l.
Wijde Wereld
K. R. O.
Waalwijkse en Langstraatse Courant
UIT DE
Algemene Beschouwingen
Minister-President Drees
Koningin en Prins Bernhard
bezochten Zuid-Holland
Belasting-moeilijkheden.
Het woord is aan
Vijf en Twintig jaar
MAANDAG 20 NOV. 1950.
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TIELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
DE ECHO \M HEI ZUIDEN
V,
73e JAARGANG No. 94
Abonnement
15 cent per week
1.95 per kwartaal
2.25 franco p.p
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 1873.
Bureaux GROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUWL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
De Tweede Kamer heeft zicli in de afgelopen we
ken bezig gehouden met de algemene beschouwin
gen over de rijksbegroting 1951, waaruit wij al
enkele punten besproken hebben, zoals de mening
van prof. Romme over de Europese federatie tegen
over het standpunt van de Engelse regering, en de
basis van het kabinet voor en na het aftreden van
minister Schokking; dit is een nog al donkere
kwestie.
Ondertussen was de kous
met de mening van prof.
Romme „dan maar een Euro
pese federatie zonder Enge
land" niet af. Minister-presi
dent Drees hield zich bij zijn
antwoord op de vlakte: er
waren gebieden waarop men
met Engeland zou kunnen
samenwerken en andere ge
bieden waarop dit niet zou
gaan; in ieder geval moet men
niet te gauw zeggen: dan
maar een federatie zonder
Engeland. Toen de Kamer
weer aan het woord kwam
was het prof. Romme die grif
toegaf dat samenwerking op
bepaalde gebieden wel mo
gelijk was, maar daarmee had
men nog geen federatie. En
op een federatie, met supra
nationale gezagsorganen, was
Engeland vierkant tegen. De
voorzitter der P. v. d. A.-frac-
tie was het niet eens met
prof. Romme. Jhr. Van der
Goes van Naters meende dat
er mogelijkheden tot samen
werking bestond omdat het
comité van ministers in Rome
de aanbevelingen van mej.
Klompé had aanvaard, maar
de professor had daar een
zwaar hoofd in.
Zoals gezegd is de kwestie
van de samenstelling van het
kabinet een beetje duister. De
K.V.P. had, zoals de V.V.D.,
bij monde van haar fractie
voorzitter verbreding van de
basis gevraagd, omdat haars
inziens door het uittreden van
de C.H.U. minister Schokking
en het optreden van de on-
duidelijke minister s'Jacob de
samenstelling gewijzigd en de
basis versmald was. Nu liet
dr. Drees in zijn antwoord
uitkomen dat bij de vervan
ging van Mr. Schokking op
de eerste plaats de deskun
digheid van zijn opvolger de
doorslag had gegeven en niet
zijn politieke kleur, wat men
een zeer gezond standpunt
kan noemen. Over dit laatste
zei de minister trouwens dat
minister s'Jacob de ch. begin
selen is toegedaan. Nochtans
is hij geen lid van de partij.
Als de gelegenheid zich voor
doet, zullen de oorspronke
lijke verhoudingen hersteld
worden, maar de voorwaar
den daartoe wil de regering
niet kunstmatig scheppen. De
K.V.P. toonde zich over deze
opvatting niet tevreden. Prof.
Romme betoogde dat het de
wens is van zijn fractie dat
de samenstelling van het ka
binet voor 1952 wordt her
steld tot* de verhoudingen die
het in 1948 had. Hij was n.l.
van mening dat het kabinet
zoals 't nu is, toen geen kans
gehad zou hebben. De per
soonlijke kanten mochten
daarbij niet ontzien worden.
Ook mr. Oud, de voorzitter
van de V.V.D.-fractie, gaf nu
niet veel meer om het kabi
net, maar het merkwaardige
was dat de voorzitter van de
C.H.U.-fractie, de heer Tila-
nus, geen bezwaar maakte
tegen de huidige oplossing en
de nieuwe minister van oor
log zijn vertrouwen schonk.
Dat onthielden hem echter
ook de andere partijen niet.
Ondertussen zaten er twee
partijloze ministers achter de
regeringstafel, de excellenties
Götzen en Spitzen. En men
heeft ze beiden al aangeke--
ken wie het slachtoffer zou
kunnen worden van dit stre
ven naar een bredere basis.
