Lichte daling der werkloosheid. W&ALWYK P^j Waalwijkse en Langstraatse Courant r v. Nederland-Indonesië Vluchtelingenactie GEMEENTERAAD WAALWIJK werkt mee aan verbetering van scholen. GEEN OVEREENSTEMMING A J De verhouding Zó wonen, leven en sterven Uw buren Collecte in Waspik. DINSDAG 2 JANUARI 1951 Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TEELEN Hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. 74e JAARGANG N, Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. OPGERICHT 187S. Bureaux GROTp&TRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. TEL.-ADRES „ECHO". Na moeizame onderhande lingen zijn de Nederlandse en Indonesische delegaties uit el kaar gegaan zonder tot enig resultaat te zijn gekomen. De mislukking van de Nieuw- Guinea-besprekingen was zo volkomen, dat de beide dele gaties zelfs geen gemeen schappelijke verklaring heb ben uitgegeven. Wij menen dat beide dele gaties van het begin af niet voldoende „conferentie-min- ded" waren om tot een goed einde te geraken. Zowel de Indonesische als de Neder landse onderhandelaars ver schenen ter conferentietafel, verscholen achter een dikke muur gewapend beton. Ze verscholen zich allemaal ach ter: aan ons de souvereiniteit over Nieuw-Guinea. Het hoeft dan ook geen verwondering te wekken dat de onderhan delingen zijn vastgelopen. Ne derland is nog tot een conces sie bereid gebleken; Indone sië bleef star vasthouden aan zijn eis: overdracht aan de republiek. Hoewel wij toejuichen dat Nederland in ieder geval de hand heeft uitgestoken, ach ten wij het Nederlandse voor stel niet gelukkig. Het spreekt n.l. van souvereiniteitsop- dracht aan de Nederlands In donesische Unie, met handha ving van het Nederlandse be stuur. Dit lijkt ons een irreëel voorstel. Immers, practisch bestaat er geen Unie. Een Unie tussen twee onafhanke lijke staten veronderstelt meer dan een verdrag. De Unie is de verbintenis tussen twee staten, waarmee men een verdrag sluit. Men voelt meer vriendschap voor elkaar. En dat kan men van de ver houding NederlandIndonesië toch moeilijk zeggen. Daarom heeft Indonesië ter Ronde- Tafel-Conferentie geëist dat. de Unie vederlicht zou zijn. In tegenstelling met de oor spronkelijke bedoeling, die on getwijfeld was om van de Unie een wezenlijk orgaan van bestuur te maken met ei gen organen en een eigen ge rechtshof om het bestuur dwingende kracht te geven. Zo'n opzet van de Unie heeft Indonesië geweigerd. Derhal ve kan men feitelijk ook niet van een Unie spreken. Het is een verdrag tussen partijen die helemaal geen vrienden van elkaar zijn, ondanks alle hoffelijkheid, en dat alleen maar is aangenomen om in 's hemelsnaam toch maar iets te hebben dat op een Unie leek. Door de strubbelingen rond Nieuw-Guinea, officiëel buiten de Unie-sfeer gehou den, is de Unie zeker niet sterker geworden en is nu ei genlijk niets meer dan een wassen neus. Aan die dubieuze Unie zou de Nederlandse regering de souvereiniteit willen opdra gen. Let wel: niet overdragen. Die redactie van het voorstel is wel begrijpelijk. In leiden de Indonesische kringen kan men stemmen beluisteren, die pleiten voor een opzegging van de Unie. Ter vervanging zou dan een verdrag moeten komen, hoofdzakelijk op eco nomisch en financiëel terrein. Deze mogelijkheid heeft de Nederlandse regering in haar voorstel moeten verdiscon teren en ze heeft daarom een opdrachtsclausule voorgesteld in plaats van een feitelijke bestuursoverdracht. De bepaling dat het bestuur bij Nederland blijft, zal voor Indonesië wel de voornaamste reden zijn geweest om 't voor stel van de hand te wijzen Het is begrijpelijk dat Indo nesië vreest dat bij zo'n oplos sing van het conflict Neder land in de Unie de eerste viool zou gaan spelen en dat dan