Waalwijkse en Langstraatse Courant DUEL om «nGYMNASTIEKLOKAAL DRUNEN Gemeenleraad Sprang-Capelle Gemeenteraad Loonopzand. PUROL geneest huid- en handwondjes; voorlcomt infectie Oase in industrialisatie-woestijn De wenselijkheid van industrie-gebouwen RAAD VAN VLIJMEN I VRIJDAG 20 APRIL 1931. Uitgever Waalwijkse Stoomdrukkerij ANTOON TIELEN hoofdredacteur JAN TIELEN Dit blad verschijnt 2 x per week. ECHO m HEI ZUIDEN 74e JAARGANG No. 32 Abonnement 17 cent per week 2.15 per kwartaal 2.40 franco p.p. Advertentie-prijs 9 cent per m.M. Contract-advertenties speciaal tarief. OPGERICHT 1878. BureauxGROTESTRAAT 205 WAALWIJK TEL. 38. SCHOOLSTRAAT 11 KAATSHEUVEL TEL. 66. TEL.-ADRES „ECHO". In opdracht van het gemeentebestuur van Drunen heeft het Economisch Technologisch Instituut voor Noordbrabant te Tilburg een „Nota inzake de men selijkheid van industriegebouwen in de gemeente Dru nen" opgesteld. In deze nota gaat het E.T.I. er van uit dat vestiging van industriegebouwen alleen gemo tiveerd is in die gebieden waar zonder deze maatre gelen de bestaande en zeer slechte sociaal-economi sche toestand niet zou verbeterd kunnen worden. Hoe het in dit opzicht in Drunen gesteld is, wordt in de nota nagegaan, waaruit dan de conclusie wordt ge trokken. Drie factoren, tevens drie vra gen, beïnvloeden de beantwoor ding van de vraag die in het bo ven gestelde ligt opgesloten. Daar is op de eerste plaats de vraag hoe de industriële werkge legenheids-situatie zich heeft ont wikkeld in de laatste decennia; vervolgens, welke structuur in het industriële apparaat van Drunen is te onderkennen, dus hoe de in dustrie is samengesteld, en ten slotte, met welke toename der in dustriële beroepsbevolking in de naaste toekomst rekening is te houden. Door de beantwoording van deze vragen krijgt men een in zicht in hoeverre de inwoners van Drunen die bij de industrie zijn betrokken, er werkelijk hun kost hebben kunnen verdienen, al thans in hoeverre er werkgelegen heid voor hen was, in welke tak ken van industrie ze werkzaam waren en zijn en welke plaats elk van deze takken inneemt bij het verstrekken van werkgelegenheid, en ten derde of en in hoeverre er nieuwe werkgelegenheid gescha pen moet worden om de toename van de industriële beroepsbevol king op te vangen. Uit dit alles kunnen dus belangrijke conclu sies getrokken worden. De Werkgelegenheids situatie. Het beschouwen van de werk gelegenheidssituatie brengt drie aspecten naar voren; de ontwik keling van de industriële werk gelegenheid in het recente verle den in verband mét de toename der industriële beroepsbevolking, de werkloosheid in de betrokken gemeente en het pendelverschijn sel, dus de mate waarin inwoners van Drunen buiten de gemeente werkgelegenheid vinden en omge- keerd. Bij de beroepstelling in 1930 bleek dat in Drunen van de 1225 beroepspersonen er 584 een indus- triëel beroep uitoefenden; bij de volkstelling in 1947 bleken dat er 946 te zijn, wat neerkomt op een gemiddelde jaarlijkse toename van 22 industriële beroepspersonen. Wat de industriële werkgele genheid betreft waren er bij de bedrijfstelling in 1930 77 industri ële vestigingen, waarbij 414 per sonen betrokken waren; de volks telling van 1947 gaf als resultaat dat er in de woongemeente 664 industriële beroepspersonen werk zaam waren. Vermeerderd met de inkomende pendel 245 man duidt dit op een industriële werkgele genheid voor 909 personen. Hier uit volgt dat sinds 1930 voor 495 beroepspersonen industriële werk