In het parlement werden
geen suggesties gedaan, maai
de parlementaire redacteur
van „De Tijd" kwam via een
zeer vernuftige redenering tot
de conclusie dat het minister
Spitzen zou moeten zijn. Hij
zei: „De heer Götzen zal naar
onze mening niet aftreden,
aangezien dan zou blijken
dat hij niet meer vervangen
behoeft te worden. Der
halve richtten aller ogen zich
na weinige ogenblikken op
minister Spitzen, die zat te
lezen. Het is geen alledaags
verschijnsel dat prof. Romme
de publieke opinie zo goed
vooruit informeert". Daaruit
zou men dus kunnen conclu
deren, als men met deze re
denering meegaat, dat in de
Kamer wel suggesties zijn ge
daan. Maar er is nog al wat
voor nodig om zover te ko
men.
Aangaande de kwestie Am.
bon had minister Drees op
gemerkt dat hij het princi-
piëel onjuist achtte dat de
voorzitter van de Veiligheids
raad de. Amerikaan Aus
tin! deze zaak niet op de
agenda had geplaatst. Mr.
Oud was van mening dat de
regering Ambon voor het
Unie-hof van Arbitrage had
moeten brengen en ook prof.
Romme had daaraan gedacht,
maar achteraf was hij tot de
overtuiging gekomen dat het
goed was dat het niet was ge
beurd. Waarom, zo vraagt
men zich af. De heer Weiter
wilde de parlementaire en
quête-commissie een onder
zoek laten instellen naar het
hele Indonesië-beleid. Daar
door kon de regering, zo zei
hij, zich ontlasten van haar
verschrikkelijke verantwoor
delijkheid. Over de souverei-
niteitsoverdracht had hij nog
een paar opmerkingen die nu
wel erg aandeden als mosterd
na de maaltijd.
Vrijdag heeft de regering
in tweede instantie geant
woord.
Frankrijk voor
verenigd Europa.
De Franse Nationale Ver
gadering heeft een resolutie
aangenomen waarin de rege
ring wordt uitgenodigd te
streven naar vergroting van
het politieke gezag van de
Raad van Europa. Alleen de
communisten stemden tegen.
Leiders van de rechtse en
gematigde partijen hebben
zich uitgesproken voor een
verenigd Europa „desnoods
zonder Engeland", maar de
socialisten willen dit niet
zonder hun Labourbroeders
De regering spreekt zich er
niet over uit.
Bevin naai Bonn.
De Britse minister van bui
tenlandse zaken, Ernest Be-
vin, zal 9 December a.s. naar
West-Duitsland vertrekken
om in Bonn met de West.
Duitse regering besprekingen
te voeren over de verdediging
van Europa.
Ondertussen heeft de West-
Duitse bondsdag zich ook uit
gesproken voor de resoluties
van de Raad van Europa te
Straatsburg, die o.a. de vor
ming van een Europees leger
en het plan-Schuman voor
staan. Tegen stemden de so
cialisten, communisten en de
links-katholieke centrumpar
tij. De Beierse partij, 't Cen
trum en de Duitse rijkspartij
waren tegen het voorstel voor
een Europees leger.
Noodregering in
Suriname?
Dc Landsregering van Su
riname heeft besloten aan de
Nederlandse regering te vra
gen de bevoegdheid van de
Staten over te dragen aan 'n
ander orgaan. Onlangs moest
de zitting van de Staten wor
den geschorst in verband met
een rel, die aanleiding was
tot onwaardige tonelen. Het
wordt onmogelijk geacht dat
de Staten hun werk normaal
kunnen hervatten. De lands
regering heeft daarom beslo
ten art. 174 van de landsrege-
ling toe te passen; hierdoor
wordt bepaald dat, wanneer
een orgaan niet kan werken,
het bij de wet kan worden
vervangen door een ander or
gaan.
De bouw van scholen.
Officiëel wordt medegedeeld
dat in 1951 voor de bouw van
scholen waarschijnlijk vol
doende bouwvolume beschik
baar is, om elke aanvraag in
te willigen.
Daarom wordt voorlopig
geen urgentielijst samenge
steld en zal de goedkeuring
worden gegeven voor ieder
plan betreffende de bouw van
een schopl.
