Lichte daling der werkloosheid.
W&ALWYK
P^j
Waalwijkse en Langstraatse Courant
r
v.
Nederland-Indonesië
Vluchtelingenactie
GEMEENTERAAD WAALWIJK
werkt mee aan
verbetering van scholen.
GEEN OVEREENSTEMMING
A
J
De verhouding
Zó wonen, leven en sterven Uw buren
Collecte in Waspik.
DINSDAG 2 JANUARI 1951
Uitgever
Waalwijkse Stoomdrukkerij
ANTOON TEELEN
Hoofdredacteur
JAN TIELEN
Dit blad
verschijnt 2 x per week.
74e JAARGANG N,
Abonnement
17 cent per week
2.15 per kwartaal
2.40 franco p.p.
Advertentie-prijs
9 cent per m.M.
Contract-advertenties
speciaal tarief.
OPGERICHT 187S.
Bureaux GROTp&TRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66.
TEL.-ADRES „ECHO".
Na moeizame onderhande
lingen zijn de Nederlandse en
Indonesische delegaties uit el
kaar gegaan zonder tot enig
resultaat te zijn gekomen. De
mislukking van de Nieuw-
Guinea-besprekingen was zo
volkomen, dat de beide dele
gaties zelfs geen gemeen
schappelijke verklaring heb
ben uitgegeven.
Wij menen dat beide dele
gaties van het begin af niet
voldoende „conferentie-min-
ded" waren om tot een goed
einde te geraken. Zowel de
Indonesische als de Neder
landse onderhandelaars ver
schenen ter conferentietafel,
verscholen achter een dikke
muur gewapend beton. Ze
verscholen zich allemaal ach
ter: aan ons de souvereiniteit
over Nieuw-Guinea. Het hoeft
dan ook geen verwondering
te wekken dat de onderhan
delingen zijn vastgelopen. Ne
derland is nog tot een conces
sie bereid gebleken; Indone
sië bleef star vasthouden aan
zijn eis: overdracht aan de
republiek.
Hoewel wij toejuichen dat
Nederland in ieder geval de
hand heeft uitgestoken, ach
ten wij het Nederlandse voor
stel niet gelukkig. Het spreekt
n.l. van souvereiniteitsop-
dracht aan de Nederlands In
donesische Unie, met handha
ving van het Nederlandse be
stuur.
Dit lijkt ons een irreëel
voorstel. Immers, practisch
bestaat er geen Unie. Een
Unie tussen twee onafhanke
lijke staten veronderstelt meer
dan een verdrag. De Unie is
de verbintenis tussen twee
staten, waarmee men een
verdrag sluit. Men voelt meer
vriendschap voor elkaar.
En dat kan men van de ver
houding NederlandIndonesië
toch moeilijk zeggen. Daarom
heeft Indonesië ter Ronde-
Tafel-Conferentie geëist dat.
de Unie vederlicht zou zijn.
In tegenstelling met de oor
spronkelijke bedoeling, die on
getwijfeld was om van de
Unie een wezenlijk orgaan
van bestuur te maken met ei
gen organen en een eigen ge
rechtshof om het bestuur
dwingende kracht te geven.
Zo'n opzet van de Unie heeft
Indonesië geweigerd. Derhal
ve kan men feitelijk ook niet
van een Unie spreken. Het is
een verdrag tussen partijen
die helemaal geen vrienden
van elkaar zijn, ondanks alle
hoffelijkheid, en dat alleen
maar is aangenomen om in
's hemelsnaam toch maar iets
te hebben dat op een Unie
leek. Door de strubbelingen
rond Nieuw-Guinea, officiëel
buiten de Unie-sfeer gehou
den, is de Unie zeker niet
sterker geworden en is nu ei
genlijk niets meer dan een
wassen neus.
Aan die dubieuze Unie zou
de Nederlandse regering de
souvereiniteit willen opdra
gen. Let wel: niet overdragen.
