DeChinese Papegaai VACANTIE op dit BI ad 6 DE ECHO VAN HET ZUIDEN VAN MAANDAG 21 AUGUSTUS 1950 6 FEUILLETON DE WONDERLIJKE AVONTUREN VAN KOPPIE KOPIJ. DONDERDAG, VRIJDAG en ZATERDAG 24, 25 en 26 Augustus Indonesië. Abonneert U VAN DE ECHO VAN HET ZUIDEN door EARL DERR BIGGERS. 68) „Ik heb me aangesteld als een gek. Als ik weer thuis ben ga ik vader de grootste ver rassing van zijn leven bezor gen. Ik zal de zaak overne men, zoals hij zo graag wil, en ik ga hard werken. Tot nu toe wist ik niet wat ik wilde. Ik ben zo zwak en wispeltu rig geweest als een vrouw." „Wat een vergelijking zei Holley, „Een slechtere heb ik nog nooit gehoord. Laat jij me de vrouw eens zien, die niet weet wat ze wil en als ze het weet, er geen moeite voor doet." „Nu ja, je snapt wel, hoe ik het meen. Is het nog ver „We zijn er haast. Nog vijf mijlen." „Ach ik hoop dat haar niets overkomen is." Zij ratelden voort, altijd dich ter naar de heuvels toe, die steen rood leken onder de stralen van de langzaam opkomende maan. De weg leidde nu door 'n nauwe bergkloof, verdween bijna, maar als door instinct gedreven, reed Horatius steeds verder. „Heb je een zaklantaarn vroeg Bob. „Ja. Waarom „Stop even, geef dan eens hier. Ik heb een idee." Hij stapte uit de wagen met de lantaarn en bekeek de weg vóór hen heel nauwkeurig. „Hier is zij langs gekomen" verklaarde hij. „Dat is het spoor van haar ban de vijf drenkelingen, die voor een onvermijdelijke dood waren op geschreven, konden zich van dak tot dak klauterend in die woning redden, om later weer opgepikt en naar elders gevoerd te worden. Heel veel hebben de voorou ders van die van Nieuwkuijk dan ook te danken aan hun koene red ders, die met hun bootjes van Drunen, Heusden, van Den Bosch en Hedel af kwamen en 't ge vaarlijke reddingswerk onderna men. Een journalist schildert het gevaarvolle van dit overigens zo uitermate menslievende en dank- bare werk. Hij verhaalt hoe hij vanuit Den Bosch met een kotter Vlijmen bereikt over 't Bossche- veld. Hij weet zich in te schepen. „Waarheen mannen „Natuurlijk naar Nieuwkuijk, om mensen te redden" was het haastige antwoord van de schip pers, die heus niet om 'n praatje, verlegen waren. „Kan ik meevaren De varensgezellen keken el kaar verwonderd aan en vroegen: „Mijnheer is toch geen schipper?" „Dat nu juist niet, maar ik wil de toch mee naar Nieuwkuijk." „Het is een gevaarlijk tochtje mijnheer, het zal er spoken op het water." „Het zij zo, kan ik instappen „Hier langs, mijnheer, langs die kant is het water te diep." Die waarschuwing om bij de gang naar de schuit het midden van de straatweg te houden, hield natuurlijk een toestemming in haastig maakte ik daarvan ge bruik, en bijna tot de knieën in het water ploeterend, klauterde ik in de boot. Weldra waren de forse varensgasten, met enterha ken gewapend, naast mij in de boot en onder uitroepen van de toegestroomde menigte als Goe de reis Hou je goed Weest voorzichtig en dergelijke, voeren we over het overgestroomde ge deelte van de weg tussen Vlijmen en Nieuwkuijk. In het begin gin gen we, dank zij de krachtige sla gen der getaande schippers, ta melijk snel vooruit. Nu en dan kwamen we langs 'n overstroomd huis, waarvan de bewoners aan de dakvensters verschenen. En kelen riepen de schippers huilend aan om hen op te nemen en naar Vlijmen te brengen. Jullie zitten hier voorlopig goed, er is geen gevaar