Dit geldt ook voor de bouw
van kleuterscholen en gym
nastieklokalen.
Mocht in de loop van 1951
blijken dat het beschikbare
bouwvolume dreigt te worden
overschreden, dan zal weel
een urgentielijst worden vast
gesteld.
In zijn antwoord op de bij
de algemene beschouwingen
gemaakte opmerkingen ver
klaarde de ministerpresident,
dr. Drees, met nadruk dat
ook de financiële sector een
onderdeel is van de kabinets-
politiek. Deze verklaring
achtte hij nodig, omdat de
mogelijkheid niet uitgesloten
moest worden geacht dat er
juist op dit terrein nog wel
eens conflicten tussen rege
ring en Kamer zouden rijzen.
Wat de financiën betreft,
verkeerde de regering steeds
in een onaangename positie.
Bij wetsontwerpen als de re
geling van de oorlogsschade,
voorzieningen voor ambtena
ren uit Indonesië etc., had de
regering aan de aandrang
moeten weerstaan om nog
hogere bedragen uit te trek
ken. Waren voorzieningen als
deze tenslotte geregeld, dan
kwam de Kamer echter weer
met het verwijt, dat de re
gering niet zuinig genoeg zou
zijn geweest.
Uit de latere mededelingen
van minister Lieftinck bleek
intussen wel, dat de regering
nu in elk geval het gevreesde
hakmes zal gaan hanteren.
De bewindsman van finan
ciën wees andermaal op het
begrotingstekort, dat inmid
dels is opgelopen tot 257 mil-
lioen. Waren de heren Schou
ten (A.R.) en Lucas (K.V.P.)
van mening geweest dat de
middelen te laag waren ge
raamd, de minister bleef er
bij dat het de meest realisti
sche waren die gemaakt kon
den worden. Daarnaast blij
ven de vooruitzichten som
ber. Kon de regering nog lan
ger in deze toestand berus
ten? Het antwoord was neen.
Er is bereids besloten om
tot een herziening van de uit.
gaven te komen, zowel wat
de gewone dienst als 't Land
bouw Egalisatiefonds betreft,
een herziening die 100 a
150 millioen zal moeten op
leveren.
Deze besparingen zullen
liggen in het vlak van een
efficiënter apparaat, maar ook
in dat van de beleidsuitgaven.
Wel was de regering van
mening dat deze besparingen
sociaal-economisch verant
woord zullen moeten zijn.
De minister-president sprak
ruim twee uur en in deze uit
voerige rede liet hij tal van
onderwerpen de revue pas
seren. In de discussies tussen
de politieke partijen wilde de
regering zich niet mengen.
Zij blijft zich voorstellen als
een program-kabinet. Dr.
Drees wees de opmerking
van de hand dat dit kabinet
geen nationale politiek zou
hebben gevoerd. Een derge
lijke politiek sluit niet uit dat
wel eens besluiten moeten
worden genomen die niet de
algemene instemming hebben.
Bij de ministers-wisseling is
het zeker niet de bedoeling
geweest om de basis van het
kabinet te wijzigen.
Bij de vervulling van de
vacature aan „Oorlog" en
„Marine" moest echter op de
eerste plaats op de bekwaam
heid van de candidaat wor
den gelet. Intussen blijft het
ook nu zo, dat de opvolger
van minister Schokking be
paaldelijk de ch. hist, begin
selen is toegedaan. Doet zich
een mogelijkheid voor om 't
ch. hist, element te verster
ken, dan zal deze kans zeker
niet onbenut worden gelaten,
voor kunstmatige wijzigingen
voelde de minister-president
echter niets.
Geen politieke ver
moeidheid.
Terugkomend op de motie
van de V.V.D. tegen minister
Van Maarseveen, bleef de
minister-president erbij dat
hier terecht de kabinetskwes
tie was gesteld omdat 't hier
kabinetspolitiek betrof. Was
het kabinet moe?
Dr. Drees was van oor-
nisters zeker extra vacantie
verdiende, maar van ver
moeidheid in politieke zin
was zeker geen sprake. Wat
de Indonesië-politiek betreft,
wees de minister-president
deel dat een deel van zijn mi-
nog eens op de gevolgen die
uit een voortzetting van het
conflict zouden zijn voortge
vloeid.