gelegenheid werd geschapen, d.i. gemiddeld per jaar voor 30 ar beidskrachten. Uit het bovenstaande kan men de niet alledaagse conclusie trek ken dat in Drunen na 1930 de industriële werkgelegenheid snel ler groeide dan de plaatselijke in dustriële beroepsbevolking, waar door de verhouding tussen beide praktisch gelijk werd niet alleen, maar ook elk jaar werd ingelopen op het werkgelegenheidstekort dat in 1930 nog bestond. Immers, de werkgelegenheid nam tussen 1930 en 1947 toe met plaatsen voor jaarlijks gemiddeld 30 personen, terwijl de industriële beroepsbe volking met gemiddeld 22 perso nen per jaar groeide. Niettemin vindt een deel van de industriële beroepsbevolking nog altijd een bestaansbron buiten de woonge meente. Op 31 Juli 1949 bedroeg het aantal werklozen in de gemeente Drunen 6, of 0.4 van de man nelijke beroepsbevolking (in N. Brabant als geheel bedroeg dat percentage 2,3 op 31 Januari 1950 was dat aantal opgelopen tot 18 of 1.1 terwijl het op 31 Juli 1950 weer was teruggelopen tot 12 of 0,8 (Noordbrabant 2.6%). Van deze cijfers zegt het E.T.I. dat de werkloosheid in Drunen zowel absoluut als rela tief en in vergelijking met Nrd- Brabant als uiterst minimaal is te kwalificeren. Drunen neemt on der de overige Noordbrabantse ge meenten dan ook een gunstige plaats in. In de industriële sector, met drie werklozen in de schoen en lederindustrie op 31 Juli 1950, is de werkloosheid praktisch van geen betekenis. Het derde aspect, de pendelbe weging. Hiervan wordt een over zicht gegeven over de jaren 1940, 1947 en 1949, terwijl er een ver gelijking wordt getrokken met Waalwijk. In 1930 was 't nog zo dat er 170 personen meer uit Dru nen buiten de gemeente gingen werken dan andersom. Later is die verhouding gewijzigd en in 1947 kwamen er 32 personen meer in Drunen werken dan er uit gingen; in 1949 was dat over schot zelfs al 5 keer zo groot. n.l. 159. Waalwijk had in 1930 al een positief pendelsaldo van 19/ per sonen, dat tot 1947 en 1949 sieeg tot resp. 1391 en '.64!. De inkomende pendel van Dru nen groeide van 1947 tot 1949 van 245 tot 405, de uitgaande pendel van 213 tot 246. Van de inko mende arbeidersjw'eirkte ruim 42% in de schoen- en lederindustrie en 25 in de plaatselijke metaal nijverheid. Van de uitgaande stroom vonden er 211 een be staansbron in Waalwijk, terwijl ruim 77 van het totaal betrok ken was bij de schoen- en leder industrie, bijna uitsluitend in Waalwijk. Neemt men de schoen en lederindustrie apart, dau blijkc daar merkwaardig genoeg uit, dat Drunen voor wat deze betreft, een negatief pendelsaldo heeft. Een van de belangrijkste ge volgtrekkingen waartoe boven staande gegevens leiden, is dat de industriële werkgelegenheid te Drunen tussen 1947 en 1949 min stens met ongeveer 50 arbeids plaatsen per jaar is uitgebreid, want 't positief pendelsaldo steeg in die jaren met 127, terwijl de groei van de werkgelegenheid ruimschoots voldoende was om de toename der industriële beroeps bevolking op te vangen. De industriële structuur. Een belangrijk hoofdstuk is dat over de industriële structuur der gemeente Drunen, want voor al daarmee houdt de wenselijkheid van industriegebouwen verband, zoals we- in de conclusies zullen zien. De voornaamste plaats wordt ingenomen door de schoen- en le derindustrie. In 1930 omvatte die niet minder dan 66,2 van de industriële bedrijvigheid en hoe wel dit percentage in de loop der jaren wat terugliep bedroeg het in 1949 toch nog 52,2 Dit wijst dus op een grotere