bij. Eerst de meest ernsti ge gevallen, wij moeten verder naar Nieuwkuijk om mensen te redden klonk dan het antwoord der varensgasten en vooruit ging het weer met verdubbelde kracht. „Ja mijnheer" zei een der schip pers, „die mensen hebben nog geen nood. Hun huizen staan bui ten de stroming, zij kunnen het wel tot morgen houden. Maar in Nieuwkuijk, daar zullen we wel wat anders zien." Een ogenblik later werden we opnieuw aangehouden. Het was een boer, die verzocht zijn vee, dat op stal in het water stond, in veiligheid te brengen. „Er is geen gevaar bij, maar zonder boot gaat het niet, ik zal u er goed voor betalen mannen" voegde de boer er aanmoedigend en royaal aan toe. „Dank je, wij moeten mensen redden", antwoordde een der schippers, en alle drie' boomden zo snel mogelijk door. Weldra moesten we intussen de snelheid verminderen de stro ming werd meer en meer voelbaar en hoewel de varensgezellen met alle kracht worstelden om de „straatweg" te houden, de drang van het aanstromende water was te sterk, en door de stroming mee gesleept, moesten wij noordwaarts afzakken. In de verte hoorden wij reeds het donderend geraas van de waterval in de doorbraak en bij tussenpozen het akelig gegil en het noodgeroep der in gevaar verkerende inwoners van Nieuw kuijk. „Nu gaat 't er op aankomen, hou je taai", bemoedigden de kloeke schippers elkaar. Het hulpgeroep verdubbelde, het bruisen van de waterval deed zich met gewlediger kracht horen; daartussen vermengde zich het loeien van het vee, dat door vloed en stroming bedreigd werd, en het nare gehuil der honden, die aan kettingen gebonden of door het water meegesleurd, met de dood worstelden. Wij waren de achterzijde der bedreigde woningen, ten noorden van de met huizen bezette straat weg genaderd; de akelige gelui den werden steeds luider. Overal waaiden noodvlaggen uit de dak vensters om de aandacht te trek ken. Wij waren het centrum van de ramp nabij. Huizen, stallen en schuren lagen in puin, en het wa ter baande zich bulderend 'n weg tussen de puinhopen der ingestor te woningen. Wij bevonden ons op een paar boogscheuten af stand van de bebouwde straat weg. Door heggen en tuinen, over verdronken frambozen- en aalbes- senstruiken en hopstaken heen, trachtten wij de achterzijde der bedreigde huizen te naderen. Al lerlei voorwerpen stoven ons in bliksemsnelle dolle vaart voorbij. Stoelen en tafels, kasten, banken, vensters en losgeslagen deuren. Dc uiterste behoedzaamheid was nodig om niet met die drijvende meubels in botsing te komen. La veren was geraden om zelf niet om te slaan. MFK0O L- Maar de wanhoop van Bas Brom duurde niet lang. Daar voor was hij te veel man-van- de-krant. Wéér een bankroof! De derde op één en dezelfde dag! Daar moest hij iets aan doen! Dit was een schandaal! De stad was niet veilig meer, zolang deze dievenbende op pad was! Bas Brom kwam weer in actie. Hij liet redac teur Streep binnenroepen. „Streep", zei hij, „we gaan een prachtkans maken! Derde Bankoverval. Primeur is er heen. Extra-editie! En ik ga een hoofdartikel schrijven, •»nfir commissaris Grijpgraag grijze haren van krijgen zal! Vooruit Streep, aan 't werk, jongen! En stuur juffrouw Vlughand naar me toe". Streep holde weg, juffrouw Vlughand tripte naar binnen, zette haar schrijfmachine neer en wachtte op het artikel dat Bas Brom zou gaan dicteren. Bas Brom beende door de kamer en dicteerde