Leger na leger zouden wij
hebben moeten uitzenden en
desondanks zou de verwoes
ting van de bedrijven zijn
voortgegaan enook de gueril
la zou geen einde hebben ge
nomen. In dit verband wees
de minister-president ook
naar Indo-China, waar nog
steeds de wapens spreken.
Wel gaf dr. Drees toe, dat de
regering in meerdere opzich
ten in haar verwachtingen is
teleurgesteld, maar ook mag
niet vergeten worden dat ac
ties als die van Westerling de
nieuwe samenwerking ten
zeerste hebben geschaad.
Inzake Ambon gaf dr. Drees
andermaal als de mening van
de regering, dat hier geen
mogelijkheden aanwezig wa
ren voor de vorming van een
zelfstandige staat. Wel heeft
de regering gepleit voor een
grote mate van autonomie en
voor amnestie. Ook Ambon
zou hier wel voor gevoeld
hebben, mits de nodige waar
borgen werden gegeven. Leek
het aanvankelijk alsof de In
donesische regering, mede als
gevolg van de stap van de
Ünci, wel gehoor zou willen
geven aan deze wensen, de
militaire actie die tenslotte
werd begonnen, was voor de
regering een pijnlijke teleur
stelling.
Dr. Drees gispte de handel
wijze van de Amerikaanse
voorzitter van de Veiligheids
raad, die eerst op de dag van
zijn aftreden deze aangele
genheid ter sprake had ge
bracht. De regering blijft van
mening, dat zij in de kwestie-
Ambon gedaan heeft wat mo
gelijk was. Zij, die een mili
tair optreden zouden hebben
begeerd, hadden naar de me
ning van dr. Drees onvol
doende begrip voor de gevol
gen.
Hiervoor verantwoordelijk
heid dragen zou voor ieder
een te zwaar zijn. Prof. Rom
me was bij de debatten van
oordeel geweest, dat na de
uitspraak van het Lagerhuis
gekozen moest worden tussen
geen federalisme of federali-
satie zonder Engeland. Dr.
Drees meende echter dat er
nog wel tussenmogelijkheden
waren. Op verschillende ter
reinen zal er in elk geval sa
menwerking moeten komen.
Weer naar het binnenland
se terrein overspringend, ver
klaarde de minister-president
naar aanleiding van opmer
kingen van de heer v. d. Goes
van Naters, dat de Staat geen
invloed heeft uit te oefenen
op het aantal geboorten. In
dit verband zeide dr. Drees
dat de regering zich nader
wilde beraden over de instel
ling van een Gezinsraad.
Een deel van de in een
dergelijk college te behande
len onderwerpen zou intus.
sen reeds bestreken kunnen
worden door de Sociaal-Eco
nomische Raad.
De minister-president sloot
zijn rede met een oproep om
bemoediging te putten uit
hetgeen reeds bereikt werd
en voor de toekomst wilde hij
vertrouwen op de kracht en
het initiatief, dat ons volk in
al zijn geledingen ten toon
spreidt.
De reeks bezoeken van H.M.
Koningin Juliana en Z.K.H.
Prins Bernhard aan Neder
landse provincies is Donder
dag j.l. besloten met een offi
ciëel bezoek aan Zuid-Hol
land, met name aan de hoofd
stad van dit gewest: 's-Gra-
venhage.
Deze „kennismaking met 't
gewestelijk eigen leven"
het doel van de koninklijke
rondreis door Nederland
droeg een geheel ander ka
rakter dan de daaraan voor
afgaande in andere provincies.
