DeChinese Papegaai
VACANTIE
op dit BI ad
6
DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 21 AUGUSTUS 1950
6
FEUILLETON
DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN
KOPPIE KOPIJ.
DONDERDAG, VRIJDAG en ZATERDAG
24, 25 en 26 Augustus
Indonesië.
Abonneert U
VAN
DE ECHO VAN HET ZUIDEN
door
EARL DERR BIGGERS.
68)
„Ik heb me aangesteld als
een gek. Als ik weer thuis ben
ga ik vader de grootste ver
rassing van zijn leven bezor
gen. Ik zal de zaak overne
men, zoals hij zo graag wil,
en ik ga hard werken. Tot nu
toe wist ik niet wat ik wilde.
Ik ben zo zwak en wispeltu
rig geweest als een vrouw."
„Wat een vergelijking zei
Holley, „Een slechtere heb ik nog
nooit gehoord. Laat jij me de
vrouw eens zien, die niet weet
wat ze wil en als ze het weet,
er geen moeite voor doet."
„Nu ja, je snapt wel, hoe ik het
meen. Is het nog ver
„We zijn er haast. Nog vijf
mijlen."
„Ach ik hoop dat haar niets
overkomen is."
Zij ratelden voort, altijd dich
ter naar de heuvels toe, die steen
rood leken onder de stralen van
de langzaam opkomende maan.
De weg leidde nu door 'n nauwe
bergkloof, verdween bijna, maar
als door instinct gedreven, reed
Horatius steeds verder.
„Heb je een zaklantaarn
vroeg Bob.
„Ja. Waarom
„Stop even, geef dan eens hier.
Ik heb een idee."
Hij stapte uit de wagen met de
lantaarn en bekeek de weg vóór
hen heel nauwkeurig. „Hier is zij
langs gekomen" verklaarde hij.
„Dat is het spoor van haar ban
de vijf drenkelingen, die voor een
onvermijdelijke dood waren op
geschreven, konden zich van dak
tot dak klauterend in die woning
redden, om later weer opgepikt
en naar elders gevoerd te worden.
Heel veel hebben de voorou
ders van die van Nieuwkuijk dan
ook te danken aan hun koene red
ders, die met hun bootjes van
Drunen, Heusden, van Den Bosch
en Hedel af kwamen en 't ge
vaarlijke reddingswerk onderna
men. Een journalist schildert het
gevaarvolle van dit overigens zo
uitermate menslievende en dank-
bare werk. Hij verhaalt hoe hij
vanuit Den Bosch met een kotter
Vlijmen bereikt over 't Bossche-
veld. Hij weet zich in te schepen.
„Waarheen mannen
„Natuurlijk naar Nieuwkuijk,
om mensen te redden" was het
haastige antwoord van de schip
pers, die heus niet om 'n praatje,
verlegen waren.
„Kan ik meevaren
De varensgezellen keken el
kaar verwonderd aan en vroegen:
„Mijnheer is toch geen schipper?"
„Dat nu juist niet, maar ik wil
de toch mee naar Nieuwkuijk."
„Het is een gevaarlijk tochtje
mijnheer, het zal er spoken op het
water."
„Het zij zo, kan ik instappen
„Hier langs, mijnheer, langs die
kant is het water te diep."
Die waarschuwing om bij de
gang naar de schuit het midden
van de straatweg te houden, hield
natuurlijk een toestemming in
haastig maakte ik daarvan ge
bruik, en bijna tot de knieën in
het water ploeterend, klauterde
ik in de boot. Weldra waren de
forse varensgasten, met enterha
ken gewapend, naast mij in de
boot en onder uitroepen van de
toegestroomde menigte als Goe
de reis Hou je goed Weest
voorzichtig en dergelijke, voeren
we over het overgestroomde ge
deelte van de weg tussen Vlijmen
en Nieuwkuijk. In het begin gin
gen we, dank zij de krachtige sla
gen der getaande schippers, ta
melijk snel vooruit. Nu en dan
kwamen we langs 'n overstroomd
huis, waarvan de bewoners aan
de dakvensters verschenen. En
kelen riepen de schippers huilend
aan om hen op te nemen en naar
Vlijmen te brengen. Jullie zitten
hier voorlopig goed, er is geen
gevaar bij. Eerst de meest ernsti
ge gevallen, wij moeten verder
naar Nieuwkuijk om mensen te
redden klonk dan het antwoord
der varensgasten en vooruit ging
het weer met verdubbelde kracht.
