noodzakelijk dat de landen
der Verenigde Naties snel
handelen".
Tot deze conclusie moet ie
dereen wel komen die de
krijgsverrichtingen op Korea
volgt. Leek het eerst hoopvol
dat de Amerikaanse mariniers
tot een grootscheepse tegen
aanval waren overgegaan, la
tere berichten over stilstand
en afgesneden verbindings
lijnen deden de barometer
weer aanzienlijk dalen. Ten
slotte volgde er zelfs een
„strategische terugtocht" van
niet minder dan 40 km. Ooi;
uit andere delen van 't front
komen berichten die er op
wijzen dat de communistische
troepen nog steeds allerwege
in de meerderheid zijn en de
kunst van oorlog-voeren heus
wel verstaan. Dientengevolge
dringen zij de Amerikanen
geregeld achteruit. Een succes
volle tegenaanval hier wordt
weer teniet gedaan door ter-
reinverlies elders. Daar heeft
ook een frontbombardement
met 10.000 ton bommen niets
aan afgedaan.
Ook niet-strategen vervult,
deze ontwikkeling met be
zorgdheid, want het is niet zo
dat daar ergens aan de an
dere kant van de wereld een
klein landje door een nabuur-
staat wordt overvallen. Dat is
onderhand wel duidelijk ge
worden. De Amerikanen zou
den er zich dan waarschijn
lijk niet zo voor hebben inge
spannen en de Veiligheids
raad zou misschien iets min
der onvruchtbaar werken.
Nee, de strijd in Korea is de
laatste kans nog maar een
kans om te voorkomen dat
het communistische blok zich
uitbreid door openlijke agres
sie. Daarom kan het geen ne
derlaag lijden, want dan zou
het hek pas goed van de dam
zijn. Wordt de overwinning
behaald, dan kunnen we al
thans nog enige redelijke
hoop koesteren dat de rode
agressors zich tweemaal zul
len bedenken eer ze 'n nieuw
avontuur beginnen. Maar on
dertussen, Tibet ligt daar
practisch onbeschermd en on
dubbelzinnig bedreigd. Hulp
zal het niet veel krijgen
Het is dus zaak dat de
U.N.O.-leden gehoor geven
aan de oproep van generaal
MacArthur. Een aantal leden
hebben tesamen enkele tien
duizenden manschappen aan
geboden, maar de Amerika
nen vechten te land nog
steeds alleen. Het gebied dat
zij tot op heden hebben kun
nen behouden, slinkt gesta
dig. Een snelle aanvoer van
voldoende troepen lijkt enkel
nog de situatie te kunnen
redden. Het is moeilijk en ge
vaarlijk voorspellingen te
doen, maar we hebben ons op
timisme langzamerhand een
beetje verleerd. Als de com
munisten een beslissing wil
len forceren, kunnen ze een
geweldige strijdmacht op de
been brengen; dat staat vast.
Manschappen noch materiëel
zullen enkel door Noord-Ko-
rea opgebracht worden, maar
een schier onuitputtelijke ar
senaal staat hun ten dienste.
Daartegenover moet de UNO
zich handhaven niet alleen,
doch ook de overwinning be
halen, terwijl één van haar
leden de tegenpartij steunt.
Dat zijn enkele punten uit
de militaire problemen die 't
Verre Oosten momenteel op
werpt. Er zijn evenwel ook
politieke kwesties, niet min
der moeilijk en niet minder
gevaarlijk, met name de hou
ding van India en Indonesië
tegenover de actie der U.N.O.
en tegenover de communisti
sche aanspraken. Het is moei
lijk te schatten hoezeer deze
hulp van Beëlzebub.
Vertrouwen voor
Belgische regering.
Als eerste punt van zijn
program heeft het nieuwe
Eelgische kabinet aan de Ka
mer van Afgevaardigden voor
gelegd :de politieke rust en
de nationale eenheid moeten
worden hersteld door het ver
zamelen van alle Belgen
rondom Prins Boudewijn.
Verder wil de regering de
verplichtingen die België
heeft ten opzichte van 't At
lantisch Pact en het Pact van
Brussel, nakomen door 't tref
fen van een aantal economi
sche en militaire maatrege
len en tenslotte zal zij de
plannen van de vorige rege
ring betreffende sociale her
vormingen en economische
rehabilitatie trachten uit te
voeren. In zijn regeringsver
klaring heeft premier Pholien
bovendien hulde gebracht aan
de grootmoedigheid fan de
koning, waardoor deze be
wees alleen het welzijn van 't
land op het oog te hebben.