zijn ar tikel. Hij zwaaide af en toe zijn armen om de woorden, die zonder enige hapering uit zijn mond kwamen, om meer kracht bij te zetten. De juf frouw tikte en tikte en had moeite de snelle woorden stroom bij te houden, maar 't werd een schitterend artikel. Opeens werd Bas Brom in zijn werk gestoord :de deur vloog open en Kees Knip tui melde naar binnen. „Meneer Brom! Koppie heeft de buit te pakken! Kisten vol goud! En ze willen nog een overval plegen! Koppie wacht op de rovers! Ik kom politie halen! We gaan ze arresteren! De hele benden!" En weg was Kees Knip, Bas Brom in stomme verbazing achterla tend. De vacantiedagen van ons personeel, zijn dit jaar bepaald op Met het oog op deze vacantiedagen zal ons blad in de week 20-27 Augustus verschijnen op Maandagmiddag en Donderdag ochtend inplaats van Vrijdagochtend. Men gelieve met een en ander rekënlng te willen houden. Hoogachtend, Waalwijkse Stoomdrukkerij Antoon Tielen De Echo van het Zuiden „Het moet, jongens, het moet", riep een der mannen, terwijl hij wanhopige pogingen aanwendde om tegen de geweldige stroom op te tornen. Wij wonnen terrein, zij het ook langzaam. Huizen en puinhopen kwamen dichterbij. Wij werden opgemerkt, want de witte en rode noodvlag gen werden gezwaaid, armen naar ons uitgestoken, kinderen als „lokmiddel" voo-gchcuden om medelijden te wekken. Hooibergen dreven ons voorbij, honden pro beerden te worstelen tegen de vloed die hen meesleepte, runde ren stonden tot de buik in het water. Maar de stroming werd voor het zwakke vaartuig te sterk, dt kop van de schuit sloeg zijwaarts, een ogenblik nog en wij moesten voor de felle stroom afdrijven. Een van de schippers wist zich tenslotte aan een heg vast te klampen en voorzichtig daar langs scherend, werkte de schuit zich weer naar boven, de brui sende stroom tegemoet. Eindelijk, na de wanhopigste krachtsinspan ning, hadden wij land bereikt, maar welk landde puinhopen van een ingestort huis Toch hadden we grond onder de voe ten en al dreigden de nog staan de gebleven muurvlakken, de hol le fagades ieder ogenblik te be zwijken, wij klauterden over de puinhopen heen en sleepten het vaarbootje in de smalle, maar juist daarom geweldig schuimen de en woeste opening tussen het vernielde en het naburige nog overeind gebleven huis heen, om weer de straatweg te bereiken en zo mogelijk de om hulp schreien de mensen op te nemen. Intussen begon de grond ons te ontbreken en moesten wij ons dus weer in de schuit begeven: met hoeveel overleg dat ook geschiedde en hoezeer de schippers 't afdrijven van de boot ook trachtten te ver hinderen, de vreselijke stroming in de nauwe gang sleurde ons mee, snel als de wind en in een oogwenk hadden we meer terrein verloren dan we in een uur tijd gewonnen hadden. Wel gaven de roeiers de kamp niet op, wel pro beerden zij 't nog eens, maar het wilde element bleef overwinnaar en na de heldhaftigste pogingen moesten zij zich voor de vloed la ten afdrijven. Terwijl het ons dus tot onze innige spijt onmogelijk was om de straatweg en daarmee de kom van het dorp te genaken, lieten we ons thans afzakken naar 't kas teel Onsenoort ten Noorden van Nieuwkuijk, dat in die dagen be hoorde aan Mevrouw de Doua- rière De La Court (het thans be kende klooster Mariënkroon der Paters Cisterciënsers)Het was een donkere sombere lucht, de koude winterregen viel stromend uit de lucht en