Daar kreeg n.l. de bevolking
van vele plaatsen gelegenheid
haar liefde en haar eerbied
voor het Koninklijk Paar tot
uitdrukking te brengen. En
de wijze waarop de bevolking
dat deed, maakte de reizen
van H.M. en Z.K.H. tot jubel-
tochten. In Zuid-Holland bleef
het koninklijk bezoek beperkt
tot de hoofdstad. Daar had de
ontmoeting plaats met de
provincie, 's Morgens in het
gebouw van de Eerste Kamer,
werden de leden van Provin
ciale Staten en afgevaardig
den van het personeel der
Provinciale Griffie aan Hare
Majesteit en Zijne Konink
lijke Hoogheid voorgesteld,
's Middags volgde op 't stad
huis de kennismaking met ge
meentebestuur en gemeente
raad van 's-Gravenhage en
met een deputatie van de
Haagse burgerij. Hier defi
leerden ook een zeshonderd
tal schoolkinderen voor Ko
ningin en Prins en werd sa-
mens de Haagse Jeugdactie
een partij van 25.000 stuks
speelgoed aangeboden, be
stemd voor kinderen in Zuid-
Oost-Drenthe en Oost-Gro-
nlngen als blijk van dank
baarheid der Haagse bevol
king voor de hulp, die in de
laatste oorlogsjaren door
Drentenaren en Groningers
werd geboden.
Later in de middag kwamen
in de Trêveszaal de Zuid-Hol
landse burgemeesters hun op
wachting maken. En het be
zoek werd besloten met een
gala-avond in de Koninklijke
Schouwburg, die een zuiver
porvinciaal karakter droeg.
Daar traden n.l. vier Zuid-
Hollandse amateur-verenigin
gen op met speciaal voor deze
gelegenheid geschreven één-
acters van resp. A. den Her
tog, Anna Blaman, Ben van
Eysselsteyn en Bob van Leer-
sura, auteurs, die in deze pro,
vincie wonen. De één-acters
behandelden Zuid-Hollandse
onderwerpen, de regie en de
verzorging der décors waren
toevertrouwd aan jonge Zuid-
Hollandse kunstenaars. Op
deze avond werd ook 't nieu
we „Lied van Zuid-Holland"
uitgevoerd door een gemengd
koor van personeel in dienst
van de Provincie. En als
waardige omlijsting van dit
geheel werd de gala-avond
geopend met het Wilhelmus,
ten gehore gebracht door de
Koninklijke Militaire Kapel
in ceremoniëel tenue.
On deze wijze èn door on
gedwongen gesprekken met
vertegenwoordigers van de
Provincie -—waarbij de grote
belangstelling van H.M. en
Z.K.H. voor provinciale vraag
stukken tot uitdrukking
kwam kreeg 't Koninklijk
Paar een indruk van wat er
leeft in Zuid-Holland.
„Het is een goede dag van
daag" had Mr. L. A. Kesper,
commissaris van de Koningin
in deze provincie, 's morgens
tot de leden van de Provin
ciale Staten gezegd, die in de
vergaderzaal van de Eerste
Kamer bijeen waren in af
wachting van de komst van
Koningin en Prins. „Het is
een dag van betekenis voor
de democratie, die wij teza
men in de provincie vertegen
woordigen. Deze dag geeft
ons een bewijs temeer voor
de gelukkige ontwikkeling die
Koningin en volk naar
functie gescheiden naar de
geest dichter bij elkaar
brengt".
Met deze woorden schetste
de Commissaris van de Ko
ningin de betekenis van dit
bezoek aan Zuid-Holland.
Maar die woorden gelden
evenzeer voor de daaraan
voorafgaande reeks van be
zoeken aan de andere pro
vincies. Deze reeks is thans
besloten. En het is goed te
constateren, dat deze ont
moetingen er toe hebben bij
gedragen de band, die Oran
jehuis en volk reeds eeuwen
lang tezamen bindt, te ver
stevigen en dat het Neder
landse volk deze gelegenhe
den heeft benut om zoals
Mr. Kesper het uitdrukte
„uiting te geven aan onze er
kenning van de hoge positie
der Kroon als sereen middel
punt van ons nationale leven".
De Amsterdamse recht
bank heeft de 23-jarige H. B.
uit Haarlem, die op 6 Mei j.l.
een 25-jarige verpleegster van
het Diaconessenhuis te Haar
lem met een messteek in de
hals van het leven beroofde,
veroordeeld tot 15 jaar met
aftrek. De eis was 20 jaar.
Nabij 't vliegveld Twen-
the is de 22-jarige L. S. K-
soldaat P. v. G. uit Valkens-
waard, toen hij in de nacht
naar het vliegveld terugkeer
de en een brug over een beek
wilde passeren, in het water
gevallen en verdronken.
De auto, die Woensdag
avond in het Hoendiep nabij
Groningen is gereden, blijkt
bestuurd te zijn do«r de 40-
jarige lijstenfabrikant L. P.