Die redactie van het voorstel
is wel begrijpelijk. In leiden
de Indonesische kringen kan
men stemmen beluisteren, die
pleiten voor een opzegging
van de Unie. Ter vervanging
zou dan een verdrag moeten
komen, hoofdzakelijk op eco
nomisch en financiëel terrein.
Deze mogelijkheid heeft de
Nederlandse regering in haar
voorstel moeten verdiscon
teren en ze heeft daarom een
opdrachtsclausule voorgesteld
in plaats van een feitelijke
bestuursoverdracht.
De bepaling dat het bestuur
bij Nederland blijft, zal voor
Indonesië wel de voornaamste
reden zijn geweest om 't voor
stel van de hand te wijzen
Het is begrijpelijk dat Indo
nesië vreest dat bij zo'n oplos
sing van het conflict Neder
land in de Unie de eerste
viool zou gaan spelen en dat
dan de Unie „te zwaar" zou
worden.
Het tweede voorstel kwam
eveneens van Nederland. Het
hield in de U.N.C.I. of een an
der geschikt orgaan te ver
zoeken goede diensten te be
wijzen bij de oplossing van 't
conflict. Het lijkt ons dat Ne
derland beter had gedaan om
te trachten tot overeenstem
ming te geraken door Enge
land te verzoeken bemiddeling
te verlenen. Engeland heeft
als het ware zelf het initiatief
daarvoor genomen door de
nota aan Indonesië en Neder
land, omdat het ten zeerste
geïnteresseerd is bij een
vriendschappelijke verhouding
tussen beide landen.
Wij moeten ons niet blind
blijven staren op de ongerept
heid van de souvereiniteit. In
de hele wereld is souvereini
teit een betrekkelijk begrip
geworden. De wereld kijkt
niet naar onze heilige souve
reiniteit over Nieuw-Guinea.
maar naar onze verhouding
met Indonesië. Noch Engeland
noch de rest van de wereld
duit een latent conflict in
Zuid-Oost Azië. Wij zijn ver
plicht alles in het werk te
stellen, natuurlijk de belan
gen van het omstreden gebied
en de autochthone bevolking
in het óog houdende, om te
trachten tot overeenstemming
te komen.
Nederland heeft dus voor
gesteld om de U.N.C.I. of een
ander lichaam in te schake
len. Met dit ander lichaam
kan best Engeland bedoeld
zijn of b.v. een commissie van
vertegenwoordigers uit de En
gelse dominions, die bij het
conflict geïnteresseerd zijn.
Wij hebben in ieder geval een
hand uitgestoken.
Indonesië niet. Het laatste
woord van de Indonesische
delegatie was, dat zij geen be
voegdheid had om hierover te
beslissen, waarmee zij te ken
nen gaf dat het haar niet was
toegestaan een concessie te
doen. Deze houding is even
zeer irreëel. Het voornaamste
argument is dat Westelijk
Nieuw-Guinea deel uitmaak
te van het vroegere Neder
lands-Indische territorium en
dus nu van Indonesië, de
rechts-opvolgster van 't Gou
vernement. Wij vragen ons
steeds af waarom Indonesië
nu per se maar op Nieuw-
Guinea blijft hameren en
waarom niet Brits Noord-
Borneo en Portugees Timor
opeist, die geografisch, ethno-
logisch en op andere gronden
meer met Indonesië, zoals het
nu is, verbonden zijn dan
Nieuw-Guinea.
Indonesië zal tot concessies
-T—
bereid moeten zijn om de op
lossing van het conflict te be
werkstelligen. Het argument
van de Indonesische delegatie
dat Indonesië geen koloniale
verhouding in haar gebied
kan toestaan, is onzin. Een
Indonesisch bestuur zal even
zo koloniaal zijn (zo niet
meer) dan het huidige.