spoedig waren we geheel doorweekt èn van de re gen èn de roeiers tevens ook nog van de transpiratie. De redders gaven hun pogingen echter nog niet op op één front teruggesla gen, wilden ze ergens anders de strijd beginnen. Wij wrongen ons door heggen en struiken en be reikten eindelijk, zover mogelijk zijwaarts houdend, een groep hui zen ten westen van het kasteel. (Wordt vervolgd). TRAGISCH GEVAL TE LEEUWARDEN. Moeder met twee van haar kinderen vergast. In een woning aan de Wor telhaven te Leeuwarden heeft een ongeveer veertigjarige vrouw, wier echtgenoot zich sinds enkele maanden in Au- stalië bevindt, zichzelf met haar twee kindertjes van drie en vijf jaar vergast. Het oud ste kind, een meisje van elf jaar, had de nacht elders doorgebracht. De man, met wie de vrouw een verhou ding had, had hieraan de avond tevoren een einde ge maakt. KOREA. De Amerikanen strijden op Korea een strijd met wisse lend succes. Aan de meeste sectoren van het fi'ont boek ten zij op het eind van de week successen. Zij slaagden er in de vijandelijke opmars naar de voorlopige hoofdstad Taegoe af te sluiten en daar kwamen de Zuid-Koreanen in de aanval. In de Zuidelijke sector werd de Amerikaanse aanval met alle kracht door gezet, daarbij werden de Noord-Koreanen over de Naktong teruggejaagd, be schoten door de luchtmacht. Aan de Oostkust heroverden de Zuid-Koreanen o.a. de ha venstad Pohang. Elders ech ter, tussen Taegoe en de Zui delijke sector ontstond een gevaarlijke situatie, daar de Noord-Koreanen de weg van Taegoe en Poesang bedreig den. De verbonden strijd krachten zetten alles op alles om deze dreiging van de vi tale verbinding tussen voor naamste aanvoerhaven en hoofdstad af te wenden. In Taegoe was de toestand zeer gespannen en onzeker. Aanvankelijk scheen de re gering van plan te zijn de stad te verlaten, maar later stapte ze daar weer vanaf. Er moeten veel communisti sche guerilla's in de stad zijn. BELGISCHE COMMUNISTENLEIDER VERMOORD. Vrijdagavond is de leider van de Belgische communis ten, Lahaut, door twee perso nen met revolverschoten ver moord. Ze waren met 'n auto naar het huis van Lahaut in Seraing gei'eden. Daar geko men, belde één van hen aan en toen het slachtoffer zelf kwam open doen, werd hij door vier kogels getroffen; één er van was dodelijk. De moordenaars konden ontko men zonder dat iemand iets merkte. Dat de koningskwestie hier door blijkbaar in het stadium van sluipmoord is gekomen, is zeer betreurenswaardig. Want dit is een middel dat toch wel allerminst geëigend is om recht te verkrijgen, af gezien nog van de gevolgen die een dergelijke daad kan hebben. Lahaut was de man die bij de eedsaflegging door prins Boudewijn riep: „Leve de republiek!" DE STAKINGEN. De scheepvaartvereniging „Zuid" te Rotterdam, heeft de stakers medegedeeld dat zij zich, óók bij een langdurig conflict, zal houden aan de geldende arbeidsvoorwaarden en aan de door de Regering gestelde verplichtingen ten aanzien van de loonpolitiek. De scheepvaartvereniging is dus niet van plan zich door de stakingsactie van.de E.V.C. te laten dwingen. De stakingsuitkering door de E.V.C. schijnt ondertussen nog niet zo gemakkelijk te gaan, terwijl bovendien de molestuitkeringen van de Unie-bonden hoger liggen. De nieuwe leden die zich tenge volge hiervan in grote getale aanmelden, worden niet op prijs gesteld. Uiteraard doen zich de ge volgen van de