„Ja mijnheer" zei een der schip
pers, „die mensen hebben nog
geen nood. Hun huizen staan bui
ten de stroming, zij kunnen het
wel tot morgen houden. Maar in
Nieuwkuijk, daar zullen we wel
wat anders zien."
Een ogenblik later werden we
opnieuw aangehouden. Het was
een boer, die verzocht zijn vee,
dat op stal in het water stond, in
veiligheid te brengen.
„Er is geen gevaar bij, maar
zonder boot gaat het niet, ik zal
u er goed voor betalen mannen"
voegde de boer er aanmoedigend
en royaal aan toe.
„Dank je, wij moeten mensen
redden", antwoordde een der
schippers, en alle drie' boomden
zo snel mogelijk door.
Weldra moesten we intussen de
snelheid verminderen de stro
ming werd meer en meer voelbaar
en hoewel de varensgezellen met
alle kracht worstelden om de
„straatweg" te houden, de drang
van het aanstromende water was
te sterk, en door de stroming mee
gesleept, moesten wij noordwaarts
afzakken. In de verte hoorden wij
reeds het donderend geraas van
de waterval in de doorbraak en
bij tussenpozen het akelig gegil
en het noodgeroep der in gevaar
verkerende inwoners van Nieuw
kuijk.
„Nu gaat 't er op aankomen,
hou je taai", bemoedigden de
kloeke schippers elkaar.
Het hulpgeroep verdubbelde,
het bruisen van de waterval deed
zich met gewlediger kracht horen;
daartussen vermengde zich het
loeien van het vee, dat door
vloed en stroming bedreigd werd,
en het nare gehuil der honden, die
aan kettingen gebonden of door
het water meegesleurd, met de
dood worstelden.
Wij waren de achterzijde der
bedreigde woningen, ten noorden
van de met huizen bezette straat
weg genaderd; de akelige gelui
den werden steeds luider. Overal
waaiden noodvlaggen uit de dak
vensters om de aandacht te trek
ken. Wij waren het centrum van
de ramp nabij. Huizen, stallen en
schuren lagen in puin, en het wa
ter baande zich bulderend 'n weg
tussen de puinhopen der ingestor
te woningen. Wij bevonden ons
op een paar boogscheuten af
stand van de bebouwde straat
weg. Door heggen en tuinen, over
verdronken frambozen- en aalbes-
senstruiken en hopstaken heen,
trachtten wij de achterzijde der
bedreigde huizen te naderen. Al
lerlei voorwerpen stoven ons in
bliksemsnelle dolle vaart voorbij.
Stoelen en tafels, kasten, banken,
vensters en losgeslagen deuren.
Dc uiterste behoedzaamheid was
nodig om niet met die drijvende
meubels in botsing te komen. La
veren was geraden om zelf niet
om te slaan.
MFK0O
L-
Maar de wanhoop van Bas
Brom duurde niet lang. Daar
voor was hij te veel man-van-
de-krant. Wéér een bankroof!
De derde op één en dezelfde
dag! Daar moest hij iets aan
doen! Dit was een schandaal!
De stad was niet veilig meer,
zolang deze dievenbende op
pad was! Bas Brom kwam
weer in actie. Hij liet redac
teur Streep binnenroepen.
„Streep", zei hij, „we gaan
een prachtkans maken! Derde
Bankoverval. Primeur is er
heen. Extra-editie! En ik ga
een hoofdartikel schrijven,
•»nfir commissaris Grijpgraag
grijze haren van krijgen zal!
Vooruit Streep, aan 't werk,
jongen! En stuur juffrouw
Vlughand naar me toe".
Streep holde weg, juffrouw
Vlughand tripte naar binnen,
zette haar schrijfmachine neer
en wachtte op het artikel dat
Bas Brom zou gaan dicteren.