differentiatie, ten dele veroorzaakt door de me taalnijverheid, die in 1930 nog maar aan 34 arbeidskrachten werk gaf en in 1949 al aan 257, waarmee ze zich opwerkte tot een percentage van 23,6 van de ge- hele industriële bedrijvigheid. Ook in de schoen- en lederbranche zelf viel een grotere verscheidenheid waar te nemen. Toch meent het E.T .1. dat er nog niet gesproken kan worden van een evenwichtige samenstel ling van het Drunense industriële apparaat: de leder- en metaalnij verheid nemen nog een té over heersende positie in, zodat het ge boden blijft eventuele verruiming van de industriële werkgelegen- heid in andere sectoren te zoeken. Toekomstige ontwikkeling. Met welke groei van de indus triële beroepsbevolking in de ge meente Drunen zal in de toekomst rekening moeten worden gehou den? De prognose die het E.T.I. in dit opzicht maakt, is uitsluitend gebaseerd op de veroudering van de mannelijke jeugd, omdat vesti ging en vertrek elkaar in het ver leden praktisch hebben opgehe ven. In Mei 1947 omvatte de man nelijke beroepsbevolking 1590 personen. Tengevolge van sterfte en veroudering is in de loop van 15 jaar, dus tot 1962, een vermin dering van dit aantal te verwach ten tot 1230. Van de mannelijke jeugd zullen er in diezelfde tijds spanne ongeveer 970 de beroeps- geschikte leeftijd bereiken, zodat de Drunense beroepsbevolking tot 1962 zal toenemen tot plra. 2200 personen. Als we aannemen dat de arbeidsplaatsen die tengevolge van veroudering en afsterving open vallen, in sociaal-economisch opzicht voor hervulling in aan merking komen, dan zal er in de periode van 1947 tot 1962 voor ongeveer 600 personen aanvullen de werkgelegenheid geschapen moeten worden. De opname van deze 600 ar beidskrachten zal voor het over grote deel wel neerkomen op de Industrie. Rekent men daarvan af net aantal dat in een andere sec tor zijn kost kan verdienen en 't aantal dat tussen 1947 en 1950 al emplooi heelt gevonden, dan blij ven er nog plm. 400 over, of ge middeld 3035 personen in de komende 12 jaar, voor wie nieuwe werkgelegenheid gevonden moet worden. Welnu, we hebben ge zien dat de werkgelegenheid in Drunen de laatste jaren met plm. 50 arbeidsplaatsen per jaar is uit gebreid, tegen plm. 30 personen jaarlijks van 1930 tot 1947. Dit mag het vertrouwen wekken dat het scheppen van aanvullende in dustriële werkgelegenheid in de naaste toekomst voor plm. 35 man per jaar, geen bijzondere moeilijk heden zal opleveren. Industrialisatie geslaagd. In het laatste hoofdstuk van de Nota vat het E.T.I. de bevindin gen waartoe het in de eerste drie hoofdstukken is gekomen, sa men en trekt daaruit zijn conclu sies. Op de eerste plaats wordt ge concludeerd dat de industrialisa tie in Drunen zowel in de periode 1939 tot 1947 alsook in het recen te verleden, 1947 tot 1949, tot op zeer grote hoogte geslaagd mag worden genoemd. „Er is dan ook naar het ons voorkomt nog geen directe re den in het huidige tijdsbestek, nu het industrialisatiestreven meer dan ooit in het middel punt der belangstelling staat en in de gemeente Drunen blijkens de feiten de werkgelegenheid in de laatste jaren sterk is uitge breid, te grijpen naar het bij zondere industrie stimulerings middel, dat het industiregebouw toch is. Tot op heden is de in dustrialisatie in deze gemeente ook zonder deze stimulans ge lukt." Eén argument blijft er over dat zou kunnen pleiten voor het stichten van industriegebouwen, namelijk de betrekkelijke eenzijdig heid in de plaatselijke