staking ook al in de havendrukte voelen. Er komen steeds minder schepen in de Rotterdamse haven aan. Ze gaan gewoonlijk door naar een buitenlandse haven om niet het gevaar te lopen ook in een andere Nederlandse haven niet gelost te worden. De Raad van Vakcentralen, waarin ondergebracht zijn K.A.B., C.N.V. en N.V.V., heeft vastgesteld dat de sta kingen geen enkel nut kun nen afwerpen voor de ai'bei- ders en heeft dan ook een be- roe pop hen gedaan om te vertrouwen op de leiding van hun bonafide vakbeweging en het communistische drijven 't hoofd te bieden. Raden Soekarno heeft op 17 Augustus, de onafhan kelijkheidsdag van Indonesië, de eenheidsstaat Indo nesië uitgeroepen. Hiermede is de gehele politiek en strijd van vijf jaren nutteloos gemaakt. Met angstige verwachting slaan wij nu de ontwikkeling van Indonesië gade. Zal het ene en ondeelbare Indonesië opgewassen zijn tegen de enorme problemen en tegen de gevaren die haar bedrei gen? De ontwikkeling in geheel Azië is buitengewoon zorg wekkend. Het enorme China, met 400 millioen inwoners, is communistisch. In Vietman zijn talloze Chinees-commu nistische soldaten geïnfil treerd. Mao Tse Tung staat op het punt Tibet binnen te val len. De militaire situatie in Korea is zeer kritiek. Hoe zal het in Indonesië gaan? De linkervleugel van de partij-groeperingen is het sterkst. Het communistische vakverbond, de Sobsi, is de machtigste arbeidersorganisa tie. Communisten hebben steeds in nauw contact ge staan met de regering. En deze regering staat in het ge heel niet afwijzend tegenover het regiem van de Chinese volksrepubliek. De Chinezen in Indonesië werden verzocht eventueel alleen de vlag van het rode China te hijsen. Wat nog erger is: De In donesische regering heeft ver klaard geen prijs te stellen op he# lidmaatschap van de U.N.O. Zij wil niet de schijn wekken het Anglo-Ameri- kaanse (anti-communistische) blok te willen versterken. Met andere wooi'den: Laat ons toch in Gods naam niet tonen dat wij anti-communistisch zijn. Men denke er echter wel aan dat Amerikanen en En gelsen uit het Westen komen en er in heel Azië een ten dens is om zoveel mogelijk de banden met het Westen door te snijden. Liever wil men de betrekkingen tussen de Azia tische landen onderling ver sterken. En Mao Tse Tung is een Aziaat. Men kan nu ach en wee gaan roepen. Zo zijn de fei ten. Na-kaarten over het ver loop van de Indonesische kwestie heeft geen nut meer. Het enige middel dat Indo nesië van 't communisme zal redden, is een goede econo mische ontwikkeling. Maar hoe? Vele fabrieken en onderne mingen zijn verwoest. De sta biliteit van de roepiah is nog steeds zeer dubieus. Indonesië heeft heel weinig deskundi- den ik zou het overal herken nen één er van heb ik voor haar vernieuwd. Ze ze moet daar ergens nog zijn de wagen is hier maar eens langs gegaan." Hij sprong er weer in en de auto snelde voort, nam scherpe bochten en reed langs de rand van een afgrond. Dan gingen ze een laatste hoek om en vóór hen tus sen de heuvels l^g de spookstad. Bob hield zijn adem in. In de vriendelijke maneschijn lagen de overblijfselen van een stad, hier een schoorsteen en daar een muur, straat na straat van ingevallen huizen, nu tot stof vergaan. Een maal had de mijn veel beloofd en de mensen waren gekomen; zij hadden hier, bij de diepe schach ten, hun huizen gebouwd; het zil ver was in prijs gedaald en