Het wachten is nu op het
antwoord van Indonesië. Op
de eerste plaats zal de Indo
nesische regering moeten to
nen dat de vrije staat Indo
nesië gebaseerd is op een uni
verseel rechtsbegrip. In haar
grondwet staat dat Indonesië
een democratische rechtsstaat
is. Zij zal moeten verhinderen
dat het smeulend vuur der
sentimenten opvlamt, hetgeen
een uitermate moeilijke op
gave is. Soekarno heeft die
sentimenten bewust in de ver
keerde richting gestuwd. Hij
heeft er steeds maar weer op
gehamerd dat de Indonesische
revolutie niet voltooid is zo
lang in Nieuw-Guinea nog niet
de Sang Merah-Poetih (de
rood-witte vlag) waait. Ook
in Indonesische kringen is op
deze manier van doen van de
President ernstige kritiek ge
uit.
De Indonesische regering zit
nu met de erfenis van Soe-
karno's activiteit en, hoewel
Hatta e.a. reeds meermalen
hebben betoogd dat een uit
barsting van de hartstochten,
de aantasting van de veilig
heid in de Republiek, de boy
cot van buitenlandse goederen
en kapitaal alleen maar een
boomerang-reactie kan heb
ben, zal het niet meevallen de
Nederlanders en de Neder
landse belangen veilig te stel
len. Wanneer Indonesië deze
vuurproef inderdaad goed
doorstaat, kunnen nieuwe on
derhandelingen met meer
kans op succes worden ge
opend. Als de delegaties van
beide landen elkaar weer aan
de conferentie-tafel zullen
ontmoeten, en wij hopen van
harte dat dit spoedig mag
zijn, met welke hulp die be
sprekingen dan ook gehouden
zullen worden, zal het eerste
gebaar tot toenadering van
Indonesië moeten komen.
GEDURENDE HET DERDE KWARTAAL 1950:
IN DE LANGSTRAAT
MINDER GUNSTIGE
ONTWIKKELING.
Wij ontvingen van het Econo-
misch-Technologisch Instituut te
Tilburg het overzicht over de so
ciaal-economische toestand van
Noordbrabant gedurende het der
de kwartaal 1950. Daarin wordt
op de eerste plaats de ontwikke
ling der werkloosheid nagegaan.
De algemene conclusie luidt: „Het
werkloosheidscijfer vertoonde ge
durende het derde kwartaal van
1950 ongeveer dezelfde ontwikke
ling als in 1943 en 1949. Tot 31
Juli 1950 duurde de daling van de
werkloosheid voort, welke reeds
sedert Maart van dit jaar was be
gonnen, terwijl, na een lichte stij
ging in Augustus, wederom een
dalende lijn waarneembaar was.''
Van 31 Juli 1949 tot 31 Juli
1950 steeg de werkloosheid in
Brabant van 7959 tot 9612, dus
met 1653 of wel meer dan 20%.
Deze toename was eigenaardig
verdeeld. Nam de werkloosheid in
sommige streken zelfs af, terwijl
de toename elders gering was, in
het district Eindhoven bedroeg ze
bijna 40% van het totaal. Gaan
we de spreiding na volgens wel
vaartsrayons, dan vallen de te
genstellingen nog sterker op. Een
negental rayons waaronder Heus-
den, hadden een vermindering
van werkloosheid van meer dan
50% in vergelijking met 1949 in
een tiental andere welvaartsray
ons, die tot de ernstigste werk-
loosheidsgebieden worden gere
kend, steeg de werkloosheid met
nog geen vijf procent. De totale
stijging met 20% komt dus neer
op enkele rayons, die dan wel 'n
zeer ernstige stijging moeten ver
tonen. Dit is inderdaad het geval
en tot die rayons behoort behalve
een aantal plaatsen in het Zuid-
Oosten, ook Waalwijk, waar de
werkloosheid zich meer dan ver
dubbelde, van 0,8 procent tot 1,9
procent. In de rangorde der ge
meenten, gerangschikt naar de
hoogte der mannelijke werkloos
heid, steeg Waalwijk daardoor
van de 116e naar de 75ste plaats
met resp. 0,8 en 2%, en Loon-
opzand van de 105e naar de 47e
plaats met resp. 0,9 en 2,8%
werklozen.
Ook Dongen en 's Gravenmoer
geven een relatief belangrijke stij
ging te zien.