industriële structuur. Tot de doorbreking hiervan zou het industriegebouw een zeer geëigend en ook verant woord hulpmiddel kunnen zijn, wordt in de Nota gezegd. Voor Naargeestige gedachten, tobbe rijen en angstgevoel worden verdreven door MiJNHARDT'S ZENUWTABLETTEN Versterken het zelfvertrouwen en «temmen U weer moedig en rustig. hulp van dc gemeente zouden dan in aanmerking komen bedrijven die voornamelijk mannelijke ar beidskrachten tewerkstellen en waarvan de ondernemers bewezen hebben over de nodige capacitei ten te beschikken, echter de mid delen tot investering in grond en gebouwen missen. In het algemeen zouden slechts aan die bedrijven huisvestingsfaciliteiten verleend moeten worden, die niet behoren tot de schoen- en lederbranche of wier afzet in hoge mate hiervan afhankelijk is en aan bedrijven wier vraag naar mannelijke ar beidskrachten door het plaatselijk aanwezige aanbod kan worden bevredigd. Aangezien de huidige arbeids markt in de gemeente Drunen nog een vrij gespannen beeld vertoont en de groei van de plaatselijke in dustriële beroepsbevolking slechts beperkte proporties zal aannemen, menen de samenstellers van de Nota echter, dat het beoogde ef fect van de stichting van indus triegebouwen, n.l. doorbreking van de eenzijdige structuur d?r plaat selijke industrie, gering zal zijn. vroeg de voorzitter. „Ja", zeiden de vroede vade ren. Het voorstel van de heer van Son kwam hierna maar niet meer in stemming. Toen was men eindelijk aan de agenda toe en die werd in een voor Vlijmen recordtempo afge werkt. Beschikbaarstellen crediet voos openbare lagere school. Accoord. Vergoeding reiskosten van de zoon van de heer B. van Bladel. Goedgevonden. Wijziging van de instructie van de gemeenteontvanger. Goedgekeurd. Vaststelling van een regeling betreffende het geldelijk behfeer en de boekhouding van de ontvanger en een aanvulling van het regle ment van het Burgerlijk armbe stuur over dezelfde zaken. Aangenomen. Begrotingswijziging 1950. De raad vond het goed. Nieuwé verordening tot heffing van vergunnings- en verlofrecht. De gemeenteraad is een instituut dat de grootste ver rassingen in zich bergt. De raadsvergadering van Maandagavond in Vlijmen kenmerkte zich door het feit dat men heel lang heeft gediscussierd over een voorstel dat niet op de agenda stond en over de voor stellen van de agenda blijkbaar geen enkel woord hoefde te zeggen. De openbare vergadering van 7 uur begon om 8 uur in verband met een geheime bespreking met de inspecteur van het onderwijs over de bouw van een gymnas tieklokaal. Voor welk uitstel de voorzitter zich overigens hoffelijk tegenover de pers verontschuldig de. De notulen van de vorige ver gadering werden ongewijzigd vastgesteld. De reeks ingekomen stukken werden alle voor kennisgeving aangenomen tot men kwam aan een verzoek van een schoolbestuur voor de bouw van een zés-klas- sige lagere school annex gymnas tieklokaal. Over deze kwestie had men te voren uitvoerig van gedachten ge wisseld met de heer Taks, in specteur van het onderwijs. Hét bleek evenwel dat verscheidene leden door deze bespreking niet waren overtuigd. Wel dat de bouw noodzakelijk was, maar de afgevaardigden van Nieuwkuijk en Haarsteeg waren het niet eens met de plaats van dit lokaal, dat ze meer centraal gebouwd wilden zien. De heer van Son wenste eerst overleg met de andere schoolbe sturen van de gemeente. De heer v. d. Meerendonk zei dat er nu al een overleg van 2 uur was geweest en dat het hem het beste voorkwam te besluiten tot de bouw van de school te be sluiten en het verzoek aan de mi nister voor de bouw van het gym nastieklokaal te steunen. De heer van Oye voelde meer voor de suggestie van de heer v. Son. Nieuwkuijk en Haarsteeg gaan hiermee niet vooruit, zei hij en hij kon er zich niet mee ver enigen dat er nu onmiddellijk over zo n grote uitgave van 65000.