de mensen waren heengegaan; zij gaven Petticoat Mijn over aan het dodelijkst bombardement dat be staat het geduldige, stille bom. bardement van de ledige jaren. Zij reden door de hoofdstraat, telkens draaiend tussen grote ga pingen door, die gemaakt hadden kunnen zijn door ontploffende bommen. Tussen de scheuren van het trottoir, waarop zich eertijds op Zaterdagavond een dich'e me nigte bewoog, groeiden nu bosjes geelgroen gras. Van de winkel straten waren er nog twee cn de huizen helden schuin over, met de wind mee. ,,'n Vrolijk schouwspel", merk te Bob op. „Dat gebouw daar, dat cp het punt staat om in te vallen, is de herberg „De Zilveren Ster" zei Holley. „Dat andere daar zal wel nooit instorten. Dat hebben ze van steen gebouwd dat het duurzaam zou zijn en zij had den het erg nodig ook. Dat was vroeger de gevangenis." „De gevangenis", herhaalde Bob. „De stem van Holley klonk voorzichtig „Is dat daar 'n licht in de Zilveren Ster „Het lijkt wel zo" antwoordde Bob. „Zeg we moeten oppas sen ongewapend, zie je. Ik zal me achterin verbergen en te voor schijn komen als het nodig is. De verrassing vult dan aan wat we aan wapenen te kort komen." „Goed idee" vond Holley, en Bob klom achter in de wagen, waar hij zich verdekt opstelde. Voor de Zilveren Ster stopten zij. Plotseling verscheen er een lange man op de drempel; hij kwam naar de auto toe. „Wat moet je hier vroeg hij. Bob kreeg een schok, toen hij de schrale, hoge stem van slappe Flip weer hoorde. „Zo vreemdeling", zei Holley. „Dat is een verrassing. Ik meende dat Petticoat Mijn verlaten was." „Mijn maatschappij heeft plan hier weer te beginnen" antwoord de Maydorf. „Ik ben hier om pioeven te nemen. „Hebt u al iets gevonden?" vroeg Holley terloops. „Het zilver is er zo goed als uit. Maar er zit koper in de heu vels links. U bent een heel eind van de grote weg af.' „Dat weet ik. Ik zoek een jon gedame, die hier vanmorgen heen gegaan is. Hebt u haar soms ge zien „Er is hier sedert een weeknie- mand geweest behalve ik zelf." „Zo U vergist u misschien. Als u er niets op tegen hebt, kijk ik hier eens rond „En als ik er wel op tegen heb snauwde Slappe Flip. „Waarom zoudt u „Dat heb ik. Ik ben hier alleen en ik wil geen gevaar lopen. Draai je wagen om „Wacht even", zei Holley. „Doe die revolver weg. Ik kom als vriend „Zo. Draai dan om als vriend en ruk uit. Begrijp me goed." Hij was nu vlak bij de wagen. „Ik zeg je, dat er niemand hier is..." Hij hield op toen er plotseling iemand uit de auto sprong en zich op hem wierp. De revolver ging af, maar op de weg, zonder ie mand te raken Bob deed alle moeite het wapen in handen te krijgen. Een kort ogenblik wor stelden de twee mannen wanho pig, daar in de verlaten straat, voor de Zilveren Ster. Slappe Flip was niet zo jong meer, maar hij bood heftige tegenstand. Lang duurde het echter niet en vóór Holley uit de wagen was, had Bob hem onder en gelukte 't hem Maydorf het wapen af te nemen. „Nu sta je op en wijst ons de weggebood de jongen. „Geef mij de sleutels. Er zit een splin ternieuw slot op die gevangenis deur, en wij snakken om te zien wat er binnen is." Slappe Flip stond op en keek hulpeloos rond. „Opschieten!" riep Bob. „Ik heb aldoor verlangd je weer te zien, en ik ben niet erg zachtzinnig ge stemd. Die zeven en veertig dol lar om maar te zwijgen van de last die je me bezorgd hebt die avond, toen de President