Het spreekt vanzelf dat deze
stijging voor een groot deel is te
wijten aan de gang van zaken in
de Ledernijverheid, in welke tak
de werkloosheid in Noordbrabant
van 31 Juli 1949 tot dezelfde da
tum in 1950 steeg van 188 tot 336
personen. Trouwens er blijkt maar
één tak te zijn waarin een duide
lijke daling der werkloosheid valt
waar te nemen in deze periode en
dat is de bouwnijverheid. Met
name bleek de werkgelegenheid
voor personeel in algemene dienst,
omvattende de ongeschoolde ar
beidskrachten, zeer verminderd.
In 1950 waren er n.l. niet minder
dan 623 werklozen meer dan in
1949, dat is meer dan het totaal
der industrie, die een vermeerde
ring van 447 te zien gaf. Dat er
meer werkgelegenheid in de bouw
vakken kwam, lag voor een groot
deel aan het groter aantal huizen
dat medio 1950 in aanbouw was.
Bedroeg dat aantal in 1949 slechts
4400 woningen, in 1950 waren
het er 5300.
Enigszins gunstiger is de ont
wikkeling gedurende de periode
31 Mei 1950 tot 31 Aug 1950.
Dan loopt het aantal werklozen
in de ledernijverheid in de gehele
provincie terug van 274 tot 251
en onder het personeel in algeme
ne dienst zelfs met 1148: in de
metaalnijverheid daarentegen bleef
de werkloosheid toenemen. Door
de grotere activiteit in de leder
nijverheid daalde het welvaarts
rayon Waalwijk in de rangschik
king naar het aantal werklozen
weer van de 19e plaats naar de
20ste in procenten uitgedrukt
betekent dit een daling van 1,5
naar 1,2% werklozen. Al met al
blijft het district van het Gewes
telijk Arbeidsbureau Tilburg nog
het gebied met de minste werklo
zen, ofschoon het verschil met de
andere arbeidsbureaux niet zo
groot meer is.
Tenslotte kunnen we de ge
meenten van de Langstraat als
volgt rangschikken naar het aan
tal werklozen der mannelijke be
roepsbevolking Voorop gaat
Loonopzand met 2,8 procent, dan
volgen Waalwijk met 2 procent,
Raamsdonk met 1,9 proc., Geer-
truidenberg met 1,3 proc., Vlijmen
met 1,2 procent, Sprang-Capelle
met 1,1 procent, Heusden met 0,9
procent, Dr.unen met 0,8 procent
en tenslotte Waspik met slechts
0,3 procent. Dit zijn gegevens van
31 Juli. Overigens zijn deze cijfers
nog vrij gunstig, wanneer men
hier naast stelt dat de gemeente
Rucphen bovenaan staat met 9%.
Aanschaf nieuwe faecaliënwagen.
Er stond op de agenda van de vergadering die de
raad van Waalwijk Donderdagavond hield eigenlijk
geen enkel punt dat discussie uitlokte en zo werd de
agenda in een vlot tempo afgewerkt. De voor
naamste besluiten hadden betrekking op verbete
ringen die aan verschillende scholen aangebracht
moesten worden. Ook werd besloten tot het aan
schaffen van een nieuwe faecaliënwagen annex kol-
kenzillger. Daarmee zijn zowat de voornaamste ge
beurtenissen vermeld.
Nadat de voorzitter, burge
meester Lambooy, de verga
dering had geopend, deelde
hij mee dat we'houder v. Loon
bericht van verhindering had
gezonden en dat hij tot zijn
spijt geen warmere zaal kon
aanbieden. Daarna werd over
gegaan tot de afwerking van
de agenda.
De heer Brouwer had een
opmerking naar aanleiding
van de notulen. In het plaat
selijk blad was zijn naam ge
noemd in verband met de be
wering dat belangrijke pun
ten in de vorige vergadering
niet door hem zouden zijn ge
steund. Hij kon in de notulen
niet ontdekken welke dat wa
ren. Hij zou daarover graag
een antwoord hebben van de
voorzitter, of van de heer v.