- beslist moest worden. Dhr. Wijkmans Er zijn m. i. momenteel geen mogelijkheden voor Nieuwkuijk en Haarsteeg om een gymnastieklokaal te krijgen. Ze moeten deze zaak nu niet in de soep draaien omdat er voor hun nu geen mogelijkheden zijn. De heer van Son: Ons voorstel is om het lokaal centraal te plaat sen. Wij moeten er allemaal aan meebetalen. Er ontspon zich een levendige discussie ovér de plaats van het lokaal. De meeste leden waren 't met de zienswijze van de heer v. d. Meerendonk eens, die vond dat men een gymnastieklokaal zo dicht mogelijk bij de school moet houden. Het was z.i. ondoenlijk om de kinderen van de drie kerk dorpen minstens een half uur te laten lopen om wat gymnastiék te gaan doen. De heer v. d. Ven merkte op dat er dan ook teveel Ontheffing van een aanslag op het schoolgeldkohier. Goed, zei de raad. Van toepassing verklaring van de jongste loonsverhoging op het gemeente-personeel. Okay. Er werd nog een punt aan de agenda toegevoegd. Graaf d'Oul- tremont had verzocht om zijn kasteel aan te sluiten op de wa terleiding. B. en W. vonden dit prachtig, want dan konden ook de 12 boerderijen over het Hof van water worden voorzien en men kon meteen een brandkraan leg gen. De geméente hoefde hiervoor slechts 1040 bij te dragen. En ook dat vond de raad goed. Bij de rondvraag vroegen ver scheidene leden aandacht voor ga ten en dergelijke in de wegen in en oin de gemeente. B. en W. zou er naar laten kijken. De héér v. d. Ven informeerde naar een winkelpand. Hij had ge hoord dat de fa. van Hilst uit Waalwijk hiervoor privilege ge noot vóór een oorlogsgetroffene van de gemeente. Het bleek dat 280 voor de vernieuwing der lichtinstallatie. Wij stellen voor om dit bedrag toe te staan. 6. Voorstel tot aankoop van grond van A. Tak. Prae-advies A. Tak, Oranjeboomstraat 187 te Breda, is bereid aan deze ge meente te verkopen zijn perceel, kadastraal bekend sectie B num mer 5537, gelegen aan de Mgr. Völkerstraat alhier, voor de prijs van 500.-—. Het prijzenbureau voor onroerende goederen heeft verklaard tegen deze prijs geen bezwaar te zullen maken. In verband met de woningbouw zal dit perceel in de toekomst no dig zijn en daarom stellen wij U voor tot aankoop er van te be sluiten. 7. Voorstel tot aankoop van grond van J. Hamers. Prae-advies J. Hamers, Hoofdstraat 63 al hier, is bereid aan de gemeente te verkopen zijn perceel, kadas traal bekend sectie B nummer 777, groot —.71.40 ha., voor de tijd van het overig lesrooster werd afgenomen, wat de heer Van Oye niet zo erg vond, want hij be weerde dat de gymnastieklessen niet bij het rooster hoorden. De voorzitter: Mijne heren, er is nu wel ruimschoots voldoende over deze zaak gesproken. Ik geef U in overweging ons voorstel te aanvaarden. U machtigt ons daar mee om voor deze zaak een zo goed mogelijke oplossing te berei ken. Wanneer we dit voorstel niet aannemen, gaan we een heel eind terug. Maar de heer van Oye kon er nog niet toe besluiten zijn stem aan het voorstel te géven. Hij wil de eerst terdege overweging en bleef er dan ook bij eerst met de andere schoolbesturen overleg te plegen. De heer v. d. Ven