Bas Brom beende door de
kamer en dicteerde zijn ar
tikel. Hij zwaaide af en toe
zijn armen om de woorden,
die zonder enige hapering uit
zijn mond kwamen, om meer
kracht bij te zetten. De juf
frouw tikte en tikte en had
moeite de snelle woorden
stroom bij te houden, maar 't
werd een schitterend artikel.
Opeens werd Bas Brom in
zijn werk gestoord :de deur
vloog open en Kees Knip tui
melde naar binnen. „Meneer
Brom! Koppie heeft de buit
te pakken! Kisten vol goud!
En ze willen nog een overval
plegen! Koppie wacht op de
rovers! Ik kom politie halen!
We gaan ze arresteren! De
hele benden!" En weg was
Kees Knip, Bas Brom in
stomme verbazing achterla
tend.
De vacantiedagen van ons personeel, zijn dit jaar bepaald op
Met het oog op deze vacantiedagen zal ons blad in de week
20-27 Augustus verschijnen op Maandagmiddag en Donderdag
ochtend inplaats van Vrijdagochtend.
Men gelieve met een en ander rekënlng te willen houden.
Hoogachtend,
Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen
De Echo van het Zuiden
„Het moet, jongens, het moet",
riep een der mannen, terwijl hij
wanhopige pogingen aanwendde
om tegen de geweldige stroom op
te tornen. Wij wonnen terrein, zij
het ook langzaam.
Huizen en puinhopen kwamen
dichterbij. Wij werden opgemerkt,
want de witte en rode noodvlag
gen werden gezwaaid, armen naar
ons uitgestoken, kinderen als
„lokmiddel" voo-gchcuden om
medelijden te wekken. Hooibergen
dreven ons voorbij, honden pro
beerden te worstelen tegen de
vloed die hen meesleepte, runde
ren stonden tot de buik in het
water.
Maar de stroming werd voor
het zwakke vaartuig te sterk, dt
kop van de schuit sloeg zijwaarts,
een ogenblik nog en wij moesten
voor de felle stroom afdrijven.
Een van de schippers wist zich
tenslotte aan een heg vast te
klampen en voorzichtig daar
langs scherend, werkte de schuit
zich weer naar boven, de brui
sende stroom tegemoet. Eindelijk,
na de wanhopigste krachtsinspan
ning, hadden wij land bereikt,
maar welk landde puinhopen
van een ingestort huis Toch
hadden we grond onder de voe
ten en al dreigden de nog staan
de gebleven muurvlakken, de hol
le fagades ieder ogenblik te be
zwijken, wij klauterden over de
puinhopen heen en sleepten het
vaarbootje in de smalle, maar
juist daarom geweldig schuimen
de en woeste opening tussen het
vernielde en het naburige nog
overeind gebleven huis heen, om
weer de straatweg te bereiken en
zo mogelijk de om hulp schreien
de mensen op te nemen. Intussen
begon de grond ons te ontbreken
en moesten wij ons dus weer in
de schuit begeven: met hoeveel
overleg dat ook geschiedde en
hoezeer de schippers 't afdrijven
van de boot ook trachtten te ver
hinderen, de vreselijke stroming
in de nauwe gang sleurde ons
mee, snel als de wind en in een
oogwenk hadden we meer terrein
verloren dan we in een uur tijd
gewonnen hadden. Wel gaven de
roeiers de kamp niet op, wel pro
beerden zij 't nog eens, maar het
wilde element bleef overwinnaar
en na de heldhaftigste pogingen
moesten zij zich voor de vloed la
ten afdrijven.
Terwijl het ons dus tot onze
innige spijt onmogelijk was om de
straatweg en daarmee de kom van
het dorp te genaken, lieten we
ons thans afzakken naar 't kas
teel Onsenoort ten Noorden van
Nieuwkuijk, dat in die dagen be
hoorde aan Mevrouw de Doua-
rière De La Court (het thans be
kende klooster Mariënkroon der
Paters Cisterciënsers)Het was
een donkere sombere lucht, de
koude winterregen viel stromend
uit de lucht en spoedig waren we
geheel doorweekt èn van de re
gen èn de roeiers tevens ook nog
van de transpiratie. De redders
gaven hun pogingen echter nog
niet op op één front teruggesla
gen, wilden ze ergens anders de
strijd beginnen. Wij wrongen ons
door heggen en struiken en be
reikten eindelijk, zover mogelijk
zijwaarts houdend, een groep hui
zen ten westen van het kasteel.