Seters, die het stuk had on
dertekend.
Daar deze opmerking geen
betrekking had op de redac
tie der notulen, ging de voor
zitter er niet op in. Na een
verbetering door de heer v.
Wel, werden ze dan ook zon
der meer vastgesteld.
Van de ingekomen stukken
werden diverse goedkeurin
gen van raadsbesluiten voor
kennisgeving aangenomen en
naar aanleiding van een nota
van aanmerking van Ged. Sta
ten werd de verordening op
de heffing van besmettelijke-
ziektengeldep opnieuw gewij
zigd. Adressen van de ge
meentebesturen van Finster-
wolde en Dê Wijk (zie ons
nummer van 1.1. Vrijdag)
werden voor kennisgeving
aangenomen. -
Bouwproblemen.
Bij het verzoek van de Be-
drijfsraad voor het Bouwbe
drijf te 's-Gravenhage inzake
beperking van het aantal in
uitvoering te geven woningen
in verband met de beschik
bare arbeidskrachten en mate
rialen, gaf de voorzitter een
uitvoerige toelichting. B. en
W. konden niet veel anders
doen, zei hij, dan adviseren 't
stuk voor kennisgeving aan te
nemen. Aan dit verzoek lag
een zaak ten grondslag die
onprettig was in zijn oorza
ken Wanneer het plan van de
regering om voor drie jaar
woningen toe te wijzen werd
uitgevoerd, zou dit twee of
drie grote vraagstukken op
werpen:'op de eerste plaats de
financiering, vervolgens moei
lijkheden op de arbeidsmarkt
en ten derde moeilijkheden
met de bouwmaterialen. Dit
laatste had twee oorzaken: 't
aantal woningen dat gebouwd
werd was veel groter dan voor
de oorlog en vervolgens was
er veel nodig voor defensie
voorzieningen. Wat het twee
de betreft, door het tekort aan
arbeiders dreigde weer 't ge
vaar van uitkopen der arbei
ders door zwarte lonen. Nu
was het verzoek van de Be-
drijfsraad om niet alle wonin
gen tegelijk op de markt te
gooien. Het kwam de voorz.
gunstig voor dat B. en W.
hiermee rekening zouden hou
den en hij stelde voor 't ver
zoek voor kennisgeving aan
te nemen. Daar ging de raad
zonder meer mee accoord.
Vervolgens waren er drie
voorstellen aan de orde om
aan verschillende scholen
medewerking te verlenen
voor verbetering en uitbrei
ding. Deze gingen er allemaal
vlot door. Het eerste had be
trekking op de R.K. Meisjes
school aan de St. Crispijnstr.
De heer v. Wel maakte geen
bezwaar tegen het voorstel,
maar wel tegen de vernielin
gen door de jeugd waarover
in het prae-advies werd ge
sproken. Hij vroeg of daar
niets aan te doen was en de
voorzitter betoogde dat hij
nog eens overleg zou plegen
met het schoolbestuur.
De aanvrage van het be
stuur der Christelijke school
in Besoijen had betrekking op
het bouwen van een vijfde
leslokaal en de aanschaffing
van een daarbij behorende in
ventaris, daar een vijfde leer
kracht kon worden aange
steld; voorts een aantal ver
beteringen die toch aange
bracht moesten worden, als
het bouwen van een perso-
neelskamer, die tevens ge
bruikt kan worden voor de
schoolarts als spreekkamer, 't
vermeerderen van het aantal
toiletten, urinoirs en wasge
legenheden, het aanbrengen
van een gasverwarming, het
vergroten van de speelplaats
en betegeling van het reeds
bestaande overdekte plein, het
afzetten van het plein en het
aanbrengen van een fietsen
bergplaats en tenslotte het
verbeteren van constructiege
breken. Het bedrag kon nog
niet worden vastgesteld.
Het derde voorstel had be
trekking op de R.K. Jongens-
en Meisjesschool te Besoijen.