de Unie „te zwaar" zou worden. Het tweede voorstel kwam eveneens van Nederland. Het hield in de U.N.C.I. of een an der geschikt orgaan te ver zoeken goede diensten te be wijzen bij de oplossing van 't conflict. Het lijkt ons dat Ne derland beter had gedaan om te trachten tot overeenstem ming te geraken door Enge land te verzoeken bemiddeling te verlenen. Engeland heeft als het ware zelf het initiatief daarvoor genomen door de nota aan Indonesië en Neder land, omdat het ten zeerste geïnteresseerd is bij een vriendschappelijke verhouding tussen beide landen. Wij moeten ons niet blind blijven staren op de ongerept heid van de souvereiniteit. In de hele wereld is souvereini teit een betrekkelijk begrip geworden. De wereld kijkt niet naar onze heilige souve reiniteit over Nieuw-Guinea. maar naar onze verhouding met Indonesië. Noch Engeland noch de rest van de wereld duit een latent conflict in Zuid-Oost Azië. Wij zijn ver plicht alles in het werk te stellen, natuurlijk de belan gen van het omstreden gebied en de autochthone bevolking in het óog houdende, om te trachten tot overeenstemming te komen. Nederland heeft dus voor gesteld om de U.N.C.I. of een ander lichaam in te schake len. Met dit ander lichaam kan best Engeland bedoeld zijn of b.v. een commissie van vertegenwoordigers uit de En gelse dominions, die bij het conflict geïnteresseerd zijn. Wij hebben in ieder geval een hand uitgestoken. Indonesië niet. Het laatste woord van de Indonesische delegatie was, dat zij geen be voegdheid had om hierover te beslissen, waarmee zij te ken nen gaf dat het haar niet was toegestaan een concessie te doen. Deze houding is even zeer irreëel. Het voornaamste argument is dat Westelijk Nieuw-Guinea deel uitmaak te van het vroegere Neder lands-Indische territorium en dus nu van Indonesië, de rechts-opvolgster van 't Gou vernement. Wij vragen ons steeds af waarom Indonesië nu per se maar op Nieuw- Guinea blijft hameren en waarom niet Brits Noord- Borneo en Portugees Timor opeist, die geografisch, ethno- logisch en op andere gronden meer met Indonesië, zoals het nu is, verbonden zijn dan Nieuw-Guinea. Indonesië zal tot concessies -T— bereid moeten zijn om de op lossing van het conflict te be werkstelligen. Het argument van de Indonesische delegatie dat Indonesië geen koloniale verhouding in haar gebied kan toestaan, is onzin. Een Indonesisch bestuur zal even zo koloniaal zijn (zo niet meer) dan het huidige. Het wachten is nu op het antwoord van Indonesië. Op de eerste plaats zal de Indo nesische regering moeten to nen dat de vrije staat Indo nesië gebaseerd is op een uni verseel rechtsbegrip. In haar grondwet staat dat Indonesië een democratische rechtsstaat is. Zij zal moeten verhinderen dat het smeulend vuur der sentimenten opvlamt, hetgeen een uitermate moeilijke op gave is. Soekarno heeft die sentimenten bewust in de ver keerde richting gestuwd. Hij heeft er steeds maar weer op gehamerd dat de Indonesische revolutie niet voltooid is zo lang in Nieuw-Guinea nog niet de Sang Merah-Poetih (de rood-witte vlag) waait. Ook in Indonesische kringen is op deze manier van doen van de President ernstige kritiek ge uit. De Indonesische regering zit nu met de erfenis van Soe- karno's activiteit en, hoewel Hatta e.a. reeds meermalen hebben betoogd dat een uit barsting van de hartstochten, de aantasting van de veilig heid in de Republiek, de boy cot van buitenlandse goederen en kapitaal alleen maar een boomerang-reactie kan heb ben, zal het niet meevallen de Nederlanders en de Neder landse belangen veilig te stel len. Wanneer Indonesië deze vuurproef inderdaad goed doorstaat, kunnen nieuwe on derhandelingen met meer kans op succes worden ge opend. Als de delegaties van beide