Ondanks de goede bedoe
lingen van de regering kon
den socialisten, liberalen (en
communisten) haar hun ver
trouwen niet schenken. Ze
kreeg het alleen van de ka
tholieken: 107 tegen 78 stem
men.
Na het behandelen van de
regeringsverklaring is "t Bel
gische parlement tot 3 Oct.
op reces gegaan.
De Kerk in Hongarije.
De Hongaarse regering is
begonnen met kloosterlingen
die ze enige tijd geleden uit
de kloosters heeft gehaald,
weer los te laten, op bepaal
de voorwaarden natuurlijk.
Ze mogen noch in religieuze
kleding lopen, noch in ge
meenschap bijeen leven.
De Hongaarse bisschoppen
zijn weer het mikpunt gewor
den van allerlei beschuldi
gingen. Vooral de bisschop
van Vac, Mgr. Josef Peteri,
heeft het gedaan. Hij wordt
er van beschuldigd priesters
te hebben ontslagen die hun
handtekening hadden ge
plaatst onder het vredes-ma-
nifest van Stockholm en on
der de petitie tegen 't bom
barderen van Noord-Koreaan-
se doelen door de Amerikaan
se luchtmacht. Men verwacht
dat de regering tegen Peteri
eenzelfde proces wil gaan
voeren als tegen kardinaal
Mindszenty.
Communisten lopen weg.
In de laatste vergadering
van het parlementaire jaar,
vorige week Woensdag, zijn
de communisten uit de Eerste
Kamer weggelopen met de
mededeling dat zij de zittin
gen niet meer zouden bijwo
nen. Wat ze daarmee precies
bedoelden, werd niet duide
lijk. De reden van deze weg-
loperij was, dat de gang van
zaken deze keer blijkbaar erg
tegen hun zin was.
Hun heer Schalker was de
week tevoren zomaar even
tussen neus en lippen door
met een motie gekomen dat
er loonsverhoging toegestaan
moest worden. Die zou in deze
vergadering behandeld wor
den. Prof. Molenaar van de
V.V.D. kwam nu echter met
het voorstel om de motie ter
zijde te leggen, want hij had
uit het reglement van orde
gedistilleerd dat ze niet in be
handeling kon komen omdat
ze geen betrekking had op 'n
onderwerp dat aan de orde
was. Toen zijn voorstel met
22 tegen 13 stemmen werd
aangenomen, trokken de com
munisten zich uit protest te-
rug.
Overigens aanvaardden de
senatoren deze laatste ronde
wetsontwerpen tot steun aan
de K.L.M., al waren er be
zwaren tegen de fouten die er
gemaakt waren (de commu
nisten waren tegen omdat ze
van onderhandelen kan wor
den geregeld, zal er een ern
stig conflict ontstaan.
Sukarno zeide voorts, dat
Indonesië nog de R.T.C.-over
eenkomst, waarbij bepaald
werd dat de kwestie Nieuw-
Guinea binnen één jaar zal
worden geregeld, nog in acht
nam, maar dat na 1950 geen
der. partijen nog gebonden
zou zijn aan die bepaling."
Het gezag van de Nederlan
ders ae facto over Nederlands
Nieuw-Guinea wordt alleen
voor dit jaar erkend. Indone
sië beschouwt de kwestie
Nieuw-Guinea als 'n onrecht
vaardigheid, die moet worden
hersteld" aldus Sukarno, die
vervolgde: „ik vrees dat de
Nederlanders nog niet besef
fen dat dit voor ons een punt
van het grootste belang is".
Sukarno voegde hieraan toe,
dat het niet een kwestie was
of Nieuw-Guinea ethnologisch
tot Indonesië behoorde, en
evenmin of Indonesië vol
doende rijp was hiervoor,:
maar, zo zeide hij, het is een
kwestie van kolonialisme of
geen kolonialisme, van kolo
nialisme of onafhankelijk
heid. Een deel van ons land
wordt nog door de Nederlan
ders gekoloniseerd en wij
aanvaarden dit niet.