Zonder meer werd ook aan
genomen het voorstel tot wij
ziging van precariorechten
van 35.tot 50.voor ie
dere nieuwe aansluiting op 't
gemeenteriool. Zo ook 't voor
stel tot aankoop van grond
aan de Oostzijde van de Kerk
straat van J. v. Loon'Rzn. en
het voorstel tot ruiling van
groijd aan de Oostzijde van de
Kerkstraat.
De voorgestelde begrotings
wijziging hield op de eerste
plaats in de aanschaffing van
een nieuwe faecaliënwagen en
de verkoop van de oude. Het
zou een combinatie worden
die wij eens hebben horen be
titelen als „autorioolkolken-
zuiger"; de kosten zullen
30.000 bedragen en tegen 1
Maart zal hij in dienst komen, j
De heer Verdoorn had geen
bezwaar, mits eerst de oude
wagen verkocht werd.
De voorz. beloofde dat eerst
het contract hiervoor zou ge
tekend worden. Daarop ging
de raad met het voorstel ac
coord.
Voorts werden er nog 1000
uitgetrokken voor een herin-
nermgsvoorwerp uit te reiken
aan de soldaten die in Indo
nesië hebben gediend. Ook
hier ging de raad mee ac
coord.
Nadat de gemeente- en be-
drijfsrekeningen over 1949
met een batig saldo van
4068.90 waren vastgesteld en
ook de rekeningen van de
burgerlijke armbesturen over
1949 waren vastgesteld, wer
den de leden van diverse com
missies gekozen. Als lid van
het burgerlijk armbestuur
werd herkozen de heer L. F.
J. v. Roosmalen, als lid van 't
burgerlijk armbestuur van
Baardwijk de heer A. Pullens,
als lid van het burgerlijk arm
bestuur van Besoijen de heer
J. J. Kuysten, als gasthuis-
meester van het R.K. Burger
lijk Gasthuis de heer G. N.
van Loon, als bestuurslid
van het Oude-mannenhuis te
Baardwijk de heer A. F. L.
van den Brekel en als lid van
de commissie van toezicht op
het lager onderwijs de heer
P. Biekart. In plaats van de
heer J. Timmermans, die in
verband met zijn benoeming
tot lid van het dagelijks be
stuur der R.K. H.B.S. niet voor
herbenoeming als lid van de
commissie van toezicht op het
middelbaar onderwijs in aan
merking kon komen, werd op
voordracht van B. en W. be
noemd de heer M. F. M. van
Gurp. Alle benoemingen ge
schiedden met algemene stem
men.
Dit was het einde van de
agenda en nadat de voorzit
ter alle raadsleden een Zalig
Uiteinde had gewenst, sloot
hij jle vergadering met gebed.
24 ONDERSCHEIDINGEN
UITGEREIKT.
Vrijdagmiddag om 5 uur
had er een eenvoudige plech
tigheid plaats in de trouwzaal
van het raadhuis. Daar reikte
burgemeester Lambooy, ver
gezeld van wethouder Smol
ders en de secretaris en in
tegenwoordigheid van verte
genwoordigers der beide
Thuisfronten, het Ere-teken
voor Orde en Vrede en het
Oorlogsherinneringskruis uit
aan militairen die in Indone
sië of in de oorlog van 1940
hebben gediend.
Alvorens tot de uitreiking
over te gaan, hield de burge
meester een korte toespraak
tot de verzamelde oud-militai
ren. Hij achtte het een voor
recht hen bij zich te zien. Hij
bracht hun in herinnering de
tijd die ze in Indonesië had
den doorgebracht en de taak
die ze daar meenden te moe
ten verrichten en die zo ge
heel anders was uitgekomen;
de oud-strijders van 1940 her
innerde hij aan de hopeloze
strijd van de Mei-dagen. Uit
het feit dat de minister van
Oorlog hem had verzocht de
ere-tekenen te overhandigen,
besloot de burgemeester dat
allen hun plicht goed hadden
vervuld.