landen elkaar weer aan de conferentie-tafel zullen ontmoeten, en wij hopen van harte dat dit spoedig mag zijn, met welke hulp die be sprekingen dan ook gehouden zullen worden, zal het eerste gebaar tot toenadering van Indonesië moeten komen. GEDURENDE HET DERDE KWARTAAL 1950: IN DE LANGSTRAAT MINDER GUNSTIGE ONTWIKKELING. Wij ontvingen van het Econo- misch-Technologisch Instituut te Tilburg het overzicht over de so ciaal-economische toestand van Noordbrabant gedurende het der de kwartaal 1950. Daarin wordt op de eerste plaats de ontwikke ling der werkloosheid nagegaan. De algemene conclusie luidt: „Het werkloosheidscijfer vertoonde ge durende het derde kwartaal van 1950 ongeveer dezelfde ontwikke ling als in 1943 en 1949. Tot 31 Juli 1950 duurde de daling van de werkloosheid voort, welke reeds sedert Maart van dit jaar was be gonnen, terwijl, na een lichte stij ging in Augustus, wederom een dalende lijn waarneembaar was.'' Van 31 Juli 1949 tot 31 Juli 1950 steeg de werkloosheid in Brabant van 7959 tot 9612, dus met 1653 of wel meer dan 20%. Deze toename was eigenaardig verdeeld. Nam de werkloosheid in sommige streken zelfs af, terwijl de toename elders gering was, in het district Eindhoven bedroeg ze bijna 40% van het totaal. Gaan we de spreiding na volgens wel vaartsrayons, dan vallen de te genstellingen nog sterker op. Een negental rayons waaronder Heus- den, hadden een vermindering van werkloosheid van meer dan 50% in vergelijking met 1949 in een tiental andere welvaartsray ons, die tot de ernstigste werk- loosheidsgebieden worden gere kend, steeg de werkloosheid met nog geen vijf procent. De totale stijging met 20% komt dus neer op enkele rayons, die dan wel 'n zeer ernstige stijging moeten ver tonen. Dit is inderdaad het geval en tot die rayons behoort behalve een aantal plaatsen in het Zuid- Oosten, ook Waalwijk, waar de werkloosheid zich meer dan ver dubbelde, van 0,8 procent tot 1,9 procent. In de rangorde der ge meenten, gerangschikt naar de hoogte der mannelijke werkloos heid, steeg Waalwijk daardoor van de 116e naar de 75ste plaats met resp. 0,8 en 2%, en Loon- opzand van de 105e naar de 47e plaats met resp. 0,9 en 2,8% werklozen. Ook Dongen en 's Gravenmoer geven een relatief belangrijke stij ging te zien. Het spreekt vanzelf dat deze stijging voor een groot deel is te wijten aan de gang van zaken in de Ledernijverheid, in welke tak de werkloosheid in Noordbrabant van 31 Juli 1949 tot dezelfde da tum in 1950 steeg van 188 tot 336 personen. Trouwens er blijkt maar één tak te zijn waarin een duide lijke daling der werkloosheid valt waar te nemen in deze periode en dat is de bouwnijverheid. Met name bleek de werkgelegenheid voor personeel in algemene dienst, omvattende de ongeschoolde ar beidskrachten, zeer verminderd. In 1950 waren er n.l. niet minder dan 623 werklozen meer dan in 1949, dat is meer dan het totaal der industrie, die een vermeerde ring van 447 te zien gaf. Dat er meer werkgelegenheid in de bouw vakken kwam, lag voor een groot deel aan het groter aantal huizen dat medio 1950 in aanbouw was. Bedroeg dat aantal in 1949 slechts 4400 woningen, in 1950 waren het er 5300. Enigszins gunstiger is de ont wikkeling gedurende de periode 31 Mei 1950 tot 31 Aug 1950. Dan loopt het aantal werklozen in de ledernijverheid in de gehele provincie terug van 274 tot 251 en onder het personeel in algeme ne dienst zelfs met 1148: in de metaalnijverheid daarentegen bleef de werkloosheid toenemen. Door de grotere activiteit in de leder nijverheid daalde het welvaarts rayon Waalwijk in de rangschik king naar het aantal werklozen weer van de 19e plaats naar de 20ste in procenten uitgedrukt betekent dit een daling van 1,5 naar 1,2% werklozen. Al met al