(Wordt vervolgd).
TRAGISCH GEVAL TE
LEEUWARDEN.
Moeder met twee van haar
kinderen vergast.
In een woning aan de Wor
telhaven te Leeuwarden heeft
een ongeveer veertigjarige
vrouw, wier echtgenoot zich
sinds enkele maanden in Au-
stalië bevindt, zichzelf met
haar twee kindertjes van drie
en vijf jaar vergast. Het oud
ste kind, een meisje van elf
jaar, had de nacht elders
doorgebracht. De man, met
wie de vrouw een verhou
ding had, had hieraan de
avond tevoren een einde ge
maakt.
KOREA.
De Amerikanen strijden op
Korea een strijd met wisse
lend succes. Aan de meeste
sectoren van het fi'ont boek
ten zij op het eind van de
week successen. Zij slaagden
er in de vijandelijke opmars
naar de voorlopige hoofdstad
Taegoe af te sluiten en daar
kwamen de Zuid-Koreanen in
de aanval. In de Zuidelijke
sector werd de Amerikaanse
aanval met alle kracht door
gezet, daarbij werden de
Noord-Koreanen over de
Naktong teruggejaagd, be
schoten door de luchtmacht.
Aan de Oostkust heroverden
de Zuid-Koreanen o.a. de ha
venstad Pohang. Elders ech
ter, tussen Taegoe en de Zui
delijke sector ontstond een
gevaarlijke situatie, daar de
Noord-Koreanen de weg van
Taegoe en Poesang bedreig
den. De verbonden strijd
krachten zetten alles op alles
om deze dreiging van de vi
tale verbinding tussen voor
naamste aanvoerhaven en
hoofdstad af te wenden.
In Taegoe was de toestand
zeer gespannen en onzeker.
Aanvankelijk scheen de re
gering van plan te zijn de
stad te verlaten, maar later
stapte ze daar weer vanaf.
Er moeten veel communisti
sche guerilla's in de stad zijn.
BELGISCHE
COMMUNISTENLEIDER
VERMOORD.
Vrijdagavond is de leider
van de Belgische communis
ten, Lahaut, door twee perso
nen met revolverschoten ver
moord. Ze waren met 'n auto
naar het huis van Lahaut in
Seraing gei'eden. Daar geko
men, belde één van hen aan
en toen het slachtoffer zelf
kwam open doen, werd hij
door vier kogels getroffen;
één er van was dodelijk. De
moordenaars konden ontko
men zonder dat iemand iets
merkte.
Dat de koningskwestie hier
door blijkbaar in het stadium
van sluipmoord is gekomen,
is zeer betreurenswaardig.
Want dit is een middel dat
toch wel allerminst geëigend
is om recht te verkrijgen, af
gezien nog van de gevolgen
die een dergelijke daad kan
hebben. Lahaut was de man
die bij de eedsaflegging door
prins Boudewijn riep: „Leve
de republiek!"
DE STAKINGEN.
De scheepvaartvereniging
„Zuid" te Rotterdam, heeft
de stakers medegedeeld dat
zij zich, óók bij een langdurig
conflict, zal houden aan de
geldende arbeidsvoorwaarden
en aan de door de Regering
gestelde verplichtingen ten
aanzien van de loonpolitiek.
De scheepvaartvereniging is
dus niet van plan zich door de
stakingsactie van.de E.V.C. te
laten dwingen.
De stakingsuitkering door
de E.V.C. schijnt ondertussen
nog niet zo gemakkelijk te
gaan, terwijl bovendien de
molestuitkeringen van de
Unie-bonden hoger liggen. De
nieuwe leden die zich tenge
volge hiervan in grote getale
aanmelden, worden niet op
prijs gesteld.
Uiteraard doen zich de ge
volgen van de staking ook al
in de havendrukte voelen. Er
komen steeds minder schepen
in de Rotterdamse haven aan.