Hij veronderstelde dat bij
de soldaten die in Indonesië
waren geweest, de jaren daar
nog lang in de herinnering
zouden blijven. Er werd in
Nederland vaak schamper
over de militaire dienst ge
sproken, terwijl dat achteraf
anders werd. De militairen
waren weggegaan met een
taak. Nederland had als klei
ne mogendheid een koloniaal
bezit waarop heel de wereld
jaloers was. Het had op enig
begrip gehoopt voor de taak
die het in Indonesië te ver
vullen had, maar het was te
leurstellend verlopen. De bur
gemeester kon zich voorstel
len dat de vraag opkwam: Is
dit alles nu wel juist geweest?
Hierop kan slechts de geschie
denis antwoord geven. In ie
der geval hadden de soldaten
zich gegeven om het vader
land te dienen en dat hadden
ze goed gedaan. Het belang
rijkste was dat ze hun taak
goed vervuld hadden, niet of
het resultaat wel naar wens
was. Daarvoor dankte de bur
gemeester allen, ook als bur
gemeester, dat ze de reputatie
van Waalwijk hadden hoog
gehouden. Ook de spldaten
van 1940 dankte hij voor de
vervulling van hun plichten,
speciaal namens de bevolking
van Waalwijk.
Daarna ging de burgemees
ter over tot het uitreiken van
de onderscheidingen. Eerst 't
Ereteken voor Orde en Vrede,
met 4 gespen, aan J. v. Beek,
M. A. Bruurmijn, W. P. Raay-
makers; met 3 gespen, aan J.
A. v. d. Broek, J. J. van den
Houdt, J. L. Mahieu, F. A.
Verhoeven, W. M. v. d. Wiel,
C. A. v. d. Zanden; met 2
gespen, aan A. J. de Leijer,
J. H. Bakkeren en W. M. Lom-
mers; zonder gespen, aan v. d.
Hoven, A. v. d. Houdt, A. J.
Venrooy en H. H. Zijlmans.
Het Oorlogsherinneringskruis
met gesp ontvingen J. F. Haas
ter, W. v. Liempde, F. H. Mar.
celis, H. A. W. Otto, W. C.
Pullens, A. Rooms en J. A.
Spekking.
Na deze uitreiking sprak de
burgemeester nog een kort
waarderend woord tot de bei
de Thuisfronten, wier werk
in Indonesië zeer werd ge
waardeerd en die steeds taai
hadden volgehouden. Hij
dankte hen en verzocht deze
dank over te brengen aan de
medebestuurderen.
Daarna werden er verver
singen aangeboden en onder
hield de burgemeester zich
enkele ogenblikken met elk
der militairen.
EUROPEES
BILJART-KAMPIOENSCHAP
Naar wij vernemen zal het
Europees kampioenschap An-
cre Cadre 47/2 officiëel door
burgemeester Lambooy ge
opend worden in een ont
vangst ten gemeentehuize op
Donderdag 11 Januari 1951,
des voormiddags om 11.30 uur.
Des namiddags om 2 uur
begint de eerste séance.
De meeste deelnemers zul
len reeds Woensdag 10 Jan.
in onze gemeente aankomen,
ook tal van officials eu pers
mensen.
De laatste wedstrijden heb
ben plaats op Maandag 15 Ja
nuari 's namiddags om 2 uur,
op welke avond de sluiting
volgt met een gezamenlijk
diner.
MIDDENSTANDS-
VERGADERING.
Toen wij om 8 uur in Hotel
„De Twee Kolommen" kwa
men was noch het bestuur,
noch een lid aanwezig. Die
kwamen wat later en de ver
gadering begon om half ne
gen.
Uit de geschiedenis kennen wij
„de grote volksverhuizing". Wei
nigen weten, dat in onze dagen
een volksverhuizing heeft plaats
gevonden en nog steeds plaats
vindt, groter dan de geschiedenis
ooit heeft gekend. De gevolgen
van deze volksverschuiving zijn
nog niet te overzien.
Laten wij samen deze reis eens
maken. Wij steken de Duitse grens
over. De wegen zijn buiten de
grote autowegen veel en veel
slechter dan bij ons. In de steden
en grote plaatsen is vee! verwoest.