kréég het gevoel dat de afgevaardigden van de andere kerkdorpen het Vlijmen niet gunden dat het een gymnas tieklokaal kreeg. Hij verzocht in ieder geval geen rivaliteit in de raad te kweken. Hij wilde dit volstrekt niet en het was trou wens ook nooit geweest. De heer van Son vond deze op merking nogal beledigend. Het ging er helemaal niet om gunnen of misgunnen. Hij wenste overleg voor het tot een besluit kwam. Het ging ér ook niet over het plan van de school in de soep te draaien. Wethouder van Bokhoven zette hierna uiteen dat ook hij aanvan kelijk tegen deze uitgaaf van 65000 was geweest, maar door de uiteenzettingen van de inspec teur was hij overtuigd en dienten gevolge had hij ook zijn steun aan het voorstel gegeven. Dhr. v. d. Meerendonk voegde hier nog aan toe dat er maar één lokaal beschikbaar is in de hele inspectie. Wij moeten dankbaar zijn dat we dat krijgen. Dé voorzitter brengt dan het voorstel in stemming. En toen verscheen een fenomeen in de raad. Toen de heer v. d. Meeren donk zijn ,,voor'' had laten klinken zei de heer van Son „centraal en ook enige andere heren stemden „centraal". Déze stemmen werden aanvankelijk als „tegen'' geno teerd. Ja maar, zei de heer v. d. Meerendonk, dit is geen stemming, men moet voor of tegen stemmen, maar niet „centraal". Toen kwam de heer van Son met een voorstel om eerst over leg te plegen. Maar éérst kwam het voorstel van B. en W. in stemming. Na enig geharrewar men had blijkbaar niet op een stemming gerekend en men wist de volgorde niet precies werd het voorstel met algeméne stem men aangenomen. „Heeft nu iedereen gestemd? Zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Aanbieding van de rekeningen der gemeente, woningbedrijf en burgerlijk armbestuur over 1949. De heren v. d. Meerendonk, Dekkers en van Son zullen deze onderzoeken. de betrokkene zelf ook niet alle medewerking verleende. Toen was er niets meer aan de orde en men ging ondanks het feit dat de heer v. d. Meerendonk al zei dat hij nog niet gegeten had weer in geheime vergadering. Nieuw torenuurwerk met verlichte wijzerplaten te Capelle. De raad der gemeente Sprang- Capelle kwam Dinsdagavond in spoedeisende vergadering bijeen, onder voorzitterschap van Burge meester A. Smit. Afwezig was de heer Oerlemans. Nadat de voorzitter de verga dering met gebed had geopend, kwam het enigste punt dat de agenda bevatte aan de orde, n.l.. Voorstel betreffende het verle nen van een crediet ad 4000. voor vernieuwing van het uur werk van de Capelse toren. In het prae-advies zeggen B. en W. o.m. Van de firma B. Eijsbouts te Asten is een offerte ontvangen met betrekking tot een nieuw to renuurwerk, mét inbegrip van nieuwe wijzerplaten en electrische verlichting van de tijdaanwijzing. Voor het aanbrengen van de wij zerplaten moet uiteraard gebruik worden gemaakt van steigers. De offerte houdt rekening met de om standigheid, dat gebruik gemaakt kan worden van de steigers, wel ke thans aanwezig zijn voor de restauratie van de Capelse kerk. Het gevolg hiervan is, dat met spoéd een beslissing dient te wor den genomen op de gedane offer te, welke door de aanwezigheid van de steigers voordeilger is. B. en W. stellen de raad mitsdien voor over te gaan tot vernieu wing van het torenuurwerk, het aanbrengen van 3 wijzérplaten en electrische verlichting van de tijd aanwijzing en het hiervoor beno digde crediet, geraamd op 4000, beschikbaar te stellen. De voorzitter deelde mede dat het college van B. en W. voor dezé