Ze gaan gewoonlijk door naar
een buitenlandse haven om
niet het gevaar te lopen ook
in een andere Nederlandse
haven niet gelost te worden.
De Raad van Vakcentralen,
waarin ondergebracht zijn
K.A.B., C.N.V. en N.V.V.,
heeft vastgesteld dat de sta
kingen geen enkel nut kun
nen afwerpen voor de ai'bei-
ders en heeft dan ook een be-
roe pop hen gedaan om te
vertrouwen op de leiding van
hun bonafide vakbeweging en
het communistische drijven 't
hoofd te bieden.
Raden Soekarno heeft op 17 Augustus, de onafhan
kelijkheidsdag van Indonesië, de eenheidsstaat Indo
nesië uitgeroepen. Hiermede is de gehele politiek en
strijd van vijf jaren nutteloos gemaakt.
Met angstige verwachting
slaan wij nu de ontwikkeling
van Indonesië gade. Zal het
ene en ondeelbare Indonesië
opgewassen zijn tegen de
enorme problemen en tegen
de gevaren die haar bedrei
gen?
De ontwikkeling in geheel
Azië is buitengewoon zorg
wekkend. Het enorme China,
met 400 millioen inwoners, is
communistisch. In Vietman
zijn talloze Chinees-commu
nistische soldaten geïnfil
treerd. Mao Tse Tung staat op
het punt Tibet binnen te val
len. De militaire situatie in
Korea is zeer kritiek.
Hoe zal het in Indonesië
gaan?
De linkervleugel van de
partij-groeperingen is het
sterkst. Het communistische
vakverbond, de Sobsi, is de
machtigste arbeidersorganisa
tie. Communisten hebben
steeds in nauw contact ge
staan met de regering. En
deze regering staat in het ge
heel niet afwijzend tegenover
het regiem van de Chinese
volksrepubliek. De Chinezen
in Indonesië werden verzocht
eventueel alleen de vlag van
het rode China te hijsen.
Wat nog erger is: De In
donesische regering heeft ver
klaard geen prijs te stellen
op he# lidmaatschap van de
U.N.O. Zij wil niet de schijn
wekken het Anglo-Ameri-
kaanse (anti-communistische)
blok te willen versterken. Met
andere wooi'den: Laat ons
toch in Gods naam niet tonen
dat wij anti-communistisch
zijn.
Men denke er echter wel
aan dat Amerikanen en En
gelsen uit het Westen komen
en er in heel Azië een ten
dens is om zoveel mogelijk de
banden met het Westen door
te snijden. Liever wil men de
betrekkingen tussen de Azia
tische landen onderling ver
sterken. En Mao Tse Tung is
een Aziaat.
Men kan nu ach en wee
gaan roepen. Zo zijn de fei
ten. Na-kaarten over het ver
loop van de Indonesische
kwestie heeft geen nut meer.
Het enige middel dat Indo
nesië van 't communisme zal
redden, is een goede econo
mische ontwikkeling.
Maar hoe?
Vele fabrieken en onderne
mingen zijn verwoest. De sta
biliteit van de roepiah is nog
steeds zeer dubieus. Indonesië
heeft heel weinig deskundi-
den ik zou het overal herken
nen één er van heb ik voor
haar vernieuwd. Ze ze moet
daar ergens nog zijn de wagen
is hier maar eens langs gegaan."
Hij sprong er weer in en de
auto snelde voort, nam scherpe
bochten en reed langs de rand van
een afgrond. Dan gingen ze een
laatste hoek om en vóór hen tus
sen de heuvels l^g de spookstad.
Bob hield zijn adem in. In de
vriendelijke maneschijn lagen de
overblijfselen van een stad, hier
een schoorsteen en daar een muur,
straat na straat van ingevallen
huizen, nu tot stof vergaan. Een
maal had de mijn veel beloofd en
de mensen waren gekomen; zij
hadden hier, bij de diepe schach
ten, hun huizen gebouwd; het zil
ver was in prijs gedaald en de
mensen waren heengegaan; zij
gaven Petticoat Mijn over aan het
dodelijkst bombardement dat be
staat het geduldige, stille bom.
bardement van de ledige jaren.