Hij maakte geen gewag van
de protesten van Australië
tegen de Indonesische eisen
t.a.v. Nederlands Nieuw-Gui
nea, evenmin sprak hij over
Australisch Nieuw-Guinea.
ZOMERTRAGEDIE van klein land mef vruchtbare bodem
Voor een belangrijk deel is Nederland nog een
agrarisch land. Men kan dat zien, wanneer wij een
handelsverdrag afsluiten met een andere staat. Op
de lijst van producten, die wij in den vreemde af
zetten, komen bijna zonder uitzondering wel land
en tuinbouwproducten voor. Zoals men de Verenig
de Staten wel samen met Canada de graan
schuur van de wereld noemt (dit te meer nu Rus
land voor een deel is uitgevallen), zo zou men Ne
derland wel de tuin van Europa kunnen noemen.
Onze tuinbouw staat op hoog peil en wij zijn trots
op de vele vakmensen die ons land op dit terrein
heeft voortgebracht.
*1FVt
Stiksterslokaal.
II.
Voor een uitermate dicht
bevolkt land als Nederland is
de fabricage van hoogwaar
dige en veel arbeid vereisen
de industrie-artikelen 't meest
geëigende middel van be
staan. Een dergelijke z.g. ver-
edelings-industrie kan alleen
op peil worden gebracht en
als zodanig worden gehand
haafd als de ondernemer kan
beschikken over voldoende
vakkundig personeel. Wan
neer wij deze algemeen-gel
dende regels op de schoen
industrie toepassen, dan kun
nen wij zeggen: het is in het
belang van onze industrie dat
aan de stiksters-opleiding alle
zorg wordt besteed. Kan zulks
dan niet op de fabriek gebeu
ren? Ik herinner me, dat, toen
men een halve eeuw geleden
in verschillende plaatsen van
ons land tot de stichting van
Nijverheidsscholen overging,
vele conservatieve ambachts
mensen hoofdschuddend zei
den: „een vak leer je niet op
school, alleen in de werk
plaats". De praktijk van het
leven heeft wel anders ge
leerd: er is overal een gewel
dige toeloop naar de vakscho
len van lagere en hogere rang,
door.de Regering krachtig ge
stimuleerd. Voor 't fabrieks
meisje is in dit opzicht veel
minder gedaan.
Om bij ons onderwerp te
blijven, de normale opleiding
tot schoenstikster geschiedde
en geschiedt nog in de fa
briek. Vele Langstraatse
meisjes hebben a.h.w. een
overgeërfde handigheid in
deze arbeid, en krijgen na
kortere of langere leertijd een
ongeëvenaarde vakbekwaam
heid, andere „hebben er geen
gezicht op" en vallen af. Van
methodisch onderwijs is na-
tuurlijk geen sprake en iede
re fabrikant denkt bij de op
leiding natuurlijk in de eer
ste plaats aan zijn eigen ar
tikel. Dit wordt nu anders:
de Westelijke vleugel van 't
gebouw van de R.K. Huis
houd- en Industrie-school is
aanzienlijk uitgebreid en
voorzien van een ruim en
comfortabel ingericht stik
sterslokaal, waarin 20 stik
machines deskundig zijn op
gesteld. Een lerares in hand
werken is door de fabrikan
ten alhier welwillend in de
gelegenheid gesteld in diver
se fabrieken practisch te wer
ken en zal nu met behulp van
de, onlangs aangeschafte
mèest-moderne machines op
methodische wijze aan de
leerlingen onderricht geven
in het schoenstikken.
Een commissie van advies
zal zorgen dat het onderwijs
zich steeds zo nauw mogelijk
aanpast aan de eisen van het
snel-wisselende productie
proces. Deze commissie be
staat uit de heren A. Bak
kers, A. de Kort en C. Pul
lens; zij geven de richtlijnen
voor het programma aan en
zullen zich, een en ander on
der algemeen toezicht van de
Inspectrice van het Nijver
heidsonderwijs, op de hoogte
houden van de prestaties op
school.
De opleiding kan overdag
en 's avonds geschieden. De
daglessen worden in 'n ove
rigens volledig schoolpro
gramma opgenomen, zodat 't
godsdienstig, algemeen vor
mend en huishoudelijk onder
wijs ook tot hun recht komen,
een groot verschil met een
eventuële opleiding in een
fabriek.