vergadering een onderhoud gehad heeft met de Kerkvoogdij van de Ned. Herv. kerk te Ca pelle, om deze te bewegen een bijdrage in de kosten te verlenen. Naar aanleiding daarvan kan de voorzitter mededelen dat de Kerkvoogdij bereid is een derde tot een maximum van 1100. bij te dragen. Het doet de heer de Bas bij zonder veel genoegen dat B. en W. met dit voorstel gekomen zijn; ook stelt hij het op prijs dat de Kerkvoogdij beréid is gevonden hierin bij te dragen. Naar aanleiding van een vraag van de heer Vos, of het in de bedoeling ligt te zijner tijd ook op de Sprangse toren verlichte tijdaanwijzing aan te brengen, meent dhr. Genuit dat hier eerst nog voor een twëede luidklok ge zorgd dient te worden. De voorzitter antwoordt dat een en ander ook hier bij de aan staande restauratie zou kunnen geschieden. Het voorstel van B. en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Fabriekshal. Naar aanleiding van een raads besluit tot het bouwen van een fabriekshal, deelt de voorzitter mede dat spreker, Weth. Winkel man en een deputatie uit de raad over deze aangelegenheid een onderhoud hebben gehad met de Commissaris der Koningin en dat daarna nog een onderhoud heeft plaats gehad tussen enkele leden van Ged. Staten, de Burgemees ter, de eigenaar van het bedrijf waarvoor de fabriekshal bestemd is, de griffier enz. Wanneer uit een thans in te stellen onderzoek de solvabiliteit van bedoeld bédrijf blijkt, meent de voorzitter dat het raadsbesluit tot het bouwen van een fabrieks hal door Ged. Staten zal worden goedgekeurd. Hierna sluit de voorzitter deze korte vergadering. Openbare vergadering van de raad der gemeente Loonopzand, te houden op Dinsdag 24 April 1951, des avonds om 7 uur ten gemeentehuize te Kaatsheuvel. Agenda 1. Vaststelling openstaande no tulen. 2. Ingekomen stukken. a. Van Gedeputeerde Staten, goedkeuringen raadsbesluiten. b. Van de commissie tot we ring van schoolverzuim. Verslag over het jaar 1950. 3. Vaststelling aantal opcenten op de personele belasting. Prae-advies In het provinciaal blad van Noordbrabant nr. 22 van 1951 werd medegedeeld, dat over het belastingjaar 1951/1952 ten be hoeve van de provincie 50 opcen ten op de hoofdsom van de per sonele belasting zullen worden geheven. Dientengevolge stellen wij voor over dat jaar het ge meentelijk aantal opcenten te be palen op 150. zijnde 't maximum dat kan worden geheven. Tevens is rekening gehouden met de aanschrijving, opgenomen in het provinciaal blad v. Noord brabant nr. 18 van 1944, waarin o.m. in overweging werd gegeven om de geldigheidsduur der veror dening te beperken tot één jaar. De opbrengst der heffing wordt geraamd op 19.000.—. 4. Verzoek van het bestuur van de Stichting Streek V.V.V. „Brabants-Centrum" te Oister- wijk, om toekenning van een ge meentelijke subsidie. Prae-advies Deze stichting heeft tot doel het bevorderen van het vreemde lingenverkeer naar en in het ge bied, dat het territoir omvat van verschillende gemeenten in Mid den-Brabant, o.a. ook van Loon opzand. „Brabants-Centrum", waarin ook onze gemeente is vertegen woordigd, wendt zich tot het ge meentebestuur met het verzoek 'n subsidie te verlenen van 5 cent per inwoner, teneinde daarmede een financiële basis voor haar werkzaamheden te scheppen. In verband met het algemeen belang dat door de Streek VVV wordt gediend, stellen wij U voor aan genoemde Stichtino de ge vaagde subsidie over 1951, zijn de een bedrag van 650.—, te verlenen. 