Zij reden door de hoofdstraat,
telkens draaiend tussen grote ga
pingen door, die gemaakt hadden
kunnen zijn door ontploffende
bommen. Tussen de scheuren van
het trottoir, waarop zich eertijds
op Zaterdagavond een dich'e me
nigte bewoog, groeiden nu bosjes
geelgroen gras. Van de winkel
straten waren er nog twee cn de
huizen helden schuin over, met de
wind mee.
,,'n Vrolijk schouwspel", merk
te Bob op.
„Dat gebouw daar, dat cp het
punt staat om in te vallen, is de
herberg „De Zilveren Ster" zei
Holley. „Dat andere daar zal wel
nooit instorten. Dat hebben ze
van steen gebouwd dat het
duurzaam zou zijn en zij had
den het erg nodig ook. Dat was
vroeger de gevangenis."
„De gevangenis", herhaalde
Bob.
„De stem van Holley klonk
voorzichtig „Is dat daar 'n licht
in de Zilveren Ster
„Het lijkt wel zo" antwoordde
Bob. „Zeg we moeten oppas
sen ongewapend, zie je. Ik zal
me achterin verbergen en te voor
schijn komen als het nodig is. De
verrassing vult dan aan wat we
aan wapenen te kort komen."
„Goed idee" vond Holley, en
Bob klom achter in de wagen,
waar hij zich verdekt opstelde.
Voor de Zilveren Ster stopten zij.
Plotseling verscheen er een lange
man op de drempel; hij kwam naar
de auto toe. „Wat moet je hier
vroeg hij. Bob kreeg een schok,
toen hij de schrale, hoge stem van
slappe Flip weer hoorde.
„Zo vreemdeling", zei Holley.
„Dat is een verrassing. Ik meende
dat Petticoat Mijn verlaten was."
„Mijn maatschappij heeft plan
hier weer te beginnen" antwoord
de Maydorf. „Ik ben hier om
pioeven te nemen.
„Hebt u al iets gevonden?"
vroeg Holley terloops.
„Het zilver is er zo goed als
uit. Maar er zit koper in de heu
vels links. U bent een heel eind
van de grote weg af.'
„Dat weet ik. Ik zoek een jon
gedame, die hier vanmorgen heen
gegaan is. Hebt u haar soms ge
zien
„Er is hier sedert een weeknie-
mand geweest behalve ik zelf."
„Zo U vergist u misschien.
Als u er niets op tegen hebt, kijk
ik hier eens rond
„En als ik er wel op tegen
heb snauwde Slappe Flip.
„Waarom zoudt u
„Dat heb ik. Ik ben hier alleen
en ik wil geen gevaar lopen.
Draai je wagen om
„Wacht even", zei Holley.
„Doe die revolver weg. Ik kom
als vriend
„Zo. Draai dan om als vriend
en ruk uit. Begrijp me goed." Hij
was nu vlak bij de wagen. „Ik
zeg je, dat er niemand hier is..."
Hij hield op toen er plotseling
iemand uit de auto sprong en zich
op hem wierp. De revolver ging
af, maar op de weg, zonder ie
mand te raken Bob deed alle
moeite het wapen in handen te
krijgen. Een kort ogenblik wor
stelden de twee mannen wanho
pig, daar in de verlaten straat,
voor de Zilveren Ster. Slappe
Flip was niet zo jong meer, maar
hij bood heftige tegenstand. Lang
duurde het echter niet en vóór
Holley uit de wagen was, had
Bob hem onder en gelukte 't hem
Maydorf het wapen af te nemen.
„Nu sta je op en wijst ons de
weggebood de jongen. „Geef
mij de sleutels. Er zit een splin
ternieuw slot op die gevangenis
deur, en wij snakken om te zien
wat er binnen is." Slappe Flip
stond op en keek hulpeloos rond.
„Opschieten!" riep Bob. „Ik heb
aldoor verlangd je weer te zien,
en ik ben niet erg zachtzinnig ge
stemd. Die zeven en veertig dol
lar om maar te zwijgen van de
last die je me bezorgd hebt die
avond, toen de President Pierce
in San Francisco binnen kwam."