blijft het district van het Gewes telijk Arbeidsbureau Tilburg nog het gebied met de minste werklo zen, ofschoon het verschil met de andere arbeidsbureaux niet zo groot meer is. Tenslotte kunnen we de ge meenten van de Langstraat als volgt rangschikken naar het aan tal werklozen der mannelijke be roepsbevolking Voorop gaat Loonopzand met 2,8 procent, dan volgen Waalwijk met 2 procent, Raamsdonk met 1,9 proc., Geer- truidenberg met 1,3 proc., Vlijmen met 1,2 procent, Sprang-Capelle met 1,1 procent, Heusden met 0,9 procent, Dr.unen met 0,8 procent en tenslotte Waspik met slechts 0,3 procent. Dit zijn gegevens van 31 Juli. Overigens zijn deze cijfers nog vrij gunstig, wanneer men hier naast stelt dat de gemeente Rucphen bovenaan staat met 9%. Aanschaf nieuwe faecaliënwagen. Er stond op de agenda van de vergadering die de raad van Waalwijk Donderdagavond hield eigenlijk geen enkel punt dat discussie uitlokte en zo werd de agenda in een vlot tempo afgewerkt. De voor naamste besluiten hadden betrekking op verbete ringen die aan verschillende scholen aangebracht moesten worden. Ook werd besloten tot het aan schaffen van een nieuwe faecaliënwagen annex kol- kenzillger. Daarmee zijn zowat de voornaamste ge beurtenissen vermeld. Nadat de voorzitter, burge meester Lambooy, de verga dering had geopend, deelde hij mee dat we'houder v. Loon bericht van verhindering had gezonden en dat hij tot zijn spijt geen warmere zaal kon aanbieden. Daarna werd over gegaan tot de afwerking van de agenda. De heer Brouwer had een opmerking naar aanleiding van de notulen. In het plaat selijk blad was zijn naam ge noemd in verband met de be wering dat belangrijke pun ten in de vorige vergadering niet door hem zouden zijn ge steund. Hij kon in de notulen niet ontdekken welke dat wa ren. Hij zou daarover graag een antwoord hebben van de voorzitter, of van de heer v. Seters, die het stuk had on dertekend. Daar deze opmerking geen betrekking had op de redac tie der notulen, ging de voor zitter er niet op in. Na een verbetering door de heer v. Wel, werden ze dan ook zon der meer vastgesteld. Van de ingekomen stukken werden diverse goedkeurin gen van raadsbesluiten voor kennisgeving aangenomen en naar aanleiding van een nota van aanmerking van Ged. Sta ten werd de verordening op de heffing van besmettelijke- ziektengeldep opnieuw gewij zigd. Adressen van de ge meentebesturen van Finster- wolde en Dê Wijk (zie ons nummer van 1.1. Vrijdag) werden voor kennisgeving aangenomen. - Bouwproblemen. Bij het verzoek van de Be- drijfsraad voor het Bouwbe drijf te 's-Gravenhage inzake beperking van het aantal in uitvoering te geven woningen in verband met de beschik bare arbeidskrachten en mate rialen, gaf de voorzitter een uitvoerige toelichting. B. en W. konden niet veel anders doen, zei hij, dan adviseren 't stuk voor kennisgeving aan te nemen. Aan dit verzoek lag een zaak ten grondslag die onprettig was in zijn oorza ken Wanneer het plan van de regering om voor drie jaar woningen toe te wijzen werd uitgevoerd, zou dit twee of drie grote vraagstukken op werpen:'op de eerste plaats de financiering, vervolgens moei lijkheden op de arbeidsmarkt en ten derde moeilijkheden met de bouwmaterialen. Dit laatste had twee oorzaken: 't aantal woningen dat gebouwd werd was veel groter dan voor de oorlog en vervolgens was er veel nodig voor defensie voorzieningen. Wat het twee de betreft, door het tekort aan arbeiders dreigde weer 't ge vaar van uitkopen der arbei ders door zwarte lonen. Nu was het verzoek van de Be- drijfsraad om niet alle wonin gen tegelijk op de markt te gooien. Het kwam de voorz. gunstig voor dat B. en W. hiermee rekening zouden hou den en hij stelde voor 't ver zoek voor kennisgeving aan te