Tot nu toe mag geen vak
opleiding aan leerplichtige
meisjes gegeven worden, al is
het niet uitgesloten dat de
Minister van O. K. en W. zal
toestaan, dat hierin enige wij
ziging komt. Wij herinneren
er aan, dat een meisje zich
voor de Huishoud- en Indu
strie-school kan aanmelden,
wanneer zij 12 jaar en 8
maanden oud is.
Leerlingen van de tweede
cursus, die niet meer leer
plichtig zijn, krijgen per week
4 tot 6 uur les in het schoen-
stikken, daarnaast natuurlijk
de andere reeds genoemde
lessen. Voor deze meisjes spe
ciaal komt dus de naam R.K.
Huishoud- en Industrieschool
geheel tot zijn recht. (Protes
tante leerlingen kunnen
godsdienstlessen ontvangen
van een predikant). Daar
deze leerlingen reeds degelijk
onderwijs in de naaldvakken
hebben genoten, zullen de
meeste van hen ook snel vor
deringen maken in 't schoen-
stikken en zullen dus vakbe
kwame arbeidskrachten wor
den, die zeker, na volbrachte
studie, niet lang op plaatsing
behoeven te wachten.
Ook aan meisjes die geen
leerling zijn van deze school,
maar mogelijk reeds in een
bedrijf werkzaam zijn, is ge
dacht. Voor haar worden
middag- en avondlessen ge
organiseerd, 4 middagen per
week van 2 tot 5 uur of twee
avonden van 7 tot 9 uur. Het
schoolgeld kan geen bezwaar
zijn: 1.25 per maand, zowel
voor de middag- als avond
lessen.
Bij voldoende bekwaamheid,
door de commissie van advies
te beoordelen, zullen getuig
schriften worden uitgereikt.
De eisen zullen tamelijk
zwaar zijn; er is gedacht om
een A- en een zwaarder B-
Dit zwaartepunt op tuin
bouw in een klein en overbe
volkt land, dat over het al
gemeen zeer vruchtbaar is,
kan een logisch uitvloeisel
van die vruchtbaarheid en die
dichte bevolking worden ge
noemd. De opeenhoping van
mensen veroorzaakte een zo
danige verdeling van grond,
dat zij grotendeels voor land
bouw niet meer geschikt was,
omdat de opbrengst in land
bouwproducten van een klein
gebied niet meer voldoende
bleek om de boer in zijn le
vensonderhoud te doen voor
zien.
Landbouw eist een grote
oppervlakte, die meer exten
sief gebouwd wordt, d.w.z.
dat men aan de producten
niet van plant tot plant bij
zondere aandacht besteedt.
Dit nu is wel het geval bij
tuinbouw. Hier is sprake van
intensieve bebouwing. De
tuinder heeft de beschikking
over weinig grond en om
ringt elke vrucht van die bo
dem met zijn bijzondere zorg.
Op deze wijze hropt men dan
van een klein stukje grond
nog voldoende opbrengst te
krijgen om van te kunnen le
ven. Bovendien noopt de
stadsvorming waarbij ie
der gezin geen eigen tuin
meer heeft wel tot 't ont
staan van tuinderijen, die zo
een waardige en zeer ge
wenste specialisatie kan wor
den genoemd.
We krijgen echter wel eens
de indruk, dat er teveel van
die tuinbedrijven in Neder
land zijn. Lezen we niet tel
kens van groente, die „door
gedraaid" wordt? Is dit geen
bewijs van overproductie en
moet het doordraaien van
veldproducten niet zonder
meer verboden worden, om
dat het als een maatschappe
lijk onwaardige daad moet
worden gezien?
Het is moeilijk daarop een
antwoord te geven, dat direct
iedereen zal bevredigen. Wij
wezen er reeds op, dat wij in
een zeer geschikte tuinbouw
streek wonen. Daarom kun
nen wij dikwijls ook nog an
dere volken van dienst zijn
met deze kostbare voort
brengselen van Neerlanas
vruchtbare velden. Die lan
den hebben dan een minder
geschikte bodem of geen vak
mensen voldoende op dit ge
bied of door overbevolking
van bepaalde gebieden niet
voldoende ruimte in de om
trek om zo'n groot terrein op-
eters ineens van vitaminen-
rijke tuinbouwproducten te
voorzien. Zo werden wij de
leveranciers van Europa voor
groenten en fruit en op dat
moment is er dus van door
draaien van groente geen
sprake en is er dus evenmin
een teveel aan tuinders, zo
als men wel eens opmerkt.