„Er is niets in de gevangenis",
zei Maydorf, „en ik heb de sleu
tel niet
„Zoek eens in zijn zakken, Hol
ley", zei Bob.
Al heel gauw kwam er een bos
sleutels te voorschijn. Bob nam ze
over en gaf Holley de revolver.
„Ik laat jou op Slappe Flip pas
sen. Als hij probeert op de loop te
gaan, schiet je hem neer als een
konijn."
Hij nam de zaklantaarn uit de
wagen en ging de buitendeur van
de gevangenis openen. Nu stond
hij in wat eenmaal een kantoortje
was geweest. Het binnenvallende
maanlicht scheen op een stoffige
stoel en lessenaar, een oude
brandkast en een plank met een
paar gehavende boeken. Op de
lessenaar lag een krant. Hij be
lichtte de datum ze was maar
een week oud.
In de achterwand waren twee
zware deuren, beide met nieuwe
sloten. Hij zocht tussen de sleu
tels en opende de deur links. In
een kleine, cel-achtige kamer met
hoge getraliede vensters, bescheen
zijn lantaarn de slanke gestalte
van een meisje. Zonder grote ver
bazing herkende hij Evelyn Mad
den. Zij kwam snel naar hem toe.
„Bob Eden riep zij, en toen,
zonder een spoor van haar oude
hooghartigheid, barstte zij in tra
nen uit.
„Stil maar", zei Bob. „Nu komt
alles terecht." Er kwam nog een
meisje naar voren Paula Wen
dell, met een stralende glimlach.
„Zo", zei ze kalm, „ik dacht
wel dat u komen zoudt."
„Dank voor je vertrouwen",
antwoordde Bob. „Het zou wel
eens lelijk kunnen aflopen, al dat
rondzwerven. Wat is er toch ge
beurd
„Niet veel bijzonders. Ik kwam
hier eens rondkijken, en hij"
zij wees naar Slappe Flip in de
maneschijn op straat „zei, dat
het niet mocht. Ik heb met hem
geredeneerd en hier is het geëin
digd. Hij zei, dat ik hier vannacht
blijven moest. Hij was beleerd,
maar standvastig."
„Het is zijn geluk dat hij be
leefd was", zei Bob grimmig. Hij
gaf Evelyn Madden zijn arm.
„Kom maar mee," zei hij zacht,
„ik geloof dat we hier klaar zijn'
Toen hield hij op. Er hamerde
iemand op de binnenzijde van de
tweede deur. „Doe maar open."
Hij ontsloot de deur, duwde
haar open en keek naar binnen.
In het halfduister zag hij vaag de
gestalte van een man.
Bob's adem stokte; hij viel te
gen de lessenaar aan.
„Een spookstad" riep hij. „Dat
is het zeker
HOOFDSTUK XXI.
DE POSTBODE KOMT AAN
HET EIND VAN ZIJN TOCHT
Als Bob had geweten, wie de
passagier was in de taxi, die hij
en Holley op weg naar de mijn
passeerden, is het mogelijk, dat
hij, ondanks zijn ongerustheid
over Paula, naar Maddens ranch
zou zijn teruggekeerd. Maar hij
reed voort zonder het te weten,
en de passagier kon ook, al deed
hij zijn uiterste best, Bob niet her
kennen in de voorbij snellende
wagen. Da auto van het station
te Eldorado ging de aangegeven
weg en stopte voor de ranch van
Madden.
De chauffeur was al bezig het
hek te openen, toen zijn passagier
op de grond sprong.
„Laat maar", zei hij. „Je kunt
gaan. Hoeveel krijg je
Hij was een gezet mannetje van
zowat vijfendertig jaar, naar de
allerlaatste mode gekleed, en met
iets poenigs over zich. De chauf
feur noemde het bedrag en toen
hij hem betaald had, ging de pas.
sagier het erf op. „Wel verdui
veld" begon hij.
Thorn ging de deur open doen.
Het gezette mannetje drong da
delijk naar binnen.
(Wordt vervolgd).
gen. Op vele plantages drei
gen wedei'om stakingen.
Waar is de mogelijkheid om
Indonesië van het vlak af te
halen, waarover het nu in ra
zende vaart naar beneden
suist?