nemen. Daar ging de raad zonder meer mee accoord. Vervolgens waren er drie voorstellen aan de orde om aan verschillende scholen medewerking te verlenen voor verbetering en uitbrei ding. Deze gingen er allemaal vlot door. Het eerste had be trekking op de R.K. Meisjes school aan de St. Crispijnstr. De heer v. Wel maakte geen bezwaar tegen het voorstel, maar wel tegen de vernielin gen door de jeugd waarover in het prae-advies werd ge sproken. Hij vroeg of daar niets aan te doen was en de voorzitter betoogde dat hij nog eens overleg zou plegen met het schoolbestuur. De aanvrage van het be stuur der Christelijke school in Besoijen had betrekking op het bouwen van een vijfde leslokaal en de aanschaffing van een daarbij behorende in ventaris, daar een vijfde leer kracht kon worden aange steld; voorts een aantal ver beteringen die toch aange bracht moesten worden, als het bouwen van een perso- neelskamer, die tevens ge bruikt kan worden voor de schoolarts als spreekkamer, 't vermeerderen van het aantal toiletten, urinoirs en wasge legenheden, het aanbrengen van een gasverwarming, het vergroten van de speelplaats en betegeling van het reeds bestaande overdekte plein, het afzetten van het plein en het aanbrengen van een fietsen bergplaats en tenslotte het verbeteren van constructiege breken. Het bedrag kon nog niet worden vastgesteld. Het derde voorstel had be trekking op de R.K. Jongens- en Meisjesschool te Besoijen. Zonder meer werd ook aan genomen het voorstel tot wij ziging van precariorechten van 35.tot 50.voor ie dere nieuwe aansluiting op 't gemeenteriool. Zo ook 't voor stel tot aankoop van grond aan de Oostzijde van de Kerk straat van J. v. Loon'Rzn. en het voorstel tot ruiling van groijd aan de Oostzijde van de Kerkstraat. De voorgestelde begrotings wijziging hield op de eerste plaats in de aanschaffing van een nieuwe faecaliënwagen en de verkoop van de oude. Het zou een combinatie worden die wij eens hebben horen be titelen als „autorioolkolken- zuiger"; de kosten zullen 30.000 bedragen en tegen 1 Maart zal hij in dienst komen, j De heer Verdoorn had geen bezwaar, mits eerst de oude wagen verkocht werd. De voorz. beloofde dat eerst het contract hiervoor zou ge tekend worden. Daarop ging de raad met het voorstel ac coord. Voorts werden er nog 1000 uitgetrokken voor een herin- nermgsvoorwerp uit te reiken aan de soldaten die in Indo nesië hebben gediend. Ook hier ging de raad mee ac coord. Nadat de gemeente- en be- drijfsrekeningen over 1949 met een batig saldo van 4068.90 waren vastgesteld en ook de rekeningen van de burgerlijke armbesturen over 1949 waren vastgesteld, wer den de leden van diverse com missies gekozen. Als lid van het burgerlijk armbestuur werd herkozen de heer L. F. J. v. Roosmalen, als lid van 't burgerlijk armbestuur van Baardwijk de heer A. Pullens, als lid van het burgerlijk arm bestuur van Besoijen de heer J. J. Kuysten, als gasthuis- meester van het R.K. Burger lijk Gasthuis de heer G. N. van Loon, als bestuurslid van het Oude-mannenhuis te Baardwijk de heer A. F. L. van den Brekel en als lid van de commissie van toezicht op het lager onderwijs de heer P. Biekart. In plaats van de heer J. Timmermans, die in verband met zijn benoeming tot lid van het dagelijks be stuur der R.K. H.B.S. niet voor herbenoeming als lid van de commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs in aan merking kon komen, werd op voordracht van B. en W. be noemd de heer M. F. M. van Gurp. Alle benoemingen ge schiedden met algemene stem men. Dit was het einde van de agenda en nadat de voorzit ter alle raadsleden een Zalig Uiteinde had gewenst, sloot hij jle vergadering met gebed. 