Pierce in San Francisco binnen kwam." „Er is niets in de gevangenis", zei Maydorf, „en ik heb de sleu tel niet „Zoek eens in zijn zakken, Hol ley", zei Bob. Al heel gauw kwam er een bos sleutels te voorschijn. Bob nam ze over en gaf Holley de revolver. „Ik laat jou op Slappe Flip pas sen. Als hij probeert op de loop te gaan, schiet je hem neer als een konijn." Hij nam de zaklantaarn uit de wagen en ging de buitendeur van de gevangenis openen. Nu stond hij in wat eenmaal een kantoortje was geweest. Het binnenvallende maanlicht scheen op een stoffige stoel en lessenaar, een oude brandkast en een plank met een paar gehavende boeken. Op de lessenaar lag een krant. Hij be lichtte de datum ze was maar een week oud. In de achterwand waren twee zware deuren, beide met nieuwe sloten. Hij zocht tussen de sleu tels en opende de deur links. In een kleine, cel-achtige kamer met hoge getraliede vensters, bescheen zijn lantaarn de slanke gestalte van een meisje. Zonder grote ver bazing herkende hij Evelyn Mad den. Zij kwam snel naar hem toe. „Bob Eden riep zij, en toen, zonder een spoor van haar oude hooghartigheid, barstte zij in tra nen uit. „Stil maar", zei Bob. „Nu komt alles terecht." Er kwam nog een meisje naar voren Paula Wen dell, met een stralende glimlach. „Zo", zei ze kalm, „ik dacht wel dat u komen zoudt." „Dank voor je vertrouwen", antwoordde Bob. „Het zou wel eens lelijk kunnen aflopen, al dat rondzwerven. Wat is er toch ge beurd „Niet veel bijzonders. Ik kwam hier eens rondkijken, en hij" zij wees naar Slappe Flip in de maneschijn op straat „zei, dat het niet mocht. Ik heb met hem geredeneerd en hier is het geëin digd. Hij zei, dat ik hier vannacht blijven moest. Hij was beleerd, maar standvastig." „Het is zijn geluk dat hij be leefd was", zei Bob grimmig. Hij gaf Evelyn Madden zijn arm. „Kom maar mee," zei hij zacht, „ik geloof dat we hier klaar zijn' Toen hield hij op. Er hamerde iemand op de binnenzijde van de tweede deur. „Doe maar open." Hij ontsloot de deur, duwde haar open en keek naar binnen. In het halfduister zag hij vaag de gestalte van een man. Bob's adem stokte; hij viel te gen de lessenaar aan. „Een spookstad" riep hij. „Dat is het zeker HOOFDSTUK XXI. DE POSTBODE KOMT AAN HET EIND VAN ZIJN TOCHT Als Bob had geweten, wie de passagier was in de taxi, die hij en Holley op weg naar de mijn passeerden, is het mogelijk, dat hij, ondanks zijn ongerustheid over Paula, naar Maddens ranch zou zijn teruggekeerd. Maar hij reed voort zonder het te weten, en de passagier kon ook, al deed hij zijn uiterste best, Bob niet her kennen in de voorbij snellende wagen. Da auto van het station te Eldorado ging de aangegeven weg en stopte voor de ranch van Madden. De chauffeur was al bezig het hek te openen, toen zijn passagier op de grond sprong. „Laat maar", zei hij. „Je kunt gaan. Hoeveel krijg je Hij was een gezet mannetje van zowat vijfendertig jaar, naar de allerlaatste mode gekleed, en met iets poenigs over zich. De chauf feur noemde het bedrag en toen hij hem betaald had, ging de pas. sagier het erf op. „Wel verdui veld" begon hij. Thorn ging de deur open doen. Het gezette mannetje drong da delijk naar binnen. (Wordt vervolgd). gen. Op vele plantages drei gen wedei'om stakingen. Waar is de mogelijkheid om Indonesië van het vlak af te halen, waarover het nu in ra zende vaart naar beneden suist? Kan Amerika