A. J. uit Voorburg. Het twee
de slachtoffer is geïdentifi
ceerd als de 41-jarige mevr.
E. E. J. S. te Groningen.
WET
BELASTINGHERZIENING
1950. (vervolg 4.)
Vervolg winstbepaling.
Sub 2. Deze formulering
voorkomt o.m., dat het ver
mogen, gestoken in een door
een gehuwde vrouw uitgeoe
fend bedrijf of beroep, bij het
overlijden van haar echtge
noot, op de geldswaarde zou
moeten worden herleid en
ondanks voortzetting van het
bedrijf of beroep, stille en
open reserves zouden worden
belast. Een en ander dient te
worden gezien in verband
Hier wordt dus het lek ge
stopt, dat ontstond door het
arrest van de Hoge Raad dd.
2 April 1947 (zie nogmaals
mijn artikel „Balanscontinuï
teit"). De inhoud van dit Ar
rest komt hierop neer: bij
vererving van een bedrijf, dat
door de erfgenamen word KOU GEVAT...
voortgezet, zijn de erfgena Bedek keel en borst met de
men niet gebonden aan di we?dAd^dwn^\ir^°,fènl: de
slotbalans van de overledene koudheid. rjaagt ver-
Zij kunnen de activa op hun
beginbelans opnemen voor 't
bedrag dat zij zouden hebben
opgeofferd voor de verkrij
ging van het bedrijf, indien
de waarde langs zuiver zake
lijke weg was bepaald. Veel
al dus hoger dan op de slot
balans van de overledene.
P.edraagt dus het kapitaal
saldo, uit de boeken blijkend
op het moment van overlij
den 50.000.terwijl het
werkelijke kapitaal (in ver
band met stille reserves)
ƒ70.000.bedraagt, dan valt
de belasting over ƒ70.000.
minus 50.000.tussen wal
en schip. Ik breng in herin
nering dat, vanuit fiscaal
oogpunt, stille reserves zijn:
verschillen tussen de gelds
waarde en de fiscale boek
waarde van activa (b.v. een
gebouw met een fiscale boek
waarde van 60.000.—, doch
met een geldswaarde van
150.000.en verschillen
tussen de constante waarde
van de schulden en het be
drag, waarvoor zij tot op dat
ogenblik bij het bepalen van
de winst in aanmerking zijn
genomen.
Het „lek" wordt nu als
volgt gestopt: bedraagt op 't
moment van overlijden het
kapitaalsaldo volgens de boe
ken 50.000.doch 't wer
kelijke kapitaal 70.000.
dan wordt het kapitaal opge
trokken tot 70.000.en be
hoort het verschil tussen
ƒ50.000.— en ƒ70.000.—
20.000.tot de winst van 't
laatste jaar waarover hier te
lande belastbare winst wordt
genoten door degene voor
wiens rekening het bedrijf of
beroep wordt uitgeoefend.
Twee punten verdienen na
dere bespreking:
1. Het laatste jaar etc.
2. Voor wiens rekening het
bedrijf wordt uitgeoefend.
Sub 1. Hiervan is o.a. sprake
bij:
a. overlijden van de onder
nemer;
b. staking bedrijfsuitoefening
c. het metterwoon verlaten
van het Rijk en de winst
van het bedrijf of beroep
niet hier te lande belast
baar blijft. Het bedrijf of
beroep wordt in dit geval
dus niet een binnenlandse
bron voor een niet-binnen-
het-Rijk wonende.
met het feit, dat in alle ge
vallen zolang de toestand
van samenleving tussen man
en vrouw voortduurt de
man belastingplichtig is voor
de winst uit het bedrijf of be
roep van de vrouw. Overlijdt
dus de man en zet de vrouw
de uitoefening van haar be
drijf of beroep voort, hetwelk
zij ook gedurende haar huwe
lijk heeft uitgeoefend, dan
heeft het belasten van de stil
le reservens niet plaats. In
dit geval is er immers geen
sprake van een laatste jaar,
waarover hier te lande be
lastbare winst wordt genoten
door degene voor wiens reke
ning het bedrijf of beroep
wordt uitgeoefend. Hetzelfde
geldt bij echtscheiding en
scheiding van tafel en bed.