Een overvloedige oogst.
Daarnaast wijzen wij op de
wisselende oogst. Het zeer
wisselvallige klimaat van Ne
derland doet de opbrengsten
van verschillende producten
nogal eens variëren van een
zeer schrale tot een overvloe
dige oogst.
Wij zien dus dat het door
draaien van groente, waar
onder wij dan willen verstaan
elke aanwending van veld
producten voor doeleinden
waarvoor zij niet bedoeld zijn,
kan worden veroorzaakt door
een overvloedige oogst. In dit
geval is er dus meer aanbod
dan vraag en zelfs wanneer
alle vraag is bevredigd tegen
een minimale prijs, dan is er
nog een overschot. Deze toe
stand komt zelden voor, zal
men opmerken. Wanneer men
daarmee b'edoelt een over
schot voor, laat ons zeggen,
geheel Europa, dan zijn wij
het daarmee eens. Wanneer
men daarmee bedoelt alleen
Nederland, dan moet dit wor
den ontkend.
Wij kunnen wel zeggen dat
er één van de kernen van het
vraagstuk wordt benaderd,
wanneer wij opmerken dat 't
doordraai"-probleem ten
nauwste samenhangt met de
liberalisatie van de handel.
Des te groter de afzetkansen
zijn voor een tuinbouwland
als Nederland die kansen
nemen toe naarmate de han
del vrijer is des te gerin
ger zijn ook de kansen dat
men een gedeelte van onze
tuinbouwoogst moet vernie
len bij gebrek aan afnemers.
Allerlei factoren kunnen de
afzet doen stokken. De poli
tieke afkeer van een land, 't
gebrek aan betaalmiddel, de
weigering om iets te kopen
zolang Nederland niet een be
paald product van de groen
teklant terugkoopt, en zo kan
men wellicht deze rij nog uit
breiden.
Zijn naakte bestaan.
Naast het hierboven be
toogde ligt het niet minder
belangrijke vraagstuk van 't
bestaan van de tuinder, dat
op het spel kan staan. Het is
nu eenmaal zo, dat men in
de agrarische sector niet pre
cies weet hoe groot de afzet
van een bepaald jaar zal zijn.
Bovendien kan men door
klimatologische oorzaken het
aanbod niet regelen. Is de op
brengst van de grond een
maal aanwezig, dan moet men
die kwijt in een bepaalde pe
riode, die meestal zeer kort
is. De tuinder moet zorgen
dat hij uit die opbrengst zijn
kosten dekt en bovendien een
winst maakt, die groot ge
noeg moet zijn om hem een
bestaan! te verzekeren.
Wanneer nu de prijs van
deze bederfelijke waar maar
blijft dalen, dan komt er een
punt, waarop een tuinder be
ter kan gaan zonnebaden dan
bijvoorbeeld sla-planten oog
sten. Dus steken de tuinders
hun hoofden bij elkaar om 'n
minimum-prijs vast te stellen.
Komt de prijs daar beneden,
dan is de opbrengst niet meer
lonend en aldus komt men er
toe tot vernietiging te beslui
ten. Dit punt wordt het eer-
se bereikt met producten, die
niet geconserveerd worden,
b.v. met sla. Immers is de
vraag voor zo'n product veel
kleiner, omdat de conserven-
iridustrie niet als vrager op de
markt optreedt, waardoor de
vraag wordt gestimuleerd en
de prijs gesteund.
Eij dit alles kan men van
het standpunt uitgaan, dat 't
consumentenbelang voorop
moet staan en de tuinder dan
maar. moet lijden voor 't ge
hele volk. Het verleden heeft
echter geleerd, dat dit leidt
tot een uitholling van de
tuindersstand, waardoor zij
practisch tot een klasse van
duurzaam noodlijdenden wor
den geproclameerd.
Tenslotte komt men langs
deze weg tot een toestand,
waarbij een groot aantal tuin
ders als aanbieders verdwij
nen. De overgeblevenen ko
men gezamenlijk dan tot een
zeer beperkt aanbod, dat in
een meer geliberaliseerde we
reld plotseling 'n grote vraag
kan ontmoeten, waardoor de
prijzen enorm kunnen stij
gen. De uiteindelijke conclu
sie van deze redenering zou
zijn, dat in een jaar met be
perkt aanbod en grote vraag,
een groot deel van de minder
koopkrachtigen onder ons
volk uit de koopmarkt van
groenten zou worden gesto
ten, hetgeen zeker niet aan
bevelenswaardig moet wor
den geacht.