helpen? On getwijfeld. Maar hoe en in welke mate zal Amerika be reid zijn om steun te ver schaffen? Amerika is zo langzamer hand de enige steunpilaar van de hele wereld geworden. De moeder waar elk kind zijn zakcent gaat halen. Nederland heeft intussen weer een veer moeten laten. De Kortenaer wordt uit de Indonesische wateren terug getrokken. De Ambonnezen in Makassar zijn ontwapend en naar Java gebracht. Niet naar Ambon, waar ze thuis horen. We hebben weer heel even onze tanden laten zien, om nu als een geslagen hond weg te sluipen. Het lijkt ons dat de Indo- nesiers zo langzamerhand (in het Indonesisch) gaan den ken: Nou jongens, als we iets nodig hebben, laten we dan de Hollanders eens flink de huid volschelden, dan komt 't best in orde. En het is nog waar ook. Wat wij de laatste jaren allemaal heb ben toegegeven, is werkelijk niet meer te tellen. Zover wij weten is er niets ge weest, waarbij wij het been met terdaad hebben stijf gehouden. Het enige wat overblijft is Nieuw-Guinea. Bijna dagelijks pij nigt Soekarno zijn stembanden om Irian (zoals hij Nieuw-Guinea noemt) voor Indonesië op te ei sen. Het lijkt alsof men zowel van Nederlandse als Indonesische zijde er huiverig voor is om over deze kwestie te gaan praten. Op de aanstaande conferentie zal waar schijnlijk Nieuw-Guinea niet op de agenda komen. Toch eist Soe karno dat Nieuw-Guinea voor 't einde van 1950 bij het ene en on deelbare Iódonesië is gevoegd. Wat zal Nederland doen Het is duidelijk dat Nieuw-Gui nea onmogelijk zelfstandig kan zijn. „De mate van vrijheid van een volk is gelijk evenredig met de graad van de politieke ontwik keling van dat volk" zegt Arthur Koestier. Nieuw—Guinea als kolonie schenken Een verschrikkelijk denkbeeld. Nederland mag de millioenen Papoea's niet in han den van Djokja spelen. Wat dan Eerlijk gezegd we hebben wei nig vertrouwen. Er wordt niets gedaan om Nieuw-Guinea eniger mate te beschermen. Het handje vol troepen dat er zit, kan be zwaarlijk bescherming genoemd worden. Waarom wordt er geen legertje Papoea's gevormd Er zijn al veel Papoea's in het KNIL geweest en deze hebben getoond uitstekende soldaten te zijn. De Indonesiërs doen dat heel anders. Er zijn nu al Indonesiërs in Nieuw-Guinea, zelfs in 't Aus. tralische deel, geïnfiltreerd. De Papoea's mogen niet onder bestuur van Indonesië worden ge steld. Het rapport van de Neder landse Nieuw-Guinea-commissie heeft dit duidelijk aangetoond. Er is maar één land dat Nieuw-Gui nea kan en mag beheren Neder, land. DUURDERE SIGARETTEN. In zijn antwoord aan de Twee de Kamer over het wetsontwerp tot wijziging van de omzetbelas ting op sigaren en sigaretten deelt de minister o.m. mee, dat hij er geen bezwaar tegen heeft, dat de prijs der sigaretten van 60 ct. per 20 stuks wordt verhoogd tot 70 cent. Een drastische verlaging van de accijns op sigaren acht de mi, nister onredelijk ten aanzien van de andere tabaksfabrikaten, wel ke nu reeds aan een veel hogere accijns zijn onderworpen dan si garen. Met de voorgestelde ver laging der omzetbelasting op si garen, hoopt de minister echter voldoende te bereiken, dat de ver liezen van de sigarenindustrie en de werkoosheid in die industrie beduidend zullen verminderen. Met de sigarenindustrie zal nog overleg gepleegd worden over de mogelijkheden van een prijsver laging.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1950 | | pagina 6