Langs de wegen en ook dieper
het land in zien wij vaak barak
ken staan. Laten wij zo'n kamp
eens binnengaan. Wij zien een
rujmte van 4x5 meter. Er staan
drie bedden in dit hok: een groot
een twee kleinere. „Bedden" is
een groot woord. Het zijn onge
verfde kisten. Er liggen een paar
grijze lappen overheen. Verder
zijn er twee stoelen, een oude
pakkist, waar een kastje van ge
maakt is, en een verroest, scheef
gezakt potkacheltje.
„Met hoeveel mensen woont U
hier vragen wij de vrouw.
„Zeven", zegt ze, mijn man
en ik en vijf kinderen."
„Hoe lang woont U hier al
vragen we.
„Bijna vier jaar."
„Werkt Uw man
Ze schudt traag het hoofd.
„Neen. er is nergens werk te krij
gen. Hier wonen 60 families.
Hiervan hebben 28 gezinnen de
vader nog. De anderen zijn we
duwen."
„Waar leeft U nu van
„Wij krijgen ondersteuning van
de gemeente."
„Hoeveel
„Voor ons gezin is het 123
mark per maand. Maar wat kun
je daarvan doen Het is nog niet
genoeg om te eten
Zo zijn de kampen. U bent ge
schrokken van deze toestanden.
Wel, zé zullen U nog dragelijk
toeschijnen als U de kazernes ge
zien hebt. In grote zalen zijn ruim
tes afgescheiden van enkele vier
kante meters. De „wanden" be
staan uit oude zakken, stukken
carton en vellen pak- en kranten
papier. Ook daarin leven gezin
nen. Daar wordt gegeten en ge
slapen, daar worden kinderen ge
boren en daar sterven mensen,
daar spelen kinderen en daar hui
len moeders. Huilen, omdat de
toekomst geen hoop biedt, omdat
er geen kans is, dat in al deze el
lende een verandering ten goede
komt.
Nu weet u iets meer van het
„vluchtelingenprobleem". Hoe
deze toestand is ontstaan
Met de ondertekenaars van het
verdrag van Potsdam en met Po
len, Tsjecho-Slowakije en Hon
garije werd overeengekomen, dat
deze landen het recht zouden krij
gen de Duitse bewoners van hun
grondgebied het land uit te zetten.
Dit is gebeurd. Millioenen Duit
se families zijn naar het Westen
uitgewezen.
Aan West-Duitslar.d zijn hier
mede problemen opgelegd, welke
het land onmogelijk zelf kan op
lossen. Meer en meer heeft de
overtuiging veld gewonnen, dat
het hier een internationaal pro
bleem betreft.
De Kerken in Nederland en
verschillende particuliere organi
saties hebben gevoeld, dat ook zij
verantwoordelijkheid dragen ten
opzichte van deze zaak. Men
heeft de krachten gebundeld en er
werd een Nationale Commissie
voor Vluchtelingenhulp in net le
ven geroepen. Hierin werken sa
men de Protestantse Kerken, de
Rooms-Katholieke Kerk, de Com
missie tot hulp aan de buitenland
se kinderen (commissie uit het
N.V.V., de P.v.d.A. en „Huma-
nitas"), het Nederlandse Rode
Kruis, de Unie van Vrouwelijke
Vrijwilligers en het Nederlandse
Comité „United Nations Appeal
for Children" (UNAC).
Op het Nederlandse volk
dus op U wordt nu een beroep
gedaan in het bijzonder de kinde
ren in deze kampen de helpende
hand te reiken. Een nationale in
zameling wordt georganiseerd van
kleding, schoeisel, beddegoed, lui
ers, speelgoed, kortom alles wat
U missen kunt, doch waaraan deze
kinderen groot gebrek hebben.
Ook in Waspik werd een plaat
selijk comité opgericht, dat van 3
tot 6 Januari a.s. voor boven
staand doel een inzameling zal
houden.