5. Verzoek van het bestuur der R.K. Meisjesschool „St. Gerla- chus". Gasthuisstraat 11, Loon opzand. om mer'ewerkinci over eenkomstig art. 72 der L.O. wet 1920 tot aanschaffing van licht- omamenten e.d. in de nagenoeg voltooide nieuwbouw en voor de vernieuwing der lichtinstallatie in het bestaande deel der school. De aanvrage vergt een totale uitgaaf van 657, zijnde 377 vanwege de lichtornamenten en prijs van 856.80 1.200.- per ha.) en een vergoeding voor be- drijfs- en gewasschade van ƒ714 1.000.— per ha.) alzo in to taal 1.570.80. Deze grond is gedeeltelijk no dig voor de bouw van het tehuis voor ouden van dagen en valt verder in het uitbreidingsplan met de bestemming van weg en bouw grond. Wij stellen 11 voor tot boven vermelde aankoop te besluiten, mits prijzenbureau en rijksconsu lent met de prijzen accoord gaan. 8. Voorstel tot verlenging van drie kasgeldleningen. Prae-advies Per 12 Mei a.s. vervallen de ten laste der gemeente gesloten kasgeldleningen, t.w. bij 1. de „Centrale Onderlinge Be- drijfsverzekering voor Ziekengeld en Kinderbijslagverzekering" te 's-Gravenhage, 200.000.— 2. „Onderlinge Oorlogsschade verzekering maatschappij'' te Den Haag, 100.000- 3. „Renovatum" te Amsterdam 100.000.-. Voorgesteld wordt zo mogelijk deze leningen met 1 jaar te ver lengen, respëctievelijk bij een an dere instelling over te sluiten. 9. Voorstel tot het gedeeltelijk doen herstellen en verder doen slopen en herbouwen van wo ningwetwoningen te Kaatsheuvel. Prae-advies In de vergadering van 20 De cember 1950 besloot Uw raad tot het z.g. ontkleden van enkele wo ningwetwoningen te Kaatsheuvel om de mogelijkheid te scheppen vast te kunnen stellen hoeveel de finitief herstel zou kosten. Bij een nadere controle blijken twee complexen van respectieve lijk 50 en 20 woningen in een dergelijke staat van verval te ver keren, dat daaraan nog slechts provisorische voorzieningen kun nen worden getroffen, die in to taal 283.000.— zouden kosten. Deze 70 woningen kosten bij herstel jaarlijks 26.573.72 10.559.55 37.133.27. Gezien de toestand waarin de woningen ten hoogste kunnen worden gebracht en waarbij naar alle waarschijnlijkheid de onder houdskosten zeer hoog zullen blij ven, acht de centrale directie van de volkshuisvesting het doen uit voeren van bovenbedoelde voor zieningen aan de woningcom plexen 2 en 3 niet verantwoord. Wij zijn van mening dat deze „erfenis" van het verleden in het belang van de volkshuisvesting dient te worden geliquideerd, het geen slechts mogelijk is door in grijpende maatregelen. De in het bestek omschreven voorzieningen aan de complexen 1, 4. 5 en 6 zullen de daarbij be trokken woningen in een redelijke staat brengen, terwijl de daarmee gemoeide kosten niet abnormaal hoog zullen zijn. De complexen 2 en 3 dienen door nieuwe wo ningen te worden vervangen. Wij staan hierbij de volgende metho de voor. De gemeente tracht een extra toewijzing te krijgen van 50 wo ningen, teneinde in staat te zijn de woningen van complex 2 vrij te maken. Daarna worden deze woningen gesloopt en ter plaatse met gebruikmaking van afkomen de materialen herbouwd. Onder tussen is er gelegenheid om, mid dels de normale toewijzing, de woningen van complex 3 vrij te maken, welke dan op hun beurt gesloopt en herbouwd zullen wor den. Volgens een voorlopige schatting zal het gebruiken van afkomende materialen een bespa ring van rond 1000.per wo ning betekenen, zodat de bouw kosten op rond 7.500 zijn te ramen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1951 | | pagina 1