24 ONDERSCHEIDINGEN UITGEREIKT. Vrijdagmiddag om 5 uur had er een eenvoudige plech tigheid plaats in de trouwzaal van het raadhuis. Daar reikte burgemeester Lambooy, ver gezeld van wethouder Smol ders en de secretaris en in tegenwoordigheid van verte genwoordigers der beide Thuisfronten, het Ere-teken voor Orde en Vrede en het Oorlogsherinneringskruis uit aan militairen die in Indone sië of in de oorlog van 1940 hebben gediend. Alvorens tot de uitreiking over te gaan, hield de burge meester een korte toespraak tot de verzamelde oud-militai ren. Hij achtte het een voor recht hen bij zich te zien. Hij bracht hun in herinnering de tijd die ze in Indonesië had den doorgebracht en de taak die ze daar meenden te moe ten verrichten en die zo ge heel anders was uitgekomen; de oud-strijders van 1940 her innerde hij aan de hopeloze strijd van de Mei-dagen. Uit het feit dat de minister van Oorlog hem had verzocht de ere-tekenen te overhandigen, besloot de burgemeester dat allen hun plicht goed hadden vervuld. Hij veronderstelde dat bij de soldaten die in Indonesië waren geweest, de jaren daar nog lang in de herinnering zouden blijven. Er werd in Nederland vaak schamper over de militaire dienst ge sproken, terwijl dat achteraf anders werd. De militairen waren weggegaan met een taak. Nederland had als klei ne mogendheid een koloniaal bezit waarop heel de wereld jaloers was. Het had op enig begrip gehoopt voor de taak die het in Indonesië te ver vullen had, maar het was te leurstellend verlopen. De bur gemeester kon zich voorstel len dat de vraag opkwam: Is dit alles nu wel juist geweest? Hierop kan slechts de geschie denis antwoord geven. In ie der geval hadden de soldaten zich gegeven om het vader land te dienen en dat hadden ze goed gedaan. Het belang rijkste was dat ze hun taak goed vervuld hadden, niet of het resultaat wel naar wens was. Daarvoor dankte de bur gemeester allen, ook als bur gemeester, dat ze de reputatie van Waalwijk hadden hoog gehouden. Ook de spldaten van 1940 dankte hij voor de vervulling van hun plichten, speciaal namens de bevolking van Waalwijk. Daarna ging de burgemees ter over tot het uitreiken van de onderscheidingen. Eerst 't Ereteken voor Orde en Vrede, met 4 gespen, aan J. v. Beek, M. A. Bruurmijn, W. P. Raay- makers; met 3 gespen, aan J. A. v. d. Broek, J. J. van den Houdt, J. L. Mahieu, F. A. Verhoeven, W. M. v. d. Wiel, C. A. v. d. Zanden; met 2 gespen, aan A. J. de Leijer, J. H. Bakkeren en W. M. Lom- mers; zonder gespen, aan v. d. Hoven, A. v. d. Houdt, A. J. Venrooy en H. H. Zijlmans. Het Oorlogsherinneringskruis met gesp ontvingen J. F. Haas ter, W. v. Liempde, F. H. Mar. celis, H. A. W. Otto, W. C. Pullens, A. Rooms en J. A. Spekking. Na deze uitreiking sprak de burgemeester nog een kort waarderend woord tot de bei de Thuisfronten, wier werk in Indonesië zeer werd ge waardeerd en die steeds taai hadden volgehouden. Hij dankte hen en verzocht deze dank over te brengen aan de medebestuurderen. Daarna werden er verver singen aangeboden en onder hield de burgemeester zich enkele ogenblikken met elk der militairen. EUROPEES BILJART-KAMPIOENSCHAP Naar wij vernemen zal het Europees kampioenschap An- cre Cadre 47/2 officiëel door burgemeester Lambooy ge opend worden in een ont vangst ten gemeentehuize op Donderdag 11 Januari 1951, des voormiddags om 11.30 uur. Des namiddags om 2 uur begint de eerste séance. De meeste deelnemers zul len reeds Woensdag 10 Jan. in onze gemeente aankomen, ook tal van officials eu pers mensen. De laatste wedstrijden heb ben plaats op Maandag 15 Ja nuari 's namiddags om 2 uur, op welke avond de sluiting volgt met een gezamenlijk diner. MIDDENSTANDS- VERGADERING. Toen wij om 8 uur in Hotel „De Twee Kolommen" kwa men was noch het bestuur, noch een lid aanwezig. Die kwamen