Deze hier bedoelde winst
wordt, op daartoe gedaan ver
zoek, belast naar een tarief
van 20%. Bovendien kan de
belasting over deze winst
worden voldaan in 5 gelijke
jaarlijkse termijnen (dus te
betalen in 5 jaar). De voor
waarde is: het zuiver vermo
gen, zoals dit wordt berekend
voor de vermogensbelasting,
moet voor tenminste de helft
als bedrijfsvermogen worden
aangemerkt.
Zit men dik in de duiten
en betaalt men de belasting
vóór of op de eerste verval
dag van de eerste termijn in
haar geheel, dan wordt een
korting van 8% verleend. (In
navolging van de adverten
ties van sommige winkelbe
drijven, krijgen wij straks
wellicht een reclame-folder
van Financiën, waarop een
al-zijn-tanden-bloot-lachende
zakenman afgebeeld, die ons
in een ballonnetje aan zijn
mond vertelt: „Ha-ha, bof ik
effen, ik heb al mijn belas
ting ineens betaald en van
mijn korting a contant, ga ik
straks een week met vacantie
vissen. Doe net als ik en ga
eens met de Ontvanger pra
ten).
v. Loon.
(Wordt vervolgd).
Bij het jubileum van een
vereniging, een stichting die
in het openbaar optreedt,
gaat men zich vanzelf afvra
gen: wat is de waarde van
deze instelling? En dit zeker
als het gaat over een katho
lieke radio omroep die een
machtig apparaat tot haar be
schikking heeft en, wil zij
haar naam waar maken, aan
hoge eisen moet voldoen.
Daarvoor is het jubileum dat
de K.R.O. deze week viert,
haar vijf en twintig jarig be
staan, een gerede aanleiding.
Men zou haast radio-man
moeten zijn, minsténs een
kijkje achter de schermen
moeten kunnen nemen, om de
K.R.O. op haar juiste waarde
te schatten. Immers, eerst dan
kent men de finesses van de
zaak, weet men iets van de
ideële en technische moeilijk
heden en weerstanden die
overwonnen moeten worden
om het doel van een katho
lieke radio omroep te berei
ken. Maar kan men ander
zijds niet juist als luisteraar
nagaan wat een eigen omroep
betekent, wat 't streven van
een organisatie heeft uitge
werkt op 't katholieke volks
deel en mogelijk daarbuiten.
Uiteraard is het dan niet in
alle gevallen zijn eigen waar
dering als maatstaf aanleg
gen, doch denken vanuit een
ruimer, een katholiek stand
punt.
De Katholieke Radio Om
roep is een stichting die zich
tot doel gesteld heeft de ka
tholieke levensbeschouwing
met al zijn uitingen door de
aether kenbaar te maken. In
weinig woorden schuilt ook
hier veel zins. Want het
wordt steeds weer opnieuw
betoogd, het gaat niet enkel
om enkele godsdienstige uit
zendingen één of meer keren
per week, nee, het betreft „de
katholieke levensbeschouwing
met al zijn uitingen". Daar
horen dus, behalve godsdienst,
ook onder wetenschap, kunst,
sport en andere ontspanning,
om maar enkele gebieden te
noemen. Stel U eens voor dat
wij een z.g. nationale omroep
hadden: het zou dan ten enen
male onmogelijk zijn dat de
katholieke levensbeschou
wing met al zijn uitingen
door de aether kenbaar ge
maakt zou worden. Zeker,
ook de katholieken zouden
hun zendtijd krijgen, maar
waar het ene ogenblik de
stem van een christelijke le
vensovertuiging klonk, zou 't
volgende moment een lijn
recht tegenovergestelde op
vatting verkondigd kunnen
worden. Het gevolg zou mo
gelijk een eindeloze verwar
ring zijn. Het spreekt van
zelf dat de andere omroep
organisaties eenzelfde mening
huldigen. Daarom is het t'
begrijpen en toe te juichen
dat de K.R.O. vanaf zijn op
richting en vooral in de jaren
na de oorlog voor zichzelf op
de bres heeft gestaan, niet
om haar zelfs wil, maar ter-
wille van de christelijke en
katholieke levensovertuiging.
Dat het Nederlandse Episco
paat prijs stelt op de katho
lieke radio-omroep is zonne-