Kan Amerika helpen? On
getwijfeld. Maar hoe en in
welke mate zal Amerika be
reid zijn om steun te ver
schaffen?
Amerika is zo langzamer
hand de enige steunpilaar van
de hele wereld geworden. De
moeder waar elk kind zijn
zakcent gaat halen.
Nederland heeft intussen
weer een veer moeten laten.
De Kortenaer wordt uit de
Indonesische wateren terug
getrokken. De Ambonnezen
in Makassar zijn ontwapend
en naar Java gebracht. Niet
naar Ambon, waar ze thuis
horen.
We hebben weer heel even
onze tanden laten zien, om nu
als een geslagen hond weg te
sluipen.
Het lijkt ons dat de Indo-
nesiers zo langzamerhand (in
het Indonesisch) gaan den
ken: Nou jongens, als we iets
nodig hebben, laten we dan
de Hollanders eens flink de
huid volschelden, dan komt 't
best in orde.
En het is nog waar ook. Wat
wij de laatste jaren allemaal heb
ben toegegeven, is werkelijk niet
meer te tellen.
Zover wij weten is er niets ge
weest, waarbij wij het been met
terdaad hebben stijf gehouden.
Het enige wat overblijft is
Nieuw-Guinea. Bijna dagelijks pij
nigt Soekarno zijn stembanden om
Irian (zoals hij Nieuw-Guinea
noemt) voor Indonesië op te ei
sen. Het lijkt alsof men zowel van
Nederlandse als Indonesische zijde
er huiverig voor is om over deze
kwestie te gaan praten. Op de
aanstaande conferentie zal waar
schijnlijk Nieuw-Guinea niet op
de agenda komen. Toch eist Soe
karno dat Nieuw-Guinea voor 't
einde van 1950 bij het ene en on
deelbare Iódonesië is gevoegd.
Wat zal Nederland doen
Het is duidelijk dat Nieuw-Gui
nea onmogelijk zelfstandig kan
zijn. „De mate van vrijheid van
een volk is gelijk evenredig met
de graad van de politieke ontwik
keling van dat volk" zegt Arthur
Koestier.
Nieuw—Guinea als kolonie
schenken Een verschrikkelijk
denkbeeld. Nederland mag de
millioenen Papoea's niet in han
den van Djokja spelen.
Wat dan
Eerlijk gezegd we hebben wei
nig vertrouwen. Er wordt niets
gedaan om Nieuw-Guinea eniger
mate te beschermen. Het handje
vol troepen dat er zit, kan be
zwaarlijk bescherming genoemd
worden. Waarom wordt er geen
legertje Papoea's gevormd Er
zijn al veel Papoea's in het KNIL
geweest en deze hebben getoond
uitstekende soldaten te zijn.
De Indonesiërs doen dat heel
anders. Er zijn nu al Indonesiërs
in Nieuw-Guinea, zelfs in 't Aus.
tralische deel, geïnfiltreerd.
De Papoea's mogen niet onder
bestuur van Indonesië worden ge
steld. Het rapport van de Neder
landse Nieuw-Guinea-commissie
heeft dit duidelijk aangetoond. Er
is maar één land dat Nieuw-Gui
nea kan en mag beheren Neder,
land.
DUURDERE SIGARETTEN.
In zijn antwoord aan de Twee
de Kamer over het wetsontwerp
tot wijziging van de omzetbelas
ting op sigaren en sigaretten deelt
de minister o.m. mee, dat hij er
geen bezwaar tegen heeft, dat de
prijs der sigaretten van 60 ct. per
20 stuks wordt verhoogd tot 70
cent.
Een drastische verlaging van
de accijns op sigaren acht de mi,
nister onredelijk ten aanzien van
de andere tabaksfabrikaten, wel
ke nu reeds aan een veel hogere
accijns zijn onderworpen dan si
garen. Met de voorgestelde ver
laging der omzetbelasting op si
garen, hoopt de minister echter
voldoende te bereiken, dat de ver
liezen van de sigarenindustrie en
de werkoosheid in die industrie
beduidend zullen verminderen.
Met de sigarenindustrie zal nog
overleg gepleegd worden over de
mogelijkheden van een prijsver
laging.