Juist het op internationaal
niveau optredend verschijnsel
der plotselinge inkrimping en
uitzetting der vraag, maakt 't
vraagstuk van 't doordraaien
der groente uiterst gecompli
ceerd.
En er is meer
De plaatsruimte noopt ons
de bespreking van de proble
men rond het doordraaien der
groente tot hiertoe te beper
ken. Nog meeren wel
licht zeer interessante facet
ten van dit naast economische
ook ethische vraagstuk zou
den kunnen worden belicht.
Samenvattend kan men ech
ter concluderen dat de moei
lijkheden op dit terrein vele
zijn en voor een deel bijna
onoplosbaar, zodat men wel
haast tot de uitspraak moet
komen, dat in bepaalde om
standigheden het doordraaien
van groente tot de zomertra-
gedies moet worden gerekend
van een volk, dat naast een
vruchtbare bodem een aantal
nijvere werkers bezit, die be
reid zijn hun aandeel te leve
ren in een zo groot mogelijke
productie van het land tegen
een zo laag mogelijke prijs,
maar die daarvoor ook een
rechtvaardige beloning op
eisen.
Dr. H. R. M.
diploma in te stellen. Uit de
bezitsters van deze getuig
schriften zullen de voorwerk
sters en de leidsters moeten
komen.
Het is in het persoonlijk
belang van de vrouwelijke
werkkrachten in onze fabrie
ken en van de fabrikanten in
de eerste plaats, maar ook in
het belang van de gehele
Langstraatse gemeenschap,
dat van deze, in sociaal-eco
nomisch opzicht zo belangrij
ke inrichting van onderwijs,
een veelvuldig, nog liever een
algemeen gebruik zal worden
gemaakt. Foldertjes, welke
aan de fabrieken zullen wor
den verspreid, wekken daar
toe op.
Aanmelding kan geschieden
bij de Directrice der school,
schriftelijk in de maand Au
gustus, mondeling op 1 en 2
September en verder in Sep
tember op de spreekuren.
Woensdagnamiddag 2 tot 4
uur.
Donderdagavond 7 tot 9
uur.
Drs. G. J. de Vries.
(Vervolg).
Dramatisch ook vooral zijn de
gevallen, o.a. van een huishouden
dat een huisje bewoonde vlak
daar, waar het water de dijk met
geweld forceerde. De medewer
ker van de Katholieke Illustratie
uit de jaren 1881 weet hiervan
met een welversneden pen in
kleuren en verve te verhalen.
De bedoelde woning werd van
achteren op geduchte wijze door
het water gebeukt ze telde vijf
bewoners, die, door de branding
ingesloten, in de onmogelijkheid
waren het schokkende huisje te
verlaten. Plank na plank werd
losgescheurd, en balk na balk (al
te zwakke stcunsels voor 't toch
al kaduke gebouw) onder het dak
losgewoeld, dat vreselijk begon te
slingeren en waarop de ongeluk-
wige bewoners zich ternauwer
nood konden staande houden. De
ongelukkigen strekten smekend de
armen naar de nabij gelegen dijk
uit, waar een angstige massa
zwijgend het ontzettend schouw
spel gadesloeg. Wat konden zij
echter doen? Tussen de dijk en
de half vernielde woning donder
de en schuimde een waterval, die
iedereen zou meesleuren en ver
zwelgen die er zich te roekeloos
in durfde wagen. En hoger steeg
de nood en dreigender werd het
gevaar. Een geweldig gekraak
werd hoorbaar boven het loeien
van de branding; de woning
stortte ineen en het rampzalig
vijftal zonk gillend in de diepte.
Een angstkreet steeg op uit de
honderden monden op de dijk,
maar zie, haast een wonder, het
dak kwam weer boven drijven en
een vlot vormend, dreef het op
de woelende watermassa en werd
met het vijftal door de snelle stro
ming in dolle vaart meegesleept.
Heerlijke beschikking van de
Voorzienigheid. Het nooit zo ge
ziene vlot strandde weldra tegen
eert der huizen van het dorp, en