wat later en de ver gadering begon om half ne gen. Uit de geschiedenis kennen wij „de grote volksverhuizing". Wei nigen weten, dat in onze dagen een volksverhuizing heeft plaats gevonden en nog steeds plaats vindt, groter dan de geschiedenis ooit heeft gekend. De gevolgen van deze volksverschuiving zijn nog niet te overzien. Laten wij samen deze reis eens maken. Wij steken de Duitse grens over. De wegen zijn buiten de grote autowegen veel en veel slechter dan bij ons. In de steden en grote plaatsen is vee! verwoest. Langs de wegen en ook dieper het land in zien wij vaak barak ken staan. Laten wij zo'n kamp eens binnengaan. Wij zien een rujmte van 4x5 meter. Er staan drie bedden in dit hok: een groot een twee kleinere. „Bedden" is een groot woord. Het zijn onge verfde kisten. Er liggen een paar grijze lappen overheen. Verder zijn er twee stoelen, een oude pakkist, waar een kastje van ge maakt is, en een verroest, scheef gezakt potkacheltje. „Met hoeveel mensen woont U hier vragen wij de vrouw. „Zeven", zegt ze, mijn man en ik en vijf kinderen." „Hoe lang woont U hier al vragen we. „Bijna vier jaar." „Werkt Uw man Ze schudt traag het hoofd. „Neen. er is nergens werk te krij gen. Hier wonen 60 families. Hiervan hebben 28 gezinnen de vader nog. De anderen zijn we duwen." „Waar leeft U nu van „Wij krijgen ondersteuning van de gemeente." „Hoeveel „Voor ons gezin is het 123 mark per maand. Maar wat kun je daarvan doen Het is nog niet genoeg om te eten Zo zijn de kampen. U bent ge schrokken van deze toestanden. Wel, zé zullen U nog dragelijk toeschijnen als U de kazernes ge zien hebt. In grote zalen zijn ruim tes afgescheiden van enkele vier kante meters. De „wanden" be staan uit oude zakken, stukken carton en vellen pak- en kranten papier. Ook daarin leven gezin nen. Daar wordt gegeten en ge slapen, daar worden kinderen ge boren en daar sterven mensen, daar spelen kinderen en daar hui len moeders. Huilen, omdat de toekomst geen hoop biedt, omdat er geen kans is, dat in al deze el lende een verandering ten goede komt. Nu weet u iets meer van het „vluchtelingenprobleem". Hoe deze toestand is ontstaan Met de ondertekenaars van het verdrag van Potsdam en met Po len, Tsjecho-Slowakije en Hon garije werd overeengekomen, dat deze landen het recht zouden krij gen de Duitse bewoners van hun grondgebied het land uit te zetten. Dit is gebeurd. Millioenen Duit se families zijn naar het Westen uitgewezen. Aan West-Duitslar.d zijn hier mede problemen opgelegd, welke het land onmogelijk zelf kan op lossen. Meer en meer heeft de overtuiging veld gewonnen, dat het hier een internationaal pro bleem betreft. De Kerken in Nederland en verschillende particuliere organi saties hebben gevoeld, dat ook zij verantwoordelijkheid dragen ten opzichte van deze zaak. Men heeft de krachten gebundeld en er werd een Nationale Commissie voor Vluchtelingenhulp in net le ven geroepen. Hierin werken sa men de Protestantse Kerken, de Rooms-Katholieke Kerk, de Com missie tot hulp aan de buitenland se kinderen (commissie uit het N.V.V., de P.v.d.A. en „Huma- nitas"), het Nederlandse Rode Kruis, de Unie van Vrouwelijke Vrijwilligers en het Nederlandse Comité „United Nations Appeal for Children" (UNAC). Op het Nederlandse volk dus op U wordt nu een beroep gedaan in het bijzonder de kinde ren in deze kampen de helpende hand te reiken. Een nationale in zameling wordt georganiseerd van kleding, schoeisel, beddegoed, lui ers, speelgoed, kortom alles wat U missen kunt, doch waaraan deze kinderen groot gebrek hebben. Ook in Waspik werd een plaat selijk comité opgericht, dat van 3 tot 6 Januari a.s. voor boven staand doel een inzameling zal houden.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 1